Gedwongen verzet door Gijs Wanders

1.Titel Gedwongen Verzet 2.Titelverklaring De indianen moeten in verzet komen, want anders wordt hun land afgepakt en worden ze tot slaaf gemaakt. 3. Aantal bladzijden 123 4. Auteur Gijs Wanders; is journalist. Heeft onder andere voor het NOS-journaal gewerkt. Hij reisde met zijn vrouw door veel landen en heeft geschreven voor het Nieuwsblad van het Noorden. Andere boeken van hem zijn Stille Getuige en Vogelvrije Vrienden. 5. Hoofdpersonen Thomas Moralis * Ted Moralis, zijn vader * Viola Moralis, zijn stiefmoeder Navarro, opzichter * Carmen, dienstmeisje Felicia Ramirez, Indiaanse vrouw Leon Ortiz, oom van Carmen en verzetsstrijder * Andrea Maria Belen, vrouw in dorp Bruno Fuentes, opvolger van oom Leon
6. Karakter a. Thomas, zelfverzekerd en dapper oom Leon, leidinggevend en dapper b. Thomas wil de Indianen helpen en loopt daarvoor zelfs van huis weg oom Leon gaat erop uit om de ambassadeur van zijn plannen te overtuigen 7. Uiterlijk a. Thomas is een gewone blanke jongen Oom Leon is een indiaan b. Het uiterlijk speelt een rol in het boek, omdat het gaat over de onderdrukte Indianen door de blanken 8. Sympathiek a. Thomas b. Hij neemt het op voor de indianen 9. Onsympathiek a. Navarro b. Hij onderdrukt de indianen en is wreed tegen hen. 10. Identificeren a. Thomas b. Dat kwam door zijn doen en de manier waarop hij de problemen oploste 11. Beslissingen a. weglopen van huis en de brief aan zijn vader b. dat waren goede beslissingen, want dat wil zeggen dat hij lef heeft 12. Karakterontwikkeling Door zijn beslissing om van huis weg te lopen is Thomas een stuk Zelfverzekerder geworden. 13. Beoordeling a. spannend; 3 d. realistisch; 4 f. moeilijk te lezen; 2
14. Inhoud a. In Zuid-Amerika op een koffieplantage b. Eind 20e eeuw c. Het verhaal gaat over Thomas. Hij woont op een woont op een koffieplantage. Thomas woont bij zijn vader, die eigenaar/baas is van de plantage, en zijn stiefmoeder. In huis hebben ze een dienstmeisje, Carmen. Zijn moeder is al jaren dood. Op de plantage werken indianen. Leider van de finca’s is Navarro. Hij vindt dat de indianen slecht, dom en gevaarlijk zijn. Navarro onderdrukt de indianen en een enkele keer vermoordt hij zelfs zijn werknemers. Op een dag ziet Thomas Navarro een indiaan zo mishandelen dat die indiaan aan zijn verwondingen ter plekke overlijdt. Hij is het er niet mee eens hoe Navarro de mensen op de plantage behandeld en gaat naar zijn vader. Zijn vader luistert alleen niet naar hem. Op een dag wil Navarro een indiaan verkrachten. Als Thomas dat ziet schiet hij (per ongeluk) Navarro dood. Thomas ziet nog maar één oplossing, hij moet vluchten. Thomas gaat samen met het dienstmeisje (Carmen) mee naar het dorp waar Carmen woont. Hij maakt daar kennis met Leon Ortiz, de oom van Carmen. Als Carmen weer naar de koffieplantage gaat blijft Thomas bij Leon wonen. Op een ochtend komt er een man (een blanke) en zegt dat ze moeten betalen voor het land waarop ze wonen, maar dat hebben ze nog nooit gedaan. Leon weigert dit en zegt dat de mensen in het dorp geen geld hebben. Omdat de indianen het er niet mee eens zijn hoe de rijke blanken hen behandelen, komen ze in opstand. Ortiz heeft goede contacten in de stad en wil hun vragen om hun medewerking tijdens de opstand. Onderweg naar de stad wordt Leon opgepakt, mishandeld en vermoord door de regering. Door de moord op Leon Ortiz worden de indianen allemaal nog bozer. Ze trekken met z’n allen naar de stad. Thomas gaat ook mee. Als ze in de stad zijn wordt Thomas tegengehouden en mee naar het politiebureau genomen. De rest van de mensen die meedoen aan de opstand bezetten twee belangrijke gebouwen. Een paar uur later stormen de soldaten één van de gebouwen in, de indianen vluchten eruit. Er ontstaan allemaal rellen in de stad. Thomas vlucht het politiegebouw uit want dat staat op exploderen. Als hij buiten komt hoort hij alle mensen roepen: ''Weg met de dictatuur"! Voor de gerechtigheid!, hetzelfde wat hij hoorde op de begrafenis van de belangrijke man, Leon Ortiz. d. een open einde 15. Thema opstand, geweld 16. Motieven Door de onderdrukking van de indianen komen zij in opstand; eerst bij tegen de opzichter en later tegen de regering door de verkoop van het stuk land waar zij wonen.