Opgedragen aan Paul & Jan Veen
Opgebouwd uit 6 hoofdstukken
Eerste uitgaven: 1946
3 punten waard
Genre: Novelle
Begin- & eindzinnen: Het boek begint met de zin: Een ellendige novemberavond, met een motregen die de dappersten van de straat veegt. Het boek eindigt met de drie zinnen: Ja, broeders, dat het u goed mag gaan in de wereld. Dat Allah uw pad moge effenen en u behoeden op zee, om u terug te voeren naar uw bergen als de tijd gekomen zal zijn. En wat Maria en Fathma betreft, laten wij niet wanhopen, want de wil des Heren is immers iedereen ondoorgrondelijk
Verwachting vooraf: Ik verwacht niet echt veel van dit boek. Ik ga het lezen omdat het dun is en toch drie punten waard is. Ik heb nog geen ander boek van Elsschot dus ik weet niet wat ik moet verwachten. Ik verwacht een makkelijk boekje, omdat het zo dun is. Beknopte samenvatting: Als Frans Laarmans op een regenachtige dag naar huis wil wordt zijn weg versperd door drie zwarten mannen. Ze geven hem een karton met een vaag geschreven naam en adres er op. De zwarte man vraagt in het Engels waar Kloosterstraat 15 is. Laarmans probeert het even gauw uit te leggen. Ze begrijpen het maar Laarmans gaat toch met ze mee naar het huis. Kloosterstraat 15 blijkt een vogelkooien winkel te zijn waar, na het gevraagd te hebben, geen Van Dam's wonen maar Pasmansen. Teleurgesteld gaat Laarmans verder met de drie naar het politiebureau. Eenmaal daar aangekomen gaat Laarmans alleen naar binnen. Laarmans vraagt naar het adres van Maria van Dam en krijgt er twee. Een op de Lange Ridderstraat 71 en de ander op het Zand nummer 15. Laarmans neemt aan dat Maria op het Zand woont, het huisnummer is immers hetzelfde als op het kaartje. Eenmaal aangekomen blijkt het een troosteloos hotel te zijn. Maria van Dam is er niet bij volgens Ali en volgens de barman, Kortenaar, woont ze er ook niet. De vier hebben zich erbij neergelegd Maria nooit te zullen vinden. Na een tijdje verlaten ze het Carlton Hotel en Laarmans brengt ze naar de kade. Op zijn weg terug wil hij nog naar de Lange Ridderstraat gaan. Als hij voor de deur staat durft hij toch niet aan te kloppen. Vertelperspectief: De hoofdpersoon (Laarmans) is de verteller. Hij brengt, in chronologische volgorde en in de eerste persoon, verslag van zijn tocht met de Afghanezen op zoek naar Maria van Dam en becommentarieert dat ook van tijd tot tijd. Tijd: Het verhaal speelt zich af op een novemberavond in 1938. Dit valt op te maken uit de informatie die politieagent op het bureau verstrekt over de geboortedata van de verschillende Maria van Dams in de stad. Ook staat dat in de eerste regel van het verhaal. Ruimte
Stijl: In dit boek wordt de spanning langzaam opgebouwd tot een climax waar blijkt dat Maria helemaal niet bestaat. Informatie over de schrijver: Willem Elsschot (eigenlijk Alphonsus Josephus de Ridder; 1882-1960) Belgisch (Vlaams) schrijver. Leidde na WO I te Antwerpen een eigen reclamebureau. Elsschot neemt in de Nederlandstalige literatuur een eigen plaats in door zijn laconieke, geconcentreerde stijl, waarachter grote bewogenheid schuilgaat. Zijn eerste roman was 'Villa des roses' (1913), in 1921 gevolgd door 'Een ontgoocheling' en 'De verlossing'. In 1924 verscheen 'Lijmen', de eerste van een serie ik-romans. De in wezen fatsoenlijke ik-figuur Frans Laarmans treedt eerst in de voetsporen van de doorgewinterde zakenman Boorman, maar in het vervolg 'Het been' (1938) keert hij terug tot zijn eigen fatsoensnormen. Laarmans treedt in een aantal romans op, te weten 'Kaas' (1933), 'Tsjip' (1934), 'De leeuwentemmer' (1940), 'Het tankschip' (1940) en 'Het dwaallicht' (1946), Elsschot's laatste werk. Daarnaast verschenen nog de novelle 'Het pensioen' (1937) en de dichtbundel 'Verzen van vroeger' (1934). Bekroond met onder andere de Belgische Driejaarlijkse Staatsprijs voor het Proza (1948) en de Nederlandse Constantijn-Huygensprijs (1951). Biografisch: Volgens mij is het boek niet biografisch
Meest verwarrende: Het meest verwarrende is hier denk ik dat het hele boek gaat over de zoektocht naar ene Maria van Dam en dat zij aan het eind van het boek niet eens bestaat. Hoe kan het dan dat de "zwartjes" een kartonnetje hebben van haar?. Eigen mening: Mijn lees ervaring is dat het boek in best moeilijke taal is geschreven (oud Nederlands). Ook vind ik dat het boek een beetje aan de korte kant is. Maar des ondanks vind ik het een aanrader en ik ga ook wel meer van Willem Elsschot lezen. Dus zoek je een niet te lang boek en houd je van moeilijke taal. Lees dan dit boek! Overeenkomsten: De overeenkomsten staan al in het verslag van de kroongetuige.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
M.
M.
Maria is overigens niet de moeder van god hoor
10 jaar geleden
Antwoorden