1. Zakelijke gegevens
a De Auteur van het boek is Willem Frederik Hermans. b Titel van het boek; Het behouden huis, plaats van uitgave en uitgever; Amsterdam de Bezige Bij, jaar van uitgave; 1981 zeventiende druk, het aantal bladzijde van het boek is: 79 (eerste druk 1951). c Het genre van het verhaal is oorlogsnovelle. 2. Eerste reactie
a Ik heb dit boek gekozen omdat het niet zo dik was en het toch twee punten gaf. Ook heeft het feit dat het boek bij ons in de kast stond een rol gespeeld bij de keuze van het boek. b Ik vond het wel een leuk boekje ondanks de slechte recensies die op de achterkant zijn vermeld. Het is in het begin een beetje moeilijk te volgen maar na mate je aan de schrijfstijl gewend raakt kan je het ook makkelijker en sneller volgen. 3. Verdieping
a Tijdens de Tweede Wereld oorlog vecht de verteller, een naamloze Nederlander, aan het Oostfront in een groep Bulgaarse, Tsjechische, Hongaarse en Roemeense partizanen tegen de Duitsers. De verschrikkingen van de oorlog hebben hem zo afgestompt dat hij zich soms afvraagt of hij nog wel een menselijk wezen is. Drie jaar geleden was hij door de Duitsers in Nederland gearresteerd. Na enkele mislukte vluchtpogingen uit concentratiekampen was hij naar het oosten weg kunnen komen. De partizanengroep slaagt er in om een stadje op de Duitsers te veroveren. Daar vindt de verteller een mooi huis dat prachtig is ingericht. Hij gaat er naar binnen en merkt dat er pasgeleden nog mensen zijn geweest, hoewel het huis nu verlaten is. Met uitzondering van een kamer zijn de deuren naar alle vertrekken open. De verteller installeert zich en doet zich, als enkele Duisters onder leiding van een kolonel zich willen inkwartieren, voor als de eigenaar van het huis. Hij hoopt met rust gelaten te worden en dat gebeurt ook. De oorlog verwijderd zich geleidelijk van het stadje. Hoewel de gesloten kamer hem met vage onrust vervult, beeldt hij zich in dat hij voor altijd in het huis zal kunnen blijven. Op een dag ontdekt hij eindelijk iets van de echte eigenaren van het huis. De bibliotheek staat namelijk, tot de verteller zijn afgunst, vol met boeken over vissen. De eigenaar moet dus een vissenliefhebber zijn. Dan komt onverwacht een man opdagen die beweert de eigenaar van het huis te zijn en aan de verteller zijn papieren laat zien. De verteller die zijn gerieflijke bestaan bedreigd ziet twijfelt geen moment en schiet de man dood vanuit zijn slaapkamerraam. Op het moment dat hij schiet hoort hij een gil achter zich en komt hij erachter dat de man samen met een vrouw was. Vervolgens brengt hij ook de vrouw om het leven door haar in de badkamer te wurgen. Kort na deze gebeurtenissen ontdekt de verteller dat er sleutels in de tot dan toe gesloten deur zitten. Hij gaat de kamer binnen en ziet dat deze vol staat met aquaria. Tevens treft hij binnen een oude man, die geheel doof schijnt te zijn, die bezig is zijn kostbare collectie vissen te voeren. De verteller sluit de man op om te voorkomen dat de man tegen hem getuigt. Intussen hebben de Russen het stadje ingesloten. Alle Duitsers die in het huis waren ingekwartierd waren gesneuveld met uitzondering van de kolonel. De verteller trekt hierop zijn partizanen uniform weer aan., neemt de kolonel gevangen en sluit hem op in de kelder. Hij brengt de oude man wat brood en koffie en probeert de te waarschuwen dat de Russen nu komen en dat de Duitsers zijn verslagen. De oude man begrijpt het niet waarop de verteller een briefje pakt en daarop een waarschuwing schrijft voor de oude man. Daarna verlaat hij het huis en sluit zich aan bij de partizanen die net het stadje binnen trekken. Tegen zijn zin trekken de partizanen het huis binnen en vernielen en bevuilen alles. Onderlinge vechtpartijen breken uit. De Duitse kolonel, die heeft geprobeerd zijn keel door te snijden, word in elkaar geslagen. Als de verteller de eens zo lang gesloten kamer binnen gaat ziet hij dat alle aquaria zijn vernield. Als hij dan uit het huis vertrekt ziet hij aan de boom in de voortuin de oude man opgeknoopt hangen. Aan een andere tak ziet hij het lijk van de naakte eigenaressen van het huis hangen met tegen haar aangebonden het lijk van de Duitse kolonel. De verteller gooit en handgranaat in het huis en marcheert met de andere partizanen weg. Omkijkend naar het huis komt het hem voor dat het huis altijd komedie heeft gespeeld en nu pas laat zien wat het in werkelijkheid is geweest: “een hol, tochtig brok steen, inwendig vol afbraak en vuiligheid”. b De stijl
De stijl van W.F. Hermans is over het algemeen makkelijk te volgen. Ook gaan zijn boeken in het algemeen over de vraag; Wie, wat en hoe is de mens?
De ruimte
Het boek speelt zich af in een ruimte, namelijk het stadje. Maar verreweg het grootste gedeelte van het verhaal speelt zich af in het huis. De verhaalfiguren De enige persoon die er in het verhaal toe doet is de verteller, de ik figuur. Maar ook de ik- figuur is niet helemaal een round character. Je leert hem alleen kennen door zijn reacties in abnormale situaties, je leert hem dus niet kennen als de persoon die hij in werkelijkheid waarschijnlijk is. De situaties Het boek bestaat eigenlijk maar uit een situatie, er worden niet echt duidelijk dingen toegevoegd aan het verhaal. Ook bevat het boek geen hoofdstukken. Alleen het einde is een situatie op zich. Hier komt de verteller erachter dat het huis toch niet is wat hij dacht dat het was. De vertelwijze De vertelwijze in het boek is in een ik- persoon. Ook wordt het verhaal volledig chronologisch verteld. c Wat is de hoofdgedachte Het thema van de tekst is de verontmenselijking van de oorlog. Een ander thema van de tekst zou kunnen zijn: De tragische verstoring van een kortstondig gekoesterde illusie. Welke tekstgedeelte en motieven zijn typerend voor dat thema? Het moment dat de werkelijke eigenaren van het huis terugkeren, de verteller reageert hier heel heftig op door gelijk de mensen die zijn gekoesterde verlangen in gevaar brengen te vermoorden. Door de meedogenloosheid waarmee hij dat doet kun je goed zien hoe erg de verteller deze personen haat. Wat is het verband tussen de titel en het thema? Het verband tussen de titel en het thema is dat de illusie die de verteller koestert is dat hij in het huis veilig is en dat hem hier niets kan gebeuren. Uiteindelijk blijkt dat het huis helemaal geen veilige plaats voor hem is. d Je kunt dit literaire werk goed in een tijd plaatsen omdat het vrij kort na de Tweede Wereld oorlog is geschreven. Het werk is in 1951 voor het eerst gepubliceerd. De schrijver heeft tijdens de oorlog zijn eerste werk gepubliceerd dus hij heeft de oorlog zeer bewust meegemaakt. Ik zou niet weten in hoeverre dit werk typerend is voor de schrijver omdat ik nog geen andere werken van hem heb gelezen. Het werk is vrij typerend voor de tijd waarin het is ontstaan, de oorlogsverhalen ontstonden allemaal vlak na de Tweede Wereldoorlog. 4. Beoordeling Ik vond het wel een mooi boek. Het was in het begin even wennen aan de schrijfstijl maar als je daar een maal aan gewend bent dan vlieg je door het boek heen. Het sprak me wel aan omdat het over de oorlog ging. Alleen vond ik het jammer dat het zoveel over de gedachtegang van de verteller ging ik vind dat een beetje verveled om te lezen. Wat mij erg aansprak in het boek waren de beide moorden, je kunt hier goed uit opmaken hoe mensen door een oorlog kunnen worden verpest. Het boek was erg realistisch en dat is waarschijnlijk waarom er zoveel negatieve recensies over zijn geschreven in kranten.
a De Auteur van het boek is Willem Frederik Hermans. b Titel van het boek; Het behouden huis, plaats van uitgave en uitgever; Amsterdam de Bezige Bij, jaar van uitgave; 1981 zeventiende druk, het aantal bladzijde van het boek is: 79 (eerste druk 1951). c Het genre van het verhaal is oorlogsnovelle. 2. Eerste reactie
a Ik heb dit boek gekozen omdat het niet zo dik was en het toch twee punten gaf. Ook heeft het feit dat het boek bij ons in de kast stond een rol gespeeld bij de keuze van het boek. b Ik vond het wel een leuk boekje ondanks de slechte recensies die op de achterkant zijn vermeld. Het is in het begin een beetje moeilijk te volgen maar na mate je aan de schrijfstijl gewend raakt kan je het ook makkelijker en sneller volgen. 3. Verdieping
a Tijdens de Tweede Wereld oorlog vecht de verteller, een naamloze Nederlander, aan het Oostfront in een groep Bulgaarse, Tsjechische, Hongaarse en Roemeense partizanen tegen de Duitsers. De verschrikkingen van de oorlog hebben hem zo afgestompt dat hij zich soms afvraagt of hij nog wel een menselijk wezen is. Drie jaar geleden was hij door de Duitsers in Nederland gearresteerd. Na enkele mislukte vluchtpogingen uit concentratiekampen was hij naar het oosten weg kunnen komen. De partizanengroep slaagt er in om een stadje op de Duitsers te veroveren. Daar vindt de verteller een mooi huis dat prachtig is ingericht. Hij gaat er naar binnen en merkt dat er pasgeleden nog mensen zijn geweest, hoewel het huis nu verlaten is. Met uitzondering van een kamer zijn de deuren naar alle vertrekken open. De verteller installeert zich en doet zich, als enkele Duisters onder leiding van een kolonel zich willen inkwartieren, voor als de eigenaar van het huis. Hij hoopt met rust gelaten te worden en dat gebeurt ook. De oorlog verwijderd zich geleidelijk van het stadje. Hoewel de gesloten kamer hem met vage onrust vervult, beeldt hij zich in dat hij voor altijd in het huis zal kunnen blijven. Op een dag ontdekt hij eindelijk iets van de echte eigenaren van het huis. De bibliotheek staat namelijk, tot de verteller zijn afgunst, vol met boeken over vissen. De eigenaar moet dus een vissenliefhebber zijn. Dan komt onverwacht een man opdagen die beweert de eigenaar van het huis te zijn en aan de verteller zijn papieren laat zien. De verteller die zijn gerieflijke bestaan bedreigd ziet twijfelt geen moment en schiet de man dood vanuit zijn slaapkamerraam. Op het moment dat hij schiet hoort hij een gil achter zich en komt hij erachter dat de man samen met een vrouw was. Vervolgens brengt hij ook de vrouw om het leven door haar in de badkamer te wurgen. Kort na deze gebeurtenissen ontdekt de verteller dat er sleutels in de tot dan toe gesloten deur zitten. Hij gaat de kamer binnen en ziet dat deze vol staat met aquaria. Tevens treft hij binnen een oude man, die geheel doof schijnt te zijn, die bezig is zijn kostbare collectie vissen te voeren. De verteller sluit de man op om te voorkomen dat de man tegen hem getuigt. Intussen hebben de Russen het stadje ingesloten. Alle Duitsers die in het huis waren ingekwartierd waren gesneuveld met uitzondering van de kolonel. De verteller trekt hierop zijn partizanen uniform weer aan., neemt de kolonel gevangen en sluit hem op in de kelder. Hij brengt de oude man wat brood en koffie en probeert de te waarschuwen dat de Russen nu komen en dat de Duitsers zijn verslagen. De oude man begrijpt het niet waarop de verteller een briefje pakt en daarop een waarschuwing schrijft voor de oude man. Daarna verlaat hij het huis en sluit zich aan bij de partizanen die net het stadje binnen trekken. Tegen zijn zin trekken de partizanen het huis binnen en vernielen en bevuilen alles. Onderlinge vechtpartijen breken uit. De Duitse kolonel, die heeft geprobeerd zijn keel door te snijden, word in elkaar geslagen. Als de verteller de eens zo lang gesloten kamer binnen gaat ziet hij dat alle aquaria zijn vernield. Als hij dan uit het huis vertrekt ziet hij aan de boom in de voortuin de oude man opgeknoopt hangen. Aan een andere tak ziet hij het lijk van de naakte eigenaressen van het huis hangen met tegen haar aangebonden het lijk van de Duitse kolonel. De verteller gooit en handgranaat in het huis en marcheert met de andere partizanen weg. Omkijkend naar het huis komt het hem voor dat het huis altijd komedie heeft gespeeld en nu pas laat zien wat het in werkelijkheid is geweest: “een hol, tochtig brok steen, inwendig vol afbraak en vuiligheid”. b De stijl
Het boek speelt zich af in een ruimte, namelijk het stadje. Maar verreweg het grootste gedeelte van het verhaal speelt zich af in het huis. De verhaalfiguren De enige persoon die er in het verhaal toe doet is de verteller, de ik figuur. Maar ook de ik- figuur is niet helemaal een round character. Je leert hem alleen kennen door zijn reacties in abnormale situaties, je leert hem dus niet kennen als de persoon die hij in werkelijkheid waarschijnlijk is. De situaties Het boek bestaat eigenlijk maar uit een situatie, er worden niet echt duidelijk dingen toegevoegd aan het verhaal. Ook bevat het boek geen hoofdstukken. Alleen het einde is een situatie op zich. Hier komt de verteller erachter dat het huis toch niet is wat hij dacht dat het was. De vertelwijze De vertelwijze in het boek is in een ik- persoon. Ook wordt het verhaal volledig chronologisch verteld. c Wat is de hoofdgedachte Het thema van de tekst is de verontmenselijking van de oorlog. Een ander thema van de tekst zou kunnen zijn: De tragische verstoring van een kortstondig gekoesterde illusie. Welke tekstgedeelte en motieven zijn typerend voor dat thema? Het moment dat de werkelijke eigenaren van het huis terugkeren, de verteller reageert hier heel heftig op door gelijk de mensen die zijn gekoesterde verlangen in gevaar brengen te vermoorden. Door de meedogenloosheid waarmee hij dat doet kun je goed zien hoe erg de verteller deze personen haat. Wat is het verband tussen de titel en het thema? Het verband tussen de titel en het thema is dat de illusie die de verteller koestert is dat hij in het huis veilig is en dat hem hier niets kan gebeuren. Uiteindelijk blijkt dat het huis helemaal geen veilige plaats voor hem is. d Je kunt dit literaire werk goed in een tijd plaatsen omdat het vrij kort na de Tweede Wereld oorlog is geschreven. Het werk is in 1951 voor het eerst gepubliceerd. De schrijver heeft tijdens de oorlog zijn eerste werk gepubliceerd dus hij heeft de oorlog zeer bewust meegemaakt. Ik zou niet weten in hoeverre dit werk typerend is voor de schrijver omdat ik nog geen andere werken van hem heb gelezen. Het werk is vrij typerend voor de tijd waarin het is ontstaan, de oorlogsverhalen ontstonden allemaal vlak na de Tweede Wereldoorlog. 4. Beoordeling Ik vond het wel een mooi boek. Het was in het begin even wennen aan de schrijfstijl maar als je daar een maal aan gewend bent dan vlieg je door het boek heen. Het sprak me wel aan omdat het over de oorlog ging. Alleen vond ik het jammer dat het zoveel over de gedachtegang van de verteller ging ik vind dat een beetje verveled om te lezen. Wat mij erg aansprak in het boek waren de beide moorden, je kunt hier goed uit opmaken hoe mensen door een oorlog kunnen worden verpest. Het boek was erg realistisch en dat is waarschijnlijk waarom er zoveel negatieve recensies over zijn geschreven in kranten.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden