Tim Krabbé werd geboren in 1943, Hij schrijft o.a. over schaken en wielrennen, twee sporten die hij zelf ook fanatiek heeft beoefend (nieuwe schaakcuriosa, 1977, De renner, 1978, 43 wielerverhalen, 1984). Krabbé debuteerde in 1967 met een psychologische thriller De werkelijke moord op Kitty Duisenberg. Verder schreef hij nog gedichten (vijftien goede gedichten, 1974) en verhalen (De stad in het midden, 1978). Andere boeken van Tim Krabbé zijn De Grot, Vertraging, De paardentekenaar, Korte Inhoud
Een totaalgewetenloze man (Lemorne) die met een totaal voorbereide misdaad Saskia om het leven bracht, 8 jaar later wou de toenmalige vriend (Rex) weten wat er met Saskia was gebeurd en zette een zoektocht op touw, Lemorne reageerde daarop en stelde voor aan Rex hetzelfde met hem te doen als hij met Saskia had gedaan, Rex ging daarmee akkoord wetend in zijn achterhoofd dat het zijn dood wordt. Personages
De omslag van het boek is bruin met een Het Gouden Ei in plaats van de neus van Saskia, De omslag is ontworpen door Erik Prinsen. Op de achterkant staat een foto van Tim Krabbé met een stukje tekst uit het NRC Handelsblad. Het bestaat uit 98 bladzijden. Er zijn vijf hoofdstukken, die beginnen allemaal met een blanco bladzijde, alle hoofdstukken zijn ongeveer even lang behalve het laatste hoofdstuk (twee bladzijden). De hoofdstukken hebben geen titel, alleen een nummer. Binnen de hoofdstukken worden aparte scènes gescheiden door een regel wit. Het boek ziet er topografisch goed verzorgd uit. Lange Inhoud
Rex en Saskia waren onderweg naar hun vakantiehuisje aan de Middellandse Zee. Onderweg kibbelde ze wat. Rex stopte bij het tankstation TOTAL aan de autoroute. Daar begroeven ze twee muntjes onder een paal. Saskia ging wat te drinken halen: daarna zou zij gaan rijden. Drie jaar geleden, tijdens hun eerste vakantie had Saskia drie uur alleen op een Italiaans landweggetje gestaan terwijl Rex benzine ging halen. De beklemming in het kleine zwarte hok van de auto had haar helemaal overstuur gemaakt: Het herinnerde haar aan een nachtmerrie van het Gouden Ei. ‘Toen ze klein was had ze wel eens gedroomd dat ze opgesloten zat in een Gouden Ei dat door het heelal vloog. Alles was zwart, er waren niet eens sterren, ze zou er altijd in moeten blijven zitten en ze kon niet doodgaan. Er was maar een hoop. Er vloog nog zo’n gouden ei door het heelal, als ze tegen elkaar zouden ze allebei vernietigd zijn, dan was het afgelopen. Maar het heelal was zo groot!’ (blz. 14) Saskia kwam niet terug van het drinken halen, Rex ging naar het servicewinkel en vroeg aan iedereen of ze zijn vriendin hadden gezien. Hij belde hun hotel en de politie, maar Saskia leek van de aard bodem te zijn verdwenen. Tijdens een vakantie in Marina di Camerote (Italië) acht jaar later vroeg Rex zijn nieuwe vriendin Lieneke ten Huwelijk. ‘Rex wilde Lieneke eerlijk vertellen hoe hij over Saskia dacht: ‘’Als ze terug kwam zou ik bij jou blijven, maar als ik terug mocht naar het benzinestation, dan zou ik dat doen.’’ ‘ (blz. 42) In 1950 was Raymond Lemorne zestien jaar,Hij vroeg zich af wat er zou gebeuren als hij van een flat zou springen. Het idee van de sprong was bij hem opgekomen; hoe kon hij anders dan door te springen te weten komen of hij de mogelijkheid had om te springen? Dus hij sprong en lag zes weken in het ziekenhuis. Eenentwintig jaar later kwam er een soortgelijk idee bij hem op. Hij was scheikunde leraar, getrouwd en hij had twee dochters. Op een dag redde hij een klein kind die van een boot was gevallen uit het water. Hij vroeg zich af of hij nu ook in staat zou zijn om een misdaad te plegen? Hij maakte een plan: Hij maakte een pot chloroform en zette die op de zolder van een huisje dat hij ooit had geërfd. Hij kocht een oude matras en een pistool. Hij wilde zijn slachtoffer, dat volgens hem het beste een buitenlandse vrouw moest zijn meelokken in de auto naar zijn huisje. Na vele voorbereidingen en mislukte experimenten vond hij de beste manier: bij een tankstation langs de autoroute, met zijn arm in een mitella, vragen aan een vrouw of ze hem wou helpen met het aankoppelen van zijn aanhangwagentje. Dat ging nog een paar keer mis, omdat niemand in zijn auto durfde te stappen om naar de andere kant van de parkeerplaats te rijden. Ondertussen schoot hij heel koolbloedig twee kampeerders dood die op zijn grasveldje waren gaan staan. Op een keer lukte het bij toeval dan eindelijk: een Nederlands meisje zag hem spelen met een sleutelhanger met de letter R erop. Ze vroeg of ze die sleutelhanger kon kopen en hij zei dat hij er vertegenwoordiger in was en dat hij een hele lading in zijn auto had liggen. Ze ging met hem mee; hij bedwelmde haar en ontvoerde haar. Acht jaar later na de vakantie met Lieneke was Rex een opsporingsactie gestart. Hij had grote advertenties laten zetten waarin hij degenen die toentertijd bij het tankstation of daarna Saskia gezien hadden, opriep hem te schrijven. Er kwamen heel veel brieven maar geen een bij die uitsluitsel gaf over Saskia’s geheimzinnige verdwijning. Op een ochtend kwam er een vreemde man op Rex af, die zich voorstelde als Raymond Lemorne. Rex herkende hem als de man met de mitella die hij op het tankstation had gezien. Lemorne wilde alles precies vertellen wat er was gebeurd, maar op een manier: door Rex precies hetzelfde te laten onder gaan. Rex wist dat hij dan dood zou gaan; toch ging hij akkoord. Ze reden naar het benzinestation. daar moest Rex koffie met slaapmiddel drinken. Daarna vertelde Lemorne wat er was gebeurd. Toen Rex wakker werd, lag hij op een matras in een doodskist, Rex was levend begraven en hij wist wat Saskia was ondergaan. Lieneke zocht Rex maar hij was weg en hij kwam nooit meer terug. Van Rex en Saskia werd nooit meer iets vernomen
Titel
In de titel wordt een belangrijk verhaal element tot uitdrukking gebracht: claustrofobie. Saskia had als klein kind een nachtmerrie gehad dat ze was opgesloten in een Gouden Ei (zie citaat bij de lange inhoud). Later krijgt Rex een soortgelijke nachtmerrie. De lezer wordt hier voorbereid op het gruwelijke einde van het boek waar – als je de lijn van het verhaal doortrekt – Rex’ wens om één met Saskia te worden en Saskia’s hoop op het verlossende tweede gouden ei in vervulling lijkt te gaan. De nachtmerrie van het gouden ei duidt op angst voor eenzaamheid, angst om nooit tot echt diepgaand contact met een ander te kunnen komen (nooit één met een ander te worden). Als dat wel gebeurd betekent dat de verlossing, maar ook de dood. Maar doodgaan is beter dan voor eeuwig onwetend of eenzaam te zijn.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden