Titel: Hersenschimmen
Auteur: J. Bernlef
Uitgeverij: Querido
Jaar van eerste uitgave: 1984
Over de schrijver
De naam J. Bernlef is een pseudoniem van Hendrik Jan Marsman. Marsman is geboren op 14 januari 1937, en overleed op 29 oktober 2012. Hij spendeert zijn jeugd in Amsterdam en verhuist naar Haarlem in 1949. Vijf jaar later gaat hij terug naar Amsterdam waar hij de HBS afmaakt. Na zijn studie gaat hij in dienst, waar hij als schrijver zijn debuut maakt. In de jaren 1958 tot 1960 is hij veel in Zweden, en daar schrijft hij veel. In Zweden gebruikt hij ook voor het eerst de pseudoniem J. Bernlef. Hij trouwt op 23-jarige leeftijd met Eva Hoornik. In 1965 besloot hij schrijver van beroep te worden. Bernlef ziet zichzelf vooral zelf als dichter. Een veel voorkomend thema in zijn boeken is het thema “vergeten”.
Samenvatting
Maarten en Vera Klein wonen al lang in Gloucester, een plaats in Massachusetts in de Verenigde Staten. In het begin van het boek haalt Maarten soms kleine, triviale dingen door elkaar. Hij weet bijvoorbeeld niet meer welke dag het is, of hoe laat het is. Zijn situatie verergert zich langzaam maar zeker, en hij kan zich niet meer goed herinneren over vroeger. Als hij zich wel iets herinnert, gaat hij helemaal op in de herinnering. Een voorbeeld van dit fenomeen is dat hij dacht dat hij nog op de kleuterschool is, en dat hij een potlood doos moet halen voor de juf. Later geeft Maarten rare antwoorden op vragen, omdat hij heel ergens anders met zijn gedachten was. Ook vergeet hij dat sommige mensen en dieren dood zijn, en vraagt hoe het met de overleden hond van een bekende is. Vera maakt zich steeds meer zorgen om Maarten, en laat uiteindelijk een meisje, Phil Taylor, in huis wonen om op Maarten te letten als Vera weg is. Maarten vergeet de hele tijd wie Phil is. Eerst ziet hij Phil aan als een vriendin van zijn dochter, dan zijn oude pianojuf, en uiteindelijk ziet hij haar zelfs als zijn dochter. Op het einde herkent hij zelfs Vera niet meer. Maarten wordt uiteindelijk in een bejaardenhuis geplaatst. Hij denkt steeds meer na in onvolledige zinnen, en uiteindelijk weet hij niet meer waar hij is. Op zijn sterfbed zoekt en vindt hij Vera’s hand nog wel, ook al weet hij niet hoe Vera heet.
Ruimte
Het verhaal speelt zich af in Gloucester, Massachusetts. Soms denkt Maarten dat hij weer terug in Nederland is door zijn dementie, of in Parijs met zijn vrouw. Het boek speelt zich af in ongeveer dezelfde tijd als wanneer het boek is geschreven, dus rond 1984. Dit wordt laten zien door het feit dat er wel telefoons zijn, maar geen mobiele telefoons. Ook zijn er soms flashbacks naar de tweede wereldoorlog, waar zijn kinderen jong waren. Er wordt verteld dat zijn kinderen nooit meer bij hem op bezoek komen in het heden, dus het moet zich afspelen na de tweede wereldoorlog.
Personages
Maarten Klein (71) is de hoofdpersoon van het boek. Hij is van oorsprong Nederlands, en heeft rechten gestudeerd. Samen met zijn vrouw Vera is hij naar de VS geëmigreerd, waar hij onderzoek deed naar visvangst. Hij heeft twee kinderen samen met Vera, Kitty en Fred, maar die komen bijna nooit langs. In het verloop van het verhaal wordt Maarten dement, en krijgen we een heel uitgebreid en gedetailleerd beeld van zijn leven. Hij wordt niet beschreven door andere personages, en we weten niet veel over zijn uiterlijk. Samen met Vera heeft hij ook nog een hond, Robert, waar hij veel van houdt.
Vera Klein is de echtgenote van Maarten. Over haar komen we niet veel te weten, wel weten we dat ze een lange tijd heeft gewerkt in de bibliotheek in de VS. Vera houdt heel veel van Maarten. Ze blijft Maarten ook tot het laatste moment steunen, zelfs met het achteruitgaande geheugen van hem. Maarten beschrijft Vera als mager, met springerig bruin haar.
Perspectief
Het boek is geschreven in de ik-vorm, met Maarten als verteller. Dit heeft een bijzonder effect op hoe het boek geschreven is. Zo wordt in het begin alles nog verteld in heldere, mooie zinnen. Tegen het einde van het boek wordt alles in tegendeel verteld in enkele woorden, waar Maarten zichzelf omschrijft in de derde persoon. Ook zijn de zinnen erg simpel. Zo zien wij hoe Maartens brein achteruit gaat naarmate het boek verder gaat.
Chronologische structuur
Het verhaal bevat veel flashbacks, bijvoorbeeld als Vera en Maarten in een fotoboek kijken om herinneringen op te halen. Ook aan het begin van het boek beschrijft Maarten een vroege herinnering aan zijn vader. De vertelde tijd is drie maanden, van december tot maart. Er zijn een paar terug wijzigingen in het verhaal, bijvoorbeeld naar zijn kindertijd.
Thema
Het belangrijkste thema van het boek is dementie. Dit is te zien aan Maarten die dement wordt, en heel veel symptomen laat zien. Zo vergeet hij bijvoorbeeld wie zijn vrouw is, of dat hij al met pensioen is. Aan de ene kant gaat het boek over hoe Maarten zelf met dementie omgaat, maar aan de andere kant gaat het ook over hoe mensen om zich heen met de dementerende Maarten omgaan. Er is geen antwoord op de achterliggende vraag, hoe moet je met dementie omgaan?
Motieven
Een leidmotief wat veel terugkomt is de winter, met name de sneeuw. Maarten zegt aan het begin van het boek dat hij zo van slag is omdat het winter is, en dat de winters in Gloucester altijd zo lang en koud zijn. Aan het einde van het boek zegt Vera tegen Maarten dat de lente is aangebroken. Dit is symbolisch voor de overgang van winter naar lente. Maarten zijn leven is voorbij, en voor de andere personages breekt een nieuwe tijd aan van een nieuw, zorgeloos leven. Een ander motief is het boek “Our man in Havana?” van Graham Greene. Maarten koopt het boek, maar vergeet dat het zijn boek is. Hij neemt aan dat het boek van Vera is. Deze vergissing komt vaker voor, maar terwijl Maartens conditie zich verergert komt het boek ook in de handen van andere mensen. Zo lezen Vera en Phil het uit, terwijl Maarten het nooit uitleest. Het boek laat symbolisch de toestand van Maarten zijn ziekte zien in het loop van het verhaal.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden