Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Heren van de thee door Hella S. Haasse

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
Boekcover Heren van de thee
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 2327 woorden
  • 19 januari 2003
  • 154 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
154 keer beoordeeld

Boekcover Heren van de thee
Shadow

Heren van de thee vertelt het levensverhaal van Rudolf Kerkhoven en Jenny Roosegaarde Bisschop. Eind negentiende eeuw trouwt Jenny na enige aarzeling met Rudolf en komt zij te wonen op de afgelegen thee-onderneming Gamboeng in de Preanger op Java. In het decor van de indrukwekkende mysterieuze natuur en tegen de achtergrond van de ontwikkelingen in de koloniale p…

Heren van de thee vertelt het levensverhaal van Rudolf Kerkhoven en Jenny Roosegaarde Bisschop. Eind negentiende eeuw trouwt Jenny na enige aarzeling met Rudolf en komt zij te…

Heren van de thee vertelt het levensverhaal van Rudolf Kerkhoven en Jenny Roosegaarde Bisschop. Eind negentiende eeuw trouwt Jenny na enige aarzeling met Rudolf en komt zij te wonen op de afgelegen thee-onderneming Gamboeng in de Preanger op Java. In het decor van de indrukwekkende mysterieuze natuur en tegen de achtergrond van de ontwikkelingen in de koloniale politiek, leven we mee met de autocratische ondernemer Rudolf en zijn langzaam verbitterd rakende echtgenote. Hella S. Haasse baseerde zich op een waargebeurd verhaal.

Heren van de thee door Hella S. Haasse
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Zakelijke gegevens Auteur: Hella S Haasse
Titel: Heren van de thee
Uitgever: Querido
Druk: 34e druk, 1995 (1e druk, 1992) Aantal bladzijden: 302
Genre: historische roman (en psychologische roman) Samenvatting en onderzoek naar de verhaaltechniek Gamboeng, de eerste dag 1 januari 1973: De 21-jarige Rudolf Kerkhoven studeert af als chemisch technoloog en reist naar Indië om op Gamboeng een theeplantage te beginnen. Een half jaar daarvoor had hij met zijn vader deze plek bezocht om te bekijken of het een geschikte plantage was om thee te verbouwen. Taferelen van voorbereiding 1869-1873: Zoals gebruikelijk in de familie, gaat Rudolf naar Nederland om te studeren. Hij neemt zijn intrek in een kosthuis in Delft en studeert technologie. Zijn jongere broer, Julius, gaat in Deventer naar school. De overige familieleden verblijven nog in Indië. Op een dag krijgt Rudolf een brief van zijn vader waarin staat dat hij een stuk land heeft kunnen pachten voor een theeplantage. Rudolf besluit na zijn studie weer naar Indië terug te gaan om zijn vader op de plantage Ardjasari te helpen. Vóór zijn vertrek naar Indië bezoekt hij oom Willem van der Hucht. Hij raadt hem aan om in Indië contact op te nemen met oom Eduard. Na het afstuderen krijgt Rudolf niet de uitnodiging die hij van zijn vader verwacht. Wel adviseert zijn vader hem te gaan werken als vrijwilliger bij De Atlas, een fabriek van stoom- en andere werktuigen. Het werk bevalt hem, maar toch heeft Rudolf heimwee naar Indië. Zijn enthousiasme wordt groter door de komst van zijn jongere broer August, die in Nederland gaat studeren. Rudolf boekt een reis op de Telanak en vertrekt richting Java. Aan boord verveelt hij zich en Rudolf is dan ook opgelucht als het schip eindelijk aankomt. Hij wordt ontvangen door Joseph van Santen, de man van zijn zwangere zus Bertha. Na enkele dagen wordt een geschikte begeleider gevonden; Adriaan Holle. De reis naar de Preanger van Rudolfs ouders wordt onderbroken door een bezoekje aan de theeplantage van Adriaan. In de fabriek van de plantage maakt Rudolf kennis met zijn oom Eduard en met Karel, de broer van Adriaan. De volgende dag reizen Rudolf en oom Eduard af naar de theeplantage van oom Eduard, Sinagar. Tijdens deze reis leert Rudolf paardrijden: een onmisbare vaardigheid in Indië. Kort na aankomst op de plantage wordt de reis van Rudolf naar de Preanger snel geregeld. Oom Eduard adviseert Rudolf zich in het schieten te bekwamen, zodat hij zich kan verdedigen als hij door een wild dier wordt aangevallen. Bij aankomst blijkt dat Rudolfs hulp op Ardjasari niet nodig is. Rudolf krijgt de kans om zich te bewijzen als zijn ouders naar Batavia gaan om Bertha bij te staan bij haar bevalling. Hij beheert dan korte tijd de theeplantage van zijn vader. Als oom Eduard zijn kinderen naar Nederland brengt, mag Rudolf een tijdje de plantage Sinagar beheren. Bij terugkomst schenkt oom Eduard hem het paard Odaliske, waar Rudolf zeer op gesteld is geraakt. Rudolf keert terug naar Ardjasari, maar zijn vader heeft inmiddels een nieuwe werknemer aangesteld en zodoende is Rudolf weer werkloos. Bovendien heeft Cateau, een andere zus van Rudolf, zich met de landsadvocaat Joan Henny verloofd.
De ontginning 1873-1876: Rudolf begint enthousiast met het verwijderen van de koffieplanten op zijn plantage, Gamboeng. Hij legt een proeftuin aan voor theeplanten. Rudolf is tevreden over zijn plantage, maar teleurgesteld dat zijn ouders hem nog steeds niet zijn komen opzoeken. Bovendien had hij verwacht dat zijn vader hem, als oudste zoon, om advies zou vragen omtrent de problemen met de plantage Ardjasari. Vader Kerkhoven kan Rudolf geen financiële steun meer bieden. Zijn zwager kan hem niet helpen en ook verzoeken bij diverse handelsondernemingen worden afgewezen. Enkele weken later krijgt Rudolf het bericht dat zijn zus in het kraambed is gestorven. Opnieuw vertrekken zijn ouders naar Batavia en neemt Rudolf het beheer van hun plantage over. Bertha’s kinderen worden intussen ondergebracht bij Cateau en haar man Joan Henny. Als Rudolfs ouders weer terugkeren, hebben ze eindelijk goed nieuws: Joseph van Santen is alsnog bereid financiële steun te bieden voor Rudolfs plantage. Kort daarna krijgt Rudolf officieel de erfpacht van Gamboeng. Hij verlangt naar vrouwelijk gezelschap, maar hij ziet af van een huwelijk met een Indische vrouw. Van zijn ouders krijgt Rudolf het verzoek naar de familie Henny in Batavia te gaan. Het paar 1876-1879: Cateau wordt bij de verzorging van Bertha’s kinderen door de zeventienjarige Jenny geholpen. Rudolf is op slag verliefd als hij Jenny ziet. Jenny is de middelste van drie dochters van dhr. Roosegaarde Bisschop, vice-president van het hooggerechtshof. Kort voor zijn terugkeer naar Gamboeng krijgt Rudolf de kans om Jenny te spreken. Hij vraagt of ze met hem wil corresponderen. Jenny is bang dat haar vader geen toestemming zal geven, maar Cateau komt met een oplossing. Rudolf moet zijn brieven aan zus Cateau richten, zodat Jenny ze kan bekijken. Een half jaar later ontmoeten Rudolf en Jenny elkaar weer. De vonk slaat opnieuw over. Rudolf besluit zijn vader over te halen om van Jenny’s vader toestemming voor een huwelijk te verkrijgen. Het verzoek wordt afgewezen, omdat Jenny nog te jong is. Rudolf is ontroostbaar. Het werk op Gamboeng kan hem niet meer boeien. Rudolf besluit een nieuwe woning op de plantage te bouwen. In zijn brieven aan Cateau beschrijft hij zijn vorderingen. Op verzoek van Rudolf brengt vader Kerkhoven opnieuw een bezoek aan Jenny’s vader. Deze keer krijgt Rudolf wel toestemming voor het huwelijk en korte tijd later bezoekt Jenny de plantage Gamboeng. Ze is echter teleurgesteld als ze het woonhuis ziet, waarvan ze zich meer had voorgesteld. Het gezin 1879-1907: Als gevolg van de aanhoudende droogte, mislukt de theeoogst. Desondanks is Rudolf gelukkig. Hij is inmiddels enkele maanden getrouwd en zijn vrouw is zwanger. In augustus van dat jaar wordt hun eerste zoon geboren. Hij wordt naar zijn vader genoemd, maar wordt doorgaans Baasje genoemd. Rudolfs ouders keren terug naar Nederland. Ook Joseph van Santen vertrekt met twee van zijn drie kinderen naar Nederland. Rudolf verwacht dat, nu zijn ouders repatriëren, hij het beheer over Ardjasari over moet nemen. Vader heeft echter broer August aangesteld als administrateur. Opnieuw is Rudolf teleurgesteld; hij is weer niet betrokken geweest bij een beslissing van zijn vader. In 1880 worden de veekuddes geteisterd door een uitgebreide veepestepidemie. Rudolf windt zich enorm op over het feit dat de overheid onvoldoende ingrijpt. Ondanks zijn inspanningen om de overheid op andere gedachten te brengen, wordt ook zíjn kudde door de epidemie aangetast. Rudolf brengt een onaangekondigd bezoek aan de plantage Ardjasari. Tot zijn spijt moet hij concluderen dat zijn broer de plantage verwaarloost. Rudolfs goed bedoelde adviezen worden echter afgewezen. Jenny is inmiddels zwanger van haar tweede kind. De zwangerschap verloopt moeizaam. Ze voelt zich niet gelukkig en vraagt zich af of zij wel op Gamboeng wil blijven. Na een zwangerschap van zeven maanden wordt hun dochtertje geboren. Helaas sterft zij al na enkele uren. In 1891 brengt oom Eduard een bezoek aan Gamboeng. Rudolf spreekt met hem over de situatie op de plantage Ardjasari. Oom Eduard begrijpt het probleem. Hij vertelt Rudolf dat August verliefd is op Marie, Jenny’s zus. Rudolf verneemt van Joan Henny dat zijn vader een fabriek in Amsterdam wil opzetten. Weer heeft zijn vader hem niet bij een beslissing betrokken. Aan het eind van 1891 bevalt Jenny van een tweede zoon, genaamd Eduard Silvester. Er lijkt een gelukkige periode aan te breken voor Rudolf. Helaas is deze maar van korte duur. Rudolf krijgt het bericht dat Jenny’s vader is overleden. Het paar haast zich naar Batavia om Jenny’s moeder bij te staan. In 1883 vinden een aantal vulkaanuitbarstingen plaats. De plantage van Rudolf blijft echter bespaard. Kort daarna bevalt Jenny van hun derde zoon, genaamd Emile. Jenny wordt steeds depressiever. Ze verlangt naar ontspanning, maar Rudolf geeft daar niets om. Jenny is blij als Marie hen vanuit Nederland een bezoek komt brengen. Marie heeft de verloving met August verbroken, omdat hij haar beloften deed, die hij niet nakwam. Daarnaast blijkt Marie wroeging te hebben. Ze heeft jarenlang een lustremmend poeder in haar vaders koffie gedaan, om te voorkomen dat haar moeder wéér zwanger zou raken. Daarbij heeft ze niet geweten dat het middel een hartstilstand kan veroorzaken. Rudolf is bezorgd. Er is op het eiland arbeidsonrust ontstaan. De Indische bevolking is ontevreden over de behandeling door de landeigenaren. Rudolf vraagt advies aan Karel Holle, die meer over de Indische bevolking weet. Hij is van mening dat Rudolf meer voor zijn personeel moet doen, maar Rudolf vindt dat hij zijn handen al vol heeft aan zijn kinderen. In april 1887 wordt de vierde zoon van het gezin Kerkhoven geboren. Hij wordt Karel Felix genoemd. In 1888 bevalt Jenny van een dochtertje, genaamd Bertha. Twee jaar later sterft Rudolfs vader. In zijn wilsbeschikking waardeert hij de werkzaamheden van August hoger dan die van Rudolf. Jenny neemt haar twee oudste zoons mee naar Nederland. Ze zullen daar gaan studeren en ze kunnen bij de familie Henny wonen. Enkele jaren later wil Rudolf een kwart van de aandelen in Ardjasari van zijn familie over te nemen. Joan Henny laat hij de waarde taxeren. Deze zo hoog uit, dat Rudolf besluit ervan af te zien. Teleurgesteld probeert hij een hoger salaris te krijgen en een weduwepensioen voor zijn vrouw. Dit wordt hem wel toegekend. De overname van de plantage Ardjasari blijft echter een probleem. Rudolf legt de oorzaak bij Joan Henny, die op zijn beurt (in het belang van de twee zoons) alle contacten met Rudolf verbreekt. Rudolf legt zich hier niet bij neer en haalt zijn twee zoons uit het gezin van Cateau. Hij begint een nieuwe onderneming op de hoogvlakte van Pengalengan. In 1901 vindt er een reünie plaats van de families Roosegaarde en Kerkhoven bij Jenny’s moeder in Apeldoorn. Rudolfs verblijf in Nederland maakt hem niet gelukkig. Hij heeft heimwee naar Indië. Bovendien wordt hij er door zijn familie van beschuldigd zijn broers Julius en August negatieve adviezen te hebben gegeven. Drie jaar later keert Rudolf jr., inmiddels Ru genoemd, terug uit Nederland. Hij wordt enthousiast ontvangen door zijn familie en de vele personeelsleden op de plantage Gamboeng. In 1905 trouwt Rudolfs zoon Eduard met Madeleine Lambrechtsen. Het gezin Kerhoven woont de bruiloft, die in Nederland plaatsvindt, bij. Hij keert snel weer terug naar Indië. Jenny blijft met Bertha achter. Ze is zelfs aanwezig bij de geboorte van haar eerste kleinkind. Op de foto is te zien dat Jenny erg oud is geworden. Ze lijdt aan een zenuwziekte en heeft depressieve buien. Bij terugkomst in Indië verslechtert haar situatie. Niet lang daarna overlijdt ze aan een hartstilstand. Jenny wordt bij het graf van haar overleden dochtertje begraven. Gamboeng, de laatste dag 1 februari 1918: Rudolf woont sinds een jaar met zijn dochter Bertha in Bandoeng. Hij voelt dat hij oud en ziek wordt. Hij wil dan ook nog één keer de plantage Gamboeng bezoeken. Rudolf vraagt zich af of hij Jenny misschien verwaarloosd heeft. Van haar zus Marie heeft hij begrepen, dat ze geen hartstocht heeft gekend. Hij denkt aan zijn vader, die graag op Ardjasari begraven had willen worden. Als Rudolf bij de plantage Gamboeng aankomt, vertelt hij zijn dochter dat hij op zijn eigen plantage begraven wil worden. De schrijfstijl is heel netjes. Het zijn foutloze zinnen. Niet altijd evenveel spreektaal. Er zitten veel typisch Soendaase woorden in. Dit geeft wel een ‘echt’ effect. Het boek is een combinatie van feit en fictie. Alle informatie is uit brieven en foto’s uit die tijd gehaald. Het hele verhaal is ook verteld vanuit een alwetende verteller. Merendeel is alles verteld vanuit Rudolf, maar na een tijdje krijg je ook de gedachten van Jenny te lezen. Pas op het einde van het boek krijgt de lezer rechtstreekse informatie uit foto’s en brieven. Het verhaal speelt zich voornamelijk af in Indië, maar sommige delen ook in Apeldoorn, Twello, Deventer en Delft. De tijd die is beschreven is bijna het hele leven van Rudolf, namelijk 1869 tot 1918. Er komen veel historische feiten in het boek naar voren (commune van Parijs, Frans-Duitse oorlog van 1870). Op zoek naar thematiek Het hoofdthema in ‘Heren van de thee’ is gevoelens. Rudolf is teleurgesteld dat zijn vader hem niet betrekt in het nemen van beslissingen. Deze gevoelens durft hij niet uit te spreken. Ook Jenny heeft moeite met het uiten van haar gevoelens. Ze is ongelukkig op Gamboeng, maar laat hiervan weinig merken. Deze onuitgesproken gevoelens leiden tot depressieve buien en het plegen van zelfmoord. Ook is tragiek een thema, maar eigenlijk zijn dit de gevoelens van Rudolf en Jenny. Rudolf komt aan het eind van zijn leven erachter dat zijn enige echte liefde zijn plantage was. Het thema heeft een grote relatie met de titel. De ‘Heren van de thee’ zijn eigenlijk alle eigenaren van de theeondernemingen. Maar voor Rudolf Kerkhoven zou je het nog persoonlijker kunnen zien. Hij was voor Jenny niet de Heer voor haar, maar alleen de Heer voor de thee.
Plaats in de literatuurgeschiedenis Hella Serafia Haasse is in Batavia (Nederlands-Indië) op 2 februari 1918 geboren. Wat opvallens is, is dat het boek eindigt op de dag voor haar geboorte. Dus deze hele geschiedenis zou direct aan haar leven vooraf zijn gegaan. Hella zat op het gymnasium. Ze is even in Nederland geweest (1924-1928), samen met haar moeder. Ze schreef haar eerste roman op elfjarige leeftijd. In 1938 ging Hella definitief naar Nederland. Ze ging Scandinavische Taal- en Letterkunde studeren. In 1941 gaf ze haar studie op om aan de Amsterdamse Toneelschool te gaan studeren. Deze studie werd in 1943 succesvol afgerond en het jaar daarop trouwt ze met Jan van Leliënveld. In de Tweede Wereldoorlog nam ze niet deel aan verzetsgroepen. Wel schreef ze gedichten die in 1945 verschenen in ‘Stroomversnelling’. ‘Oeroeg’, dat in 1948 verscheen, was haar doorbraak. Het boek is in zoverre typerend voor de schrijfster dat het haar geschiedenis zou kunnen zijn. Het is eigenlijk niet meer typerend voor de tijd waarin het is geschreven, want het is pas in 1992 voor het eerst uitgebracht.

REACTIES

A.

A.

Tering lang samenvatting

6 jaar geleden

J.

J.

her en der staan schrijffouten zoals het stukje dat oom Eduard in 1891 langskomt maar dat moet 1881 zijn

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Heren van de thee door Hella S. Haasse"