A: Zakelijke gegevens ! 1. Dit leesverslag is gemaakt door: 2. De titel van het boek is: Het dagboek van Anne Frank. 3. De naam van de auteur is: Maria , Annelies Anne Frank (Anne Frank). 4De naam van de uitgever is : Bert Bakker te Amsterdam. B: Eerste persoonlijke reacties ! Het dagboek van Anne Frank heb ik gekozen omdat het me interessant leek om een waar gebeurt oorlogsverhaal te lezen, maar ook omdat ik zelf in het museum ben geweest. Verder vond ik het boek erg boeiend, maar hoe verder je in het verhaal leest hoe saaier het wordt. Ze vertelde over het slechte eten en over haar gevoelens voor Peter. Dit werd saai omdat het al zo vaak was verteld. Even voor de laatste bladzijden was het wel even spannend. Er was een inbraak gepleegd in het kantoor voor het Achterhuis en de politie werd gewaarschuwd. Dit waren voor Anne maar ook voor de familie hele spannende momenten. In het dagboek zelf schrijft ze over dingen die haar dagelijks bezig houden, maar ook op de manier hoe ze daar leven , hoe ze wordt behandeld en wie ze een geweldig persoon vind maar ook wie ze absoluut niet kan uitstaan! Ze is spontaan en kan heel goed met haar vader opschieten ! Over de manier hoe ze schrijft kan je zien dat het ging om een erg intelligent persoon. C: Samenvatting van de inhoud ! 1c) De belangrijkste gebeurtenissen: Het verhaal speelt zich af in de Prinsengracht 263 in Amsterdam. In deze straat was de schuilplaats van Anne Frank hier hebben ze ongeveer 2 jaar lang geschuild. In 1942, op haar dertiende verjaardag, krijgt ze een dagboek cadeau. Op deze dag schrijft ze voor het eerst in het boek. Ze vertelt haar belevenissen in de vorm van brieven die ze aan een denkbeeldige vriendin, Kitty, schrijft. In de eerste weken na haar verjaardag gaat ze nog naar het joods Lyceum in Amsterdam, maar al snel moet ze, samen met haar familie, onderduiken. Ze gaan in het achterhuis van het kantoorpand wonen,daar heeft haar vader gewerkt. Door middel van een boekenkast worden ze van de buitenwereld afgesloten. Na een week komt de familie Daans (hun werkelijke naam is Van Pels) bij hen inwonen. Vier maanden later volgt Pfeffer, een tandarts, die in werkelijkheid Albert van Dussel heet. Anne moet haar kamer met hem delen, maar ze vindt hem helemaal niet aardig. Via de radio, die ze ’s avonds luisteren, horen ze berichten over het verloop van de oorlog. “ De spanning is te snijden met zoveel mensen in zo’n kleine ruimte” schrijft ze in haar dagboek. Anne heeft vaak ruzie met haar moeder en mevrouw Daans. De enige met wie Anne kan praten is haar vader en Peter Daans. Toen haar vader op donderdag, 29 oktober 1942 ziek werd schreef ze ”ik ben danig ongerust, vader is ziek. En we kunnen niet eens de dokter halen !”dit vond Anne hartstikke zielig voor haar vader want ze kon niet zonder hem schreef ze in haar dagboek. Op dinsdag 11 april wordt er in het kantoor ingebroken. Ze kunnen de dieven verjagen maar is wel een plank kapot. Ze proberen het te maken maar dat gaat niet goed. Men ligt op de grond in het donker en mag niet bewegen, omdat dat hoorbaar kan zijn. De politie komt en gaat ook verder dan het magazijn als ze bij de draaikast komen ( waar de onderduikers zitten) krijgen ze die niet open. Ze laten het erbij en gaan weer weg. In die tijd zitten de bewoners van het Achterhuis in spanning. Als de politie weg is komen Miep en Henk naar hun toe , ze hebben eten , sigaretten , boeken en kleren bij zich. De bewoners van Het Achterhuis moeten zich nog wel een tijd stil houden want de politie komt nog een keer terug om de schade goed te bekijken. Op 4 augustus 1944 vallen de Duitsers het pand binnen. Het achterhuis wordt ontdekt en alle bewoners worden gearresteerd. Zij worden via Westerbork naar Auschwitz vervoerd en wanneer de Russen naar het kamp gaan worden Anne en Margot naar Bergen-Belsen overgebracht. Twee maanden voor de bevrijding van dat kamp, sterven ze beide aan tyfus. Van alle onderduikers was de enige overlevende van de familie Frank Otto Frank maar

van alle andere onderduikers waren het : Kleiman en Koophuis. Zijn keren later allemaal terug naar Amsterdam. 2c) De hoofdpersoon en zijn/haar probleem: Anne Frank is in het begin van het verhaal 13 jaar oud. Ze heeft een zus, Margot. Ze is geboren in Duitsland en gevlucht naar Amsterdam. Ze wordt door de andere onderduikers gezien als een vervelend kind en ze kan niet goed met de anderen overweg. Ze heeft een goede band met haar vader. Maar met haar moeder is dat het tegendeel ze kon haar soms niet uitstaan,zo schreef Anne in haar dagboek “ik damp van woede en ik mag het niet tonen, ik zou willen stampvoeten,schreeuwen,moeder eens hard door elkaar schudden,huilen en weet ik wat nog meer om de nare woorden, de spottende blikken, de beschuldigen, die als pijlen uit een scherp gespannen boog mij elke dag opnieuw treffen en die zo moeilijk uit mijn lichaam te trekken zijn. Ik zou moeder toe willen schreeuwen: Laat me met rust.” Ook vertel Anne hoe moeilijk het is om de hele dag bewust bezig te zijn zonder herrie te maken, want overdag werken er mensen op kantoor en in het magazijn. Zij mogen hen niet horen dus de w.c mag niet worden doorgetrokken tijdens kantooruren en er mogen geen kranen meer worden opengedraaid. Het belangrijkste probleem in het boek is dat Anne Frank en haar familie (en natuurlijk de rest van de onderduikers) niet ontdekt mogen worden, ze moeten iedere dag muisstil zijn. Voor het geval dat ze ontdekt worden. 3c) Hoe de hoofdpersoon dit probleem probeert op te lossen en of dat ook lukt: Veel van deze problemen konden ze oplossen. Anne schreef dan ook dit in het dagboek ” Deze complicaties kan men wegnemen we moeten ermee leven” De gedachten dat je iedere dag ontdekt kon worden kan je zeker niet oplossen. Hierdoor werden de problemen heel erg zacht weggeduwd en probeerde je van dag tot dag te leven en van moment op moment. Als er onder de families een ruzie ontstond werd die meestal uitgesproken maar bij Anne en haar moeder was dat anders. Anne kon haar gewoon niet uitstaan en wilde koste wat koste niet meer met haar omgaan. Op het eind van het boek komt alles goed. Anne en haar moeder worden goede maatjes, ze noemen zich dan ook de musketiers. 4c) De ontwikkeling die de hoofdpersoon doormaakt: Anne was eerst het meisje wat graag alles wilde weten en graag op een mooi muziekje ging dansen. Maar dit veranderde hoe ouder ze werd hoe rustiger in plaats dat ze haar gevoelens uitte op haar ouders of andere familieleden deed ze dit in haar dagboek. Ze werd zelfstandiger ze ging zich veel meer bewust worden van de oorlog en hield zich ook aan de regels die haar vader stelde voor het onderduiken. Toen Anne besloot om haar dagboek maar even te laten voor wat het was, kon je merken aan de brief die ze een half jaar later schreef dat ze toch volwassener was geworden zo schrijft ze “ ik zou zo dom,onbeleefd maar vooral zo ongevoelig nooit meer kunnen zijn ” 5c) De belangrijkste andere personen: Anne frank: Ze is in het begin van het verhaal 13 jaar oud, geboren in Duitsland en later gevlucht naar Nederland. Otto Frank: Hij is de vader van Anne, hij is zorgzaam en erg ondernemend. Na zijn vlucht uit Duitsland start hij in Amsterdam een paar bedrijven op maar die moet hij helaas opgeven omdat hij als jood niet veilig is in Amsterdam. Tijdens het onderduiken helpt hij Anne en haar zus Margot veel met studeren zodat ze na de oorlog gewoon weer naar school kunnen zonder ver achter te lopen. Door de andere onderduikers wordt hij Pim genoemd. Moeder Frank: Zei is de moeder van Anne Frank. Over haar moeder heeft ze niet veel geschreven en is daarom ook niet veel bekend. Anne kan niet goed met haar opschieten en heeft het idee, dat haar moeder Margot voortrekt. Margot Frank: Is de oudere zus van Anne. Anne wordt vaak vergeleken met haar zus, vooral wanneer ze iets fout doet. Margot is altijd de verstandigste in de ogen van haar ouders, daar heeft Anne het soms best moeilijk mee. Peter Daans: Peter Daans is de zoon van meneer en mevrouw Daans, die eigenlijk de naam Van Pels dragen. Anne word uiteindelijk verliefd op Peter. Hoe Anne over Peter denkt, word in het boek uitgebreid besproken. Anne en Peter hebben veel steun aan elkaar en Peter helpt Anne ook met studeren. Mevrouw Daans: Mevrouw Daans is de moeder van Peter. Anne kan absoluut niet met haar overweg. Meneer Daan: Meneer Daans is de vader van Peter. Over hem is weinig bekend. Ook met deze man kan Anne niet goed overweg. Albert Dussel: Albert Dussel werd door de andere onderduikers altijd Pfeffer genoemd. Hij slaapt samen met Anne op een kamer. Anne mag hem niet zo graag, omdat hij alleen maar kritiek op haar heeft. Elli Vossen (Bep Voskuijl), Miep van Santen (Miep Gies), Kraler (Kugler) en Koophuis (Kleiman): Zij voorzien de onderduikers van voedsel en boeken. Ook vertellen ze verhalen over de buitenwereld. In de loop van het verhaal hebben ze steeds minder mogelijkheden om de spullen te brengen. Helaas worden bij de inval meneer Koophuis en Kleiman opgepakt. 6c) De relaties tussen de hoofdpersoon en de andere personen en de veranderingen daarin: De relaties tussen de families liep in het begin erg goed. Maar naar maten het verhaal verloopt komen er steeds meer conflicten ,dit komt natuurlijk dat de families constant met elkaar bezig zijn. De problemen worden regelmatig opgelost maar tussen Anne Frank en haar moeder is er weinig op te lossen volgens Anne Frank zelf. Maar toch doet vader ( Otto Frank) er alles aan om het weer goed te laten komen. Anne houd ook geen stand met haar zus de hele tijd discusseren ze over dat Margot wordt voorgetrokken maar Margot geeft hier geen aandacht aan. Ook de andere familieleden zien Anne als een vervelend druk meisje wat geen opvoeding heeft gehad. Als Anne hun dan ook de waarheid verteld wordt het conflict alleen maar erger. Maar dan toch op het einde van het boek komt alles goed de families zien elkaar nu als de mensen met wie ze moeten overleven. En zo steunen ze elkaar de gedurende onderduik periode. 7c) Waar de gebeurtenissen zich afspelen: Het verhaal speelt zich af in de Prinsengracht 263 in Amsterdam. In deze straat was de schuilplaats van Anne Frank hier hebben ze ongeveer 2 jaar lang geschuild. De
schuilplaats van Anne is nu te bezichtigen als een museum. Waar je kunt zien hoe de families samen de tijd met elkaar hebben doorgebracht. 8c) Wanneer de gebeurtenissen zich afspelen: Het verhaal speelt zich af in de Tweede wereldoorlog, 1940-1945. In deze tijd was er een hele belangrijke oorlog bezig. De Nazie wilde met deze oorlog bereiken dat alle Joden, Zigeuners en gehandicapte uitgeroeid werden. Anne was op 12 juni 1942 13 jaar oud. Op deze datum schreef ze haar eerste brief in haar dagboek. Ongeveer 2 jaar later op dinsdag, 4 augustus 1944 werden ze verraden en opgehaald door de Duitsers. Anne Frank werd met haar familie naar de concentratiekampen vervoerd Op 1 augustus 1944 een maand voor de bevrijding stierf Anne aan de besmettelijke ziekte tyfus. 9c) Hoe het verhaal is opgebouwd (chronologisch of niet, flashbacks, tijdsprongen: De tijd van het verhaal is ruim 2 jaar, van 12 juni 1942 tot 1 augustus 1944. Op 12 juni kreeg Anne het dagboek voor haar verjaardag en op 1 augustus werd het achterhuis ontdekt en werden de onderduikers gearresteerd. De volgorde van dit boek is chronologisch. Omdat het dagboekbrieven zijn aan haar denkbeeldige ‘vriendin’ Kitty (dit is de naam van haar dagboek). Flashbacks. Er zijn maar weinig flashbacks, meestal schreef Anne alleen maar op wat er in een bepaalde tijd gebeurd was. Maar soms, meestal als ze haar dagboek weer eens heeft doorgelezen, schrijft ze over dingen die ze al eerder heeft behandeld. Tijdsprongen. Soms denkt Anne over de toekomst. Maar ze schrijft ook over dingen die ze later wil gaan doen. D Bespreking van een verhaalaspect: 2d) Personage: De hoofdpersoon in de dit dagboek is Anne Frank er wordt wel verteld over de bijpersonen maar hier wordt niet veel uitleg over gegeven ook is Anne Frank erg bezig met haar leven op rij te zetten en zich klaar te maken voor de toekomst. 3d)Thema: De Twee Wereldoorlog en het onderduiken. Het hele boek draait om het onderduiken van Anne Frank en haar familie en om de oorlog,concentratiekampen.