(Bewerking) Nu ik een tijdje bezig ben met het maken van dit boekverslag vind ik het eigenlijk toch wel een heel bijzonder boek, mooi uitgebeeld hoe de verschrikkingen van de oorlog een mens kan veranderen.
Verdiepingsopdrachten
Titel
Met de titel van het boek “Het behouden huis” wordt het huis bedoeld waar bijna het hele boek zich in en rond afspeelt, erg duidelijk. Ik vind zelf de titel niet heel toepasselijk, want eerst is het wel het enige huis waar de Nederlandse partizaan zich ‘veilig’ voelt, maar dit is later ook niet meer zo als de Duitse troep ook in het huis verblijft. Aan het einde van het boek vernietigd de partizaan het huis zelf ook, dus het huis blijft ook niet behouden. Aan de andere kant is het wel bijzonder dat hij juist zo’n ‘gevoelloos’ ding heeft gekozen, want overal eromheen is het chaos en het huis blijft hiertussen overeind, behalve op het einde, dan wordt het ook vernietigd.
Dit zie je op blz.19 “Het huis was op zichzelf niet groot, maar alle onderdelen ervan ware groot. De ramen bestonden uit ononderbroken spiegelglas, de deuromlijsting was zo hoog als twee verdiepingen; er was een balkon over de gehele breedte van de gevel.” Hier ziet hij het huis voor het eerst, hij is er ook nog niet binnen geweest. De titel wordt niet letterlijk genoemd in het boek.
Als ik zelf een titel zou moeten bedenken dan zou ik de titel ‘De gesloten kamer’ kiezen, want in het boek komt steeds de gesloten kamer terug. En ook in de partizaan zelf lijkt alles gesloten, hij voelt niks meer. Je zou hopen dat hij ook nog, ergens in zich een gesloten kamer met gevoelens heeft.
(blz.24) “Eén kamer was op slot. ‘Iemand hier?’ riep ik, terwijl ik met de kolf van het geweer tegen de deurpost sloeg. Ik hoorde alleen mijn eigen ademhaling en ten slotte mijn hartslag.”
Uit deze titels zou ik ‘Vluchten’ kiezen. Het hoofdpersonage vlucht voor zichzelf en zijn leven door in het huis te gaan wonen en te doen alsof hij de eigenaar is.
(blz.32) “Met zijn diep in de ogen getrokken helm leek hij op een lantarenpaal zonder licht. Hij salueerde met gehandschoende hand en vroeg: ‘Bent u de bewoner van dit huis?’ Ik keek over hem heen, naar zijn motorfiets die tegen de plataan stond, ik keek naar de brand waarvan ik drie haarden kon zien. ‘Jawel,’ zei ik toen, ‘ik ben ziek. Ik sliep.’ ‘Ah zo! Dat is flinker dan weglopen zoals de andere lui in dit verdomde nest. Hoeveel kamers heeft uw huis?’ Hier vertelt hij een Duitse officier dat hij de eigenaar van het huis is, terwijl hij dit helemaal niet is. Hij moet dit wel doen om zichzelf te beschermen, maar zodra hij in het huis blijft en niet gelijk vlucht, neemt hij de rol van huisbaas op zich. Hij vlucht voor zijn eigen leven en identiteit.
Ook een van de onderwerpen van het boek is escapisme.
Dit boek heeft helaas geen ondertitel, motto of opdracht.
Personages
e naam van de hoofdpersoon wordt in het boek niet genoemd, wel weet je dat hij een nederlandse partizaan is die in verschillende legers heeft gevochten en ook een tijd gevangen heeft gezeten. Zijn karakter lijkt rustig omdat alles heel observerend wordt beschreven, maar op sommige momenten lijkt hij ineens heel anders. Hij vermoord ineens twee mensen, op zich met de reden om zichzelf te beschermen, maar hij beschrijft het op een hele observerende manier, alsof hij het heel koelbloedig doet. (blz.56) “Ik wierp de bajonet weg, sloeg mijn handen om haar hals en wrong. Ik drukte mij van haar af, in de hoek, zonder haar aan te kijken, Zij deed niets terug.”
De partizaan leidt voor even wel een heel ander soort leven dan anders, maar hij is niet veranderd door het boek heen. Hij maakt gen levensveranderende dingen mee die hij nog niet eerder had meegemaakt.
In het begin van het verhaal is de Nederlandse partizaan vrienden met een Spaanse partizaan. Maar je kunt dit toch niet echt vriendschap noemen, want ze kennen elkaar niet zo goed en kunnen eigenlijk ook niet met elkaar praten. Het is aan de ene kant misschien ook niet gek dat hij geen vrienden in zijn troep heeft, hij spreekt hun taal voor een groot deel niet, en als je je aan niemand hecht, kun je ook niemand kwijtraken. In het grootste deel van het boek hierna is de partizaan alleen in het huis, ook al zijn de Duitse soldaten ook in het huis. Hij heeft wel een soort vriendschap met de kat uit het dorp in die tijd. Hij gedraagt zich erg afstandelijk naar de Duitse soldaten toe, wat logisch is, omdat hij liegt over wie hij is en niet wil dat ze erachter komen wie hij wel is, want dan zou hij moeten vrezen voor zijn leven.
De partizaan lost eigenlijk elk probleem gelijk voor zichzelf op, of het maakt hem niet uit. Bijvoorbeeld in het begin van het boek wordt er geschoten heel vlakbij hem, hij zou zomaar geraakt kunnen worden, maar dit maakt hem niet uit “Iedereen gaat dood.”
Ook als de Duitse officier komt aankloppen op zijn deur weet hij meteen een oplossing. Ook als hij de echte baas van het huis ontmoet heeft hij een oplossing, ook als is deze oplossing om hem en zijn vrouw te vermoorden.
Zo heeft hij voor elk probleem wat hij tegenkomt gelijk een oplossing waar er, voor hem, zo weinig mogelijk consequenties aan vastzitten.
De partizaan wordt niet erg beïnvloed door de gebeurtenissen, hij gaat er erg koel mee om en het verandert zijn kijk op de werkelijkheid nauwelijks. Ik kan me voorstellen dat de partizaan eerst anders was, en zich wel liet beïnvloeden door wat er om hem heen gebeurde, maar dat hij door de oorlog zo ongevoelig en onbeïnvloedbaar is geworden. Dat door alle verschrikkelijke dingen die hij in de oorlog heeft meegemaakt zijn menselijkheid is verdwenen. Maar in dit boek is hij vanaf het begin al zo, dus ik kan die verandering niet uit het boek halen.
Ik vind de hoofdpersoon niet sympathiek, hij vermoord twee mensen en lijkt daar niet eens door te zijn aangedaan. Ik vind dat dat niet kan, ook niet in deze omstandigheden. De Duitse officier vind ik dapper, als het duidelijk is dat zijn troep heeft verloren weet hij dat het met hem is gedaan. Hij accepteert dit en wil zich nog voor de laatste keer scheren, zijn ritueel. (blz.70) “‘Weest u zo vriendelijk en sta mij toe dat ik mij eerst eve scheer.’ Zijn linkerarm had hij enigszins laten zakken om op zijn horloge te kijken. Ik zag duidelijk zijn half afgeschoten pink. ‘Het is precies zeven uur, ik heb mijn scheergerei in mijn borstzak. Het is in een ogenblikje gebeurd.’De toon waarop hij het zei voegde eraan toe: Ik weet dat het afgelopen is. Ik vraag een laatste gunst.”
De eigenaresse van het huis komt maar heel even in het boek voor. Voor haar voel ik medelijden, dit is omdat ze onschuldig is en wordt vermoord. Ze wilde alleen maar even kijken in het huis wat eigenlijk haar eigendom was, maar toen werd ze daar, zonder dat ze iets verkeerd had gedaan, vermoord door de man die haar mooie huis langzaam aan het verwoesten was. (blz.55) “Zij stond in de verste hoek, bij het raam dat uitzicht gaf op de geknotte plataan in de voortuin. Het rode vet van een lippenstift stak uit een gouden buisje dat zij in haar hand hield. Zij schoof het erin met haar duimnagel en stak het in haar tasje, zonder te kijken, zonder het tasje te sluiten.”
Ik zou de dingen heel erg anders doen dan de hoofdpersoon, ikzelf zou waarschijnlijk al nooit in deze situatie terecht kunnen komen, maar als ik dan toch al in dat huis was beland, dan zou ik sommige dingen toch anders hebben aangepakt. Ik vind het wel een slimme oplossing van hem, en zou dat zelf misschien hetzelfde hebben gedaan, dat hij tegen de Duitse officier zei dat hij de eigenaar was, zo red je wel jezelf op een manier die niet veel moeite of ellende voor jezelf of anderen kost.
Ikzelf zou dan niet, om deze leugen op te houden, twee mensen vermoorden
Thematiek
De onderwerpen van het boek zijn ‘De Eerste Wereldoorlog’ en ‘Escapisme’. Ik denk dat de schrijver wil laten zien hoe verschrikkelijk de oorlog is, en ook wil laten zien hoe mensen er door worden. Ik vind het namelijk heel gek om te lezen hoe die partizaan is. Misschien is het zo dat de schrijver probeert te vertellen dat je door de oorlog zo wordt, zo onverschillig en onmenselijk. Als hij de vrouw vermoord vind ik hem namelijk erg onmenselijk, hij vermoord iemand die hem niks heeft aangedaan.
(blz. 56) “Ik liep om het bad heen, de bajonet achter mijn rug houdend. In wolken kwam haar parfum op mij af, als was haar huid witgloeiend en verdampte alles tegelijk. Ik wierp de bajonet weg, sloeg mijn handen om haar hals en wrong. Ik drukte mij van haar af, in de hoek, zonder haar aan te kijken, Zij deed niets terug.”
Als dit werkelijk een onderwerp van het boek is, verandering van mensen door oorlog, dan vind ik het heel goed behandeld, ik vind het namelijk erg vervreemdend om te lezen hoe de ik-persoon dacht en handelde.
Hierdoor heb ik zeker nieuwe gezichtspunten gekregen, ik heb nu het idee dat ik iets beter weet wat voor invloed de oorlog op een persoon kan hebben.
Een van de motieven is natuurlijk het huis, daar speelt het hele verhaal zich in en rond af. Een ander motief is de kamer die eerst gesloten is, steeds loopt hij er langs en wil weten wat er in zit, ook de kat wil weten wat er zich in die kamer bevindt.
(blz.30) “Maar in dit huis was ik niet overal geweest; die ene kamer kon ik niet in.” (blz.40) “Zijn staart rees langzaam omhoog toen hij op alle vier poten stond en hij sloop naar de deur van de kamer die nog niet open was geweest.”
Als lezer wordt het hierdoor wel spannend, omdat er iets is wat je niet weet. Het zou iets goeds kunnen zijn, maar het zou ook iets kunnen zijn waardoor zijn leven nog moeilijker wordt.
Nog een voorwerp wat steeds terugkeert is de plataan die buiten staat, hij ziet hem steeds als hij vanuit het huis naar buiten kijkt. (blz.26) “Achter een hoog raam zag ik de geknotte kruin van de plataan, wit-gevlekt als een geplamuurde deur.”
(blz.32) “Ik keek over hem heen, naar zijn motorfiets die tegen de plataan stond.”
(blz.88) “Ze hadden hem opgehangen aan de plataan en op zijn buik hadden ze het papier vastgespeld dat ik voor hem had beschreven: Deutschland kaputt.”
De titel is een motief in het boek, en de plek waar het verhaal zich afspeeld. De titel hangt wel samen met het thema, want met “Het behouden huis’ wordt bedoeld dat dit het enige behouden, veilige huis is in de oorlog. En één van de thema’s is ‘De Tweede Wereldoorlog’.
Het einde van het verhaal vind ik mooi gekozen. Net voor het einde komt de partizanengroep naar het dorp en verslaat de Duitsers. Ze verwoesten het hele huis van binnen en vermoorden de oude man en de Duits Officier. Dan op het einde trekt de Nederlandse partizaan mee met de Partizanen en op het laatst gooit hij een handgranaat het huis binnen. Ik vind het niet goed dat hij dit doet, maar wel een mooi einde. Zo is wel het hele verhaal van wat er in en rond het huis is gebeurd helemaal afgelopen en afgesloten. Ik denk dat de schrijver hiermee wil laten zien dat de Nederlandse partizaan zo een ‘hoofdstuk’ van zijn leven afsluit om verder te kunnen overleven in de oorlog. Misschien dat de partizaan het moeilijk vond om afscheid te moeten nemen van het huis waar hij toch wel op gesteld was, hij had hier immers een tijdje in vrede geleefd. Als hij er een handgranaat in gooide zou hij ook nooit meer terug kunnen gaan, hoe graag hij dat ook zou willen.
Het einde van het verhaal vind ik mooi gekozen. Net voor het einde komt de partizanengroep naar het dorp en verslaat de Duitsers. Ze verwoesten het hele huis van binnen en vermoorden de oude man en de Duits Officier. Dan op het einde trekt de Nederlandse partizaan mee met de Partizanen en op het laatst gooit hij een handgranaat het huis binnen. Ik vind het niet goed dat hij dit doet, maar wel een mooi einde. Zo is wel het hele verhaal van wat er in en rond het huis is gebeurd helemaal afgelopen en afgesloten. Ik denk dat de schrijver hiermee wil laten zien dat de Nederlandse partizaan zo een ‘hoofdstuk’ van zijn leven afsluit om verder te kunnen overleven in de oorlog. Misschien dat de partizaan het moeilijk vond om afscheid te moeten nemen van het huis waar hij toch wel op gesteld was, hij had hier immers een tijdje in vrede geleefd. Als hij er een handgranaat in gooide zou hij ook nooit meer terug kunnen gaan, hoe graag hij dat ook zou willen.
Brief met Mening
Beste Fleur,
Ik wil je even vertellen over een boek wat ik heb gelezen voor Nederlands. Het heet ‘Het behouden huis’ en is geschreven door Willem Frederik Hermans.
Het verhaal speelt zich af in de tweede wereldoorlog en het gaat over een Nederlandse partizaan die voor zich voor even ‘verstopt’ in een huis. Als hij het huis binnenkomt lijkt het of er een paar uur geleden nog iemand woonde, ook is er in het huis een deur die op slot zit en steeds maar niet open gaat. Na een tijdje komt er een Duitse officier (vijand!) op de deur kloppen. Hij doet zich voor als de eigenaar van het huis. De afloop ga ik je niet vertellen, als je die wil weten dan moet je het boek gaan lezen ;).
Net nadat ik het boek had gelezen vond ik het erg tegenvallen, maar nu ik me er iets beter in heb verdiept zie ik er ook zeker de mooie kant van en begrijp ik waarom iedereen het zo’n bijzonder boek vind. Daarom zou ik het jou ook zeker aanraden om te lezen, ook al is het in het begin een beetje een gek boek, daarna is het zeker de moeite waard! Nu ik het boek heb gelezen heb ik het idee veel meer te weten over wat de oorlog met een mens doet. Daarom denk ik dat jij dit ook wel interessant zou vinden om te lezen. Ik raad het aan!
Groetjes,
Ronja
Recensie
Ik ga dit boek beoordelen vanuit mijn persoonlijke leesbeleving, en hoe dit boek mij op emotionele wijze heeft geraakt.
Dit boek heeft bij mij verontwaardiging, angst, boosheid en medelijden opgeroepen.
(blz.29) “Nadat ik alles opgegeten had, legde ik mij in in de salon op een sofa vol kussens en rookte een sigaret. Ik keek naar het plafond dat de hemel voorstelde met engeltjes van goud. Ik tikte de as af op het tapijt, maar niet zonder innerlijke afkeuring.” Toen ik dit las voelde ik me verontwaardigd en een beetje boos, hij komt in een huis dat niet van hem is en dan gaat hij er zo mee om. Ik vind dat niet kunnen, dat je op zo’n manier met de wereld om je heen omgaat.
(blz.32) “Maar pas toen ik de deur opengetrokken had, en onmiddellijk een stap naar buiten deed, zag ik dat het een Duitser was.” Op dit moment kwam er wel angst bij me op, want hoewel ik me niet persé heel erg verbonden voelde met de hoofdpersoon, wilde ik toch niet dat er iets met hem gebeurde. Dit is ook waarschijnlijk omdat het vanuit de ik-persoon is verteld, net een beetje alsof je het zelf meemaakt.
(blz.56) “‘Wat heb ik gedaan, wat heb ik gedaan, waarom schreeuwt u tegen mij?’ vroeg ze, met een stem of zij stikte. Ik liep om het bad heen, de bajonet achter mijn rug houdend. In wolken kwam haar parfum op mij af, als was haar huid witgloeiend en verdampte alles tegelijk. Ik wierp de bajonet weg, sloeg mijn handen om haar hals en wrong. Ik drukte mij van haar af, in de hoek, zonder haar aan te kijken. Zij deed niets terug. Ik kreeg heel veel medelijden met de vrouw, zij had net gezien dat haar man was vermoord, en nu werd zij vermoord terwijl ze helemaal niks verkeerd had gedaan. Ik was ook boos op de hoofdpersoon, want ik vind dat je zoiets eigenlijk nooit mag doen, en deze situatie rechtvaardigt het niet.
(blz.84,85) “Telkens lucifers afstrijkend, ging ik naar binnen. Grote plassen gemorste suiker schitterden als ijs. De gang was leeg, op de twee partisanen na die waren blijven liggen na het breken van de trapleuning. De kamerdeuren waren dicht. In de salon schreeuwde een radio, maar van mensen hoorde ik niets. Water stroomde langs de muren.” Ook hier weer was ik erg verontwaardigd en boos, de manier waarop die soldaten met de omgeving om hun heen omgaan vind ik echt belachelijk en verschrikkelijk.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden