Jaar van uitgave: 1984
Uitgever: Bert Bakker
Verantwoording
Ik heb voor dit boek gekozen, omdat ik al van veel mensen had gehoord dat dit wel een redelijk leuk boek was, en daarom wilde ik het ook wel eens lezen, gewoon omdat ik benieuwd was of ik een beetje dezelfde smaak heb als andere mensen uit mijn klas, en uit mijn vorige klas. Ook leek Tim Krabbé mij wel een leuke schrijver, ook omdat ik daarover al veel positieve dingen heb gehoord. Verwachting vooraf
Mijn verwachting vooraf was dat dit een heel moeilijk boek zou zijn, en ook heel dik, ik had namelijk nog nooit gezien. Toen ik echter in de bibliotheek kwam, zag ik dat het maar zo’n klein, dun boekje was, dus dat viel al heel erg mee. Eerste reactie achteraf
Hoofdstuk 1: Rex Hofman en Saskia Ehlvest waren op weg naar hun vakantiehuisje aan de Middellandse Zee. Onderweg kibbelden ze wat. Rex stopte bij een TOTAL-bezinestation aan de Autoroute om te tanken. Ze rustten wat uit, balden en begroeven twee muntjes onder een paal. Saskia ging wat te drinken halen; daarna zou zij rijden. Rex maakte een foto. Hij vroeg zich af of hij Saskia zo mocht plagen. Drie jaar geleden, tijdens hun eerste vakantie, was de benzine op geweest en had Saskia drie uur lang in de auto moeten blijven. De beklemming in het kleine zwarte hok van de auto had haar helemaal overstuur gemaakt; het herinnerde haar aan haar nachtmerrie van het Gouden Ei. 'Toen ze klein was had ze eens gedroomd dat ze opgesloten zat in een gouden ei dat door het heelal vloog. Alles was zwart, er waren niet eens sterren, ze zou er altijd in moeten zitten, en ze kon niet eens dood gaan. Er was maar één hoop. Er vloog nog zo'n gouden ei door de ruimte, als ze tegen elkaar botsten zouden ze allebei vernietigd zijn, dan was het afgelopen. Maar het heelal was zo groot!' (blz. 14). Saskia kwam niet terug. Rex ging naar de servicewinkel en vroeg aan iedereen of men zijn vriendin had gezien. Hij belde hun hotel en de politie, maar Saskia was weg en bleef weg en niemand wist waar ze was gebleven. Hoofdstuk 2: Tijdens een vakantie in Marina di Camerota (Italië) acht jaar later vroeg Rex Lieneke ten huwelijk. De uitslag van een spelletje badminton met twee Fransen gaf daarvoor de doorslag. Maar Saskia 'keek vanaf de zijlijn toe' (blz. 37). Rex wilde Lieneke eerlijk vertellen hoe hij over Saskia dacht: 'Als ze terugkwam zou ik bij jou blijven, maar als ik terug mocht naar dat benzinestation dan zou ik dat doen' (blz. 42). 's Nachts merkte dat Rex een nachtmerrie had over het Gouden Ei. Hoofdstuk 3: In 1950 was Raymond Lemorne zestien jaar. Hij vroeg zich af wat er zou gebeuren als hij van een flat sprong. Het idee van de sprong was bij hem opgekomen; hoe kon hij anders dan door te springen te weten komen of hij de mogelijkheid had om te springen? Dus hij sprong en hij lag zes weken in het ziekenhuis. Eenentwintig jaar later kwam er iets dergelijks in hem op. Hij was toen leraar scheikunde, getrouwd en hij had twee dochters. Op een dag redde hij een kind van de verdrinkingsdood. Maar zou hij nu ook in staat zijn een misdaad te plegen? Het krijgen van deze gedachte verplichtte hem tot het doen van de eerste stap. Hij fabriceerde een pot chloroform en zette de fles op de zolder van zijn afgelegen vakantiehuisje. Om ongestoord verder te kunnen gaan met zijn voorbereidingen voor de misdaad, zei hij tegen zijn gezin dat hij dit huisje wilde opknappen. Hij verzekerde zich ervan dat niemand iets in de gaten kon krijgen als hij zijn slachtoffer, dat volgens hem het beste een buitenlandse vrouw kon zijn, naar zijn huisje zou brengen. Hij kocht een oud matras en een pistool. Hij wilde zijn slachtoffer meelok ken in zijn auto, en na heel veel voorbereidingen en mislukte experimenten vond hij de beste manier: bij een tankstation langs de Autoroute zou hij, met zijn ene arm in een mitella, aan een vrouw vragen of zij hem wilde helpen bij het aankoppelen van zijn aanhangwagentje. Dat ging nog een paar keer mis, omdat niemand in de auto durfde te stappen om naar het eind van de parkeerplaats te rijden. Ondertussen schoot Lemorne ook nog eens twee kampeerders dood die op zij grasveld waren gaan staan. Maar op een keer lukte het dan toch, min of meer toevallig. Een Nederlands meisje zag hem spelen met zijn sleutelhangertje en hij zei dat hij er vertegenwoordiger in was en dat hij er een hele lading van in zijn auto had liggen. Ze ging met hem mee; hij bedwelmde en ontvoerde haar. Hoofdstuk 4: Acht jaar later (maar na de vakantie in Italië) was Rex een opsporingscampagne gestart. Hij had grote advertenties laten zetten waarin hij degenen die toentertijd bij het tankstation of daarna Saskia gezien hadden, opriep hem te schrijven. Onder het raam van zijn flat in Buitenveldert had een zekere Sandra op een auto 'Rex ik vind je lief' geschreven. Lieneke belde; na de droevige terugrit uit Italië hadden ze elkaar maar ‚‚n keer gezien. Er kwamen verschillende brieven uit Frankrijk, maar er was er niet een die uitsluitsel gaf over Saskia's geheimzinnige verdwijning. Op die ochtend van de vijfde dag kwam er een Franse man op Rex af, die zich voorstelde als Raymond Lemorne. Rex herkende hem als de man met de mitella, die hij acht jaar geleden bij het tankstation had gezien. Lemorne wilde precies vertellen wat er was gebeurd, maar op maar één manier: door Rex hetzelfde te laten ondergaan. Rex wist dat hij dan dood zou gaan; toch ging hij akkoord. Ze reden naar het benzinestation. Ondertussen at Rex van het lunchpakketje dat Lemorne speciaal voor deze gelegenheid had samengesteld. Bij het benzinestation moest Rex koffie met een slaapmiddel drinken. Daarna vertelde Lemorne wat er was gebeurd. Ton Rex wakker werd, lag hij op een matras in een doodskist. Hoofdstuk 5: Lieneke zocht Rex, maar hij was weg en kwam nooit meer terug. Van Saskia en Rex werd dus ook nooit meer iets vernomen. Tijd
Het verhaal wordt niet-chronologisch verteld, waardoor de spanning wordt opgevoerd. Hoofdstuk 1
speelt zich af in 1975, hoofdstuk 2, 4 en 5 in 1983 en hoofdstuk 3 van 1950 tot 1975. Het eerste hoofd- stuk beschrijft een avond en een nacht (op 28 juli 1975), hoofdstuk 2 enkele dagen tijdens de vakantie. De vertelde tijd in hoofdstuk 3 is 25 jaar, in hoofdstuk 4 vijf dagen en in hoofdstuk 5 enkele weken tot
oneindig (‘Van geen van beiden werd ooit nog iets vernomen’, blz. 98). De totale vertelde tijd is 33
jaar. In hoofdstuk verschillen verteltijd en vertelde tijd het minst; hiermee wordt tot uiting gebracht dat
de verdwijning van Saskia bij het benzinestation de gebeurtenis is waar het hele boek om draait. Wat
er tussen 1975 en 1983 allemaal is gebeurd, wordt niet uitvoerig beschreven. Alleen dor korte
aanduidingen in gesprekken of gedachten van Rex wist ik wanneer het hoofdstuk zich afspeelde: ‘Alsof ik die acht jaar voor niets zou hebben geleefd’ (blz. 42), ‘Acht jaar was genoeg om aan
dergelijke verschijnselen te wennen’ (blz. 78). In hoofdstuk drie wordt een nog grotere periode
overgeslagen, namelijk 21 jaar. De vermelding van ‘De man met de mitella’ op blz. 10 is een
vooruitwijzing naar het latere verhaal van Lemorne. Ook de laatste zinnen van het eerste hoofdstuk
Het verhaal speelt zich af in Frankrijk (in de buurt van Autun), Italië (Marina di Camerota, een dik uur
rijden onder Napels’) en Amsterdam (Buitenveldert). Een belangrijk thema in het verhaal is
claustrofobie, de angst en beklemming die iemand kan voelen in besloten ruimten. Perspectief
Het boek is geschreven in een meervoudig personaal perspectief. De gebeurtenissen worden vanuit
drie personen verteld: Rex, Lemorne en Lieneke, wat zorgt voor een goede, degelijke en leuke opbouw
van het boek. Spanning
De spanning in het boek wordt schitterend opgebouwd door de schrijver, doordat hij je door de ogen
van alle personen de verschillende situaties laat bekijken, waardoor je de gevoelens van alle personen
kan waarnemen, en de gedachten ook kan analyseren en met elkaar in verband kan brengen. Daardoor
wordt een belangrijk gedeelte van de spanning gecreëerd. Thema
Het thema in dit boek is de ontvoering Saskia op een benzinestation in Frankrijk, en de zoektocht die
Rex vervolgens naar haar start. Dit is de leidraad die door het hele boek heen loopt. Motieven
Saskia’s geluksgetal, maar blijkt in de rest van het verhaal een ongeluksgetal te zijn. De advertenties
kostten 80.000 gulden, tussen de moord en de aanbieding van Lemorne zat acht jaar, en zo komt het
getal nog een paar keer terug in het verhaal. Ook is het TOTAL-benzinestation een motief in het
verhaal. Daar leggen Rex en Saskia de muntjes onder het paaltje, daar wordt Saskia gekidnapt en ook
wordt Rex daar later mee naar toe genomen door Lemorne, om Rex dezelfde gang van zaken mee te
laten maken als Saskia. Personages
Raymond Lemorne is op het eind van het verhaal 49 jaar. Hij is een keurige Fransman, scheikundeleraar, getrouwd, en heeft twee dochters. Hij wordt geobsedeerd door de gedachte dat hij
dingen zou kunnen doen die je normaal niet zou doen: van een flat springen, een misdaad plegen. Hij is volkomen gewetenloos: zonder enige schuldgevoelens schiet hij twee kampeerders dood en
bereidt hij zijn perfecte misdaad voor. Het enige wat telt is het experiment. Rex Hofman is medewerker bij een populair-wetenschappelijk jeugdtijdschrift. Hij is negen jaar
ouder dan Saskia (in 1983 is hij 41). Hij houdt van spelletjes en net als Lemorne doet hij graag
dan mag ik kiezen: ze blijft zo doorleven. Of ik zal alles te weten komen, in ruil voor haar dood. Dan
laat ik haar dus dood gaan,’ zegt hij tegen Lieneke. Hij vindt het vreselijk dat hij niet weet wat er met
Saskia is gebeurd, dat hij dit raadsel niet kan oplossen. Als hij Lemorne ziet, valt er een kwellende
angst van hem af: ‘de angst dat de moordenaar zelf dood was, dat het raadsel voorgoed onoplosbaar
was’ (blz. 87). Hij heeft verschillende vriendinnen, onder wie Lieneke, maar alleen bij Saskia had hij
er werkelijk naar verlangd één met haar te worden. Deze twee wensen – het raadsel oplossen en één
zijn met Saskia – gaan op het eind van het boek op een enge manier in vervulling. Saskia Ehlvest is 24 jaar oud en de vriendin van Rex, maar ze wordt niet zo uitvoerig beschreven. Ze
heeft roodgespoeld wriemelhaar ze is ongegeneerd ijdel, ze houdt niet van autorijden en ze heeft een
beetje last van claustrofobie. De verhouding tussen Saskia en Rex is prima. Ze gaan dan ook al een
jaar of vier met elkaar om. Soms voelt Rex de behoefte om haar een beetje te plagen, maar dat komt
volgens hem omdat hij echt van haar houdt. Lieneke is net als Saskia niet zo'n belangrijk personage. Het gaat vooral om Rex' verhouding tot haar. Rex dacht eindelijk weer in staat te zijn tot een langdurige relatie met een vrouw, maar na zijn
Het taalgebruik in het boek is gemakkelijk (geschreven op aanraden van de bibliotheekjuffrouw, ik wilde ‘makkelijk’ schrijven) en goed te begrijpen. Er worden geen moeilijke woorden gebruikt, en ook zijn de zinnen niet te lang, maar van gewone, normale, gangbare lengte. Eigen Mening
Ik vond het boek heel warrig geschreven. Bij het springen tussen hoofdstukken ging je ook van de hak
op de tak, waardoor ik nog wel eens dingen door elkaar haalde. Het boek was echter wel goed te
begrijpen. Vooral het begin van hoofdstuk 3 vond ik nogal vaag, omdat ik gewoon nog nooit van
Raymond Lemorne had gehoord. Ik vond het onderwerp wel leuk bedacht, en vooral de afloop was
voor mij erg verrassend. De gebeurtenissen waren wel realistisch opgebouwd, waardoor je ook niet het
gevoel kreeg gewoon een boekje te lezen, maar ik leefde echt mee met Rex, mede dankzij de
beschrijvingen van de gebeurtenissen. Ik vond het laatste hoofdstuk eigenlijk een beetje overbodig, wat daarin stond was nogal logisch en ook zelf te bedenken, het was niet meer belangrijk voor het
boek. De opbouw was goed, doordat je door de ogen van verschillende personen kon kijken werd het
boek alleen maar leuker, en het taalgebruik was makkelijk, maar dat heb ik al eerder gezegd. Ik vond
het een leuk boek om te lezen, en heb het daarom ook snel uitgelezen, in twee avonden, van samen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
T.
T.
Hijs erg goed Mikie!
20 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
tnx
19 jaar geleden
Antwoorden