Titel : Herinneringen aan Mariënburg
[Surinaams literatuur]
Titelverklaring: Sita denkt na over alle gebeurtenissen dat ze heeft meegemaakt op Mariënburg en in dit boek wordt over deze herinneringen gesproken.
Auteur: Cynthia Mc Leod
Oorspronkelijke uitgave: 1998
Uitgeverij: Vaco N.V. uitgeversmaatschappij, Paramaribo
Druk+ jaar: Vierde druk, 2010
Achtergrondinformatie: Cynthia Mc Leod is geboren in Paramaribo in 1936 . Na de middelbare school is ze in Nederland gaan studeren voor lerares Kinderverzorging en Opvoeding. Later trouwde ze met Drs. Donald Mc Leod. Ze hield zich bezig met literatuur toen haar man werd beroemd tot ambassadeur van Suriname. Toen het gezien naar Suriname kwam was ze leerkracht op de vwo en ook tekstschrijfster bij het project Vernieuwing Leesonderwijs op de Basisschool.
Andere werken van de auteur: 1. Hoe duur was de suiker , 2. Tweemaal Mariënburg, 3.Vaarwel Merodia, 4. Elisabeth Samson
Ruimte: Suriname (Parimaribo, plantage Mariënburg) , functionele ruimte
Vertelde tijd: 173
Verteltijd: 2 dgn
De historische tijd: Het verhaal speelt zich af in de periode 1882-1673 in de periode van de Hindoestaanse- en Javaanse immigratie. Het heel verhaal is een flasback, met hele korte stukken van het tegenwoordige tijd.
Thema: - Liefde: Susila met haar vriend Radjen, die wegvluchtten uit India en dachten dat ze het beter zouden hebben in Suriname. De liefde van Sita met Maarten en Emiel.
-Verdriet: Toen Sita’s dochter stierf.
-Haat: De haat van Sita en de arbeiders tegen de plantage directeur.
Motieven: -Armoede: De arbeiders waren arm en moesten hard werken
-Onderdrukking: De arbeiders werden onderdrukt, want ze hadden lange werktijden en lage lonen.
-Moord: De directeur werd vermoord.
-Liefde: Tussen Sita en haar geliefden (Maarten en later Emiel.)
-Vriendschap: Tussen Sita en de mensen van haar omgeving.
-Haat: Sita hatte haar vader toen ze klein was, want ze moest altijd in een klein kamertje gaan als hijkwam.
Verhaalfiguren: -Sita (hoofdpersoon): het meisje dat veel ellende heeft meegemaakt.
-Susila: De moeder van Sita en Damayanti, de immigrant die als contract arbeider uit India met haar vriend.
-Mister Boss: De plantage directeur van Mariënburg en de vader van Sita en Damayanti.
-Damayanti: Het zusje van Sita, die ze later uit het oog is verloren.
-Maarten Burns: De blanke man bij wie Sita als kindermeisje in betrekkingwas en op wie zij verliefd werd en hij op haar, ze kregen 2 zonen, hij overleed na een tijdje, tijdens de Spaanse griep.
- Emiel Rijken: De man met wie Sita na haar eerste liefde gelukkig is geworden.
Analyse: Herinneringen aan Mariënburg is een historische roman die over Sita gaat, de hoofdpersoon , die nadenkt over de gebeurtenissen op Mariënburg wanneer ze haar 82ste verjaardag met haar familie viert. Op dit feest vragen 2 achterkleindochters van haar naar de ouders van haar, want ze moesten voor biologie een stamboom opdracht maken. Sita herinnert zich dan haar jeugd toen ze met haar moeder(Susila) en haar zusje(damayanti) op Mariënburg was. Mariënburg was een suikerplantage waar er suikerriet werd geplant en verwerkt tot suiker en dan werd het naar Nederland verscheept. Hindoestanen werden uit India gehaald om te werken op de plantages, dus op de plantages werkten toen hindoestanen als arbeiders. Sita’s moeder was een hindoestaan die met haar geliefde, Radjen, uit India was gevlucht naar Suriname, maar strief later. Ze werkte toen in het huis van de directuur(dhr. Mavor) van Mariënburg en hij werd de vader van Sita en Damayanti. Iedereen noemde hem Mister Boss, want hij was een hele strenge man. Op een dag brak er een opstand uit op de plantage, omdat de arbeidersmeer loon wilden voor hun arbeid. Sommige arbeiders hadden de directeur in stukjes gekapt. Na twee uren arriveerden er soldaten en er brak weer een volgende opstand uit. De militairen schoten toen op de menigte en er vielen veel doden. Tussen de doden waren er veel onschuldigen en ze werden in een massagraf begraven tussen 2lagen ongebluste kalk, waarvan de locatie niet bekend is. Deze gebeurtenis heeft Sita erg getraumatiseerd, want ze was eens met de menigte die in opstand waren. Na de opstand werden zij en haar zusje naar Parmaribo gebracht en in een internaat ondergebracht. Haar moeder is op een ander plantage gaan werken. Na een paar maanden werd haar zusje geadopteerd door een Engels echtpaar en zij brachten haar naar Engeland. Daarna heeft Sita haar nooit gezien. Toen Sita 18 jaar was werd ze te werk gesteld bij de familie Burns als oppasmeisje. Ze werd verliefd op meneer Burns en hij kocht een huis voor haar en ze kregen 2 jongen, maar ze was zijn buitenvrouw, want hij was al getrouwd. Na enkele jaren later stierf meneer Burns en ze verhuurde de bovenkant van het huis aan een oppasser, omdat ze het financieel moeilijk had, want de schuld van het huis was nog niet helemaal afgelost. De oppasser heette Emiel en ze raakte verliefd op hem. Het gezin verhuisde toen naar Mariënburg, want Emilie kreeg een baan daar aangeboden als hulp-oppasse. Op Mariënburg gebeurden er vreemde dingen en er gingen mensen dood op de vreemdste manieren, waarvan mensen zeiden dat dit een paiman (vloek van het massagraf) was. Het eerste kind van hun, Elfriede, stierf aan wiegendood, maar iedereen zei dat het ook een paiman was. De dood van haar dochtertje heeft Sita heel verdrietig gemaakt en haar afkeer voor Mariënburg werd hierdoor groter. Daarna kregen ze nog 3 kinderen. Na een aantal jaren stierf Emiel ook en toen is Sita verhuisd naar de stad. Sindsdien is ze nooit meer naar Mariënburg geweest en ze heeft haar kinderen en kleinkinderen ook verboden om naar daar te gaan. De kinderen van Sita werden allemaal iets goed in de maatschappij en ze trouwdwn met mensen van andere bevolkingsgroepen, waardoor Sita nu veel kleinkinderen en achter kleinkinderen heeft die allemaal van kleur en uiterlijk verschillen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden