Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Het boek van violet en dood door Gerard Reve

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
Boekcover Het boek van violet en dood
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 2515 woorden
  • 13 december 2005
  • 20 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
20 keer beoordeeld

Boekcover Het boek van violet en dood
Shadow
Het boek van violet en dood door Gerard Reve
Shadow
I. Beschrijving = De titel van het boek is “Het Boek Van Violet En Dood”. = De auteur van het boek is Gerard Reve. = De plaats van uitgave is Amsterdam. = Het is verschenen in 1996. = Het boek dat ik heb gelezen, was de vijfde druk. = Geef een motivatie van je boekkeuze: Ik heb dit boek gelezen omdat ik nog een extra boek moest lezen. Mijn eerste boek “Mevrouw was stil vandaag” had ik gelezen, maar bleek later niet op de boekenlijst te staan. Ik heb nu dus nog maar drie geldige boeken gelezen, terwijl ik er dit jaar vier moet hebben gelezen. Een vriendin van mij, Loes, ging dit boek ook lezen en zij dacht dat het wel een leuk boek was. Ik vond het wel handig om een boek te lezen dat iemand anders ook had gelezen, voor als ik ergens niet uit zou komen of zoiets. Toen ik het boek in de bibliotheek opzocht leek het mij ook wel een leuk boek. Daarom ben ik het gaan lezen. = Geef een korte weergave van de inhoud: “Het Boek Van Violet En Dood” is een autobiografische roman, waarin Gerard Reve terug kijkt op een bepaalde gebeurtenis. Deze gebeurtenis is het overlijden van zijn buurjongen, Jean-Luc, over wie hij vele seksuele fantasieën heeft. In een klein deel wordt de periode voor Jean-Lucs dood beschreven. De rest van het boek gaat over de tijd tussen zijn dood en zijn begrafenis en de begrafenis zelf. Tijdens deze periode haalt hij tientallen herinneringen op over oude geliefden die hij óf nooit meer gezien heeft óf die zijn overleden. Ook passeren vele seksuele fantasieën over allerlei mannelijk schoon de revue. Velen hiervan wisten niet dat zij in Gerards fantasieën voorkwamen. Wanneer de begrafenis is afgelopen, eindigt Gerard Reve zijn verhaal. = Geef een korte persoonlijke reactie: Ik vind een heel vervelend en stom boek, om eerlijk te zijn. Het hele boek zit vol met allerlei herinneringen van Reve, die voor de lezer totaal onbelangrijk zijn. Vaak was ik tien minuten nadat ik zo’n herinnering had gelezen alweer vergeten waar deze nou ook alweer over ging. Ik vond het ook helemaal niet leuk om te lezen. Vooral omdat er totaal geen spanning in het boek zat. Het eigenlijke verhaal beslaat ongeveer maar één/zesde van het boek. De rest zijn al die saaie herinneringen. Ook al die seksuele fantasieën waren soms heel goor en heel erg vreemd. Ik vind het prima wanneer iemand homoseksueel is, maar ik hoef niet in een boek te lezen wat diegene dan allemaal denkt en wil doen en zeggen. Hij had het elke keer over zijn liefdeswapen en zijn liefdessappen; soms gewoon te erg en te vaak waardoor ik meteen het boek wou wegleggen. De personages waren echte mensen die echt leven of geleefd hebben, waardoor ik niet kan zeggen dat de schrijver ze heel goed of juist niet heeft bedacht en op papier heeft gezet. Ze zijn zoals ze zijn. Het taalgebruik is heel apart. Hij heeft verschillende soorten woorden die hij op een andere en vreemde manier schrijft. Bijvoorbeeld het woord bijzonder. Dat schrijft hij altijd als bizonder. Mijn moeder zij dat dat reviaans was. In het begin was het echt heel irritant: ik stoorde me er steeds aan. Na een tijdje lees je er gewoon overheen, maar het is toch wel heel vreemd. Misschien dat sommige mensen het een fantastisch boek vinden, maar ik echt totaal niet. Ik zou het dan ook niemand aanraden. II. Verdieping 1.Tijd

