Gegevens:
Dit is het leesverslag van … uit … . Mijn verslag gaat over het boek: Gesponnen Suiker van Jan Wolkers.Het genre van het boek is: Roman
Inhoud:
De hoofdpersoon is voornamelijk de "ik" persoon uit het boek en dat is waarschijnlijk Jan Wolkers zelf. Het boek bestaat vooral uit verhalen van dingen die Jan Wolkers zelf heeft meegemaakt.(Autobiografische belevenissen) Maar niet alles is precies gebeurd zoals er in het boek verteld wordt. Het verhaal speelt zich op verschillende plekken af. De vraag: "Wat is het belangrijkste probleem uit het boek?" is niet zo goed te beantwoorden maar om het toch te proberen zal ik het het probleem omschrijven als: De onprettige belevenissen van Jan Wolkers. De verhalen lopen niet af maar hebben een ‘’open einde’’. De titel is “Gesponnen Suiker” en de titel is makkelijk te verklaren want alle verhalen hebben niets met elkaar te maken dus de verhalen zijn als het ware aan elkaar gesponnen.
Karakter van de hoofdrolspeler:
Het karakter van de hoofdrolspeler is jongetje in het begin van het verhaal dat langzaam opgroeit tot een echte man, in het begin is het nog een klein ventje die streng wordt opgevoed en overal bang voor is maar later niet meer.
Samenvatting:
Ik kan niet over het hele verhaal in een keer een samenvatting maken dus doe ik het hoofdstuk na hoofdstuk.
Hoofdstuk 1: Dominee met de strooien hoed
Jan Wolkers zelf gaat met zijn ouders, z´n broertjes en zusjes naar het strand. Als ze op het strand zijn gaat Jan met zijn broer mee. Eerst kijken ze onder een tent naar een naakte dikke mevrouw. Later vinden ze een stuk hout met een spijker erop. Zijn broer wil dat Jan een krab op de spijker duwt. Als Jan niets doet duwt zijn broer Jan´s hand naar beneden, zo op de spijker.
Als hun vader in slaap is gevallen gaat Jan hagedissen vangen in de duinen. In de duinen is nog een strand. Daar aangekomen valt Jan meteen in slaap. Als hij wakker wordt gaan ze naar huis.
Wanneer ze thuis zijn blijken de hagedissen, doordat ze te weinig zuurstof hadden, dood te zijn. Jan´s moeder is kwaad op hem, omdat hij de dode hagedissen op het aanrecht legt.
Jan moet zonder eten naar bed. Jan´s moeder heeft de dode hagedissen in de vuilnisemmer gegooid, wat Jan heel erg vind, want de volgende ochtend komt de vuilnisman al.
Hoofdstuk 2: Gevederde vrienden
Herbert is niet meer zo blij met z´n vrouw en wil eigenlijk van haar af. Als hij zijn vrouw op een dag een nieuwe ijskast geeft voor haar verjaardag wil Herbert dat z´n vrouw er in gaat zitten om te kijken of ze erin past. Als ze daarin toestemt, gooit hij de deur dicht en laat haar een paar dagen zitten. Net zolang totdat ze doodgevroren is.
Na die paar dagen haalt hij steeds wat ledenmaten van haar romp af, snijdt ze in stukjes en voert ze dan aan de vogeltjes. Net zolang totdat alles is opgegeten.
Zijn vrouw kwam eigenlijk al haast nooit meer buiten, dus was Herbert eigenlijk ook niet bang, dat iemand naar haar zou vragen, maar de volgende dag komt hij z´n buurvrouw tegen en vraagt naar zijn vrouw. Herbert begint een beetje te vertellen, dat ze ziek is en op vakantie is, ook verteld hij dat hij haar morgen achterna reist. Als Herbert vertrokken is heeft hij geen een spoor weggelaten.
Hoofdstuk 3: Gesponnen suiker
Een man gaat naar de kerk om over zijn zonden na te denken. Daar dacht hij toen hij aan dat hij nog een kleine jongen was en hij samen met z´n broer in het bos liep. Het was toen oorlog en boven hen waren vliegtuigen met elkaar aan het vechten. Opeens komt er iemand met een parachute naar beneden vallen. Hij en zijn broer liepen erheen, maar de man aan de parachute, een Amerikaan, is al dood.
Zijn broer en hij gingen snel het lijk begraven, voordat de Duitsers eraan kwamen.
Net toen het lijk begraven was ging de aarde op die plek op en neer, het was niet zeker, maar het leek er wel op. Het leek net of de Amerikaan nog ademde.
Toen de man uit de kerk kwam, liep hij over de kermis. Hij stond stil bij een kraampje waar je foto´s kon laten maken. Een groepje meisjes gaat om hem heen staan. Ze hebben allemaal een
stokje met gesponnen suiker in hun hand. Ze willen met hem op de foto, maar hij wil niet en loopt weg.
Hoofdstuk 4: Laatste Kwartier
Een man denkt na over zijn leven en beseft dat hij een zeer ingewikkeld leven heeft gehad.
Dat hij zijn dode vrienden op moest eten om zelf te overleven. Hij vraagt zich vele dingen af over het leven.
- Wat bezielt ze op aarde?
- Is er zo´n nijpend ruimtegebrek?
- Zijn het verdoemden, terechtgestelde?
Hoofdstuk 5: Langpootmuggen
Johan zit op een verjaardag en is een beetje aangeschoten. Er zijn allemaal muggen en Jeltsma wil die dood hebben en begint de muggen te verbranden. Johan krijgt dan ruzie met Jeltsma en ze beginnen tegen elkaar te schreeuwen. Jeltsma begint ook tegen Bets te schreeuwen, maar Bets blijft daar heel kalm en rustig over en weet Jeltsma terug te pakken.
Na een tijdje vaagt Bets weer weg, ze was een soort verschijning.
Johan vindt het niet eerlijk dat de geest van Bets nog steeds achter hem aan is.
Hij rent naar buiten, ziet een auto en begint de auto tegemoet te rennen.
Hoofdstuk 6: De ontmaskering
De ikpersoon ( Ik denk zelf dat het Jan Wolkers zelf is) en zijn zusje lopen buiten. Elke dag om dezelfde tijd ziet hij een verschijning. Eva, zijn zusje, was nieuwsgierig en wilde het ook zien, maar op het moment dat de verschijning er is, durft ze toch niet te kijken. Eva rent snel bang naar huis. De ikpersoon moet naar zijn kamer, want volgens zijn ouders heeft hij Eva bang gemaakt. Op zijn kamer besluit hij uit het raam te klimmen en naar de buurvrouw toe te gaan.
Zij heeft een speciale gave, wat ze ook van haar zelf vind. Ze kan dode mensen oproepen.
De ikpersoon wil graag contact maken met zijn broer, die pas overleden is.
Hij belandt in de keuken van de buren. Hij moet eerst nog even wachten totdat de buurvrouw alles klaar heeft gezet. Dan mag hij binnenkomen. Als hij een tijdje met zijn broer aan het praten is, gaat opeens de bel. De buurvrouw loopt naar de deur en Jan loopt snel naar de achterkamer waar de stem van zijn broer vandaan komt. Daar ziet hij zijn buurman verstopt zitten. Hij wordt kwaad op de buren, want ze hebben hem bedrogen en loopt kwaad weg.
Als hij weer op zijn kamer is hoort hij de stem van zijn broer. Zijn broer verteld hem dat er foto´s van hem in de dakgoot liggen. Hij pakt ze en is verbaasd.
Hoofdstuk 7: Zwart advent
Hier is weer een ikpersoon, die ik ook weer heel erg op Jan Wolkers zelf vind lijken.
Hij werkt in het leger, maar voor de kerst komt hij weer thuis.
Thuis hebben ze niet veel geld en hebben ze als kerstmaal erwten en bloembollen te eten.
De ikpersoon besluit om ´s avonds uit zijn slaapkamer te sluipen en als iedereen slaapt gaat hij op weg. Onderweg naar huis heeft hij een landje met kalkoenen gezien en daar wil hij er een van hebben. Het is donker dus hij kan niet zo goed zien wat hij vangt. Als hij er een heeft gevangen gaat hij naar huis. Thuis aangekomen ontdekt hij dat hij geen kalkoen, maar een pauw heeft gevangen. Hij maakt hem toch helemaal klaar om te gaan eten en verteld zijn ouders dat hij die heeft gekregen van een vriend. Zo hebben ze toch nog een leuk kerstmaal.
Hoofdstuk 8: Kunstfruit
Op een dag gaat de telefoon. Lisa belt naar de ikpersoon, die weer verdacht veel op Jan Wolkers zelf lijkt. Lisa heeft ooit een avontuurtje met hem gehad. Lisa komt weer een keer
langs en al snel belandden ze samen in bed. Later gebeuren er allerlei dingen met Lisa, maar na een paar jaar neemt ze toch weer contact met hem op. Ze is ondertussen zwanger geworden en heeft ook nog in de gevangenis gezeten. Ze is vastbesloten haar leven te verbeteren. Ze gaat samenwonen met een man en komt toch nog af en toe langs bij de ikpersoon. Maar Lisa heeft haar geluk gevonden en daarom komt ze steeds minder vaak langs.
Beoordeling:
Ik vind het en goed verhaal want het heeft alle elementen in zich.
REACTIES
1 seconde geleden