'God wil het!' door Dirk Bracke

1) Het leven en werk van de auteur. Dirk Bracke (Sint-Gillis-Waas, 1953) is een postbediende. Hij houdt van rockmuziek, daarom bezoekt hij samen met zijn zonen elk jaar het Torhout- en Werchterfestival, en van sport. Geschiedenis heeft hem ook altijd al geboeid. Hij begon met schrijven in het clubblad van de plaatselijke volleybalclub. Daarna schreef hij Vlaamse Filmpjes (1988). Steen, zijn debuut, liet dan ook niet lang op zich wachten. Hij schrijft meestal 's ochtends, 's middags werkt hij dan als postbediende.Dirk geeft een realistische weergave van de thema’s en zijn boeken zijn erg geliefd bij jongeren omwille van zijn inleving in hun wereld. Soms wonen de hoofdpersonages van zijn boeken in andere werelddelen (kindprostituees op de Filippijnen, straatkinderen in Brazilië), soms wonen ze hier bij ons (seropositieve jongen in Vlaanderen). Hij schreef ook twee boeken over gehandicapte jongeren (over een autistisch meisje en over een hardhorend meisje). Voor hij een boek schrijft, informeert Dirk Bracke zich ook altijd goed zodat je een waarheidsgetrouwe benadering krijgt. Meestal is het einde van zijn boeken positief. Dit zijn de boeken die tot hier toe van hem verschenen: 1993 Steen (Davidsfonds / Infodok) 1994 Blauw is bitter (Davidsfonds / Infodok / 2e druk 1998) 1995 Een vlieg op de muur (Davidsfonds / Infodok) 1996 Het uur nul (Davidsfonds / Infodok) 1997 Groene mist (Abimo) 1997 Een lege brug (Davidsfonds / Infodok / 4e druk 2001) 1998 De sjoekel (Abimo) 1999 Stille lippen (Davidsfonds / Infodok / 2e druk 2000) 2000 De sjoekel 2.0 : en nu iets helemaal anders (Abimo) 2001 Straks doet het geen pijn meer (Davidsfonds / Infodok / 2e druk 2001) 2001 Overleven in de tros (Abimo) 2002 Als de olifanten vechten (Davidsfonds / Infodok) 2003 Het engelenhuis (Davidsfonds / Infodok / 2e druk 2003) 2003 'God wil het!' (Abimo) 2003 Touria (Davidsfonds / Infodok) 2004 Vuurmeisje (Davidsfonds / Infodok) 2004 Zij en haar (Davidsfonds / Infodok / 2e druk 2004) 2005 Henna op je huid (Davidsfonds / Infodok) 2006 Buitenbeen (Abimo) Dit zijn de bekroningen van zijn boeken: 1996 Prijs van de Kinder- en Jeugdjury voor het boek in Vlaanderen 14 t/m 16 jaar voor Een vlieg op de muur
1998 Prijs van de Kinder- en Jeugdjury voor het boek in Vlaanderen 14 t/m 16 jaar voor Het uur nul

2003 Prijs van de Kinder- en Jeugdjury Limburg 14 t/m 16 jaar voor Straks doet het geen pijn meer
2003 Prijs van de Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen 14 jaar en ouder voor Straks doet het geen pijn meer 2) De samenvatting. Henri is een arme boerenzoon van 12 jaar oud. De jongen en zijn gezin wonen in een hutje en ze staan onder het bevel van een heer, waaraan ze jaarlijks een deel van de oogst moeten afstaan. Dan horen ze de opruiende toespraak van een prediker, die hen aanspoort mee te gaan op kruistocht. Wanneer ze horen hoe slecht de christenen in Jeruzalem wel niet behandeld worden en hoe wreedaardig de Turken zijn, besluit Henri’s vader Willem dat ze meegaan om de ongelovigen te verjagen. Hiermee slaat het gezin van Henri een totaal nieuwe, onbekende weg vol gevaren in. Onderweg ontmoet Henri Dries, een weeskind. Ze sluiten vriendschap en voortaan zijn ze met twee om weerstand te bieden tegen de constante honger, dorst, gevaren en de barre weersomstandigheden. Bij de belegering van Nicea verliest Henri echter zijn beste vriend. Voortaan is hij weer alleen maar algauw vindt hij iemand nieuw om mee op te trekken: Adela. De tocht gaat verder en de kruisvaarders belegeren ook Constantinopel en Antiochië. Na een tocht van drie jaar komt het verwilderde leger aan in Jeruzalem. Hier worden alle heidenen uitgemoord en op het einde van het boek voelt Henri een leegte: hij is nu in de stad van Jezus, maar ze is besmeurd met bloed. 3) Keuze van de titel. De titel is de leuze van de kruisvaarders. Ze vergieten liters bloed en moorden de dorpen die ze onderweg tegenkomen uit onder het motto ‘God wil het’. Dat de leiders van de kruistocht andere motieven hebben dan de christenen in Jeruzalem te verlossen van de Turken, daar staat het gewone volk niet bij stil. 4) Bespreking. Dit boek gaat over de eerste van de zeven kruistochten, die waarin Godfried van Bouillon meegaat. De eerste kruistocht begon in 1096. Iedereen die het maar wilde mocht meegaan. Zo deed niet alleen het gewone volk mee maar er liepen ook priesters, vorsten en bisschoppen mee. Ook moeders en kinderen liepen mee in deze tocht. Er waren twee goede redenen om mee te lopen met deze kruistochten. Ten eerste deed je mee om Jeruzalem te bevrijden. Ten tweede werden al je schulden en zonden je vergeven. Aan deze tocht deden wel meer dan 80.000 mensen mee! Helaas zijn al deze mensen die meededen overleden tijdens de tocht of vlak voor de eindbestemming. Ze werden gedood door de Turken. Enkele andere subthema’s zijn - geloof: alles draaide hierrond en zonder het geloof zouden er geen kruistochten geweest zijn. - vriendschap: hierdoor werden de harde omstandigheden waarin Henri reisde enigszins verzacht. De personages zijn verbonden met elkaar ofwel doordat ze een gezin vormen, ofwel doordat ze vrienden of medereizigers zijn. Ik vind dat de sfeer van de kruistochten met glans weergegeven wordt, je waant je middenin de reizende groep mensen. Het thema kan zeker kritisch benaderd worden en de auteur geeft zijn mening: hij keurt de kruistochten af. Ik deel die mening want er werd ontzettend veel geleden alleen zodat de hoge heren nog rijker en machtiger zouden worden. Ook dat er zoveel mensen omgekomen zijn door uitdroging, honger, mishandeling en vechten vind ik vreselijk. Het boek wint aan realisme doordat de beschreven dingen ook daadwerkelijk gebeurd zijn. 5) Hoofdpersonage. Henri is de protagonist van het verhaal. Hij is een naïeve opgroeiende jongen die zeer blij is dat hij het harde boerenleven achter zich kan laten en de wereld kan ontdekken. Hij denkt dat al het lijden rondom hem nodig is als offer zodat de overlevenden Jeruzalem kunnen bereiken. Alles wat de geestelijken hem voorkauwen, neemt hij klakkeloos over. Door wat hij zegt kun je opmaken dat hij een onderdanige jongen is, die zich bewust is van zijn plaats in de maatschappij, d.w.z. dat hij onder de adel en geestelijken staat.
6) Waar en wanneer. Het verhaal speelt zich af ten tijde van de eerste kruistocht, van 1096 tot 1099 na Christus. Er worden vele plaatsen aangedaan: de tocht gaat van in Vlaanderen langs de Alpen naar Rome, over de Middellandse Zee tot in Jeruzalem. Dit heeft uiteraard een grote invloed op het verhaal want de tocht wordt beschreven volgens de gewoonten die toendertijd golden. 7) Chronologisch? Het verhaal wordt chronologisch verteld, dit past denk ik het best bij dit verhaal. Hierdoor blijft het ook spannend aangezien je niet weet welke gebeurtenissen de personages nog te wachten staan. Wie de personages zijn kom je in de loop van het verhaal te weten, maar niet door flashbacks. 8) Taalgebruik. Dit boek is geschreven in vlot, hedendaags Nederlands. Het boek is heel aangenaam om te lezen doordat het niet ingewikkeld of gecompliceerd geschreven is. Het boek is vlot, maar toch is er een grote verscheidenheid in woordenschat. 9) Vertelperspectief. Er is hij/zij perspectief. Het boek wordt verteld in verleden tijd, waardoor je als lezer de indruk krijgt dat de gebeurtenissen echt gebeurd zijn.