Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Het bottenpaleis door Pam Emmerik

Beoordeling 8.9
Foto van Cees
Boekcover Het bottenpaleis
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 4461 woorden
  • 1 januari 2007
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 8.9
9 keer beoordeeld

Boekcover Het bottenpaleis
Shadow
Het bottenpaleis door Pam Emmerik
Shadow
Gebruikte editie Eerste druk: 2000
Gebruikte druk: 2e druk, 2001
Aantal bladzijden: 186
Uitgever: ECI, Vianen in de serie:” Schrijvers van Nu “ Gegevens voorkant Op de voorkant staat een afbeelding van een paar vrouwenvoeten. In de roman komt het element van de vrouwenvoeten en kousen een aantal keren voor. Frances, een van de hoofdfiguren, maakt een scriptie over kousen en naakte vrouwenbenen. En Isabel, de andere hoofdfiguur, blijkt zelfmoord te hebben gepleegd: naakt maar wel met kousen aan. Genre “Het bottenpaleis” is een psychologische roman, voornamelijk over het verlangen naar liefde en de eenzaamheid die het gevolg is wanneer die liefde niet beantwoord wordt.
Mijn mening Door de vertelstructuur is het een aardige roman over het wanhopige verlangen van de mens om eenzaamheid op te lossen. Door de twee vertelsters kan de lezer een beter beeld krijgen van de innerlijke beweegredenen van Isabel en Frances. Doordat er ook verschil in stijl ontstaat, kan dit de interesse van de lezer trekken. Het boek is desalniettemin somber van toon ondanks het positieve einde. Het lijkt wel een boek voor (jonge) vrouwen te zijn: o.a. vanwege de lesbische liefdesrelaties die een belangrijke rol spelen. De roman is m.i. geschikt voor eindexamenkandidaten van havo en vwo en kan twee punten krijgen op een literatuurlijst. De flaptekst Na de dood van Isabel keert Frances terug naar het statige hotel waarin ze samen opgroeiden. Ze herinnert zich de feesten van hun ouders,de geheimzinnige zakenmannen die soms maandenlang bleven logeren. Terwijl Frances een nachtelijke zwerftocht langs de kamers maakt, kijkt ook Isabel terug op haar jeugd. Om en om nemen Frances en Isabel het woord. Waar de toon van de verhalen van Isabel rauw en hartstochtelijk is, is die van Frances meer ingehouden: nuchter vertelt ze over haar krankzinnig geworden moeder, haar onmogelijke liefdes en de troost die het observeren van de wereld haar biedt. In “Het bottenpaleis”zet Pam Emmerik met vaart twee vrouwenlevens naast elkaar die op een bijzondere manier met elkaar verbonden zijn. Geestig en taalbelust, met een scherp oog voor menselijk (wan)gedrag, schrijft z e over het intense verlangen naar liefde en de nog intensere drang die elk mens voelt om zichzelf steeds opnieuw in verhalen te herscheppen. Motto en opdracht Het motto is ontleend aan T.S. Eliot : “In my end is my beginning.” “In mijn einde ligt ook mijn begin “. Is een mooie aanduiding voor de rol die het verleden in iemands leven kan spelen. Door de vroege dood van de ouders van Isabel wordt haar leven bepaald : van jongsaf aan ontwikkelt Isabel een macabere voorliefde voor de dood en een doodsverlangen Structuur en verhaalopbouw De roman is opgebouwd uit 14 titelde hoofdstukken. Er zijn twee vertellers in de ikvorm ( Frances en Isabel) Ze wisselen elkaar per hoofdstuk af: de twee verhaaldraden haken op elkaar in. Isabel is op het moment dat de roman begint dood: ze heeft zelfmoord gepleegd en vertelt dus vanuit het hiernamaals. Frances haar hartsvriendin vertelt ook in de ov.t. maar is nog wel in leven. Beide vrouwen vertellen over de geschiedenis in het verleden, toen ze nog samen woonden in een groot huis, dat een voormalig hotel was. De oneven hoofdstukken 1 t/m 13 worden verteld door Isabel; de even hoofdstukken 2 t/m 14 door Frances. Perspectief Er is een meervoudig perspectief: er zijn twee vertelsters in de ikvorm: Frances en Isabel. Ze wisselen elkaar af per hoofdstuk. Beiden zijn ze 27 jaar oud. Maar het bijzondere aan de vertelstructuur m.b.t. Isabel is dat ze zelfmoord heeft gepleegd en vanuit het hiernamaals het verleden beschrijft. Ze vertelt dus voornamelijk over het verleden. Frances vertelt zowel in de o.t.t. als in d e o.v.t.: zij vertelt wat er in het verleden is gebeurd en ook wat er na de dood van Frances met de as gebeurt. De toon van de vertelsters is erg verschillend. Isabel vertelt ruw, recht voor zijn raap, bijvoorbeeld over haar vroege fascinatie voor de dood, haar conflicten met haar grootmoeder, die op een gegeven moment escaleren, waardoor ze min of meer het huis uit wordt gestuurd, waarna ze begint aan een eindeloze rij van one-night-stands. Frances is veel terughoudender. Haar toon is afstandelijker, als ze schrijft over haar krankzinnig geworden moeder, de contacten met haar vader en haar problemen met haar lesbische liefdes. Aanvankelijk verwijt ze zichzelf Isabel's zelfmoord. Ze gaat terug naar het grote huis, waar de grootmoeder nog steeds woont en ziet dat deze ook vol schuldgevoelens en verdriet zit. Frances realiseert zich dat ze zich eigenlijk minder om Isabel heeft bekommerd dan deze om haar en besluit haar leven een grote draai te geven.
Titelverklaring 'Het bottenpaleis' is het verhaal van twee vrouwen wier levens onverbrekelijk met elkaar verbonden zijn. Isabel en Frances zijn in hetzelfde huis opgegroeid. Niet zomaar een huis, maar een groot buiten, dat ooit als sanatorium en ook als hotel heeft gediend. In de roman wordt niet expliciet naar “Het bottenpaleis” verwezen. Het lijkt erop alsof het huis waarin de meisjes opgroeien en dat heel erg groot was, waardoor ze steeds in een andere kamer konden slapen, kan worden aangeduid met deze titel. Maar oma Hannah geeft geen gelegenheid om het een mooi huis om te herinneren te laten zijn. Zo wordt het oude landhuis, dat met al zijn kamers een mooi huis van de herinnering zou kunnen worden, in de jaren na het ongeluk een ijskoud huis van het vergeten. Oma Hannah trekt de deuren voor de meisjes dicht en die groeien daardoor `heel herinneringsmager alleen' op, zoals de meest taalkunstige van de twee, Isabel, het zegt. Ze leven met `de omtrek van een gemis' Tijd en decor De tijd van de roman is niet expliciet te verklaren. Het huis waar in de beide meisjes opgroeiden, was tot 1969 een hotel totdat het failliet ging. Er gaat daarna enige tijd overheen voordat de vader hun rechtszaak winnen. Ze gaan er daarna in wonen maar ze blijken nog geen kinderen te hebben. Die zullen dus niet eerder dan in 1972 geboren zijn. Op het moment dat de roman aanvangt, zijn Isabel en Frances beiden 27 jaar. Dat betekent dat de roman waarschijnlijk vlak voor het verschijnen speelt: 1998 of 1999. Waar het huis precies staat wordt niet vermeld. Maar het speelt natuurlijk wel een grote rol in de roman. De meisjes brengen er hun jeugd door en aan het einde van de roman wordt het ingericht als opvangtehuis. Isabel ontvlucht het huis echter als ze ruzie krijgt met haar grootmoeder en vertrekt dan naar Amsterdam, waar een belangrijk deel van haar leven zich afspeelt en waar ze ook zelfmoord pleegt. Thematiek en symboliek De roman gaat over het niet te stillen verlangen naar liefde. Tijdens het leven is de mens bijna wanhopig op zoek naar de ander om zijn existentiële eenzaamheid op te heffen. Voor Frances wordt het al snel duidelijk dat Isabel degene is die ze begeert (op haar 14e wil ze haar al hebben) maar Isabel is geen lesbienne. Op je veertiende wakker worden in een bruidsuite naast degene die je begeert, maar die jou niet begeert lijkt een cynische grap’. Volgens het laatste hoofdstuk hebben de goden de menselijke arrogantie afgestraft door hen in tweeën te splitsen en hen altijd op zoekt te laten gaan naar de wederhelft. Mensen zoeken dus altijd de ander op die eenzaamheid op te lossen. Dat kan soms met seks, ook al kun je in seks ook eenzaamheid ervaren. Niet voor niets heeft een hoofdstuk: “300 eenzame orgasmes.” Ook Isabel zoekt naar partners : als ze door haar oma Hannah het huis wordt uitgezet, stort ze zich in de armen en tussen de benen van heel veel mannen. Het is haar vaak alleen om de seks te doen. Frances doet dat op haar beurt weer met vrouwen. Maar er zit een grondpatroon in de liefde: blijkbaar komt er in een relatie altijd een moment dat je “op de tenen van de ander gaat staan.” Kortom, in een relatie is er altijd iemand die het onderspit delft. Het kan pas goed gaan als je je wederhelft gevonden hebt. Maar het tragische van de twee jonge vrouwen Isabel en Frances is, dat ze elkaar niet gevonden hebben. Het verhaal dat de schrijfster vertelt, is het verhaal van twee vriendinnen die het uiteinde van dezelfde levensdraad blijken te zijn. Dat die draad steeds langer wordt doordat beide vrouwen meer en meer hun eigen weg gaan, verhindert niet dat ze onlosmakelijk met elkaar verbonden blijven. Ze zijn in alles elkaars tegenpolen. Isabel die met zelfdestructieve neigingen mannen aan de zegekar bindt, Frances die alleen maar serieuze relaties met vrouwen wil. Isabel die voor de dood kiest en Frances die het leven wil omarmen.. Ze kiest aan het einde dus voor een andere oplossing dan Isabel om haar eenzaamheid en schuldgevoelens in te lossen. Isabel wordt op een bepaald moment verliefd op de altruïstische jongeman Felix (let op de naam!) Ze lijkt het geluk gevonden te hebben, maar dan blijkt hij getrouwd. Toch start ze een relatie met hem, ook seksueel, maar wanneer zijn Japanse vrouw bevallen is, schuift hij Isabel toch aan de kant. Op dat moment wordt ze zich bewust van haar eenzaamheid: ze is een getekende vrouw (letterlijk door de vele tatoeages op gaar lichaam) en ze denkt dat geen man haar meer zal willen hebben. Ze pleegt zelfmoord ook al omdat ze van kinds een obsessie heeft voor de dood. Ook Frances gaat in haar relaties ten onder. Door Suzie werd ze aan de kant geschoven en later maakt ze zelf een einde aan de relatie met Nina: de grondpatronen van de liefde herhalen zich altijd. Maar in tegenstelling tot Isabel kiest ze niet voor de dood. Ondanks het positieve einde (het starten van een opvattingtehuis voor asielzoekers ) blijft “Het bottenpaleis”daardoor een somber boek. De drie belangrijkste thema’s van de roman zijn derhalve: - dood (vooral Isabel is vanaf het ogenblik dat haar ouders omkomen gefascineerd door de dood ; het is dan ook gene verrassing dat ze voor zelfmoord kiest) - seksualiteit : de beide vrouwen kiezen ieder op hun eigen manier voor seks als middel tegen de eenzaamheid - eenzaamheid (De mens is in zijn existentie eenzaam en altijd op zoek naar de ander in wie hij zich zelf wil terugvinden, maar in de grondpatronen van de liefde zit blijkbaar altijd dat een van de partners de ander wil kwetsen, waardoor de mens toch weer op zichzelf wordt teruggeworpen) Samenvatting van de inhoud In het eerste hoofdstuk vertelt Isabel dat ze dood is. Ze ligt op de vloer van de badkamer en heeft pillen ingenomen. Ze vertelt aan de lezer dat ze altijd erg met de dood bezig is geweest. Als kind ging ze al naar stervende mensen om te kijken hoe het proces van het sterven in zijn werk ging. Zodra de mensen dood waren, verloor ze de belangstelling voor hen: de begrafenissen woonde ze nooit bij. De doden vormden als het ware een snoer van mensenharten voor haar. (*de titel van het eerste hoofdstuk) Ze vertelt in dit eerste hoofdstuk in het bijzonder over de dood van haar buurmeisje Maj dat aan kanker overleed. Ze was altijd heel betrokken bij het zieke meisje geweest, zocht haar vaak op, maar deed dat eigenlijk om het stervensproces te bekijken. Ook Maj’s begrafenis woonde ze niet bij, hetgeen haar onbegrip van Maj’s moeder bezorgde. Sinds die tijd was Isabel bezeten geweest van de gedachte aan de dood, Frances vertelt in hoofdstuk 2 het verleden: hoe ze als kinderen samen met Isabel het huis dat daarvoor een hotel was geweest, bewoond hadden. Hun vaders die een onduidelijke handel voerden, hadden regelmatig andere, vreemde zakenmensen op bezoek die daar al of niet met hun vriendin kwamen logeren. Toen de meisjes geboren werden, haakten veel vrienden af maar één van de mannen die ze zich het best kon herinneren was, Bennie geweest, die een parfumverkoopster Annie uit de Bijenkorf had weten te strikken. Frances’ moeder vertoont al tekenen van gekte. Haar vader en zijzelf moesten ’s nacht goed opletten als haar moeder aan de wandel gaat. Isabel vertelt in hoofdstuk 3 dat er iets heel vervelend gebeurd is. De wederzijdse ouders van Isabel en Frances waren bij een auto-ongeluk betrokken. Met Benny en Annie waren ze na een avondje doorzakken toch gaan rijden, toen er plotseling een hert overstak. De ouders van Isabel waren daarbij aan het leven gekomen, maar de ouders van Frances niet. Isabel heeft een soort scheiding in haar geheugen gekregen: ze weet absoluut niets meer van de tijd voor het auto-ongeluk. Ze kan zich niets meer van haar ouders herinneren. De moeder van Frances was na het ongeluk gekker geworden en daar haar vader veel naar het buitenland reisde, was Isabels oma, Hannah, in huis gekomen om op te passen. Het was een norse oma, die op een dag een loer wordt gedraaid door Isabel. Ze geeft oma slaappillen in wanneer er een bevriende boekenhandelaar op bezoek is. Daarna sleept ze hen beiden naar de vijver en legt ze daarna weer kletsnat naast elkaar in bed. De volgende morgen weten de beide mensen niet wat er met hen gebeurd is. Samen met Frances bezoekt Isabel ook bijbelbijeenkomsten, vooral ook omdat een heel ouwe hoer die door het bejaardentehuis geweigerd is vanwege haar verleden, smeuïge verhalen over seks weet te vertellen. Ze zijn dan 11 jaar oud. Frances geeft in hoofdstuk 4 (De hobby van Eva Braun) gegevens over haar relatie met Isabel prijs. Zo weigerde Isabel zich te wassen, maar dompelde ze zich wel eens onder in een vennetje, waarbij Frances haar dan bespiedde. Toen ze in de puberteit was, lagen ze nog wel eens naast elkaar in bed en Frances begeerde het lichaam van Isabel. Ze kreeg er echter weinig vat op, omdat Isabel weinig reacties op de toenadering gaf.. Isabel gaf ook helemaal niets om school, maar Frances vertelt wel een verhaal over Isabel waarin ze ineens wel belangstelling had voor school, nl. toen ze een musical over Adolf Hitler ging schrijven. Frances krijgt de rol van Eva Braun toebedeeld die een hobby heeft: nl. haiku’s schrijven. Omdat de hoofdrolspeler zich terugtrekt, zal Isabel zelf de rol van Hitler op zich nemen. Ze doet dat heel overtuigend. Het is een confronterend stuk en na afloop is het heel stil in de aula van de school, totdat één persoon begint te klappen: Hannah. Frances’ moeder mag de voorstelling niet bijwonen en daarom gaan de beide meisjes het stuk ook nog eens improviserend in de inrichting opvoeren. Aan het einde van dit tafereel maakt ook Frances een haiku op het fenomeen dat er jam op de wang van Isabel zit en dit ze dit zeer erotiserend vindt. In Auto-Adolf (hoofdstuk 5) wordt het verhaal van de musical nog een keer door Isabel verteld: haar fascinatie voor de figuur van Hitler waarin ze zich helemaal inleeft, is groot. Zo uit ze het denkbeeld dat mannen de auto als een verlengstuk van hun persoonlijkheid zien. Ook nu wordt verteld dat Hannah de enige is die klapt voor de voorstelling, maar de schoolleiding vindt het eigenlijk maar niets. Hannah is bezeten door de oorlog en ze heeft nog een zus Zsazsa die op bezoek komt omdat ze een afscheidstournee houdt (ze heeft kanker) Zo gaat ze o.a. naar het huis waar ze ondergedoken heeft gezeten en naar Normandië waar Max, de broer van Hannah en Zsazsa, om het leven is gekomen. In hoofdstuk 6 is Frances op het oude landgoed terug om de as van Isabel te verstrooien. Dan laat ze via een verhaal van Hannah vertellen dat deze de keuze van de echtgenoot van haar dochter Laura niet heeft gerespecteerd. Ze liet de man en de baby Isabel buiten wachten. Elf jaar later heeft Isabel zo’n zelfde gevoel t.o.v. haar oma. Daarna had ze haar oma erg gepest: zout in de soep, banden lek gestoken, allerlei andere vervelende dingen uitgehaald. Na de dood van Zsazsa hadden Isabel en Hannah een heftige ruzie gekregen en daarna was ze door oma het huis uitgezet. Isabel verdwijnt naar Amsterdam. Frances mist Isabel heel erg en bekent dat ze van haar gehouden heeft in een lesbische relatie. Maar uit hoofdstuk 7 wordt duidelijk dat Isabel geen lesbienne is. Ze neemt als het ware wraak op de wereld door een legertje aan mannen seksueel te binden. Dat wordt allemaal vrij ruw beschreven. Het zijn vrijwel allemaal one-night-stands. Ze bedrijft seks en ze beschrijft seks: dat levert voor haar bijna dezelfde gevoelens op. Frances blijft eerst bij Hannah wonen in het grote huis. Ook brengt ze wel een eens een bezoek aan haar vader in Parijs die met een nieuwe vriendin woont. Ook haar moeder bezoekt ze soms in de inrichting waarin ze verblijft. Ze heeft af en toe feesten met Isabel. Ze ontmoet het meisje Suzie met wie ze enorm veel lesbische seks heeft. Maar toch is het geen goede relatie en eigenlijk alleen op lichamelijkheid gebaseerd. Dat kan natuurlijk niet goed gaan . Suzie verdwijnt en Frances vraagt haar later terug te komen, maar dat gebeurt niet. Frances beleeft daarna nog veel eenzame nachten en wel 300 eenzame orgasmes ( Titel van het hoofdstuk) Isabel vindt Frances voor
mannen een lekkere stoot: mooi blond, C-cup , maar ze weet dat ze lesbisch is. Ze vindt haar vriendin Suzie maar niets. Als de verkering uit is, richt Frances zich helemaal op de studie. Door middel van een schilderij van Jan Steen in Haarlem fixeert ze zich op de kous op schilderijen en tekeningen; later breidt ze haar studieonderwerp uit tot het naakte been op schilderijen. Isabel biedt allerlei vluchtelingen uit allerlei landen onderdak, maar haar huis wordt in de gaten gehouden en de asielzoekers worden ook een keer bij haar weggehaald. Isabel vindt dat Frances zich steeds vreemder gaat gedragen. Frances vertelt over de vluchtelingen van Isabel: o.a. over de Afrikaanse ebbenhouten zwarte neger Solomon, die ze later zelf onderbrengt op een zolderkamertje bij haar en haar buurman Stern. Ze is in tussen ook verhuisd naar Amsterdam en vertelt het verhaal van de scriptie over de kousen en de naakte benen (dus voor de tweede keer) aan de lezer. Ook komt ze op een avond thuis en mist dan Solomon ; die zit bij buurman Stern naar een naakt meisje te kijken. Ze voelt zich eenzaam en gaat uit verveling naar een café waar lesbiennes komen, maar ze krijgt die avond geen aandacht. Isabel ontmoet een lieve jongen die op Jezus lijkt, omdat hij zoveel goed werk voor vluchtelingen: hij heet Felix en hij brengt in het hele land vluchtelingen op onderduikadressen onder. Ze wordt verliefd op hem. Ze weigert seks met hem en dat komt ook omdat ze weet dat hij getrouwd is met een “Japanse.” Maar ze laat zich helemaal tatoeëren door hem zodat ze zich toch kan laten aanraken door hem. Darana komt Felix toch naar haar toe en beginnen ze wel een seksuele relatie. Als zijn vrouw zwanger is, wil Felix er een einde aan maken, maar dat gaat niet gemakkelijk. Als de baby geboren wordt, is de breuk wel een feit en daarna begint Isabel naar de dood te verlangen. Solomon is nog steeds bij Frances: hij maakt altijd het eten voor haar klaar. Hij kookte ooit voor de regeringsleiders van Nigeria, maar zijn verhalen zijn erg wreed. Op donderdagavond kijken hij en mijnheer Stern nog steeds naar het naakte meisje. Frances moet dan werken voor
het Van Goghmuseum en krijgt zo contact met een pizzameisje Nina. Ze brengt op een avond zelf de pizza naar haar, maar ze had een compleet ander beeld van het kind. Het blijkt een heel forse lesbo te zijn. Later ontmoet ze Nina weer op een terras en ze gaan dan wel met elkaar naar bed. Ze krijgen een relatie. Isabel heeft vooral liefdesverdriet van Felix. Ze schrijft een afscheidsbrief aan Frances voordat ze zelfmoord gaat plegen. Daarin staat dat ze wel van Frances had kunnen houden als ze een pot was geweest. Maar dat was nu eenmaal niet het geval. Isabel beseft heel goed dat ze in de relatie met mannen niet verder kan, want ze heeft zich van kop tot teen door haar minnaar laten tatoeëren, maar als de tatoeage af is, verdwijnt de maker. De afbeelding die Felix op Isabel achterlaat, een tatoeage van spieren, met doorkijkjes naar organen, is een weerspiegeling van haar innerlijk. ‘Nu mijn innerlijk en uiterlijk samenvielen kon iedereen zien wat ik allang wist, namelijk dat ik een freak was…Geen man zou me ooit nog begeren, alleen Magere Hein had nog interesse in me.’ In het laatste hoofdstuk brengt Frances de as van Isabel weer naar het landgoed. Ze verstrooit de as op de plekken waar ze vroeger hebben gespeeld. Aan het laatste restje as likt: Isabel smaakt een beetje zout. De symboliek is duidelijk: in haar leven had ze nooit Isabel gelikt en ze wilde dat wel heel graag. Ze heeft altijd gedacht dat Isabel de wederhelft was naar wie ze op zoek was. Het is een straf van de goden geweest om mensen in tweeën te verdelen, daarna moet iedereen op zoek naar zijn wederhelft. Met Nina gaat het steeds minder goed: ze raakt geïrriteerd door diens houding en ze gaat ook spoedig daarna vreemd met een ander meisje. Daarna knikkert ze Nina het huis uit, maar ze kan de ware liefde ook met andere lesbo’s toch niet vinden. De dood van Isabel was een korte periode bizar nieuws. Frances hoort van de loodgieter die haar gevonden heeft, dat Isabel naakt met kousen aan in de badkamer lag. Ze maakt een afspraak met Felix, die denkt dat hij schuldig is aan de dood van Isabel. Zijn Japanse vrouw is met het kind vertrokken. Frances en hij krijgen een idee. Ze gaan het grote huis geschikt maken voor de opvang van vluchtelingen. Alles wordt gereed gemaakt, Solomon zal gaan komen en de eerste vluchtelingen komen binnen. Onder hen is een Cubaans meisje Adela. Frances ziet haar wel zitten. Recensies Over de roman zijn indertijd diverse recensies geschreven:. Op 24 november 2000 schrijft Hans Goedkoop in het NRC/Handelsblad over de roman het volgende: “ Er worden woorden verzonnen, opsommingen op de tong geproefd en zinnen van een volle pagina gemaakt. Er wordt staccato geschreven en legato, licht en zwaar, het hele repertoire. Rijkdom en complexiteit. Het is allemaal van een enorm stilistisch overwicht, van een briljante taalbelustheid en een onvoorwaardelijke inzet. Het doet denken aan het werk van Jeanette Winterson, ook al zo'n virtuoos van de veelkleurigheid, die de verhalen uit vier windstreken versmelt en de pijn van dood en leven omzet in de schoonheid van de taal. Je kunt niet anders dan er met bewondering naar kijken. Maar helaas raakt die bewondering al gauw vermengd met ergernis, want net als bij vooral de late Winterson gaat al die pracht gepaard met een onstuitbare bewijsdrift. De complexiteit en rijkdom van de dingen mag je niet terloops ontdekken, die wordt je met ieder woord en elke wending ingewreven. De vitale zijsprongen van de roman lees je daardoor niet als spontaan maar als berekenend, de humor wordt te zelfbewust om je tot zoiets argeloos als lachen aan te zetten. Er sluipt iets verbetens in de toon, iets agressiefs zelfs, en het resultaat is honderdtachtig graden anders dan bedoeld. De taal brengt al dat kleurrijks niet tot leven, maar slaat het eigenhandig dood. In
“Trouw” van 11 november 2000 schrijft Odile Jansen een minder positieve recensie: “Emmerik sticht onnodig verwarring, ze wil graag diepzinnig zijn, maar het blijft vooral bij de suggestie van diepte. Lustig wordt er uit films en boeken geciteerd. Maar wat wil de schrijfster eigenlijk zeggen? Gaat het om onvervulde verlangens, om de liefde? Want zodra ze het ongelukkige liefdesleven van beiden onder de loep neemt, begint haar roman te leven. In de finale onthult 'Het bottenpaleis' zich dan als een postume liefdesverklaring van de lesbische Frances aan Isabelle. 'Knekelhuisje' zou wellicht een toepasselijker titel geweest zijn, voor dit boek dat een kerkhof is van onaffe verhalen en intertekstuele 'citaten'. Maar gelukkig bloeit er tussen al dat puin hier en daar nog iets moois. Er zijn enkele recensies verschenen op internet. Op de site van www.la-vita.nl schrijft Froukje Pitstra een beoordeling.: Pam Emmerik (1964) is schrijver en beeldend kunstenaar. Het Bottenpaleis, haar tweede boek, verscheen vorig jaar en werd onlangs opgenomen in de literaire reeks ‘Schrijvers van Nu’, de langst lopende reeks van Nederland. Het Bottenpaleis is in eerste instantie een macabere roman. Emmerik kiest voor een wonderlijke combinatie van thema's: de dood, sex en eenzaamheid, die uiteindelijk verrassend dicht bij elkaar blijken te liggen. Om de beurt nemen Frances en Isabel het woord. Frances vertelt het verhaal van het verleden. Ze vertelt wie Isabel is, hoe ze haar als kind bewondert, als puber begeert. De veertienjarige Frances is dan heimelijk verliefd op haar onbereikbare vriendin, maar weet dat deze liefde nooit beantwoord zal worden: ‘Op je veertiende wakker worden in een bruidsuite naast degene die je begeert, maar die jou niet begeert lijkt een cynische grap’. Door het gebruiken van een dubbelperspectief, beide vrouwen vertellen in de ik-vorm, weet Emmerik de gelijkenissen tussen beide vrouwen te benadrukken en tegelijkertijd hun verschillen aan het licht te brengen. De mooie woordspelingen en de verrassende schrijfstijl maakt dat de levensgeschiedenis van Isabel en Frances een meer dan fascinerend verhaal wordt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze roman werd genomineerd voor de longlist, een voorselectie, van de Libris-Literatuurprijs. Dat de eindronde niet werd gehaald is ronduit jammer, het was zeker verdiend geweest. Betty Huizenga schrijft op 8 mei 2004 : 'Het bottenpaleis' is het verhaal van twee vrouwen wier levens onverbrekelijk met elkaar verbonden zijn. Isabel en Frances zijn in hetzelfde huis opgegroeid. Niet zomaar een huis, maar een groot buiten, dat ooit als sanatorium en ook als hotel heeft gediend. Hun ouders zijn bevriend en de vaders runnen samen een of andere onduidelijke business. Er worden veel feesten gehouden en er verblijven regelmatig meerdere mannen in het huis, al dan niet met vriendin.[…..] Het is een met vaart geschreven verhaal waarin de taal een grote rol speelt. Het is nu eens hard en ruw, dan weer vol zachtheid en liefde en ook ontbreekt de humor niet, zoals bijvoorbeeld de beschrijving van de relatie van de grootmoeder met een naburige boekhandelaar. Je zit dan bijna hardop te grinniken. Verder ademt het boek het grote aloude verlangen naar liefde. Hoewel ik dit niet gauw zal zeggen, denk ik dat voornamelijk vrouwen dit boek zullen waarderen. Over de schrijfster Pam Emmerik (1964) debuteerde met de verhalenbundel Soms feest in 1997; in 2000 verscheen haar roman Het bottenpaleis. Ze heeft twee toneelstukken geschreven; I love you in de bosjes en Het voorvocht van een beschermengel. Dat haar fictie en haar stukken uit NRC Handelsblad en De Groene Amsterdammer elkaar versterken blijkt in Het wonder nog eens temeer.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Cees