A. Algemeen.
1: 26 november 2006.
2: Het verhaal heeft de titel te danken aan dat het dochtertje van mevrouw S. naar Marconistraat 46 om de spullen om te halen die van haar Joodse moeder zijn.
Ze was wel aan het goede adres maar ze kreeg de spullen niet
3: Marga Minco. 4: Bert Bakker(Den Haag.), 6de druk, 1975. 5: Probleem verhaal. B. Auteur. 1: Ze heet wel Marga Minco maar dat is een schuilnaam dus eigenlijk is het Sara Menco. Ze is geboren in het Brabantse Ginneken, Ze is geboren op 31 maart 1920. Ze was getrouwd met de schrijver/dichter Bert Voeten(1918-1992.) Ze had hem in 1938 leren kennen. Marga Minco is een Nederlandse journaliste en schrijfster van Joodse afkomst. In het begin van de 2de wereldoorlog verbleef ze in Assen, Delft en Amersfoort. In het najaar van 1942 gaat ze terug naar haar ouders in Amsterdam die daar door de Duitsers zijn gedwongen in een Jodenwijk te gaan wonen. Later tijdens de oorlog worden haar ouders, broer en zus weggevoerd en zei is de enige overlevende want ze weet te ontsnappen en de rest van de oorlog onder te duiken. Toen ze was ondergedoken had ze een andere naam gekregen namelijk: Marga Faes. Die voornaam heeft ze nu nog steeds. Na de oorlog gaat ze werken bij een aantal kranten en tijdschriften. En in 1957 verschijnt haar 1ste boek ‘Het bittere kruid.’ In dat boek schrijft ze haar eigen oorlogservaringen. 2: De schrijver geeft me geen indruk maar hoe het toen ging in de oorlog is eigenlijk best oneerlijk. 3: Dat het niet alleen de Duitsers waren die gemeen waren en deden. Dat ook gewoon de Nederlanders gemeen deden. 4: Omdat Het Adres van mevrouw Dorling in het verhaal voornamelijk in het middenpunt staat en daar ging het ook om daarom heet de titel zo. 5: Het dochtertje van mevrouw S. ging naar de woning van mevrouw Dorling die in een flat woonde. Dochtertje S. wou de spullen ophalen die mevrouw Dorling tijdens de oorlog ‘bewaarde’ Maar als ze bij de flat van mevrouw Dorling aankwam om de spullen op te halen bleek mevrouw Dorling de spullen zelf te gebruiken. En dan probeert ze van alles te doen om de spullen terug te krijgen. Maar het dochtertje S. geeft het op het lukt toch niet denkt ze. 6: Ik denk dat het thema van dit verhaal over de oorlog en ellende zijn, omdat ze in en na de oorlog veel ellende hadden. En omdat mevrouw S. dacht dat mevrouw Dorling echt op haar spullen wou passen maar onder tussen gebruikte ze de spullen zelf.(ellende.) C. Tijd en Ruimte. 1: Ik denk dat het niet zo lang na de oorlog was omdat er bijna aan het eind van het verhaal staat: (waar langs de ramen nog de flarden hingen van verduisteringspapier.) 2: Je kunt niet echt goed weten hoelang er tussen zit, maar dat zal misschien een paar dagen verschil wezen dat het dochtertje S. eerst na mevrouw Dorling der huis ging toen die vrouw zelf thuis was en later toen het dochtertje van haar thuis was. 3: Er zijn een paar terug blikken van het dochtertje S. toen ze aan haar moeder dacht. 4: Je kunt niet echt een plek of streek noemen omdat het niet word genoemd. Maar er is wel een station in de buurt van mevrouw Dorling. En ze woont in een flat dus het is waarschijnlijk een stad waar ze woont. Er komt wel een Macaronistraat in het verhaal voor maar dat zegt nog niets over de omgeving dus je kunt niet echt een plaats noemen. 5: Nee, omdat er terugblikken in voor komen.
D. Personen.
1: De hoofdpersoon van het verhaal vind ik het dochtertje S.
Omdat er over haar word voornamelijk verteld wordt.
Ze probeert de spullen van de moeder probeert terug te krijgen.
Over het uiterlijk en karakter word zowat niks gezegd maar je kunt wel uit het verhaal halen dat ze een Joodse meisje is.
2: Ik kan niet van elk persoon veel vinden, maar dit kan ik van de personen uit het verhaal halen:
- Mevrouw Dorling was een oplichter ze heeft de spullen gewoon voor zichzelf gehouden terwijl ze had gezegd dat ze wel zolang op de spullen paste.
- Dochter van mevrouw Dorling geloofde dat de spullen van haar moeder waren.
- Dochter van mevrouw S. ze probeerde er alles aan te doen om de spullen terug te krijgen.
3: Dochtertje van mevrouw Dorling:
Ze gelooft gewoon dat de spullen van haar moeder zijn en vertelt er dan ook met veel trots over, maar de spullen zijn eigenlijk van mevrouw S.
4: Mevrouw Dorling Dochtertje Dorling
Mevrouw S. Dochtertje S. E. Het verhaal / vertelperspectief / werkelijkheid 1: Het is een ik verhaal omdat uit een ik persoon het verhaal word verteld. De ik persoon is het dochtertje van mevrouw S. Het dochtertje van mevrouw S. heeft in een kamp gezeten en is als enige terug gekomen uit het oosten de rest van haar familie is overleden. 2: Ik denk het wel want dat het dochtertje van mevrouw S. bijvoorbeeld aan de deur staat bij mevrouw Dorling, en dat ze de spullen ziet staan die van haar moeder zijn en dat mevrouw Dorling die gewoon gebruikt net als zij er eerlijk aan is gekomen. ik denk daarom wel dat je een film van het verhaal kan maken. 3: Ik vind niet dat er wat ongelofelijks in het boek voorkomt. 4: Realistisch, ik denk dat het wel echt gebeurt, is want in de oorlog waren er best veel mensen gemeen om zoo te wezen tegen de Joden. F. Samenvatting. Het dochtertje S. gaat op naar een flat waar mevrouw Dorling woont met haar dochter. Mevrouw Dorling was in de oorlog buurvrouw van mevrouw S. En in oorlog heeft ze tegen mevrouw S. gezegd dat zij wel op haar spullen wou passen om dat hun naar een kamp moesten want ze waren Joodse mensen. De oorlog was nog niet zo lang afgelopen toen het dochtertje van mevrouw S. naar het huisje van mevrouw Dorling ging om de spullen weer op te halen. Omdat zij alleen levend uit het kamp van Hitler terug gekomen was wou ze de spullen ophalen. Maar bij haar 1ste bezoek stuurt mevrouw Dorling haar weg. Als ze het nog een keer probeert is het dochtertje van mevrouw Dorling thuis. Die laat haar gewoon binnen, En het dochtertje van mevrouw Dorling vertelt vol trots over de spullen die eigenlijk van mevrouw S. zijn. Het Dochtertje van mevrouw S. blijft nog een poosje zitten en krijgt van het dochtertje van mevrouw Dorling een kopje thee. Het dochtertje van mevrouw S. herkent heel veel spullen die van haar moeder zijn. Maar als mevrouw Dorling bijna thuis komt gaat ze weg. Omdat ze denkt dat ze de spullen toch niet terug krijgt van mevrouw Dorling. Ze denkt dat mevrouw Dorling hun eigenlijk gewoon heeft bestolen. En toch niet terug geeft zodat zij de spullen nooit meer op haar eigen kamertje kan neerzetten. Als ze op de hoek van de straat staat kijkt ze naar een bordje met de straatnaam: Marconistraat 46. Het adres was goed maar ze zou toch nooit meer de spullen terug krijgen. G. Eigen mening. 1: Ik zou niet weten als de schrijfster een christelijke auteur is. Je kunt het niet vinden ook niet op het Internet. 2: Nee, kan ik geen voorbeeld van geven. 3: Ik vind het een beetje een treurige sfeer omdat het dochtertje van mevrouw S. er helemaal er alleen voor staat. 4: Dat mevrouw Dorling had beloofd dat ze de spullen zou terug krijgen na de oorlog maar dat is niet gebeurt ze gebruikt de spullen gewoon zelf. 5: geeft teleurstelling omdat het dochtertje van mevrouw S. de spullen niet terug krijgt, Wat wel beloofd was.
3: Marga Minco. 4: Bert Bakker(Den Haag.), 6de druk, 1975. 5: Probleem verhaal. B. Auteur. 1: Ze heet wel Marga Minco maar dat is een schuilnaam dus eigenlijk is het Sara Menco. Ze is geboren in het Brabantse Ginneken, Ze is geboren op 31 maart 1920. Ze was getrouwd met de schrijver/dichter Bert Voeten(1918-1992.) Ze had hem in 1938 leren kennen. Marga Minco is een Nederlandse journaliste en schrijfster van Joodse afkomst. In het begin van de 2de wereldoorlog verbleef ze in Assen, Delft en Amersfoort. In het najaar van 1942 gaat ze terug naar haar ouders in Amsterdam die daar door de Duitsers zijn gedwongen in een Jodenwijk te gaan wonen. Later tijdens de oorlog worden haar ouders, broer en zus weggevoerd en zei is de enige overlevende want ze weet te ontsnappen en de rest van de oorlog onder te duiken. Toen ze was ondergedoken had ze een andere naam gekregen namelijk: Marga Faes. Die voornaam heeft ze nu nog steeds. Na de oorlog gaat ze werken bij een aantal kranten en tijdschriften. En in 1957 verschijnt haar 1ste boek ‘Het bittere kruid.’ In dat boek schrijft ze haar eigen oorlogservaringen. 2: De schrijver geeft me geen indruk maar hoe het toen ging in de oorlog is eigenlijk best oneerlijk. 3: Dat het niet alleen de Duitsers waren die gemeen waren en deden. Dat ook gewoon de Nederlanders gemeen deden. 4: Omdat Het Adres van mevrouw Dorling in het verhaal voornamelijk in het middenpunt staat en daar ging het ook om daarom heet de titel zo. 5: Het dochtertje van mevrouw S. ging naar de woning van mevrouw Dorling die in een flat woonde. Dochtertje S. wou de spullen ophalen die mevrouw Dorling tijdens de oorlog ‘bewaarde’ Maar als ze bij de flat van mevrouw Dorling aankwam om de spullen op te halen bleek mevrouw Dorling de spullen zelf te gebruiken. En dan probeert ze van alles te doen om de spullen terug te krijgen. Maar het dochtertje S. geeft het op het lukt toch niet denkt ze. 6: Ik denk dat het thema van dit verhaal over de oorlog en ellende zijn, omdat ze in en na de oorlog veel ellende hadden. En omdat mevrouw S. dacht dat mevrouw Dorling echt op haar spullen wou passen maar onder tussen gebruikte ze de spullen zelf.(ellende.) C. Tijd en Ruimte. 1: Ik denk dat het niet zo lang na de oorlog was omdat er bijna aan het eind van het verhaal staat: (waar langs de ramen nog de flarden hingen van verduisteringspapier.) 2: Je kunt niet echt goed weten hoelang er tussen zit, maar dat zal misschien een paar dagen verschil wezen dat het dochtertje S. eerst na mevrouw Dorling der huis ging toen die vrouw zelf thuis was en later toen het dochtertje van haar thuis was. 3: Er zijn een paar terug blikken van het dochtertje S. toen ze aan haar moeder dacht. 4: Je kunt niet echt een plek of streek noemen omdat het niet word genoemd. Maar er is wel een station in de buurt van mevrouw Dorling. En ze woont in een flat dus het is waarschijnlijk een stad waar ze woont. Er komt wel een Macaronistraat in het verhaal voor maar dat zegt nog niets over de omgeving dus je kunt niet echt een plaats noemen. 5: Nee, omdat er terugblikken in voor komen.
Mevrouw S. Dochtertje S. E. Het verhaal / vertelperspectief / werkelijkheid 1: Het is een ik verhaal omdat uit een ik persoon het verhaal word verteld. De ik persoon is het dochtertje van mevrouw S. Het dochtertje van mevrouw S. heeft in een kamp gezeten en is als enige terug gekomen uit het oosten de rest van haar familie is overleden. 2: Ik denk het wel want dat het dochtertje van mevrouw S. bijvoorbeeld aan de deur staat bij mevrouw Dorling, en dat ze de spullen ziet staan die van haar moeder zijn en dat mevrouw Dorling die gewoon gebruikt net als zij er eerlijk aan is gekomen. ik denk daarom wel dat je een film van het verhaal kan maken. 3: Ik vind niet dat er wat ongelofelijks in het boek voorkomt. 4: Realistisch, ik denk dat het wel echt gebeurt, is want in de oorlog waren er best veel mensen gemeen om zoo te wezen tegen de Joden. F. Samenvatting. Het dochtertje S. gaat op naar een flat waar mevrouw Dorling woont met haar dochter. Mevrouw Dorling was in de oorlog buurvrouw van mevrouw S. En in oorlog heeft ze tegen mevrouw S. gezegd dat zij wel op haar spullen wou passen om dat hun naar een kamp moesten want ze waren Joodse mensen. De oorlog was nog niet zo lang afgelopen toen het dochtertje van mevrouw S. naar het huisje van mevrouw Dorling ging om de spullen weer op te halen. Omdat zij alleen levend uit het kamp van Hitler terug gekomen was wou ze de spullen ophalen. Maar bij haar 1ste bezoek stuurt mevrouw Dorling haar weg. Als ze het nog een keer probeert is het dochtertje van mevrouw Dorling thuis. Die laat haar gewoon binnen, En het dochtertje van mevrouw Dorling vertelt vol trots over de spullen die eigenlijk van mevrouw S. zijn. Het Dochtertje van mevrouw S. blijft nog een poosje zitten en krijgt van het dochtertje van mevrouw Dorling een kopje thee. Het dochtertje van mevrouw S. herkent heel veel spullen die van haar moeder zijn. Maar als mevrouw Dorling bijna thuis komt gaat ze weg. Omdat ze denkt dat ze de spullen toch niet terug krijgt van mevrouw Dorling. Ze denkt dat mevrouw Dorling hun eigenlijk gewoon heeft bestolen. En toch niet terug geeft zodat zij de spullen nooit meer op haar eigen kamertje kan neerzetten. Als ze op de hoek van de straat staat kijkt ze naar een bordje met de straatnaam: Marconistraat 46. Het adres was goed maar ze zou toch nooit meer de spullen terug krijgen. G. Eigen mening. 1: Ik zou niet weten als de schrijfster een christelijke auteur is. Je kunt het niet vinden ook niet op het Internet. 2: Nee, kan ik geen voorbeeld van geven. 3: Ik vind het een beetje een treurige sfeer omdat het dochtertje van mevrouw S. er helemaal er alleen voor staat. 4: Dat mevrouw Dorling had beloofd dat ze de spullen zou terug krijgen na de oorlog maar dat is niet gebeurt ze gebruikt de spullen gewoon zelf. 5: geeft teleurstelling omdat het dochtertje van mevrouw S. de spullen niet terug krijgt, Wat wel beloofd was.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
P.
P.
Mager taalgebruik.
12 jaar geleden
Antwoorden