Over de schrijfster Thea Beckman werd 23-07-1923 geboren in Rotterdam. Ze was enig kind en groeide op in de crisistijd. Ze wilde eigenlijk gaan studeren maar vanwege de armoede in het gezin kon dat niet. Ze wilde graag schrijfster of ontdekkingsreiziger worden. In 1945 trouwde ze en kreeg drie kinderen. In 1947 begon ze al met het schrijven van verhalen voor tijdschriften e.d. In 1957 bracht ze haar eerste boek uit (De ongelooflijke avonturen van Tim en Holderdebolder). Sinds 1970 is er bijna elk jaar een boek van haar verschenen. Ze schrijft vooral dikke historische romans. Daar doet ze dan ook veel moeite voor. Ze snuffelt in veel boeken over die tijd en bezoekt ook vaak de plaats waar het verhaal zich afspeelt. Ze gebruikt ook vaak personages die echt hebben bestaan. De vrouwelijke hoofdpersonen in haar verhalen zijn vaak een beetje opstandig en niet gehoorzaam. Ze heeft ook een trilogie van de toekomst geschreven die wel een beetje op het verleden lijkt maar daar zijn de vrouwen de baas. Thea Beckman overleed in 2004 op 80-jarige leeftijd. Samenvatting In kampen 1462 word Hasse Simonsdochter, de hoofdpersoon van het verhaal, geboren. Ze is de dochter van een arme rietvlechter en zijn vrouw. Hasse lijkt helemaal niet op haar broertjes en zusjes. Ze heeft ravenzwart haar is slank en heeft donkere ogen in tegenstelling tot haar broertjes en zusjes, die blonde haren en grijsblauwe ogen hebben. Ook heeft Hasse veel driftbuien en is een moeilijk kind. Haar ouders geloven dat Hasse een wisselkind is (dat wil zeggen dat de rietelfen hun eigen kind hebben omgeruild met het kind van de rietvlechter) en ze zijn van mening dat als ze Hasse maar genoeg slaan en schoppen, de rietelfen vanzelf hun kind terug komen halen. Hasse vlucht dan vaak naar de rietvelden, waar ze een hutje heeft ze gebouwd, en jaagt ze met haar zelfgemaakte pijl en boog op dieren. In het voorjaar van 1477 proberen drie veedrijvers haar te verkrachten. Ze wordt nog net op tijd gered door een huurling, Jan van Schaffelaar, die toevallig voorbij reed. Hij steekt er een dood en de andere twee gaan er snel vandoor. Hasse merkt dat Jan van Schaffelaar een aardige man is. Als het tijd is om afscheid te nemen zet hij haar vlakbij haar huis af en rijdt verder. Een paar dagen later hoort Hasse bij toeval dat Jan van Schaffelaar is gearresteerd vanwege het neersteken van een veedrijver. Op de dag van de terechtstelling gaat Hasse naar de stad en ziet daar de enige man die ooit aardig voor haar is geweest op het schavot, wachtend op de dood. Ze verbidt hem (dat betekent dat ze met hem trouwt en hij wordt vrijgelaten). Ze worden ontzettend verliefd op elkaar. Maar Jan moet er alweer snel vandoor, hij is immers een huurling. Hij huurt een huisje in Zutphen voor Hasse waar ze kan blijven tot hij terug is. Hasse houdt het niet uit in de stad en gaat samen met haar hond Tieske die ze heeft gekocht het bos in, levend van het wild dat ze afschiet. Ze keert terug naar Zutphen en hoort van Jan’s opdrachtgever, heer Wijnand, dat Jan hoogwaarschijnlijk is omgekomen. Ze is gek van verdriet en keert terug naar Kampen. Jan blijkt niet dood te zijn en gaat Hasse zoeken. Als hij haar heeft gevonden helpt ze hem mee met zijn nieuwe opdracht, geldtransporten onderscheppen. Ze kleedt zich als een jongen en trekt mee op de rooftochten met Jan en de bende die zichzelf de graafschappers noemen. De graafschappers nemen intrek op een boerenhoeve. Omstreeks dezelfde tijd zoekt Gerrit van Wou zijn oom Geert op die klokkengieter is. Gerrit wordt leerling van meester Geert. Ze gaan in Kampen wonen. Wanneer ze in Amsterdam nieuw materiaal gaan kopen worden ze onderschept door de graafschappers en worden hun gegijzelden. Gerrit heeft een oogje op Hasse die daar niks van moet hebben. Na een tijdje moeten ze de gegijzelden laten gaan. Een paar maanden later verandert de politieke situatie ineens en krijgen de graafschappers een nieuwe opdracht. Ze vestigen zich in het achterveld. Hasse krijgt in die periode een kind: Lysken. De bewoners van dat gebied moeten niks van de graafschappers hebben. Er wordt een legermacht ingezet tegen de graafschappers. Tijdens de aanval trekken ze zich terug in de kerk van Barneveld maar ze hadden er niet op gerekend dat ze tegenover donderbussen (kanonnen) stonden. Jan van Schaffelaar geeft zich over zodat de rest (met name Hasse) vrijuit kan gaan. Voordat de rest beseft wat hij doet springt hij van de kerktoren. Hasse trekt zich samen met Lysken en Tieske terug in Kampen en verdient de kost als waarzegster. Gerrit van Wou komt erachter dat Hasse de waarzegster is en doet haar een huwelijksaanzoek. Ze wijst hem eerst af maar na veelvuldig aandringen zegt ze erover na te denken. Uiteindelijk zegt ze ja.