Analyse
Titelbeschrijving
Ronald Giphart, Giph. Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar, 1993 (eerste druk) Titelverklaring
Giph is de hoofdpersoon van het boek. De naam is afgeleid van de achternaam van de schrijver, Giphart. Ik heb ook een keer een verklaring gehoord die ik zelf een beetje in twijfel trek: Giph kan je ook uitspreken als ‘gif’. Dat zou dan slaan op de giftigheid van Giph’s karakter, maar ik zie die giftigheid van Giph eigenlijk niet. Hoofdstukken
Het boek bevat 10 hoofdstukken; eerste hoofdstuk: ‘JONGEMEISJESHARTEN’ Tweede hoofdstuk: ‘DE AVONDEN DAARNA’ Derde hoofdstuk: ‘THE LAST CHRISTMAS TOUR’ Vierde hoofdstuk: ‘NOOIT MEER AMSTERDAM’ Vijfde hoofdstuk: ‘BLIJE MENSEN’ Zesde hoofdstuk: ‘LIEFDE IN TIJDEN VAN OORLOG’ Zevende hoofdstuk: ‘GIPH EN DE STROPER VAN TJOD IDI’ Achtste hoofdstuk: ‘NORMALE LIEFDE’ Negende hoofdstuk: ‘HET GEZELSCHAPSSPEL’ Tiende hoofdstuk: ‘STORM EN DRANK’ Het boek bevat een epiloog: ‘ ”IK BEN DE VERHALEN DIE IK VERTEL” ‘ Personages
Giph is de hoofdpersoon en ook de enige die is uitgewerkt. Hij is een karakter. Giph is een student Nederlands die een grote belangstelling heeft voor literatuur, hij wilde ook schrijver worden. Zijn grote voorbeeld is Jeroen Brouwers. Daar heeft hij het dan ook constant over. Maar na dat hij hem ontmoet heeft is zijn hele beeld van held verdwenen. Giph heeft ook veel belangstelling voor seks en daar heeft hij het dan ook heel vaak over (hij wordt ook wel Seksgiph genoemd). De andere personages zijn allemaal types. Ze hebben allemaal een ondergeschikte rol.
Tijd
Het is geschreven in de tegenwoordige tijd, behalve als de auteur terugblikt. Het verhaal speelt zich vanaf begin 1991 tot aan de nazomer van 1991. Het verhaal is niet-continu geschreven en niet chronologisch verteld. Er zijn enkele retroversies en een anticipatie. De verteltijd is ongeveer drie uur en de vertelde tijd is ongeveer een halfjaar. Er is veel sprake van tijdverdichting. Structuur
Het verhaal bevat één verhaallijn. Het verhaal begint in medias res. Ruimte
Het verhaal speelt zich af in Utrecht in Nederland, behalve een keer in Veysonnaz en een keer in de Ardennen. Het weer heeft geen invloed op het verhaal, behalve dat de sneeuw in Veysonnaz een gunstige invloed op de sfeer had. Perspectief
Het verhaal is vanuit de ik-vertelsituatie geschreven en die ik-figuur is Giph. Thematiek
Onder het thema verstaan we: het studentenleven, waarom Giph heeft besloten om schrijver te worden en relaties. De motieven zijn seks, vriendschap, schrijverschap en liefde voor de literatuur. Ik vind Jeroen Brouwers ook een motief, mede omdat veel aspecten van dit verhaal veel op de stijl van Brouwers lijken
Belangrijkste kunstgreep
De belangrijkste kunstgreep is de terugblik op de vrijscène tussen Freanne, Noëlle en Giph. (blz.173 t/m174), (blz. 176 t/m 177), (blz. 178 t/m 182), (blz. 184 t/m 185) Ik vond dit een best raar stuk, omdat Freanne, Noëlle en Giph wel ‘gewoon even’ seks hebben en elkaar daarna nooit meer zien. Dat vind ik niet helemaal normaal. Samenvatting
Elke alinea is een hoofdstuk. In het begin van het boek geeft Giph aan waarom hij schrijver wilde worden. Je leert ook zijn twee beste vrienden Thijm en Monk kennen, met wie hij zijn enthousiasme over het schrijverschap deelt. Hij leert ook Asja kennen die serveerster is in zijn stamcafé. Tijdens de jaarwisseling maakt hij een studentenorgie mee. Giph geeft hier zijn beschouwingen over aftrekken. Dit hoofdstuk gaat over een skivakantie in Veysonnaz. Tijdens deze vakantie bestudeert hij nauwlettend het groepsgedrag. Ook raakt hij kort verliefd op de skilerares Constance. Hij kan haar niet krijgen omdat zijn versierpogingen mislukken. In dit hoofdstuk krijgt hij drie brieven: eentje van degene die hij steeds aanspreekt met ‘jij’ (daarmee kan de lezer, Giph of Ronald Giphart bedoeld worden), de tweede van Asja die er met een ander vandoor is gegaan tijdens Giphs vakantie en de laatste is van Freanne die haar liefde voor Giph op subtiele wijze verklaart en hem een kaartje voor het Boekenbal cadeau doet (Monk en Thijm krijgen er ook een). Hij gaat dus met Freanne en zijn vrienden naar het Boekenbal en ‘s avonds heeft hij seks met Freanne. In dit hoofdstuk denkt hij na over zijn relatie met Freanne. Daarna ergert hij zich aan de bemoeizucht van sommige mensen en denkt hij aan zelfmoord (niet helemaal serieus): ‘een meteoriet, splatsj!’. Hierbij vertelt hij over de zelfmoordpoging van een soldaat in de “De Wingerd”. Freanne en haar vriend Nic gaan een dag naar Utrecht en Noëlle en Giph blijven thuis. ‘s Avonds besluiten zij aan een spel (luilakken) in Baarn mee te doen. Daar bekent Noëlle haar liefde voor Giph, wat deze, om het maar voorzichtig uit te drukken, erg leuk vindt. Ze worden tijdens dit spel door de politie opgepakt en verder afgezet in een afgelegen haven. Maar Noëlle heeft een boot vlakbij en Giph heeft daar seks met Noëlle. Giph is ziek en zit op zijn kamer. Na een uitgebreid ziekenbezoek denkt hij na over het feit dat Monk, Thijm en hij de Nederlandse literatuur zouden gaan kapot maken. Hij zegt hierbij ook iets over een van hun vele nog af te maken en te publiceren boeken: “Zo kan het ook, de Nederlandse literatuur herschreven”. Dit hoofdstuk wordt besteed aan het vergelijken van zijn tijd bij Freanne en zijn tijd bij Noëlle. Hij weet niet voor wie hij zou kiezen als hem dat ooit zou worden gevraagd. Ook in het begin van dit hoofdstuk denkt Giph aan zelfmoord, waarna hij verder gaat op een camping in de Ardennen met Monk en Thijm. Ze proberen twee meisjes die ze op de camping ontmoetten te versieren. Ze houden een wedstrijd omdat ze met z’n drieën zijn en Giph verliest. Verder vertelt hij hoe hij met Freanne en Noëlle tegelijk seks heeft gehad. Er wordt een feest georganiseerd bij Sub Rosa, de uitgeverij van Freanne en Nic, waar Jeroen Brouwers ook aanwezig is. De drie spreken een tijd lang met Jeroen en ze besluiten ergens anders langer door te feesten wanneer de meesten al vertrokken zijn. Jeroen Brouwers maakt Giph tot zijn officiële biograaf, nadat hij een citaat uit zijn werk wist te plaatsen in het juiste boek, in tegenstelling tot Brouwers, die het fout had. Na een tijd begint hij toch ernstig aan zijn idool te twijfelen. Giph denkt ernstig na over wat het met hem moet worden en over Jeroen Brouwers’ bewering dat je 24 uur per dag moet schrijven, als een soort martelaarswerk (waar Giph, Thijm en Monk zich dan ook in den beginne stevig aan vasthielden). Het boek eindigt als Giph zichzelf in de spiegel van het toilet ziet: “Recht in zijn ogen keek ik hem, die gozer. Ik stelde vast dat hij een raar gezicht trok. Nu zag ik ook eindelijk wie het was. Ik heb het gezien. Giph heeft alles gezien. Hij had rooddoorlopen ogen, een bevuild gezicht, op zijn voorhoofd plakken
de haren. Hij hijgde niet alleen apatisch, maar hij was ook zo lelijk. Dat was het erge, dat hij zo lelijk was. Zuchtend stonden we elkaar aan te kijken, minutenlang. Hoe moet dat nou, dachten we samen. Hoe moet dat nou met ons, mijn jongen.” Persoonlijke Reactie
Mijn eerste gedachte bij dit boek was erg positief. Dat kwam omdat ik al veel over de schrijver had gehoord en omdat we de schrijver en een ander boek van Giphart (‘Feest der Liefde’) behandeld hadden in de klas (4VWO). Toen ik de achterkant van het boek las, was het nogal duidelijk wat een belangrijk aspect van het boek zou zijn: seks. Het boek was helemaal naar mijn verwachting. Het is een boek dat dicht bij mijn inlevingsvermogen ligt, omdat het verhaal in deze tijd is geschreven (90-er jaren), het onderwerp is erg aantrekkelijk om te lezen (studentenleven) en de manier waarop het geschreven is, is erg modern. Het onderwerp van het boek is Giph en de gebeurtenissen in zijn studentenleven. Ik vind het een leuk onderwerp omdat het over studenten gaat en omdat de schrijver veel verschillende gebeurtenissen beschrijft. Ik vind het ook wel een interessant onderwerp, omdat je nooit echt alles van je vrienden en kennissen hoort over het studentenleven. Het zij gebeurtenissen die dicht bij mijn ‘wereld’ liggen, hoewel ik vind dat sommige dingen toch een beetje overdreven zijn, zoals de vrijscène met Freanne en Noëlle. Ik vind dit boek beter dan Gipharts debuutboek ‘Ik ook van jou’. In ‘Ik ook van jou’ gebeurde naar mijn mening te weinig. Het aspect seks had naar mijn mening wel wat minder gemogen. Ik vind dat Giphart erg goed over seks kan schrijven, het wordt niet ranzig, maar na de zoveelste vrijpartij heb ik het wel gehad. Het wordt dan niet saai, maar alsof hij dezelfde gebeurtenis steeds op een andere manier beschrijft en met soms een iets ander einde (de ene keer lukken zijn versierpogingen wel, de andere keer niet).
Ik vind de ontmoeting van Giph met Jeroen Brouwers het belangrijkst, omdat daar Giphs beeld van: ‘Jeroen Brouwers is God’ uiteenvalt en dat wordt erg goed beschreven. De gebeurtenissen en de gedachten van Giph liggen in elkaars verlengde omdat Giphs gedachten gaan over de dingen die hem overkomen. Ik vind sommige gebeurtenissen verrassend (ontmoeting met Jeroen Brouwers), maar meestal zijn de gebeurtenissen gewoon grappig. Het einde vind ik erg mooi van dit boek. Ik hou niet van open eindes en dit vond ik alles behalve een open einde. Ik vind het een soort afsluiting van een periode, alsof Giph doorheeft dat hij zijn levensstijl moet gaan veranderen om zijn ondergang tegen te gaan. Giph is de hoofdpersoon en ook de enige personage die is uitgewerkt, de anderen nemen een relatief kleine plek in, in het verhaal. Giph is iemand die erg onvoorspelbare dingen doen en dat spreekt mij wel aan. Ik zou niet altijd dezelfde dingen gekozen en gedaan hebben als Giph, misschien omdat ik het lef niet heb, of gewoon omdat ik verstandig ben. Want ik vind wel dat hij situaties soms verkeerd inschat, bijvoorbeeld dat hij seks heeft met moeder en dochter (Freanne en Noëlle), zowel apart als met z’n drieën, dat kan toch nooit goed gaan? Het boek is makkelijk te lezen; het enige moeilijke aan het boek is het tijdsaspect. Je weet soms niet precies in welke tijd je zit, maar het is niet cruciaal om dat te weten. Ik vind dit boek over het geheel genomen een goed boek, waar iets minder seks in had gemogen, maar zeker voor herhaling vatbaar.
Tekstfragmenten met een speciale betekenis
“Andrea en ik … ‘O, m’n kut’” (blz. 26 t/m 28)
Ik vind dit een uitermate grappig fragment, omdat ze zo ongelofelijk makkelijk over hun geslachtsdelen praten.
“Ik schrijf dit om te kunnen zeggen dat als eerlang jouw boek uitkomt, ik er (ik zeg het maar gewoon botweg) op voorhand om zal rukken. Ik word namelijk van alles wat jij doet in hoge mate opgewonden. Weet dat ik in je geloof, ik je alles wens en ik je groet.” (blz. 104)
Ik vind dit een heel mooi stuk, omdat je hier heel duidelijk ziet dat hij het tegen zichzelf heeft (zo zie ik dat tenminste).
“Toen hoorde ik … slok uitgebubbelde cola …” (blz. 156 + 157)
Titelbeschrijving
Ronald Giphart, Giph. Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar, 1993 (eerste druk) Titelverklaring
Giph is de hoofdpersoon van het boek. De naam is afgeleid van de achternaam van de schrijver, Giphart. Ik heb ook een keer een verklaring gehoord die ik zelf een beetje in twijfel trek: Giph kan je ook uitspreken als ‘gif’. Dat zou dan slaan op de giftigheid van Giph’s karakter, maar ik zie die giftigheid van Giph eigenlijk niet. Hoofdstukken
Het boek bevat 10 hoofdstukken; eerste hoofdstuk: ‘JONGEMEISJESHARTEN’ Tweede hoofdstuk: ‘DE AVONDEN DAARNA’ Derde hoofdstuk: ‘THE LAST CHRISTMAS TOUR’ Vierde hoofdstuk: ‘NOOIT MEER AMSTERDAM’ Vijfde hoofdstuk: ‘BLIJE MENSEN’ Zesde hoofdstuk: ‘LIEFDE IN TIJDEN VAN OORLOG’ Zevende hoofdstuk: ‘GIPH EN DE STROPER VAN TJOD IDI’ Achtste hoofdstuk: ‘NORMALE LIEFDE’ Negende hoofdstuk: ‘HET GEZELSCHAPSSPEL’ Tiende hoofdstuk: ‘STORM EN DRANK’ Het boek bevat een epiloog: ‘ ”IK BEN DE VERHALEN DIE IK VERTEL” ‘ Personages
Het is geschreven in de tegenwoordige tijd, behalve als de auteur terugblikt. Het verhaal speelt zich vanaf begin 1991 tot aan de nazomer van 1991. Het verhaal is niet-continu geschreven en niet chronologisch verteld. Er zijn enkele retroversies en een anticipatie. De verteltijd is ongeveer drie uur en de vertelde tijd is ongeveer een halfjaar. Er is veel sprake van tijdverdichting. Structuur
Het verhaal bevat één verhaallijn. Het verhaal begint in medias res. Ruimte
Het verhaal speelt zich af in Utrecht in Nederland, behalve een keer in Veysonnaz en een keer in de Ardennen. Het weer heeft geen invloed op het verhaal, behalve dat de sneeuw in Veysonnaz een gunstige invloed op de sfeer had. Perspectief
Het verhaal is vanuit de ik-vertelsituatie geschreven en die ik-figuur is Giph. Thematiek
Onder het thema verstaan we: het studentenleven, waarom Giph heeft besloten om schrijver te worden en relaties. De motieven zijn seks, vriendschap, schrijverschap en liefde voor de literatuur. Ik vind Jeroen Brouwers ook een motief, mede omdat veel aspecten van dit verhaal veel op de stijl van Brouwers lijken
Belangrijkste kunstgreep
De belangrijkste kunstgreep is de terugblik op de vrijscène tussen Freanne, Noëlle en Giph. (blz.173 t/m174), (blz. 176 t/m 177), (blz. 178 t/m 182), (blz. 184 t/m 185) Ik vond dit een best raar stuk, omdat Freanne, Noëlle en Giph wel ‘gewoon even’ seks hebben en elkaar daarna nooit meer zien. Dat vind ik niet helemaal normaal. Samenvatting
Elke alinea is een hoofdstuk. In het begin van het boek geeft Giph aan waarom hij schrijver wilde worden. Je leert ook zijn twee beste vrienden Thijm en Monk kennen, met wie hij zijn enthousiasme over het schrijverschap deelt. Hij leert ook Asja kennen die serveerster is in zijn stamcafé. Tijdens de jaarwisseling maakt hij een studentenorgie mee. Giph geeft hier zijn beschouwingen over aftrekken. Dit hoofdstuk gaat over een skivakantie in Veysonnaz. Tijdens deze vakantie bestudeert hij nauwlettend het groepsgedrag. Ook raakt hij kort verliefd op de skilerares Constance. Hij kan haar niet krijgen omdat zijn versierpogingen mislukken. In dit hoofdstuk krijgt hij drie brieven: eentje van degene die hij steeds aanspreekt met ‘jij’ (daarmee kan de lezer, Giph of Ronald Giphart bedoeld worden), de tweede van Asja die er met een ander vandoor is gegaan tijdens Giphs vakantie en de laatste is van Freanne die haar liefde voor Giph op subtiele wijze verklaart en hem een kaartje voor het Boekenbal cadeau doet (Monk en Thijm krijgen er ook een). Hij gaat dus met Freanne en zijn vrienden naar het Boekenbal en ‘s avonds heeft hij seks met Freanne. In dit hoofdstuk denkt hij na over zijn relatie met Freanne. Daarna ergert hij zich aan de bemoeizucht van sommige mensen en denkt hij aan zelfmoord (niet helemaal serieus): ‘een meteoriet, splatsj!’. Hierbij vertelt hij over de zelfmoordpoging van een soldaat in de “De Wingerd”. Freanne en haar vriend Nic gaan een dag naar Utrecht en Noëlle en Giph blijven thuis. ‘s Avonds besluiten zij aan een spel (luilakken) in Baarn mee te doen. Daar bekent Noëlle haar liefde voor Giph, wat deze, om het maar voorzichtig uit te drukken, erg leuk vindt. Ze worden tijdens dit spel door de politie opgepakt en verder afgezet in een afgelegen haven. Maar Noëlle heeft een boot vlakbij en Giph heeft daar seks met Noëlle. Giph is ziek en zit op zijn kamer. Na een uitgebreid ziekenbezoek denkt hij na over het feit dat Monk, Thijm en hij de Nederlandse literatuur zouden gaan kapot maken. Hij zegt hierbij ook iets over een van hun vele nog af te maken en te publiceren boeken: “Zo kan het ook, de Nederlandse literatuur herschreven”. Dit hoofdstuk wordt besteed aan het vergelijken van zijn tijd bij Freanne en zijn tijd bij Noëlle. Hij weet niet voor wie hij zou kiezen als hem dat ooit zou worden gevraagd. Ook in het begin van dit hoofdstuk denkt Giph aan zelfmoord, waarna hij verder gaat op een camping in de Ardennen met Monk en Thijm. Ze proberen twee meisjes die ze op de camping ontmoetten te versieren. Ze houden een wedstrijd omdat ze met z’n drieën zijn en Giph verliest. Verder vertelt hij hoe hij met Freanne en Noëlle tegelijk seks heeft gehad. Er wordt een feest georganiseerd bij Sub Rosa, de uitgeverij van Freanne en Nic, waar Jeroen Brouwers ook aanwezig is. De drie spreken een tijd lang met Jeroen en ze besluiten ergens anders langer door te feesten wanneer de meesten al vertrokken zijn. Jeroen Brouwers maakt Giph tot zijn officiële biograaf, nadat hij een citaat uit zijn werk wist te plaatsen in het juiste boek, in tegenstelling tot Brouwers, die het fout had. Na een tijd begint hij toch ernstig aan zijn idool te twijfelen. Giph denkt ernstig na over wat het met hem moet worden en over Jeroen Brouwers’ bewering dat je 24 uur per dag moet schrijven, als een soort martelaarswerk (waar Giph, Thijm en Monk zich dan ook in den beginne stevig aan vasthielden). Het boek eindigt als Giph zichzelf in de spiegel van het toilet ziet: “Recht in zijn ogen keek ik hem, die gozer. Ik stelde vast dat hij een raar gezicht trok. Nu zag ik ook eindelijk wie het was. Ik heb het gezien. Giph heeft alles gezien. Hij had rooddoorlopen ogen, een bevuild gezicht, op zijn voorhoofd plakken
de haren. Hij hijgde niet alleen apatisch, maar hij was ook zo lelijk. Dat was het erge, dat hij zo lelijk was. Zuchtend stonden we elkaar aan te kijken, minutenlang. Hoe moet dat nou, dachten we samen. Hoe moet dat nou met ons, mijn jongen.” Persoonlijke Reactie
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden