Titelbeschrijving
Titel: Heren van de Thee
Auteur: Hella S. Haasse
Druk: tweede druk
Uitgever: Em. Querido Amsterdam
Jaar uitgave: 1992
Motivatie boekkeuze
Ik heb voor dit boek gekozen omdat ik graag nog twee C boeken wilde lezen. Aan het begin van dit jaar ben ik met mijn moeder de hele boekenlijst afgegaan om te kijken welke zij had gelezen en leuk vond, wij hebben qua boeken echt dezelfde smaak. Zo ben ik dus op dit boek gekomen.
Korte samenvatting inhoud
1. wie is de hoofdpersoon?
Rudolf Kerkhoven is de hoofdpersoon. Hij is in het begin van het boek 21 jaar. In 1918 is hij al een oudere man van in de zestig. Hij wil net als de rest van zijn familie een succesvolle theeplantage opbouwen. Hij werkt eerst bij wat familie om ervaring op te doen en uiteindelijk koopt hij, met de hulp van zijn vader, een plantage in Gamboeng. Hij ligt erg hoog en ver van zijn familie en Batavia maar dat maakt hem niet uit. Hij ontmoet zijn vrouw Jenny bij zijn zus in Batavia. Hij wordt op slag verliefd en na wat onderhandelingen kunnen zij trouwen. Ze krijgen vijf kinderen waarvan één meisje. Rudolf wil zijn ouders, en de rest van de familie, graag bewijzen dat hij zijn plantage tot een succes kan maken. Maar het lijkt of zijn ouders er zich niet voor interesseren, dit doet hem heel veel pijn.
2. Andere belangrijke personages
In 1879 trouwt Rudolf met Jenny Roosegaarde Bisschop. Zij is iemand die graag onder de mensen is. Maar omdat Rudolf een plantage hoog in de bergen heeft, vereenzaamd ze steeds meer. Ze houdt alleen zoveel van Rudolf, dat ze niets tegen hem zegt. Ze hecht veel waarde aan haar kinderen en wil ze graag goed opvoeden. Op latere leeftijd is ze een verbitterde vrouw geworden die niet gelukkig is met haar leven. ze pleegt zelfmoord door gif in te nemen.
De kinderen zijn heel belangrijk voor Rudolf en Jenny. Van oud naar jong zijn het Rudolf jr., Eduard, Emile, Karel en Bertha. Emile neemt later de plantage van zijn vader over. Bertha word de steun en toeverlaat van Rudolf als zijn vrouw Jenny overlijd. Ze gaan samen in Bandoeng wonen.
3. Relatie tussen hoofdpersoon en andere personages
Rudolf en Jenny zijn getrouwd met elkaar. Ze houden zielsveel van elkaar maar Jenny kan niet wennen aan het eenzame leven op Gamboeng, al zegt ze hier niets over tegen haar man. Ze probeert er het beste van te maken. Rudolf heeft nooit doorgehad dat Jenny het op Gamboeng niet fijn vond. Hij was dag en nacht bezig met zijn plantage. Hij hield veel van haar en schonk ook veel aandacht aan haar maar hier had hij nooit aan gedacht omdat hij het zelf niet miste.
Rudolf is heel trots op zijn zoons en zijn dochter. De kinderen hebben ook een goede band met elkaar en met hun ouders. Bertha word vooral heel belangrijk voor Rudolf als Jenny overlijd.
4. Wat zijn de belangrijkste gebeurtenissen?
Heel belangrijk is het stuk waar Rudolf naar Java vertrekt. Hij wil een goede theeplanter worden en hoopt ooit de plantage van zijn vader over te nemen. Hij is heel verstandig en wil zo snel mogelijk naar zijn ouders. Maar voordat hij daar komt maakt hij allemaal tussen stops bij zijn zussen en een verre neef en een oom. Bij zijn neef en oom ziet hij hoe hun plantages werken, hij vindt het heel mooi en neemt zich voor het ook ooit zo zelf te doen. Als hij bij de plantage van zijn vader komt ziet hij dat het daar heel anders gaat, veel rommeliger. Dit wil hij graag veranderen maar hier krijgt hij nooit de kans voor.
Als Jenny en Rudolf al getrouwd zijn en kinderen hebben krijgt hij ruzie met zijn familie. Zijn vader is al overleden en hij wil graag de aandelen kopen van Gamboeng die zijn vader bezat. Ook wil hij een hoger salaris omdat hij al vanaf het begin een salaris krijgt waar hij nog maar net mee kan rondkomen. Zijn jongere broer August, die de plantage van zijn ouders heeft overgenomen, krijgt al het dubbele. Dit lijd tot een grote ruzie in brieven van Nederland naar Java.
5. Veranderd het leven van de Hoofdpersoon hierdoor?
Ja, door de ruzie krijgt Rudolf steeds minder vertrouwen in zijn familie. Hij denkt dat ze niet in hem en zijn plantage geloven. Hij had deze gevoelens al eerder maar hij drukte ze weg omdat hij dacht dat hij vast fout zou zitten. Voor Jenny heeft dit ook gevolgen. Zij was goed bevriend met Cateau, de zus van Rudolf. De man van Cateau heeft ruzie met Rudolf over de aandelen van Gamboeng en hierdoor kunnen zij eigenlijk niet meer met elkaar praten, het verpest een hele mooie vriendschap.
6. Waar speelt het zich af?
Er is een klein deel in het boek dat zich in Nederland afpeelt. Dit is als Rudolf net is afgestudeerd in Delft en wacht op bericht van zijn ouders om naar Indonesië te komen. Als hij daar dan uiteindelijk weggaat komt hij op Java terecht, om een plantage te beginnen. Hier woont hij zijn verdere leven. rond 1900 komt hij nog 2 keer naar Nederland. Voor het afstuderen van zijn oudste zoon en voor de bruiloft van zijn tweede zoon.
7. wanneer speelt het zich af?
In het boek zitten we nog in de periode van de koloniale landen. Het boek begint in 1871, waar Rudolf afstudeert. Van daaruit begint het verhaal. Het hele boek speelt zich wel over meerdere jaren af. Het verhaal eindigt in 1907. Er is daarna nog een klein hoofdstukje in 1918, waar Rudolf nog één keer zijn plantage in Gamboeng bezoekt, die nu door zijn zoon word gerund.
Eerste persoonlijke reactie
Ik vond het boek leuk om te lezen, alleen was het wel een beetje moeilijk. Dat gaat dan vooral op wanneer er over familie gesproken wordt. Iedereen zijn neven of nichten van elkaar en ik vind dat heel moeilijk uit elkaar te houden. Wat ik erg leuk vond, is dat ik mezelf heel goed kon inbeelden hoe het daar was en hoe het eruit zag. Haasse heeft die aspecten heel goed omschreven.
Verdiepingsopdrachten
1. Noteer de open plekken. Welke worden wel of niet ingevuld?
In het eerste hoofdstuk lees je dat Rudolf al in Java zit en zelfs al op Gamboeng begint. Je wilt meer weten over deze persoon en hoe hij daar terecht is gekomen. In het volgende hoofdstuk lees je dat al meteen dus die open plek word snel ingevuld.
De open plek die niet word ingevuld is waarom de ouders van Rudolf steeds afwijzen als hulp of opvolger. Rudolf kan tot twee keer toe assistent van zijn vader worden op hun plantage in Ardjasari maar elke keer hebben ze al iemand anders, terwijl Rudolf er erg hard voor werkt. Als Rudolf al zijn plantage heeft op Gamboeng krijgt zijn jongere broer opeens wel de baan als assistent van zijn vader. Dit raakt hem heel erg. En als zijn ouders vertrekken naar Nederland hoopt hij dat hij misschien de zaak mag overnemen maar dat is niet het geval. Zijn jongere broer August neemt de zaak over.
Ook een open plek die niet word ingevuld is die van Jenny. Als zij op de plantage komt van Gamboeng. Ziet ze bij de rand van het bos een groot zwart gat dat haar beangstigd. Ze weet niet wat het is en vertelt het ook aan niemand. Op een gegeven moment is ze opeens niet meer bang voor het zwarte gat. Het wordt nergens duidelijk wat dat zwarte gat te betekenen had.
2. bespreek de personages
Rudolf Kerkhoven is de hoofdpersoon in het boek. Hij heeft als doel een succesvolle plantage te stichten op Java. Hij krijgt een plantage op Gamboeng waar eerst koffie werd verbouwd. Het lukt hem om het succesvol te maken door de hulp van de inlandse boeren en zijn vrouw Jenny. Zij trouwen en krijgen 5 kinderen.
Je kunt zijn ouders en familie wel beschouwen als tegenstanders omdat zij hem totaal niet helpen. De enige die Rudolf complimenten geeft over zijn plantage is zijn oom Eduard Kerkhoven. Je krijgt goed een beeld van hoe een Nederlandse familie zijn leven doorbrengt in die tijd in Indonesië.
3. bespreek de verhouding fabel en sujet, de functie en het effect op de lezer
Er is gen sprake van fabel of sujet. Dit komt door het eerste hoofdstuk. Deze begint in 1873, terwijl het volgende hoofdstuk begint in 1869, waar Rudolf nog in Delft afstudeert. Als het eerste hoofdstuk er niet was, of zich eerder dan in 1869 afspeelde, was er wel sprake van fabel en sujet omdat verder alles chronologisch verteld wordt.
4. bespreek het perspectief en (on)betrouwbaarheid
Het perspectief is heel verschillend. Soms is het in het ik-perspectief, dit is vaak bij Rudolf het geval, maar ook bij hem word in de vertellerperspectief geschreven.
‘Wat mij betreft, ik ben best tevreden. Mijn jonge aanplant Java thee komt goed op, het zijn al struiken, na de regens kan ik voor het eerst plukken.’ (ik-perspectief)
‘Zij lazen alle punten nog eens door en zetten daarna hun handtekening. Rudolf hief zijn glas champagne op het heuglijke moment, de bekroning van drie jaar zwoegen. Makkelijk zou hij het in de naaste toekomst niet krijgen.(vertellerperspectief)
Er zitten ook veel brieven in het boek, hier word dan altijd in het ik-perspectief verteld. Er zijn veel brieven van Jenny en Rudolf.
‘Ik vind het heel lief van u, dat u mij zoveel eer wilt geven van de braafheid van onze Ru en Edu.’
5. bespreek de thematiek
Het thema van het boek is eenzaamheid. Rudolf heeft alles wat hij bereikt heeft zo’n beetje in zijn eentje gedaan. Hij leeft op Gamboeng waar geen enkele europees woont en hij leert er niemand kennen. Hij hoeft het ook niet zo nodig en wil liever lekker alleen zijn met zijn vrouw. Jenny daarentegen wil dat helemaal niet. ze voelt zich eenzaam en wil weer onder de mensen zijn. Als ze haar twee oudste zoons naar Nederland brengt voor school stelt ze haar terugkomst steeds langer uit. En zodra ze een telefoon in huis hebben, zit ze constant te bellen. Ze heeft gezelligheid nodig en dat krijgt ze niet als ze op Gamboeng woont.
‘Hoe verlang ik soms terug naar de tijd toen wij arm waren en met onze vijf kinderen in dat kleine houten huis woonden, en wij het dikwijls moeilijk hadden .wat zou ik niet geven om mijn lieve vriendelijke Jenny van toen weer bij me te hebben…’
De titel ‘Heren van de thee’ slaat op Rudolf en zijn familie. Alle mannen in die familie hebben een thee plantage. Hierdoor zijn het dus heren van de thee.
De steeds terugkerende conflicten tussen Rudolf en zijn ouders is een belangrijk motief. Al word het niet duidelijk waarom die conflicten er nou precies zijn.
ook de relatie tussen Jenny en Rudolf is belangrijk. Ze zijn elkaars tegenpolen maar ze kunnen ook niet zonder elkaar.
6. beargumenteerd eindoordeel
Ik vond ‘Heren van de Thee’ een erg leuk boek. In het begin vond ik het wel wat lastiger omdat ik al die familie niet uit elkaar kon houden. Maar na een tijdje werd dat wel makkelijker. Hoe meer je in het boek zat hoe makkelijker het las en dat was wel erg handig. Ik leefde heel erg mee met Rudolf. Hij hoopt heel erg dat hij assistent bij zijn vader mocht worden, maar elke keer had zijn vader weer iemand anders. Toen zijn ouders vertrokken naar Nederland, hoopte Rudolf dat hij de eer zou krijgen om de plantage over te nemen, maar het ging naar zijn jongere broer, die er haast geen verstand van had. Dat vond ik heel sneu. Ik kon me dus wel heel erg inleven en nadat ik het boek heb gelezen bleef het nog heel lang in me hoofd hangen, dat betekent voor mij dat het een goed boek is.
Titel: Heren van de Thee
Auteur: Hella S. Haasse
Druk: tweede druk
Uitgever: Em. Querido Amsterdam
Jaar uitgave: 1992
Motivatie boekkeuze
Ik heb voor dit boek gekozen omdat ik graag nog twee C boeken wilde lezen. Aan het begin van dit jaar ben ik met mijn moeder de hele boekenlijst afgegaan om te kijken welke zij had gelezen en leuk vond, wij hebben qua boeken echt dezelfde smaak. Zo ben ik dus op dit boek gekomen.
Korte samenvatting inhoud
1. wie is de hoofdpersoon?
2. Andere belangrijke personages
In 1879 trouwt Rudolf met Jenny Roosegaarde Bisschop. Zij is iemand die graag onder de mensen is. Maar omdat Rudolf een plantage hoog in de bergen heeft, vereenzaamd ze steeds meer. Ze houdt alleen zoveel van Rudolf, dat ze niets tegen hem zegt. Ze hecht veel waarde aan haar kinderen en wil ze graag goed opvoeden. Op latere leeftijd is ze een verbitterde vrouw geworden die niet gelukkig is met haar leven. ze pleegt zelfmoord door gif in te nemen.
De kinderen zijn heel belangrijk voor Rudolf en Jenny. Van oud naar jong zijn het Rudolf jr., Eduard, Emile, Karel en Bertha. Emile neemt later de plantage van zijn vader over. Bertha word de steun en toeverlaat van Rudolf als zijn vrouw Jenny overlijd. Ze gaan samen in Bandoeng wonen.
3. Relatie tussen hoofdpersoon en andere personages
Rudolf en Jenny zijn getrouwd met elkaar. Ze houden zielsveel van elkaar maar Jenny kan niet wennen aan het eenzame leven op Gamboeng, al zegt ze hier niets over tegen haar man. Ze probeert er het beste van te maken. Rudolf heeft nooit doorgehad dat Jenny het op Gamboeng niet fijn vond. Hij was dag en nacht bezig met zijn plantage. Hij hield veel van haar en schonk ook veel aandacht aan haar maar hier had hij nooit aan gedacht omdat hij het zelf niet miste.
Rudolf is heel trots op zijn zoons en zijn dochter. De kinderen hebben ook een goede band met elkaar en met hun ouders. Bertha word vooral heel belangrijk voor Rudolf als Jenny overlijd.
4. Wat zijn de belangrijkste gebeurtenissen?
Heel belangrijk is het stuk waar Rudolf naar Java vertrekt. Hij wil een goede theeplanter worden en hoopt ooit de plantage van zijn vader over te nemen. Hij is heel verstandig en wil zo snel mogelijk naar zijn ouders. Maar voordat hij daar komt maakt hij allemaal tussen stops bij zijn zussen en een verre neef en een oom. Bij zijn neef en oom ziet hij hoe hun plantages werken, hij vindt het heel mooi en neemt zich voor het ook ooit zo zelf te doen. Als hij bij de plantage van zijn vader komt ziet hij dat het daar heel anders gaat, veel rommeliger. Dit wil hij graag veranderen maar hier krijgt hij nooit de kans voor.
Als Jenny en Rudolf al getrouwd zijn en kinderen hebben krijgt hij ruzie met zijn familie. Zijn vader is al overleden en hij wil graag de aandelen kopen van Gamboeng die zijn vader bezat. Ook wil hij een hoger salaris omdat hij al vanaf het begin een salaris krijgt waar hij nog maar net mee kan rondkomen. Zijn jongere broer August, die de plantage van zijn ouders heeft overgenomen, krijgt al het dubbele. Dit lijd tot een grote ruzie in brieven van Nederland naar Java.
Ja, door de ruzie krijgt Rudolf steeds minder vertrouwen in zijn familie. Hij denkt dat ze niet in hem en zijn plantage geloven. Hij had deze gevoelens al eerder maar hij drukte ze weg omdat hij dacht dat hij vast fout zou zitten. Voor Jenny heeft dit ook gevolgen. Zij was goed bevriend met Cateau, de zus van Rudolf. De man van Cateau heeft ruzie met Rudolf over de aandelen van Gamboeng en hierdoor kunnen zij eigenlijk niet meer met elkaar praten, het verpest een hele mooie vriendschap.
6. Waar speelt het zich af?
Er is een klein deel in het boek dat zich in Nederland afpeelt. Dit is als Rudolf net is afgestudeerd in Delft en wacht op bericht van zijn ouders om naar Indonesië te komen. Als hij daar dan uiteindelijk weggaat komt hij op Java terecht, om een plantage te beginnen. Hier woont hij zijn verdere leven. rond 1900 komt hij nog 2 keer naar Nederland. Voor het afstuderen van zijn oudste zoon en voor de bruiloft van zijn tweede zoon.
7. wanneer speelt het zich af?
In het boek zitten we nog in de periode van de koloniale landen. Het boek begint in 1871, waar Rudolf afstudeert. Van daaruit begint het verhaal. Het hele boek speelt zich wel over meerdere jaren af. Het verhaal eindigt in 1907. Er is daarna nog een klein hoofdstukje in 1918, waar Rudolf nog één keer zijn plantage in Gamboeng bezoekt, die nu door zijn zoon word gerund.
Eerste persoonlijke reactie
Ik vond het boek leuk om te lezen, alleen was het wel een beetje moeilijk. Dat gaat dan vooral op wanneer er over familie gesproken wordt. Iedereen zijn neven of nichten van elkaar en ik vind dat heel moeilijk uit elkaar te houden. Wat ik erg leuk vond, is dat ik mezelf heel goed kon inbeelden hoe het daar was en hoe het eruit zag. Haasse heeft die aspecten heel goed omschreven.
Verdiepingsopdrachten
1. Noteer de open plekken. Welke worden wel of niet ingevuld?
De open plek die niet word ingevuld is waarom de ouders van Rudolf steeds afwijzen als hulp of opvolger. Rudolf kan tot twee keer toe assistent van zijn vader worden op hun plantage in Ardjasari maar elke keer hebben ze al iemand anders, terwijl Rudolf er erg hard voor werkt. Als Rudolf al zijn plantage heeft op Gamboeng krijgt zijn jongere broer opeens wel de baan als assistent van zijn vader. Dit raakt hem heel erg. En als zijn ouders vertrekken naar Nederland hoopt hij dat hij misschien de zaak mag overnemen maar dat is niet het geval. Zijn jongere broer August neemt de zaak over.
Ook een open plek die niet word ingevuld is die van Jenny. Als zij op de plantage komt van Gamboeng. Ziet ze bij de rand van het bos een groot zwart gat dat haar beangstigd. Ze weet niet wat het is en vertelt het ook aan niemand. Op een gegeven moment is ze opeens niet meer bang voor het zwarte gat. Het wordt nergens duidelijk wat dat zwarte gat te betekenen had.
2. bespreek de personages
Rudolf Kerkhoven is de hoofdpersoon in het boek. Hij heeft als doel een succesvolle plantage te stichten op Java. Hij krijgt een plantage op Gamboeng waar eerst koffie werd verbouwd. Het lukt hem om het succesvol te maken door de hulp van de inlandse boeren en zijn vrouw Jenny. Zij trouwen en krijgen 5 kinderen.
Je kunt zijn ouders en familie wel beschouwen als tegenstanders omdat zij hem totaal niet helpen. De enige die Rudolf complimenten geeft over zijn plantage is zijn oom Eduard Kerkhoven. Je krijgt goed een beeld van hoe een Nederlandse familie zijn leven doorbrengt in die tijd in Indonesië.
3. bespreek de verhouding fabel en sujet, de functie en het effect op de lezer
Er is gen sprake van fabel of sujet. Dit komt door het eerste hoofdstuk. Deze begint in 1873, terwijl het volgende hoofdstuk begint in 1869, waar Rudolf nog in Delft afstudeert. Als het eerste hoofdstuk er niet was, of zich eerder dan in 1869 afspeelde, was er wel sprake van fabel en sujet omdat verder alles chronologisch verteld wordt.
4. bespreek het perspectief en (on)betrouwbaarheid
Het perspectief is heel verschillend. Soms is het in het ik-perspectief, dit is vaak bij Rudolf het geval, maar ook bij hem word in de vertellerperspectief geschreven.
‘Wat mij betreft, ik ben best tevreden. Mijn jonge aanplant Java thee komt goed op, het zijn al struiken, na de regens kan ik voor het eerst plukken.’ (ik-perspectief)
Er zitten ook veel brieven in het boek, hier word dan altijd in het ik-perspectief verteld. Er zijn veel brieven van Jenny en Rudolf.
‘Ik vind het heel lief van u, dat u mij zoveel eer wilt geven van de braafheid van onze Ru en Edu.’
5. bespreek de thematiek
Het thema van het boek is eenzaamheid. Rudolf heeft alles wat hij bereikt heeft zo’n beetje in zijn eentje gedaan. Hij leeft op Gamboeng waar geen enkele europees woont en hij leert er niemand kennen. Hij hoeft het ook niet zo nodig en wil liever lekker alleen zijn met zijn vrouw. Jenny daarentegen wil dat helemaal niet. ze voelt zich eenzaam en wil weer onder de mensen zijn. Als ze haar twee oudste zoons naar Nederland brengt voor school stelt ze haar terugkomst steeds langer uit. En zodra ze een telefoon in huis hebben, zit ze constant te bellen. Ze heeft gezelligheid nodig en dat krijgt ze niet als ze op Gamboeng woont.
‘Hoe verlang ik soms terug naar de tijd toen wij arm waren en met onze vijf kinderen in dat kleine houten huis woonden, en wij het dikwijls moeilijk hadden .wat zou ik niet geven om mijn lieve vriendelijke Jenny van toen weer bij me te hebben…’
De titel ‘Heren van de thee’ slaat op Rudolf en zijn familie. Alle mannen in die familie hebben een thee plantage. Hierdoor zijn het dus heren van de thee.
De steeds terugkerende conflicten tussen Rudolf en zijn ouders is een belangrijk motief. Al word het niet duidelijk waarom die conflicten er nou precies zijn.
ook de relatie tussen Jenny en Rudolf is belangrijk. Ze zijn elkaars tegenpolen maar ze kunnen ook niet zonder elkaar.
6. beargumenteerd eindoordeel
Ik vond ‘Heren van de Thee’ een erg leuk boek. In het begin vond ik het wel wat lastiger omdat ik al die familie niet uit elkaar kon houden. Maar na een tijdje werd dat wel makkelijker. Hoe meer je in het boek zat hoe makkelijker het las en dat was wel erg handig. Ik leefde heel erg mee met Rudolf. Hij hoopt heel erg dat hij assistent bij zijn vader mocht worden, maar elke keer had zijn vader weer iemand anders. Toen zijn ouders vertrokken naar Nederland, hoopte Rudolf dat hij de eer zou krijgen om de plantage over te nemen, maar het ging naar zijn jongere broer, die er haast geen verstand van had. Dat vond ik heel sneu. Ik kon me dus wel heel erg inleven en nadat ik het boek heb gelezen bleef het nog heel lang in me hoofd hangen, dat betekent voor mij dat het een goed boek is.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden