Renate Dorrestein
In een super burgerlijke nieuwbouwwijk woont de zes-jarige Loes met haar moeder in de oude pastorie. Boven hen wonen twee mannen, Ludo en Duco, afgekort de Luco’s.
Loes en haar moeder horen eigenlijk absoluut niet in het dorp thuis. De moeder van Loes voorspelt bijvoorbeeld de toekomst en loopt altijd in zwarte kleren rond. Maar juist omdat ze zo anders zijn is Loes het populairste meisje van het dorp en wil iedereen altijd met haar spelen.
Als Thomas in het dorp komt wonen worden hij en Loes verliefd en krijgen ze verkering. Maar als de moeder van Loes erachter komt dat Thomas van zijn achternaam Iedema heet, mag Loes ineens niet meer met hem omgaan.
Als de moeder van Loes uit de gevangenis komt (Loes is nu twaalf), is ze helemaal verandert en zijn zij en Loes erg uit elkaar gegroeid. Iedereen in het dorp heeft zich tegen hen gekeerd en Loes zit in een soort van isolement. Loes’ moeder besluit samen met haar dochter en de Luco’s naar een plek te verhuizen waar niemand hen kent en waar waarschijnlijk nooit een Nederlandse toerist zal komen die over de moord in de krant heeft gelezen: ze vertrekken naar het Engelse eilandje Lewis. Daar krijgt Loes nieuwe vrienden en is weer heel populair.
Maar het gaat nog steeds niet goed tussen Loes en haar moeder. Ze kunnen elkaar niet uitstaan. Op een gegeven moment wordt het zo erg dat Loes’ moeder besluit ergens anders heen te verhuizen. Nu woont Loes weer alleen met de Luco’s.
Als Loes achttien jaar is, gaat ze in Nederland studeren. Daar ziet ze haar moeder op de televisie en ze besluit haar op te zoeken. Ze hebben een lang gesprek en het wordt eindelijk duidelijk wat er in de nacht van de moord is gebeurd en waarom:
Voordat Loes werd geboren, woonde haar moeder in een ander dorp en had ze een relatie met de getrouwde vader van Thomas. Ze ging met hem naar bed, maar in dezelfde periode ook met de Luco’s. Ze raakte zwanger maar er waren drie mogelijke vaders. De vader van Thomas wilde niks meer met haar te maken hebben, en de moeder van Loes verhuisde samen met de Luco’s naar het nieuwbouwdorp, waar Loes werd geboren.
In de nacht van de moord kwam Loes (ze wilde weglopen om bij Thomas te gaan wonen) buiten de vader van Thomas tegen. Hij zei hele gemene dingen over haar moeder, waarop Loes een potlood uit haar jaszak haalde en hem in zijn ogen stak. De vader van Thomas stormde op haar af, maar net op dat moment kwamen de Luco’s tevoorschijn die voor Loes het karwei afmaakten. De moeder van Loes had dus eigenlijk niks met de moord te maken, maar offerde zich voor Loes en de Luco’s op door te doen alsof zij de moord had gepleegd. Loes dacht altijd dat het allemaal haar schuld was, maar eigenlijk was zij alleen maar de laatste druppel voor de jaloerse Luco’s om Thomas’ vader te vermoorden. Zij wisten namelijk van de geheime relatie van de moeder van Loes en de vader van Thomas en waren stikjaloers.
De auteur
Renate Dorrestein werd in 1954 geboren in Amsterdam. Ze heeft als journaliste gewerkt voor Panorama toen ze pas achttien was en heeft ook in de redactie gezeten van Opzij.
De zus van Renate Dorrestein heeft zelfmoord gepleegd nadat ze jarenlang aan eetstoornissen heeft geleden. In de roman “Het perpetuum mobile van de liefde” schrijft ze hierover.
Renate Dorrestein vindt zelf dat ze heel anders is dan andere schrijvers en dat ze volstrekt niet geïnteresseerd is in moderne literatuur. Ze zegt in een interview:”Ik hoor niet bij een traditie, een ‘school’ heet dat. Ik val overal buiten.”
Evaluatie
Ik vind dit een heel mooi, grappig, spannend, apart en ook ingewikkeld boek.
Grappig hoe ze normaal gesproken hele onbelangrijke kleine dingetjes zoals aardbeien eten of een tararaboemdiee-gezicht zo kan beschrijven dat je je helemaal kan inleven in hoe dat dan is.
Spannend omdat je tot aan de eennalaatste bladzijde van het boek niet weet hoe de moord nou eigenlijk in elkaar zat. Je wil het zo graag weten dat je eigenlijk in een keer door wil lezen tot het einde. Bij andere moord-boeken kan je vaak op de helft van het verhaal al raden wie de moord heeft gepleegd en waarom. Dat is hier absoluut niet zo.
Apart om verschillende redenen:
Hoe de hoofdstukken heten: het eerste hoofdstuk heet A is een aardbei, het tweede hoofdstuk B is een brandnetel, het derde C is een crisis, het vierde D is de dood, enz. tot en met Z is een zwaard. Het ziet er een beetje gek uit maar elke titel geeft toch aan waar het hoofdstuk over gaat.
De delen: het boek bestaat uit drie delen. In het eerste deel zijn Loes en haar “vrienden” zes, in het tweede twaalf en in het derde achttien.
De verteller: het eerste deel wordt vertelt door de kinderen van Loes’ leeftijd, haar vrienden. Ze hebben het daar steeds over “wij”. Het tweede en derde deel worden verteld door Loes zelf.
Deze drie dingen vind ik erg apart. Andere boeken worden gewoon door één persoon verteld en daar zijn de hoofdstukken ook veel saaier aangegeven.
Ingewikkeld omdat er zoveel gebeurd. Toen ik het boek uit had, zat ik er echt een tijdje over na te denken om alles te begrijpen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden