Titel: Giph
Auteur: Ronald Giphart
Jaar van eerste uitgave: 1993
Inhoud
Op de laatste dag van 1990 neemt Giph – Seksgiph bij de vrienden – zich voor een tijdlang niet over seks te praten of te schrijven, maar enkel nog over literatuur. Desondanks beschrijft hij hoe hij de vorige avond, samen met zijn boezemvrienden Monk en Thijm, in het Utrechtse café De Wingerd drie meisjes versierde en mee naar hun studentenhuis nam. Giph werd vooral aangetrokken door Asja, een zeventienjarig gymnasiummeisje dat Algemene Letteren wil gaan studeren.
De volgende ochtend treffen de bewoners van het studentenhuis de voorbereiding van een oudejaarsfeest. Tot wanhoop van Giph willen Monk en Thijm ondertussen ernstig over literatuur praten. Het gesprek doet Giph terugdenken aan het moment waarop hij besloot schrijver te worden: 27 april 1988, tijdens het publiek interview met Joost Zwagerman. Vooral het feit dat Zwagerman er die avond met het knapste meisje onder de toeschouwers er vandoor ging, maakte indruk.
Wanneer het huis helemaal opgeruimd en versierd is, komt Céline bij Giph, haar ‘praatvriend’, uithuilen over een verbroken relatie. Tot zijn eigen verbazing voelt Giph hierbij oprecht medelijden.
Op het oudejaarsfeest komt Asja even langs, maar Giph houdt zich langer op met Andrea, zijn ‘theoretische nymfomane’ met wie hij constant over seks praat, en Freanne, uitgeefster en oudere zus van Thijm. Het feest ontaardt, tot grote tevredenheid van Giph, in een bloteborstenpartij. Later op de avond speelt het gezelschap een spelletje ‘gevaarlijke vragen’. Tijdens het spel zoekt Debby, één van Giphs huisgenoten, toenadering tot hem. In een latere fase, wanneer alle lichten gedoofd zijn en iedereen met iedereen ligt te wriemelen, blijkt Giph niet met Debby maar met Freanne omstrengeld te hebben. Wanneer ze een rustiger plekje op willen zoeken, lopen ze in de gang tegen Asja aan, die teruggekomen is om Giph haar liefde te verklaren. Freanne verdwijnt plots en Asja blijft bij Giph slapen.
Eind februari brengt de vriendengroep zijn traditionele wintervakantie door in het Zwitsere Veyonnaz. De groep is verdeelt in twee geledingen: de Buckels (gemotiveerde, getrainde skiërs) en de Baby’s (levensgenieters voor wie het skiën bijkomstig is). Giph behoort uiteraard tot de tweede groep. Voor het eerst is ook Noëlle, Freannes dochter, mee op wintersport. Giph is helemaal weg van haar.
De après-ski wordt gewoonlijk in discotheek Les Quatre Valées doorgebracht. Giph leert er Constance kennen, een skilerares. Een ander meisje, Simone, zoekt bij hem bescherming voor een opdringerige aanbidder, waardoor er bijna een gevecht ontstaat.
De laatste avond zijn zowel Giph, Monk als Thijm ervan overtuigd dat er ‘iets’ moet gebeuren. De meeste Baby-meisjes blijken echter helemaal gecharmeerd van Pascal, hun ietwat bedeesde skileraar. In de disco nodigt Constance Giph uit samen te blijven slapen, maar hij heeft zijn interesse voor haar verloren. Wanneer hij bovendien Noëlle met Pascal en Simone met haar achtervolger ziet zoenen, is zijn avond helemaal om zeep.
Thuis vindt Giph een brief van Asja, om hem te melden dat ze iemand anders heeft, en één van Freanne, om hem uit te nodigen voor het Amsterdamse boekenbal. Ook Monk en Thijm kunnen mee. Het bal valt nogal tegen: veel meer dan het observeren en becommentariëren van de aanwezige schrijvers valt er niet te doen. Giphs conclusie is duidelijk: nooit meer Amsterdam. Terug in Utrecht verteld Freanne hem over haar ‘tienminnaars-ideaal’. Giph valt helaas net buiten haar top tien. Toch mag hij met haar de nacht doorbrengen. De volgende dag vindt hij een kaartje in de bus: ‘Nieuw binnengekomen op nummer tien’.
Giph wordt tot groot ongenoegen van Noëlle, één van de vaste minnaars van Freanne. OP een avond in De Wingerd neemt hij zich samen met Monk en Thijm voor de Nederlandse literatuur kapot te maken. Ze richten daarvoor stante pede ‘de Utrechtse School’ op. Dezelfde avond doet een soldaat in het café een zelfmoordpoging. Geshockeerd door dit gebeuren zoekt Noëlle steun bij Giph. De volgende ochtend drukt Freanne Giph op het hard dat hij met iedereen mag vrijen, behalve met haar dochter.
Eind mei slaapt Giph voor het eerst in Freannes villa in Baarn. Die nacht komen haar man Nic en Noëlle onverwacht thuis. Geen van beide maakt echter problemen. Noëlle dringt er de volgende ochtend morgen bij Giph op aan bij haar te blijven. Ze kijken de hele dag video’s. De volgende nacht is het ‘luilak’: de Baarnse jongeren trekken er dan op uit om met zoveel mogelijk lawaai iedereen akker te houden. Net voordat ze door de politie ingerekend worden, bekent Noëlle dat ze verliefd is op Giph. De politie brengt hen naar De Raboes, een afgelegen jachthaven waar Freanne en Nic een boot hebben liggen. Daar wordt Noëlle ontmaagd door Giph.
Begin juni, prachtig weer en Giph is ziek. Van pure ellende herleest hij zijn favoriete kinderboek Rob en de stroper van Tjod Idi, waarin een kleine jongen door zijn klasgenoten meedogenloos wordt uitgestoten. Dat brengt Giph op een verhaal over zijn asociale huisgenoot Fritsjof, die ooit het slachtoffer moest worden van een moordplan dat hij samen met Monk en Thijm had bedacht. Ondertussen heeft het plan om de Nederlandse literatuur te torpederen de vorm gegeven van een boek dat de gevestigde schrijvers in hun hemd moet zetten. Alleen wil zelfs Freanne het niet uitgeven.
Giph wordt heen en weer geslingerd tussen zijn gevoelens voor Freanne en die voor Noëlle. De eenvoudigste oplossing lijkt voor hem met allebei een relatie te hebben. Die zomer krijgt hij van Freanne een verwenreisje naar Limburg en van Noëlle een zeiltocht op het IJsselmeer.
Onuitgenodigd dringen Giph, Monk en Thijm binnen op een bootfeest van Andrea en twee van haar vriendinnen. Giph heeft die avond de pest in. Waardoor hij ruzie krijgt met zowat iedereen die hem aanspreekt. Later die nacht ontfermt hij zich aan de waterkant over een oude zwerver.
Op een feest in Freannes tuin proberen Noëlle en Giph te vrijen achter de garage. Freanne betrapt hen en maakt een hele scène. Giph vindt haar huilend terug in haar studeerkamer. Wanneer Noëlle hen komt opzoeken, hebben ze een openhartig gesprek over hun driehoeksverhouding. Onder invloed van de wijn wordt het gesprek steeds intiemer en loop het uit op een trio. De volgende morgen hoort Giph van Freanne dat haar dochter met geen van beide nog iets te maken wil hebben. Walgend loop hij het huis uit, om er nooit meer terug te keren.
Giph doet zijn verhaal vanaf een camping in de Belgische Ardennen, waar hij samen met Monk en Thijm naartoe is getrokken. Ze ontmoeten er de Nederlandse studentes Daan en Floor. De jongens spreken af hen te versieren. Monk en Thijm bemachtigen twee kano’s, waarmee ze in gezelschap van de meisjes een tocht maken terwijl Giph alleen achter blijft. De laatste avond spelen ze bij het kampvuur een sopelletje truth or dare. Giph krijgt van Thijm de opdracht de rest van de avond in hun tent door te brengen. De vier anderen kruipen in de meisjestent.
Aan het begin van de nazomer gaat Giph, zonder invitatie, met zijn ‘voormalige vrienden’ Monk en Thijm naar een borrel ter gelegenheid van het tienjarige bestaan van Freannes uitgeverij. De jongens geraken er in gesprek met Jeroen Brouwers, eens hun bewonderde voorbeeld. Na een etentje in een Grieks restaurant zetten Brouwers, zijn vriendin Coco, Monk en Giph de avond gezamenlijk verder. Steeds meer drinkend, belanden ze in het huis van Brouwers vriendin. Een straalbezopen Brouwers laat Giph en Monk een contract opstellen waarin ze verklaren hem steeds trouw te zullen blijven. Na nog meer drank vraagt hij Giph op pathetische wijze ‘het van hem over te nemen’. Misselijk en gedesillusioneerd keert Giph naar huis terug.
Thema
Seks en literatuur zijn de hoofdthema’s van dit boek. Ook gaat Giph over vriendschap en de ondergang daarvan. Seks wordt beschreven als een genotsmiddel. Er wordt niet alleen over gepraat, maar de betreffende handelingen worden ook uitgebreid beschreven. Seks en literatuur worden op verschillende manieren met elkaar in verband gebracht: “Me schrijven is me aftrekken”. Ook is het studentenleven dat Giph leidt een thema.
Motieven
Jeroen Brouwers: Giph, Monk en Thijm zijn een grote fan van hem. Vaak worden er zinnen van Brouwers werk geciteerd en dingen worden vaak met hem vergeleken. Aan het einde ontmoeten ze hem zelfs.
Feesten: Giph en zijn vrienden komen steeds op feesten terecht en daar spelen zich meestal de belangrijkste gebeurtenissen af. En feesten horen bij het thema studentenleven.
Symboliek
Geen symboliek in dit boek.
Tijd
Het boek begint met het oudjaar van 1990 en eindigt aan het begin van de nazomer 1991. Het boek is geschreven in briefvorm, dus is het verteld in de verledentijd. Het boek bestaat uit brieven, dus alles wat wordt verteld is al gebeurd. Dus kun je zeggen dat alles een flash-back is van Giph.
Ruimte
Het boek speelt zich meestal af in Utrecht, waar Giph woont (samen met Monk, Thijm en een nog een groep) in een studentenhuis. Ook spelen sommige verhalen van Giph zich af op literaire feesten, die vinden meestal plaats in Amsterdam.
Er zijn ook 2 belangrijke vakantiebestemmingen: Veyonnaz (Zwitserland) en Houffalize (de Belgische Ardennen).
Personages
Giph is de hoofdpersoon en het enige personage dat uitgebreid wordt besproken. Giph woont in een studentenhuis in Utrecht. Hij heeft zijn studie Nederlands opgegeven. Zijn enige interesses zijn seks en literatuur, de volgorde is voor hem niet van belang. Hij vindt zichzelf knap, intelligent, belezen en vlot der taal: een laattwintigste-eeuwse dandy. Hij vindt zichzelf geweldig. “Ik ben mijn beste vriend, mijn favoriete auteur, mijn liefste minnaar, mijn bondgenoot, door dik en dun!”. Giph selecteert zijn vrienden op uiterlijk. Hij vindt het namelijk belangrijk om naar iets leuks te kijken als hij een gesprek heeft. Ook in relaties vindt hij het uiterlijk belangrijk. Hij heeft het liefst jonge, mooie meisjes, liefst met interesse voor literatuur. Het belangrijkste in deze relaties is seks.
Monk en Thijm zijn Giphs beste vrienden. Voor Giph zijn zij een spiegel of klankbord. Samen vormen zij een driemanschap. Giph, Monk en Thijm zijn zo met elkaar vergroeid dat ze bijna ‘elkaar geworden’ zijn.
Verder spelen Noëlle en haar moeder Freanne een belangrijke rol in Giphs leven. Giph is van hen beide een minnaar tot dat zij een trio hebben.
Titelverklaring
Door de titel Giph lijkt het boek een autobiografie. Er zijn wel overeenkomsten met de schrijver (zoals de afgebroken studie Nederlands en het leven in een studentenhuis). Als lezer weet je niet welke gebeurtenissen in het verhaal ook echt beleefd zijn door de schrijver. Dat maakt het leuk om te lezen. Zelf neemt Giphart de grens tussen fictie en autobiografie niet erg serieus.
Het is ook niet duidelijk hoe je Giph moet uitspreken. Je kan het uitspreken met een ‘f’ en met een aangeblazen ‘p’. De verschillen in uitspraak blijken uit de verschillende samenstellingen die worden gemaakt, zoals Giphslang, Giphangel en Giphsbeen.
Vertelperspectief
Het boek is geschreven in de ik-perspectief. Alles wat je leeft zijn brieven aan een onbekend persoon. Je leest dan ook alleen maar Giph’s gedachten en ervaringen.
Sociale/historische context van het verhaal
In de boeken van Giphart zijn seks en literatuur steeds de thema’s. Zijn opvattingen over die thema’s zijn ook te vinden in zijn debuutroman Ik ook van jou (1992) en in de verhalenbundel Het feest der liefde (1995), ook zijn deze boeken beide gesitueerd in het studenten milieu. In Phileine zegt sorry (1996), een roman die zich in New York afspeelt, wordt het verhaal niet verteld door een herkenbare
Giphart-dubbelganger, maar door een meisje met dezelfde levenswijze als de hoofdpersonages in Gipharts andere werken. Met De voorzitter (1999) verlegt Giphart zijn aandacht naar het voetbalmilieu. In Planeet literatuur verscheen ook echt een herschrijving van de Nederlandse literatuur, zoals Giph dat wilde. Verder komen in dit boek ook een aantal literaire anekdotes aan bod die in Giph zijn verwerkt, vooral over Jeroen Brouwers en Geerten Meijsing. Giphart wordt over het algemeen beschouwd als vertegenwoordiger van de ‘Generatie Nix’, waar Arnon Grunberg, Joris Moens, Joostzwagerman en Paul Mennes ook bij horen. Nix-auteurs beschrijven het met seks, drank en drugs gevulde leven van welgestelde jongvolwassenen. Maar Giphart verzet zich tegen het Nix-label, omdat hij wil dat zijn werk op zijn eigen verdiensten wordt beoordeeld. Relevante achtergrond informatie over de auteur Ronald Edgar Giphart werd op 17 december 1965 geboren in Dordrecht in een links milieu. Hij is opgegroeid in zoals hij dat zelf noemt een typisch jaren-zeventiggezin. Zijn vader is huisvestingambtenaar en zijn moeder heeft in de tweede kamer gezeten voor de PvdA. Gipharts ouders zijn gescheiden toen hij elf was, hij woonde bij zijn vader. Sinds 1986 woont hij in de Utrechtse Betonbuurt. Hij behaalde zijn havodiploma en deed daarna vwo. In Utrecht studeerde hij drie jaar Nederlands tot hij in 1989 zijn studie afbraak om te gaan schrijven. In 1994 werd Giphart fulltime schrijver
Voor Ik ook van jou ontving Giphart het Gouden Ezelsoor, de literaire prijs voor het best verkochte debuut van 1992. Bronnen: Lexicon van literaire werken (februari 2001) Kritisch literair lexicon (augustus 1995)
Giphart-dubbelganger, maar door een meisje met dezelfde levenswijze als de hoofdpersonages in Gipharts andere werken. Met De voorzitter (1999) verlegt Giphart zijn aandacht naar het voetbalmilieu. In Planeet literatuur verscheen ook echt een herschrijving van de Nederlandse literatuur, zoals Giph dat wilde. Verder komen in dit boek ook een aantal literaire anekdotes aan bod die in Giph zijn verwerkt, vooral over Jeroen Brouwers en Geerten Meijsing. Giphart wordt over het algemeen beschouwd als vertegenwoordiger van de ‘Generatie Nix’, waar Arnon Grunberg, Joris Moens, Joostzwagerman en Paul Mennes ook bij horen. Nix-auteurs beschrijven het met seks, drank en drugs gevulde leven van welgestelde jongvolwassenen. Maar Giphart verzet zich tegen het Nix-label, omdat hij wil dat zijn werk op zijn eigen verdiensten wordt beoordeeld. Relevante achtergrond informatie over de auteur Ronald Edgar Giphart werd op 17 december 1965 geboren in Dordrecht in een links milieu. Hij is opgegroeid in zoals hij dat zelf noemt een typisch jaren-zeventiggezin. Zijn vader is huisvestingambtenaar en zijn moeder heeft in de tweede kamer gezeten voor de PvdA. Gipharts ouders zijn gescheiden toen hij elf was, hij woonde bij zijn vader. Sinds 1986 woont hij in de Utrechtse Betonbuurt. Hij behaalde zijn havodiploma en deed daarna vwo. In Utrecht studeerde hij drie jaar Nederlands tot hij in 1989 zijn studie afbraak om te gaan schrijven. In 1994 werd Giphart fulltime schrijver
Voor Ik ook van jou ontving Giphart het Gouden Ezelsoor, de literaire prijs voor het best verkochte debuut van 1992. Bronnen: Lexicon van literaire werken (februari 2001) Kritisch literair lexicon (augustus 1995)
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden