Het bloed in onze aderen
Auteur: Miquel Bulnes
Titel: Het bloed in onze aderen
Jaar van eerste uitgave: 2011
Plaats van uitgave: Amsterdam
Uitgever: Prometheus
Samenvatting
? De ramp van Annual (april 1921 - juli 1921)
De roman begint in het rifgebergte, in het Spaanse legerkamp van Annual. Emilio Amores is een Spaanse luitenant gelegerd in Annual, thuis in Rioja wacht zijn hoogzwangere vrouw Helena. De Spaanse opmars vanuit Melilla is gestaakt bij de rivier Amekran, dus de komende zomer zit hij in het snikhete Marokko. Om de operatie nieuw leven in te blazen wordt Kolonel Augusto Santamaría del Valle vanuit Ceuta overgeplaatst naar het commando van generaal Silvestre in Annual, Santamaría komt uit een militaire familie; zijn vader diende in Cuba, zijn overgrootvader op de Filipijnen en hij is er heilig van overtuigd dat zijn voorouders tijdens de reconquista de Moren hebben verdreven. Emilio Amores en de andere luitenanten in Annual zien Santamaría als psychopaat, slavendrijver van zijn soldaten en fanaticus die tijdens zijn verblijf in het rif alle greep op de realiteit is kwijtgeraakt. Santamaría beschrijft op zijn beurt dat de meeste officieren “schandvlekken op de natie” zijn en dat hij de regulares, Moorse troepen, prefereert boven de “angstige” Spaanse rekruten. Op 1 juni 1921 vallen de berbers de Spaanse stellingen aan, in het vissersdorp Sidi Idris weten de Spanjaarden de aanval te weerstaan, maar het legerkamp Abarran wordt volledig overlopen. Na deze afgang wil generaal Silvestre de tegenaanval inzetten, maar dit wordt verboden door de minister van oorlog. In plaats daarvan breidt Silvestre het front uit richting het zuiden, met als meest vooruitgeschoven post Igueriben. Amores en Santamaría worden overgeplaatst naar Igueriben. Igueriben is een armoedig legerkamp en in het harde gesteente kunnen geen loopgraven gegraven worden, de jutezakken die een wal vormden ter verdediging van het kamp lopen constant leeg en moeten elke dag bijgevuld worden met zand, maar het grootste probleem van Igueriben is dat er geen waterbron aanwezig is, waardoor muilezels uit Annual elke dag nieuw water moeten brengen. De weg die van Annual naar Igueriben loopt, en dus van groot belang is voor de bevoorrading van Igueriben, loopt langs een beboste heuvel; de bosheuvelrug, zoals deze in het boek genoemd wordt. De onbewaakte bosheuvelrug wordt door de Berbers ingenomen, hierdoor komt de bevoorrading van Igueriben in gevaar. Igueriben wordt omsingeld en de Spanjaarden kunnen met moeite de aanvallen afslaan. De voorraden slinken echter snel en via heliogrammen wordt contact met de legerleiding in Annual gehouden, er wordt besloten een bevoorradings colonne te sturen, het lukt echter niet om de linies van de rebellen te doorbreken en er wordt opdracht gegeven om met de berbers te onderhandelen over een overgave. Santamaría, Amores en de andere luitenanten in Igueriben zien dit niet zitten en besluiten om zich uit Igueriben te vechten, om zelfstandig Annual te bereiken. De Spaanse troepen vechten zich dood en luitenanten Amores en Casado worden gevangen genomen, alleen Kolonel Santamaría weet te ontkomen en vlucht. Santamaría komt de gevangengenomen Amores later op de dag tegen, hij schiet de twee bewakers neer en vlucht samen met Amores. Amores overhandigt Santamaría een envelop met geld erin voor Helena, voor het geval hij het niet haalt. Even later stuiten ze op een groepje berbers en Amores wordt neergeschoten, Santamaría weet op miraculeuze wijze te ontkomen.
Intermezzo ? (Ubrique 1881-1907)
De Ubrique Familie verhuist van San Martín naar Madrid, omdat republikein Ignacio-José niet geaccepteerd wordt door de grootgrondbezitters en de kerk. Ignacio-José Ubrique klimt in Madrid de sociale ladder op en verdient veel geld als ondernemer. Zijn zoon Ignacio is radicaler en betrokken bij brandstichting in een kerk en een aanslag op de koning. Op het sterfbed van zijn vader, die nooit achter de aanslagen van zijn zoon stond, beseft Ignacio dat hij het geweld achter zich moet laten en dat hij de politiek in wil om het systeem van binnenuit te veranderen.
? De Kinderen van de Weduwe (november 1921 - najaar 1922)
Inmiddels is Ignacio Ubrique republikeins parlementslid en in het parlement wordt de voortzetting van de oorlog in Marokko besproken. Het nieuwe kabinet heeft alle schuld voor het debacle in Annual op generaal Silvestre afgeschoven en die is helaas in Annual omgekomen. Het leger heeft echter een officieel onderzoek ingesteld onder leiding van generaal Picasso, de Spaanse vertegenwoordiger in de Volkenbond. Picasso neemt de zaak zeer serieus en de verantwoordelijkheden reiken steeds hoger. Ubrique beschikt over contacten die stellen dat de verantwoordelijkheid tot de koning oplopen en hij hoopt erop dat dit het einde van de monarchie zal betekenen.
Santamaría is bij terugkomst op het Spaanse vasteland -na een tijdje in een veldhospitaal te hebben gelegen- aangesteld als commissaris van het district Atocha en Lavapiés bij de Madrileense veiligheidsdienst, omdat hij vanwege zijn verwondingen het leger niet meer in kan. Bij aankomst reist hij af naar Rioja waar hij het geld van Emilio Amores overhandigt aan Helena en deels uit medelijden en om haar pasgeboren zoontje een toekomst te bieden besluit hij met haar te trouwen. Zijn eerste grote klus als commissaris is het oplossen van een moord in een bordeel, waar een klant vermoord wordt. Het bordeel heeft veel klanten uit de Madrileense elite. Santamaría en inspecteur Salvador Albí komen erachter dat Francesc Cartoux het slachtoffer is, een oud-militair en lid van de vrijmetselarij. Ignacio Ubrique zit ook bij de vrijmetselarij en heeft regelmatig contact met Cartoux, Ubrique ziet namelijk kansen na het politieke en militaire debacle in Annual en voert gesprekken met de anarchisten en socialisten om een verenigd progressief blok te vormen. Vanwege zijn belangrijke positie moet Cartoux’ doodsoorzaak worden aangepast, er mag namelijk niet naar buiten komen dat hij in een bordeel vermoord is en bovendien mag de moord niet als een politieke moord gezien worden; er moet voorkomen worden dat Madrid een tweede Barcelona wordt, waar elke week wel een paar liquidaties plaatsvinden. Santamaría en Helena worden getrouwd door Vader Andres Sevilla.
Esperanza, die op het moment van de moord bij Cartoux was, heeft het dagboek waar de moordenaar naar op zoek was en wil het aan Santamaría overhandigen, maar als ze aanklopt blijkt dat Helena op zoek is naar een dienstmeisje en Esperanza wordt gelijk aangenomen. Het dagboek houdt ze achter, omdat dat haar ware identiteit zou verraden en een ex-prostituee wordt natuurlijk niet geaccepteerd als dienstmeisje.
Inspecteur Salvador Albí besluit in het geheim door te gaan met het oplossen van de moord op Cartoux, zeker als de uitbater van het bordeel ook dood wordt gevonden. Tussen de brieven van Cartoux vindt hij een brief van Ubrique (getraceerd door het exclusieve model type machine). Santamaría en Albí confronteren Ubrique met zijn geschreven brievn op zijn landgoed, maar Ubrique ontkent dat ze van hem zijn; er staat geen belastende informatie in, maar als ze deze brieven hebben gevonden hebben ze mogelijk ook andere gevonden en de parlementaire immuniteit kent haar grenzen; op een poging tot staatsgreep blijft de doodstraf staan.
De legertop is overwegend conservatief en monarchistisch, maar kapitein Ortiz is een republikeinse vertrouweling van Ubrique en bovenal lid van de onderzoekscommissie van generaal Picasso. Vervolgens ronselt Ubrique een Madrileense anarchist (Manolo Perez) om Santamaría te volgen en meer informatie over hem te achterhalen. Ubrique wordt echter ook gevolgd door de broers van inspecteur Albí. Het volgen van Santamaría levert weinig informatie op, maar Perez komt er wel achter dat Ubrique zelf ook wordt gevolgd.
Ubrique heeft een nauwgezet plan bedacht om de monarchie omver te werpen, dit keer zonder geweld. Zijn plan bestaat uit drie stappen:
- Na afloop van het debat over het rapport van generaal Picasso, stelt een breed front van politieke leiders en vakbondsleiders de koning verantwoordelijk voor het debacle in Annual. Ze spreken het failliet uit van de monarchie en het caciquisme uit, en eisen de troonsafstand van Alfonso. Het revolutionaire comité bestaat in ieder geval uit de kopstukken van de republikeinse en socialistische partijen, en de vakbonden UGT en CNT; liefst ook een aantal liberale leiders.
- De volkswoede wordt gestuurd tot algemene stakingen en massale manifestaties, met name in Madrid, Barcelona Valencia en Bilbao. In Bilbao moeten de socialisten acties opzetten, in de andere drie steden zijn de republikeinse partijen goed genoeg georganiseerd. Er wordt gedreigd met een gewelddadige volksopstand, tenzij de koning troonsafstand doet en de macht wordt overgedragen aan het revolutionaire comité.
- Tussenkomst van het leger moet koste wat kost worden voorkomen. Vooraf wordt getracht steun voor de revolte te verwerven van een aantal prominente generaals, alsmede van de juntaleiders.
- 188-189
Ubrique zelf is de onmiskenbare schakel, die banden heeft met alle benodigde partijen en organisaties. Ubrique beseft dat bij stap 2 de steun van de vakbonden essentieel is, maar benoemt dat stap 3 hem de meeste zorgen baart; veel hoge officieren zijn uiterst conservatief en de medewerking van de militaire junta’s (vakbonden) is van groot belang.
Kolonel Oliveira van de Madrileense veiligheidsdienst heeft schulden bij Ubrique en vertelt hem uiteindelijk dat het onduidelijk is door wie Cartoux is vermoord. Onder druk van Ubrique zet kapitein Ortiz Santamaría op de lijst van officieren die in staat van beschuldiging worden gesteld, omdat Santamaría niet achter de plannen voor de staatsgreep mag komen. Santamaría wordt door de Picasso commissie beschuldigd van landverraad tijdens zijn vlucht vanuit Igueriben naar Melilla, ook al is er geen bewijs voor.
Santamaría vormt samen met vader Andres Sevilla, kolonel Torres van de artillerie, Locas Molina van de Nationale Katholieke Vereniging van Propagandisten en Martín Belmonte een nationalistisch bestuurslid van de catalaanse burgerwacht een praatgroep om de toekomst van Spanje te bespreken. De mannen spreken met afschuw over het gepolariseerde politiek landschap; drie verschillende conservatieve partijen en even verdeelde liberalen, Baskische en Catalaanse regionalisten, reformisten, republikeinen, socialisten, sociaaldemocraten, anarchosyndicalisten, communisten en carlisten. Ze zijn voorstander van een verenigd rechts conservatief blok. Ze richten hun pijlen op de militaire junta’s en regelen dat luitenant-kolonel José Millan-Astray de junta’s aanklaagt. Als Esperanza de thee serveert herkent ze meteen de moordenaar van Cartoux.
Esperanza komt Mercedes tegen, die bij hetzelfde bordeel werkte als zij. Mercedes chanteert haar, maar Esperanza kan tegen betaling regelen dat Mercedes het dagboek van Cartoux aan inspecteur Salvador Albí, die verliefd is op Esperanza, overhandigt. Manolo Perez komt hierachter en als Albí onderweg is naar huis wordt hij vermoord, de gebruikte kogel was hetzelfde als bij de moord op Cartoux. De moordenaar was uit op het dagboek, maar dat had Albí op het commissariaat laten liggen. Om de dood van Albí te wreken stort Santamaría zich weer vol op de zaak.
Helena voelt zich in Madrid nooit geaccepteerd en wordt als buitenstaander en boer gezien.
? De vampier van de straat Ponent (februari 1923)
Serafín Maragall is een belangrijke socialistische vakbondsman (UGT) in Barcelona. Hij wordt gechanteerd met iets vreselijks wat hij lange tijd geleden heeft gedaan. Hij wordt gedwongen bepaalde kandidaten te kiezen en afspraken te maken met bedrijven.
(Angelita en Serafín 1911 - 1912)
Serafín is radeloos; zijn zoontje heeft tyfus en hij is er niet goed aan toe. De verhaallijn van Serafín wordt afgewisseld met het de verhaallijn van Angelita. Angelita is een klein meisje die samen met Maria en Paquito bij een vreemde vrouw woont. Ze mishandelt de kinderen; ze laat de kinderen nooit naar buiten, en laat gevaarlijke mannen langskomen. In het casino krijgt Serafín ruzie met Borja Ruiz Calandra, de zoon van een van de machtigste mannen van Barcelona. Serafin gaat uit pure wanhoop langs bij Enriqueta, die elixers maakt om zijn zoontje te genezen. Serafín herkent Borja als hij een keer bij Enriqueta op bezoek gaat. Paquito wordt meegenomen en hij komt nooit meer terug. Net op het moment dat ze Angelita ook wil vermoorden valt de politie het huis binnen na een klacht van een buurvrouw, die Angelita gezien had, maar nooit wist dat Enriqueta kinderen had. Enriqueta ontvoert en vermoord kinderen om vervolgens de botten te vermalen en elixers te maken, die ze voor veel geld verkoopt aan rijke, wanhopige mensen, zoals Serafín Maragall. Alle klantengegevens schrijft ze op in haar dagboek. Enriqueta heeft echt bestaan en in het boek worden fragmenten uit de kranten weergegeven.
El Liberal, 23 maart 1912
(...) Maar Enriqueta Martí wordt ervan verdacht (...) rationele wezens die nog niet voor zichzelf kunnen opkomen te hebben beroofd van hun vrijheid, om en aansluitend te beroven van hun bestaan en met hun stoffelijke overschotten -net als heksen- elixers of amuletten te vervaardigen, voor de wellust van de rijken, of om een vermeend geneesmiddel te brouwen voor de zieken die hier goed voor konden betalen.
- 330
De rechtbank stelde echter dat de hele berichtgeving zwaar overtrokken was, en Enriqueta’s dagboek werd nooit gevonden.
? Pistoleros (november 1922 - april 1923)
In navolging van de moord op inspecteur Salvador Albí wordt heel Madrid uitgekamt, de politie moet de onderste steen boven krijgen. Bovendien moet de politie laten zien dat ze onaantastbaar is en dat Madrid niet Barcelona achterna gaat.
De dader is duidelijk op zoek naar het dagboek, maar is er tot twee keer toe niet in staat tot geweest het te bemachtigen. Santamaría concludeert dat als hij de zaak omtrent Albí wil oplossen, hij de zaak van Cartoux moet heropenen. Uit het dagboek heeft Santamaría afgeleid dat het een zekere Enriqueta toebehoort, hij komt er echter moeilijk doorheen, want het is volledig in het Catalaans geschreven. Ubrique beseft dat de zaak van Cartoux sneller wordt opgelost en vertelt Santamaría dat Cartoux het dagboek gebruikte om klanten van Enriqueta te chanteren. Santamaría stelt een lijst op met alle klanten van Enriqueta, waarvan één de moordenaar is die hij zoekt en vertrekt naar Barcelona. Serafín Maragall staat ook op de lijst en Santamaría besluit Maragall te chanteren om zijn invloed binnen de UGT te testen. Gelijktijdig met Santamaría is ook Manolo Perez naar Barcelona vertrokken; de twee verhaallijnen worden afgewisseld.
(1) Het apostolische, rooms-katholieke geloof is de staatsreligie. De natie verplicht zich het geloof en haar dienaren te onderhouden. (2) Niemand zal op Spaans grondgebied worden gemoesteerd vanwege zijn religieuze opinies of vanwege uitoefening van zijn geloof, het vereiste respect aan de christelijke moraal daargelaten. (3) Echter, publieke ceremonies of manifestaties anders dan die van de staatsreligie zullen niet worden toegestaan.
Artikel 11 van de Spaanse grondwet van 1876 p.392
In Barcelona komt de praatgroep weer een aantal keer bij elkaar. Artikel elf van de Spaanse grondwet komt onder druk te staan en vader Andres vreest dat Spanje Rusland achterna zal gaan, waar geestelijken vervolgd worden door de bolsjewieken. Martin Belmonte die ook aanwezig is heeft de dag ervoor een aanslag getracht te plegen op een CNT-lid, maar is herkend. Manolo en een aantal mede CNT-leden willen wraak op Belmonte en na de de vergadering schieten ze hem neer, maar Santamaría die snel zijn pistool pakt schiet een van de jongens neer en raakt Manolo in zijn schouder. De volgende dag is Santamaría zelf het doelwit van een aanslag, die hij ternauwernood overleeft; hij kan net op tijd een portiek binnen vluchten en wordt niet geraakt.
Terug in Madrid komt Esperanza de moordenaar van Cartoux tegen in een café, het is niet de man die met Santamaría vergaderde, maar hij lijkt er sprekend op. Ze volgt hem en ziet dat hij een prostituee verkracht, Esperanza besluit om de moordenaar te laten voor wat het is en het meisje -Cecilia- te helpen. Om meer te weten te komen over de moordenaar gaat Esperanza naar het café waar hij altijd komt, maar Mercedes komt haar tegen en vertelt de moordenaar dat Esperanza met het slachtoffer in bed lag op het moment van de moord. Esperanza komt echter wel achter de naam van de moordenaar en verzendt deze in een anonieme brief naar Santamaría. Santamaría kan echter niet verder met zijn onderzoek; hij moet een half jaar de gevangenis in, omdat hij schuldig wordt bevonden door de Picasso commissie.
Intermezzo ? (Cartoux 1896 - 1922)
Achtergrondinformatie over Francesc Cartoux. De Cubaanse oorlog, de aanslag -die hij en Ubrique hadden voorbereid- op de koning, het debacle van Annual en het bijbehorende belastende bewijs voor de koning en niet te vergeten de herkomst van het dagboek van Enriqueta Martí. Het eindigt met zijn dood in het bordeel.
? Een ijzeren chirurg (mei 1923 - september 1923)
Helena wordt ziek en nu Santamaría in de gevangenis zit raakt het geld op, zeker omdat Esperanza ook weer gechanteerd wordt door Mercedes. Esperanza bezoekt Santamaría in de gevangenis en smeekt hem terug te komen.
Ubrique brengt een bezoek een het militair archief, om het belastende bewijs te vinden over koning Alfonso ??. Alfonso zou in persoonlijke brieven generaal Silvestre hebben aangemoedigd om de aanval in het rif niet op te geven. Als Ubrique dit slim uitspeelt kan dit het einde van de monarchie beteken. Uiteindelijk vindt hij wat hij zoekt op een zolderkamertje waar de archieven worden bewaard die geen deel uitmaken van het officiële dossier en beschouwd werden als irrelevant.
Inmiddels worden binnen het leger van twee kanten een staatsgreep voorbereid. Generaal Aguilera, een liberaal die onderdeel uitmaakt van de Picasso commissie, wil van de koning en het huidige parlement af, om een nieuwe republiek te stichten. Een aantal conservatievere generaals (waaronder vertrouwelingen van Santamaría), grote bewonderaars van de mars op Rome, wilden juist de monarchie beschermen. Ubrique steunt generaal Aguilera en spreekt met een aantal vakbondsleiders, waaronder Serafín Maragall.
Ubrique is druk bezig met het voorbereiden van de staatsgreep, wat hij absoluut niet kan gebruiken is het gedrag van Aguilera, die kwaad bloed heeft gezet bij het hele Spaanse parlement, door in het parlement te vechten met premier Sánchez-Guerra. Ubrique vreest dat dit alleen maar een makkelijke mikpunt wordt voor de conservatieven en dat het afleid van het échte punt: de politieke verantwoordelijkheden voor het debacle van Annual.
De generaals Primo de Rivera, Cavalcanti, Berenguer, Saren en Dalbán overleggen in Barcelona over de plannen voor de rechts nationalistische staatsgreep.
Santamaría komt weer vrij en samen met Helena gaat hij op bezoek bij zijn moeder in Palencia. Na een maand besluit Santamaría zijn zoektocht naar de moordenaar te vervolgen; de naam die op het anonieme briefje geschreven was: Borja Ruiz Calandra.
Als Santamaría in Barcelona bij de familie Ruiz Calandra binnenkomt herkent hij vader Andres op de familiefoto.
Intermezzo ? (Vader Andres 1890 - 1911, 1923)
Vader Andres wil een belangrijke gelovige worden. Zijn familie, en vooral zijn broer Borja, staan hem echter in de weg. Borja verkracht kinderen en zijn naam verschijnt ook in Enriqueta’s dagboek. Vader Andres heeft geen keus; om zijn eigen naam zuiver te houden moet hij de bewijslast vervalsen en forensisch artsen omkopen.
Generaal Ortiz is klaar met Ubrique en besluit de kant van Primo de Rivera te kiezen en vertelt over de brieven van koning Alfonso aan generaal Silvestre, deze brieven mogen absoluut niet naar buiten gebracht worden:
“Er is geen enkele reden te bedenken waarom de baai van Alhucemas niet zou kunnen worden bereikt vóór mijn verjaardag de zeventiende aanstaande.”
“Doe wat ik je zeg en luister niet naar de minister van oorlog, want dat is een imbeciel.”
Brieven van koning Alfonso ?? aan generaal Silvestre. p. 577
? Een ijzeren chirurg
De situatie wordt steeds precairder voor vader Andres; zijn broer Borja heeft Cartoux en Albí vermoord, Santamaría weet dat hij de broer van de moordenaar is en Serafín Maragall weet van zijn discutable optreden omtrent zaak van Enriqueta Martí. In Madrid is Esperanza helemaal alleen en ze wil Mercedes niet meer betalen. Mercedes besluit om de moordenaar op te zoeken en die naar Esperanza te sturen. Ondertussen wordt Cecilia door de moordenaar mishandeld en gemarteld; hij bevredigd zijn sadistische behoeftes door zich aan haar te vergrijpen. Borja vindt Esperanza en sluit haar op in Santamaría’s huis. Hij komt af en toe langs om haar te martelen, net zolang totdat ze verteld waar het dagboek is, maar Esperanza vertelt hem niets. Borja vertelt alles wat hij met Esperanza doet aan Cecilia en
als Borja in slaap valt vlucht ze en bevrijdt ze Esperanza; samen vluchten ze. Borja is helemaal verloren hij weet niet meer wat hij moet, dus gaat hij maar naar de kerk van zijn broer.
“Spanjaarden: voor ons is aangebroken het moment (gevreesd, daar wij ons altijd hadden willen blijven bewegen binnen de kaders van de wet) om de angst te verdringen en gehoor te geven aan de luide wens van zovelen met liefde voor het vaderland, die er geen andere redding voor zien dan zijn bevrijding van de beroepsmatige politici, zijn bevrijding van de mannen die ons sinds het jaar 1898 en palet van ellende en immoraliteit bieden, en die Spanje bedreigen met een tragisch en roemloos einde. Het land is gevangen in het dichte net van de politiek van zelfzucht, een net dat zelfs de koninklijke wil gegijzeld houdt.”
Uit het pronunciamiento van generaal Miguel Primo de Rivera, 13 september 1923 p. 598
Serafín Maragall wordt ook gevraagd om de pronunciamiento (militaire staatsgreep) van Primo de Rivera te steunen; de socialistische vakbond is absoluut geen bondgenoot, maar kan handig van pas komen. Serafín weigert echter mee te werken, tenzij ze hem vertellen waar vader Andres en Borja zich schuilhouden, omdat hij hen verdenkt van de chantage.
Als Santamaría thuiskomt is het een grote bende; alle kasten en lades zijn doorzocht en de grond is besmeurd met bloedvlekken, Santamaría weet dat dit het werk van Borja is geweest. Hij beseft dat het te gevaarlijk is om in zijn eentje achter Borja aan te gaan en gaat naar Ubrique om hulp te zoeken. Samen gaan ze naar de kerk van vader Andres, omdat ze vermoeden dat dit de enige plek is waar Borja zich nog kan verschuilen.
Serafín is ook op weg naar de kerk; hij heeft zijn steun toegezegd aan de opstand van Primo de Rivera en in ruil de locatie van Andres en Borja gekregen.
Santamaría en Ubrique ondervragen vader Andres over iens broer, Borja. Borja zit echter verscholen achter een pilaar en wacht op een moment waarop hij Santamaría kan neerschieten. Net op het moment dat hij wil vuren voelt hij het koude metaal van de loop van een pistool tegen zijn achterhoofd; het is Serafín Maragall. Ze overleggen wat te doen; Santamaría wil hem uitleveren aan de politie, maar Ubrique en Maragall zijn fel tegen, ze zijn namelijk bang dat Borja vanwege zijn afkomst en connecties vrijgesproken zal worden. Borja vertelt dat de aanslag op Santamaría in Barcelona het werk is van vader Andres en Lucas Molina uit de praatgroep. Vader Andres is het zat; hij schiet zijn broer neer.
De regering heeft geen antwoord op de staatsgreep van Primo de Rivera. Ubrique baalt; hij is drie weken te laat met het uitroepen van zijn eigen progressieve pronunciamiento. In een café bespreekt Santamaría de afloop van de staatsgreep met Ubrique. Santamaría ziet de toekomst positief in, Ubrique is echter minder positief en vreest een militaire dictatuur gelijk aan de Italiaanse.
Santamaría volgt kolonel Oliveira op als hoofd van de Madrileense veiligheidsdienst en doet het Picasso dossier, samen met een aantal mede militairen, van de aardbodem verdwijnen.
Analyse
Titel
Het bloed in onze aderen
ondertitel
geen
motto
geen
Thema’s
Een officier komt terug uit het protectoraat en wordt in Spanje aanvankelijk als oorlogsheld gezien maar hij wordt veroordeeld door de krijgsraad omdat hij het slachtoffer wordt van politieke tegenstellingen. Uiteindelijk wordt een pronunciamiento gedaan door de conservatieve Primo De Rivera
Motieven
Oorlog
Misdaad
Prostitutie
Kindermishandeling
Dood
Politiek
Geloof
Huwelijk
Ideologie
Armoede
Anarchisme
Geweld
Moord
Katholicisme
Syndicalisme
Rechtvaardigheid
Geld
Corruptie
Machtsmisbruik
Kolonialisme
Nationalisme
Socialisme
Republicanisme
Discipline
Bijgeloof
Chantage
Opbouw
Het boek is opgebouwd uit verschillende delen bestaand uit hoofdstukken met eigen verhaallijnen die afwisselend worden voortgezet
Personages:
Augusto Santamaría Del Valle
Majoor in het Spaanse leger, komt uit een familie vol militairen. Militaire eer is enorm belangrijk, hij is erg gedisciplineerd en vraagt veel van zijn manschappen. Is de enige Spanjaard die op vrije voet het belegerde Igueriben ontkomt, omdat hij in de oorlog kreupel is geworden krijgt hij een baan bij de politie in Madrid. In zijn memoires vertelt hij over zijn politieke opvattingen:
“Ons vaderland rust op drie pijlers: het koningshuis, de kerk en het leger. Inherent aan de Spaanse natie, onvervreemdbaar. (...) Neem één van deze drie weg en ons land stort ineen. Een vijand van een van de afzonderlijke pijlers is dat bijgevolg ook van Spanje als geheel, en de socialisten en republikeinen zijn vijanden van alledrie. Daar noch de monarchie, noch de kerk beschikt over middelen om zichzelf te verweren, is het aan het leger om als hoeder van het vaderland op te treden.” p.143
Santamaría is rechts en conservatief en hij is voorstander van de staatsgreep waar het boek mee afsluit.
Ignacio Ubrique
Een republikeins parlementslid, die opkomt voor de arbeiders. Heeft in het verleden bloedige aanslagen gepleegd. Hij bereidt een linkse staatsgreep voor (samen met de socialisten) en probeert via het Picasso dossier de koning zwart te maken (de koning heeft namelijk direct bevelen aan de legerleiding gegeven, een belangrijke oorzaak voor het debacle bij Annual).
Serafin Maragall
Socialistische vakbondsleider wiens zoontje de tyfus heeft, om hem te redden krijgt hij een elixer van Enriqueta, die kinderen vermoord en hun botten verwerkt tot een elixer. Iemand komt erachter dat Serafin een klant van Enriqueta was en chanteert hem hiermee. Onder andere in de onderhandelingen van zijn vakbond.
Helena
De vrouw van Emilio Amores, die in Igueriben overlijdt, waardoor ze alleenstaand moeder wordt. Santamaría trouwt uit medelijden met Helena en ze verhuizen naar Madrid. In Madrid probeert ze connecties te krijgen binnen de gegoede burgerij, maar ze wordt altijd gezien als een boerin van het platteland. De liefde die ze met Amores had heeft ze nooit met Santamaría.
Overige Personages:
Luitenant Emilio Amores - man van Helena, sterft in Igueriben
Luitenant Urgel - vriend van Amores, sterft in Abarran
Inspecteur Salvador Albi - Inspecteur van de Madrileense veiligheidsdienst, wordt vermoord
Paola - nicht van Santamaría
Pedro Santamaria Del Valle - zoontje van Helena en Amores, geadopteerd door Santamaría
Javier Tuñon - leider van de anarchistische vakbond CNT
Manolo Perez - anarchist
Christina - vriendin van Manolo
Xavi - anarchist
Mercedes - prostituee
Esperanza - prostituee en later dienstmeisje bij de familie Santamaría
Andres Ruiz Calandra (vader Andres) - pastoor, broer van de moordenaar
Kolonel Fransisco Torres - kolonel bij de artillerie
Martín Belmonte - lid van de somatén en huurmoordenaar (syndicaten)
Lucas Molina - advocaat die katholieke belangen behartigt
Sánches-Guerra - politicus
Madame Loyola - uitbater bordeel
Fransesc Cartoux - republikein, wordt vermoord
Angelita - wordt mishandeld door Enriqueta
Maria - wordt mishandeld door Enriqueta
Paquito - wordt mishandeld en vermoord door Enriqueta
Enriqueta Martí - ontvoert, mishandelt en vermoord kinderen
Borja Ruiz Calandra - helpt Enriqueta, verkracht kinderen en vermoord Cartoux en Albí
Kapitein-generaal Miquel Primo De Rivera - pleegt een staatsgreep
Perspectief
De memoires en dagboek passages zijnpersonaal, de overige verhaallijnen zijn auctoriaal.