Door al die herinneringen van Gerard Reve is het boek niet-chronologisch. In deze volgorde begint hij met de aankondiging van zijn buren. Een vrouw, Jeanne en haar zoon, Jean-Luc. De man des huize is een aantal jaren geleden overleden. Gerard ziet Jean-Luc wel zitten en wanneer deze een ernstig ongeluk krijgt, is hij diep geschokt. Het lijkt wel goed met Jean-Luc te gaan, maar opeens gaat het toch mis en overlijdt hij. Een paar dagen later vindt de begrafenis plaats. Deze is, in Gerards ogen, slecht geregeld: de kist komt te laat, de dienst duurt te lang en wanneer deze is afgelopen en Gerard naar de begraafplaats rijdt, is, tot zijn eigen verbazing, de kist al in de grond gezakt. Tussen alle bedrijven door komen er allerlei herinneringen bij Gerard naar boven. Bijna allemaal gaan ze over, voor hem, aantrekkelijke mannen die hij in zijn hele leven is tegen gekomen. Allemaal zijn ze óf dood óf hij heeft ze na één of twee keer gezien te hebben, daarna nooit meer gezien. Het verhaal wordt niet-continu verteld. Soms is hij bezig iets te vertellen en dan schrijft hij opeens dat de rest loopt zoals iedereen dat verwacht en dus niet de moeite waard is om op te schrijven. Dat de lezer dan alleen maar zijn concentratie zou verliezen en zich af zou vragen waarom hij dat in hemelsnaam heeft opgeschreven. Dat stuk wat volgt slaat hij dan dus over en gaat verder wanneer het weer interessant voor de lezer wordt. Er is een enorm verschil tussen fabel en sujet. Door al die flashbacks in de vorm van herinneringen, die zich allemaal in een ander jaartal afspelen, klopt het fabel totaal niet met het sujet. De belangrijkste vooruitwijzingen zijn, wanneer hij schrijft dat hij op die begrafenis nog wel weer terugkomt, want dat wil hij zijn lezers niet onthouden. Het effect hiervan is dat je al weet waar hij het over gaat hebben. Het effect van de flashbacks op jou als lezer is, dat je weet dat hij homofiel is en dat je aardig in de war raakt. Het verhaal speelt zich af in verschillende tijden. De verhaallijn zelf in de jaren ’80 van de vorige eeuw. Dat schrijft hij in het begin van het boek: “… op een Zondagmiddag in de herfst of late zomer van het Jaar 198*…”.Anderen spelen zich af in de Tweede Wereldoorlog en de jaren ’50. Zo gaat reist hij in WOII naar Friesland en wordt hij gecontroleerd door een Duitser of zijn papieren wel in orde zijn. De vertelde tijd is ongeveer 40 à 50 jaar. De vertel tijd is 253 pagina’s. De verhouding hiertussen is er dus eigenlijk nauwelijks. Alleen dat deze erg groot is. 2. Personages
De belangrijkste personen die in het boek voorkomen zijn Gerard Reve en Jean-Luc. Gerard Reve is de ik-persoon in zijn biografisch getinte roman. Hij is een oude man van rond de 65 jaar en is homofiel. Hij heeft de eigenschap, om bij elke aantrekkelijke jonge man, allemaal seksuele fantasieën in te denken. Er staat verder niet in hoe hij eruit ziet. Hij is verliefd op zijn buurjongen Jean-Luc en denkt dingen als, wanneer Jean-Luc zijn zelfgemaakte hemelbed aan Gerard laat zien, dat hij deze wel samen met Jean-Luc zou willen inwijden. Wanneer Jean-Luc een ongeluk krijgt en aan zijn verwondingen overlijdt, is Gerard diep geschokt. In eerste instantie wil hij graag naar zijn begrafenis, maar hoe dichter deze nabij komt, hoe meer hij er van af wil zien. Uiteindelijk gaat hij toch en valt het heel erg tegen. Naar die begrafenis gaan is eigenlijk zijn doel en die heeft hij dan ook gehaald. Gerard Reve is een karakter. Omdat dit verhaal biografisch is, en dus berust op het leven van een echt, levend persoon, is dat ook wel logisch. Je verwacht ook totaal niet wat hij gaat doen in bepaalde situaties, wat ook een kenmerk is van een karakter. Ik kan mij totaal niet herkennen in dit personage. Vooral omdat hij vele rare gedachtegangen en hele smerige seksuele fantasieën heeft. Jean-Luc is de buurjongen van Gerard Reve. Hij woont samen met zijn moeder, Jeanne, in een huis in Frankrijk. Zijn vader was dominee en is een paar jaar geleden overleden. Hij is zevenentwintig jaar en heeft als hobby’s aquarelschilderen en allerlei meubels ontwerpen en in elkaar zetten. Hij is vrij tenger en heeft een gebruinde huid. Jean-Luc is een type. Hij is, in Gerards ogen, de aantrekkelijke, aardige en lieve buurjongen die goed met zijn handen kan werken. Ook met Jean-Luc kan ik mij niet goed vergelijken. Dit komt vooral omdat hij het grootste deel van het verhaal dood is. 3. Opbouw
Het verhaal bestaat uit één verhaallijn. Deze begint met een voorwoord van Gerard Reve dat dit verhaal zo lang mogelijk geheim moet blijven en geschreven is door een zwervende ziel. Het eindigt met het einde van de begrafenis van Jean-Luc. Het verhaal is opgedeeld in 25 hoofdstukken en heeft een gesloten einde. Het verhaal is afgelopen. Als lezer heb je geen vragen meer, wanneer het boek uit is. De functie hiervan, is dat de schrijver wil dat de lezer alles weet wanneer hij het boek definitief dicht doet. Hij moet precies weten hoe zijn leven zat en de lezer moet geen vragen meer over hebben. Als er wel vragen over zouden blijven, zou de lezer misschien de antwoorden kunnen verzinnen. Deze zijn waarschijnlijk niet waar en dat wil de schrijver niet hebben. 4. Vertelsituatie
De vertelsituatie is die van een ik-figuur. Je ziet steeds alles vanuit Gerard Reve. Je ziet alleen zijn gevoelens en maakt alleen zijn denkkronkels mee. De andere personages zie je alleen maar door de ogen van Reve, waardoor dezen zeer onbetrouwbaar worden weergegeven voor de lezer. De vertelsituatie is daardoor onbetrouwbaar. Hij is eigenlijk alleen betrouwbaar voor de ik-figuur. De functie van deze vertelsituatie is dat je de gevoelens en de fantasieën van de ik-figuur heel goed kunt meemaken. Ook zie je hoe hij over anderen denkt. Deze vertelsituatie is trouwens gebruikelijk bij biografische werken. 5. Thematiek
De thematiek van het boek is dood. Alles gaat over de dood en over mensen die zijn overleden. Jean-Luc gaat dood en veel van Gerards minnaars zijn overleden. Het boek heet niet voor niets “Het Boek Van Violet En Dood”. Het doel van de hoofdpersoon is om naar de begrafenis van Jean-Luc te gaan. Het is dan logisch dat diegene dan dood is. Daaraan worden dan weer allemaal herinneringen gekoppeld die te maken hebben met de dood; met doden mensen maar ook met dodo contacten. Gerard komt geregeld personen tegen die haar later nooit meer ziet. Ook al zou hij dat wel willen. Deze mensen zijn dood voor hem. Hij ziet ze nooit meer. Ze zijn verdwenen uit zijn leven. 6. Ruimte
Het verhaal speelt zich op heel veel plaatsen af. Elke herinnering vindt ergens anders plaats. De ene ergens in Nederland, de andere in Friesland, de andere in Parijs en weer een andere ergens in een dorpje in Frankrijk. De verhaallijn waar alles om draait speelt zich af in Frankrijk. Waar precies staat niet in het boek, maar er staat wel dat het ongeveer een uur rijden van de plaats Valréas is. In deze plaats speelt het verhaal zich af in het huis van Jean-Luc en Jeanne, in een zaaltje waar de begrafenis plaats vindt en op de begraafplaats. De ruimtes hebben niet echt een functie. Natuurlijk wordt een overleden persoon begraven op een begraafplaats en de ceremonie daarvoor vindt vaak in een zaaltje plaats, maar verder heeft het geen symbolische functie. Het is logisch dat deze ruimtes zijn beschreven. Ze hebben ook met de thematiek van het boek, de dood, te maken, maar dat is ook alleen maar logisch. 7.Taalgebruik
Gerard Reve heeft een heel eigen taalgebruik. Hij schrijft werkwoorden anders en ook sommige andere woorden schrijft hij op zijn eigen manier. Ook maakt hij vaak gebruik van lange zinnen, die na een tijdje aardig kunnen vervelen. Je moet er in het begin heel erg aan wennen. Je irriteert je er soms ook aan. Dan heb je de hele tijd het idee dat er allemaal spelfouten in staan. Dat is echt heel irritant. Na een tijdje ben je er wel een beetje aan gewend, maar nog steeds vallen sommige woorden op. Hierdoor kom je ook niet goed in het verhaal. Nou was dit al moeilijk, omdat het verhaal me totaal niet interesseert, maar wanneer je ook door de spelling woorden wordt afgeleid, kan je je helemaal niet in het verhaal inleven. Ik kan me best voorstellen dat sommige mensen zijn taalgebruik juist waarderen en het heel origineel en leuk vinden dat hij zijn eigen schrijfstijl heeft ontwikkeld, maar ik kan er alleen maar negatief over denken. 8. Literaire kritiek
Ik heb een recensie van LiteRom gehaald. Deze heeft als titel: “Een gehavende matroos op de boot naar Stavoren: Het Boek Van Violet En Dood is niet de definitieve Reve” en is geschreven door Reinjan Mulder. Mulder vindt het boek vooral een zoveelste deel in de reeks semi-klassieke, semi-autobiografische romans van Reve. Al vindt hij dit deel wel wat plezieriger om te lezen en niet zo beklemmend als eerder verschenen boeken. Wel vindt hij dat de stijl wat oubolliger en chaotischer is in “Het Boek Van Violet En Dood”. Ook vindt hij de zinnen vaak een lelijke structuur hebben en komt er heel wat geouwehoer in voor. De titel slaat op één van de twee werklieden die Gerard Reve ziet, wanneer hij op de boot naar Stavoren zit. Hij vindt deze “gehavende matroos” zeer aantrekkelijk. Dat “gehavende” zijn eigenlijk maar een paar schrammen op de voeten van de man, maar Reve noemt het in zijn fantasieën gehavend. Ik ben het niet echt met de recensent eens. Alleen het argument dat er heel wat geouwehoer in voor komt, deel ik met hem. Ik heb nog niet eerder een boek van Reve gelezen, dus ik kan het niet vergelijken, maar met de andere argumenten ben ik het niet eens. Ik vond het boek totaal niet plezierig lezen. De stijl van schrijven beviel mij niet, maar ik kan er niet van zeggen dat ik het oubollig vond. Ook vind ik de zinstructuur niet perfect; ik hou niet van zijn stijl en zijn zinsopbouw, maar ik vind het niet lelijk. Soms vind ik het nog wel wat hebben. III. Evaluatie Ik vond het een heel verwarrend boek. Vooral door de stijl van schrijven en de oninteressante herinneringen die Reve alsmaar ophaalde, ben ik het grootste deel van het verhaal alweer vergeten. Je moet eigenlijk elke herinnering samenvatten in een paar woorden en die opschrijven, om ze aan het eind van het boek allemaal nog te weten. Het is heel irritant als je het boek niet kan volgen, omdat je heel veel dingen die je hebt gelezen, vergeten bent, omdat ze zo saai waren. Dan wil je je best doen om het boek te begrijpen, wat vooral belangrijk is als je er een verslag van moet schrijven, en dan lukt het niet. In het begin van het boek dacht ik nog wel eens dat het wel leuker zou worden, waardoor ik verder bleef lezen. Op een gegeven moment vond ik het zo stom worden, dat ik het het liefst meteen wou dicht klappen om het daarna nooit meer open te doen. Maar toen was ik al best ver en het moest al vrij snel uit. Daarom ben ik toch maar verder gaan lezen. Als het niet voor mijn boekverslag was geweest, was ik na het lezen van één hoofdstuk al gestopt met lezen. Iets wat ik niet vaak doe en waaraan je kan zien dat ik het echt geen leuk boek vond.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het boek van violet en dood door Gerard Reve"