Historische tijd
Het boek speelt zich af tussen het voorjaar van 1921 en de nazomer van 1923, met flashbacks om de achtergonden van de personages te duiden.
Tijdsduur
ongeveer tweeënhalf jaar
Tijdsverloop
Het verhaal is niet chronologisch; tussendoor worden verhalen verteld die de achtergrond van bepaalde personen weergeeft.
Plaats en ruimte
Het verhaal speelt zich voornamelijk in Madrid, Barcelona en het rifgebergte.
Genre
Historische roman, psychologische roman, thriller, horror
Literaire stroming
Post-modernisme
Mening:
Een paar dingen zijn geweldig aan dit boek: De perspectiefwisselingen, het historische overzicht en de bloedstollende spanning. Een paar dingen kon ik duidelijk minder waarderen namelijk: weinig schoonheid in het taalgebruik, minimale diepgang van personages en een te uitgebreide beschrijving van oorlogshandelingen.
Om te beginnen met de perspectiefwisselingen, deze zijn gewoonweg subliem namelijk, Bulnes geeft je ervaringen en achtergronden van personages mee om een situatie vanuit hun perspectief te zien, ik identificeerde me af en toe met personages waar ik me niet mee zou identificeren alleen op basis van hun politiek en maatschappelijke opvatting. Door de perspectiefwisselingen krijg je ook een veel beter historisch overzicht, je krijgt inkijk in de gedachtegang van mensen in verschillende politieke kampen en de achtergrond van deze gedachten. De verhaallijnen zijn ook erg divers qua inhoud; oorlogs passages, worden afgewisseld met horrorverhalen en familiedrama’s, maar de Spaanse politiek speelt de belangrijkste rol. De spanning wordt opgebouwd door verschillende zaken: komt er een staatsgreep en uit welk kamp, wie heeft welke moord gepleegd en met welke motieven? Ook het gebruik van cliffhangers aan het einde van passages vergroten de spanning. Wat ook mooi is gedaan door Bulnes is de vorm waarin het boek gegoten is, door middel van de memoires en het gebruik van stukjes krant wordt een mooi overgang tussen feit en fictie gemaakt. Het taalgebruik wordt door bepaalde recensenten als 'vlak' omschreven, hier ben ik het wel een beetje mee eens, je zou kunnen zeggen dat het in de dialogen een doel dient, namelijk het zo gewoon mogelijk over laten komen van de personages. Echter het hele boek is geschreven in een snelle schrijfstijl, weinig poëtisch. Op taalkundig gebied viel daardoor weinig te genieten, het maakt de overdracht van het verhaal wel krachtiger. De personages worden zeer uitgebreid beschreven maar missen op een bepaalde manier diepgang, ondanks uitgebreide beschrijvingen lijken ze enigszins stereotype. Ook al dienen de beschrijvingen van de Rifoorlog een doel, ze zijn te uitgebreid, saai te noemen. Het bloed in onze aderen is een prachtig, historisch interessant boek. De vele verhaallijnen die door elkaar heen lopen zijn complex, maar komen allemaal samen. Het boek eindigt met een rechtse militaire staatsgreep in 1923, maar in Het bloed in onze aderen beschrijft Bulnes eigenlijk de oorzaken van de Spaanse burgeroorlog en de tweedeling in de Spaanse politiek die pas in 1936 tot uiting kwam maar meer dan tien jaar daarvoor dus al aanwezig is. Het bloed in onze aderen is erg spannend en geeft lezers een kijkje in een Spaanse periode die vaak vergeten wordt, maar wel heel erg interessant is in verband met de Spaanse burgeroorlog. Samengevat vond ik een erg goed boek dat me nieuwe historische inzichten heeft opgeleverd. Het verhaal eromheen is erg spannend maar soms ook doelloos en te uitgeweid.
REACTIES
1 seconde geleden