Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Gala door Ronald Giphart

Beoordeling 7.9
Foto van een scholier
Boekcover Gala
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 3244 woorden
  • 19 augustus 2006
  • 16 keer beoordeeld
Cijfer 7.9
16 keer beoordeeld

Boekcover Gala
Shadow
Gala door Ronald Giphart
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Zakelijke gegevens Auteur: Ronald Giphart
Titel: Gala
Genre: Dood/Liefde
Uitgave: Stichting CPNB (ter gelegenheid van de Boekenweek in 2003) Samenvatting De vijfentwintig jarige vrouw Meija, zij vertelt in het boek al haar gevoelens aan haar vader over haar leven. Ze heeft een relatie met Fräser, ze noemen het een “I see ya when I see ya”- relatie. Als het uitkomt is het goed, zien ze elkaar even niet, dan is het ook oké. Meija werkt bij Mijn Mensen, een bedrijf dat artiesten werft en de artiesten opdrachten geeft. Haar agent is Panc, een veertiger. Ze krijgt steeds meer met hem te maken, en op een gegeven moment slaat de vonk over; ze worden verliefd. Eerst is het nog onschuldig, later delen ze een kamer en zien ze elkaar steeds vaker in het geheim. Dit terwijl Panc getrouwd is met Elaine en Meija een “open relatie” met Fräser heeft. Op een dag komt Elaine naar de redactie van Mijn Mensen. Ze vertelt dat Panc ernstig ziek is, hij heeft een kwaadaardige hersentumor en zal niet lang meer leven. Meija en Panc bellen nog een paar keer en verder kunnen ze elkaar niet meer spreken, omdat hun relatie geheim moet blijven. Aan de telefoon nemen ze afscheid. Voordat bekend was dat Panc ziek was, hadden hij en nog een paar agenten een gala georganiseerd. Panc wilde dat dit gala door zou gaan na zijn dood. Het moest feestelijk blijven. Het gala vindt plaats in Tivoli en alle vrienden van Panc zijn aanwezig. Meija gaat met Fräser heen, die onlangs gesteriliseerd is en daardoor moeilijk kan lopen. Eenmaal op het feest doet Elaine heel onaardig tegen Meija. Ze zegt: “You’re Meija aren’t you? You now what you can do? You can go fuck yourself!”. Dat kwam hard aan voor Meija, en hoe kon Elaine nou weten van haar en Panc? Aan het einde van het gala worden er cadeautjes uitgedeeld aan alle vrienden. Voor iedereen is er iets, alleen Meija krijgt niets. Fräser, die inmiddels dronken is, wordt hier erg boos om en begint dit rond te schreeuwen. Alle mensen kijken geïrriteerd. Fräser gaat verhaal halen bij Elaine, die dan keihard begint te roepen dat Meija een relatie met Panc had. Blijkbaar had Panc dit tegen haar gezegd, vlak voor zijn dood. Fräser voelt zich bedrogen door Meija, maar die laat dit niet op zich zitten. Ze begint terug te roepen naar Elaine van wie dat kind in Elaine’s buik is. Meija had namelijk van Panc gehoord dat Elaine zwanger was geraakt, maar niet zeker wist of het kind wel van Panc en haar samen was. Elaine voelde zich beledigd omdat Meija dit in het openbaar had gezegd, terwijl het nog niet eens bekend was dat Elaine zwanger was. Het gala wordt een chaos, iedereen maakt ruzie met elkaar. Gelukkig is er een man, Max, of ook wel Mental Midget, die de tegenspeler van Meija zal zijn in een film, die Meija en de dronken Fräser mee naar huis neemt. Zo zijn ze op tijd weg bij het gala dat in een drama eindigt, en gaat het leven van Meija door zonder Panc, maar mét haar relatie met Fräser. Dit alles vertelt ze aan haar vader, die haar een luisterend oor biedt en haar begrijpt. Het boek is geschreven als een brief aan de overleden Panc. Hoofdpersonen Meija: Een knappe, slimme moderne vrouw met een goed figuur. Ze is ongeveer vijfentwintig jaar oud. Een actrice die veel gevraagd wordt. Ze is de minnares van Panc maar heeft een verhouding met Fräser. Ze heeft een zwak voor getrouwde mannen, vooral als ze gelukkig zijn. Ze zegt wat ze denkt en dat is niet altijd even aardig. Blz. 46 ‘Ja joh, ga jij mij verkrachten en vermoorden?’ zeg ik tegen de lilliputter. Nogal bits, maar ik ben dan ook niet in een al te beste bui. ‘Met die legohandjes van je en je kabouterpiemel zeker?’. Ik geloof dat ik de dwerg nu heb beledigt. Panc: Een wat oudere aantrekkelijke man van rond de vijfenveertig. Hij heeft een goddelijk lichaam. Door een snel opkomende hersentumor is hij overleden. Flashbacks in dit verhaal halen hem steeds terug. Hij is gelukkig getrouwd met Elaine, maar voelt zich aangetrokken tot Meija en hij houdt erg veel van haar en zij van hem. Hij is de agent van Meija. Blz. 80 ‘Ik heb zoveel van je gehouden,’ zei ik plotseling, want ik kon me niet meer inhouden. Ik barstte in een luid huilen uit. Jij (Panc) riep: ‘Godverdomme, ik ook van jou.’ Edgar Fräser: Hij wordt in het hele verhaal Fräser genoemd op een paar uitzonderingen na. Hij heeft niet echt het uiterlijk van een mooie man maar is meer een man met wie je enorm kunt lachen. Hij heeft zich in het verhaal laten steriliseren en dat wordt nogal gênant over gedaan. Fräser heeft drie kinderen van zijn vorige vriendin, maar wil nu geen ‘vaste’ relatie meer. Blz. 83 ‘Ja mensen,’ roept hij in een onbegrijpelijk hoge staat van hilariteit rakende menigte, ‘ik ben vandaag aan de ductie deferensie van mijn beide epididymes en testes geopereerd.’ ‘M’n wat?’ roept hij naar zichzelf, waarna hij meteen antwoord geeft: ‘Mijn klóóóóten!’ Elaine: De vrouw van Panc. Ze is een knappe vrouw van een jaar of veertig. Ze is ook actrice. Elaine is ook vreemd gegaan en is zwanger van iemand anders. Dit vertelt Meija door de microfoon als Elaine heeft gezegd dat Meija vreemd ging met Panc. Elaine spreekt niet zo goed Nederlands. Dus praat ze Nederlands en Engels door elkaar. Blz. 79 ‘Tenminste, Elaine weet niet zeker of het mijn kind is. Dat heeft ze me eerlijk verteld en ik heb het geaccepteerd. Ik bedoel: wat kan ik anders? Ik heb altijd van haar gehouden.’ zegt Panc. Pappa: De vader van Meija hij is ongeveer zestig jaar. Hij heeft veel begrip voor Meija en heeft gezegd dat hij zelf ook wel eens vreemd is gegaan. Hij is de enige die destijds afwist van de geheime relatie tussen zijn dochter en haar agent. Met hem praat Meija veel en legt ze, aan de hand van de verhalen die ze aan haar vader vertelt, ook de lezer dingen uit. Over het uiterlijk wordt niet gesproken. Blz. 7

Mijn vader vindt dat ik je moet schrijven. Ik zeg: ‘Pappa, als je dood bent kun je niet meer lezen.’ Mijn vader glimlacht, zet een kop thee neer en legt zijn hand op mijn schouder: ‘Schrijf hem nu maar gewoon, daar help je jezelf mee.’ Bijpersonen Rubber: Hij kleedt zich vaak erg extravagant. Rubber werkt ook bij Mijn Mensen. Hij is het homoseksuele broertje van Floris. (die overigens niet in het verhaal voorkomt) Blz. 8/9
Rubber rent van het podium en tippelt op me af. Hij ziet er als gewoonlijk zeer extravagant uit, gekleed als de darkroomversie van een middeleeuwse page. Het homoseksuele broertje van Floris. Denis: Hij is getrouwd met Rebecca en heeft een geheime relatie met Naousa. Verder is van hem niet veel bekend. Blz. 81 ‘Wacht even,’ roept Fräser vanaf de verhoging, tot hilariteit van het publiek, ‘dus Denis stopt z’n penis al een half jaar in Naousa?’ (Waarbij hij Denis en penis beide op z’n Blondies uitspreekt). Naousa: Zij is een allochtoon meisje en is van beroep dichteres. Ze is mooi, fel en tegendraads. Zij is de minnares van Denis. Blz. 31
De conversatie komt op gang als de nieuwslezeres aan Naousa, de mooie, felle, tegendraadse Naousa, vraagt wie of zij eigenlijk is. Rebecca: Zij is de vrouw van Denis. En Meija ergert zich aan haar manier van een gesprek voeren, want ze herhaalt steeds wat Meija zegt. Blz. 16
Rebecca: ‘Of er vanavond nog mensen komen op het Gala.’ Ik zeg: ‘Panc wilde graag een groot afscheidsfeest.’ ‘Ja, een groot afscheidsfeest.’ ‘Nou, Denis ziet eruit alsof hij wel een hometrainer kan gebruiken.’ ‘Alsof hij wel een hometrainer kan gebruiken, haha.’ Max: Hij is een lilliputter en is de tegenspeler van Meija in haar nieuwe film, die nog in aantocht is. Hij heeft een groot hart en een warme stem. Blz. 85
Ik had daar nog gezeten, als ik niet plotseling een warme stem hoorde zeggen: ‘Kom, ik breng je naar buiten.’ Ik keek op, maar niet eens zo heel hoog. ‘Max?’ vroeg ik. Wanneer en in hoeveel tijd speelt het verhaal zich af? Het verhaal speelt zich waarschijnlijk gewoon af rond deze tijd. Meija schrijft dit verhaal nadat haar minnaar Panc al drie weken dood is. Het verhaal zelf speelt zich over een periode van een jaar af. Het verhaal bestaat voor 80% uit flashbacks die Meija zich herinnert. Blz. 30
Ze keken elkaar recht in hun ogen en Meija zei: ‘Ik hou van mensen die toe durven schieten. Panc knikte. Natuurlijk, toeschieten is eng, omdat je dan je intenties blootgeeft,’ ging ik verder,’maar niet op het juiste moment toegeschoten, is altijd mis.’ Hij knikte nog een keer, en zette zijn ellebogen op tafel. Als je toeschiet, toon je durf,’ zei ik. Mijn woorden zweefden een kort moment boven onze hippe gerechten. En juist toen ik het niet meer verwachtte, schoot je toe. Je boog je snel over tafel en drukte je lippen op mijn mond. Mijn lippen gingen van elkaar en even zoenden we. Waar speelt het verhaal zich af? De plaats waar het verhaal zich afspeelt is Rotterdam. De meeste tijd wordt doorgebracht in Tivoli, op het gala. Maar ook af en toe buiten Rotterdam, bijvoorbeeld in het buitenland waar Panc samen met Meija is geweest. Een ruimte die ook een aantal keren naar voren wordt gebracht, is in het hotel, want dit is de enige plek waarbij de geheime relatie tot uiting komt. Ook het huis van de vader van Meija is een plaats waar het verhaal zich af speelt. Ik denk dat de schrijver bewust voor de omgeving van Rotterdam heeft gekozen, omdat hij er zelf zijn studentenjaren heeft doorgebracht en de omgeving goed kent. Blz. 69

Tja. Ik heb één keer iets van jou gekregen. Dat was bijna twee maanden geleden op het Filmfestival van Istanbul. Blz. 87 ‘Is het echt zo gegaan?’ Mijn vader knikt aandachtig, maar houdt zijn hoofd hierbij dusdanig schuin dat ik weet dat hij me niet helemaal gelooft. We zijn in zijn huis in Utrecht. Perspectief Het boek is verteld in het ik-perspectief. Dit komt omdat Meija eigenlijk een soort ‘brief’ schrijft aan Panc, waarmee ze dus een ‘verboden’ relatie mee had. Panc is op dat moment al 3 weken overleden aan een hersentumor. Meija zegt in het begin zelf dat ze het een raar idee vind om aan iemand te schrijven die toch niet meer kan lezen omdat die dood is, maar haar vader (de enige persoon die van de relatie met haar agent afwist), overtuigt Meija ervan dat het alleen maar zal helpen om de dood van Panc te verwerken. Deze vertelwijze laat je goed de emoties en gedachtes van de hoofdpersoon zien, ikzelf vind dit ook een fijne manier van lezen. Blz. 81 ‘Als ik jou was zou ik me er maar helemaal buiten houden, jochie,’ roep ik, en omdat bijna iedereen nog steeds verontwaardigd is over dat wat ik tot dusverre heb gezegd, zit ik er niet mee dat ook deze uitroep in een warm bad van afkeer dondert. Ik wil niet verdergaan, Panc, Pappa, echt niet, maar ik krijg mijn lippen niet op elkaar. Waar is die sleutel, waar is de sleutel van mijn mond? Thema Het boek heeft eigenlijk meerdere thema’s, overspel, liefde maar vooral de dood. Want het gaat er natuurlijk om dat Meija schrijft naar haar overleden agent Panc. Al wordt het hoofdthema wel heel luchtig beschreven. Ook krijg je niet echt medelijden met Meija of Panc, maar je leeft wel goed met hen mee. Tot op het gala wist ook nog bijna niemand van de relatie van Panc en Meija. En wist niemand nog van Elaine, dat zij ook overspel had gepleegd. Maar je leest ook veel over de liefde, die uitvoerig wordt beschreven, tussen Fräser en Meija. De schrijver wil graag aan de lezer meegeven dat ‘iets’ zomaar over kan zijn. In dit geval is dat de liefde tussen Panc en Meija die werd abrupt beëindigd door de hersentumor van Panc. Blz. 19
Ondanks mijn voornemen om onafhankelijk te blijven, was ik toch weer erg verliefd geworden. En heb ik Fräser gevraagd ‘hoe of het nu zit’. We zaten samen op de bank in zijn appartement. Fräser streelde mijn benen, ik las een script. Motieven Een belangrijk motief dat heel vaak terug komt, is de dood. Dit is ook het hoofdthema van het boek. Dit motief heb ik gekozen omdat Meija er vaak op terug komt dat Panc er niet meer is, en hoe het nog met samen hem zou zijn geweest. Ook schrijft ze over wat ze voor hem voelde en al de herinneringen die ze samen hadden. Wat erg opvalt, zijn al die voorschriften die steeds terugkomen. Het is elke keer een ‘gezegde’ dat precies past bij de situatie. De voorschriften komen uit het “Handorakel en kunst van de voorzichtigheid” van Baltasar Gracián. Dat boek heeft Meija van haar vader gekregen. Ook het woord Mijn Mensen komt steeds weer terug. In het begin snapte ik het niet, maar later kwam ik erachter dat het de naam is voor het ‘agentschap’ waar ze werkt. Ronald Giphart, of in dit geval Meija, gebruikt ook heel veel engelse woorden en uitdrukkingen. Bijvoorbeeld ‘I see ya when I see ya-relatie’ of ‘playing hard to get’. Ik vind dit heel modern; nu van deze tijd overkomen. Het geeft het verhaal wel een leuk extraatje. Titelverklaring De titel Gala geeft een groot feest aan, ter herinnering aan Panc. Op het Gala krijgt iedereen een cadeautje van Elaine en Panc, behalve Meija. Meija heeft het vermoeden dat Elaine alles weet van haar en Panc. Maar Fräser roept in een dronken bui: ‘Meija heeft geen cadeautje, waarom niet?’ Waarop Elaine antwoordt: ‘I thought I told that bitch to go fuck herself!’ Meija wist een ding nu heel zeker, Ze was niet welkom op het Gala en Elaine wist van haar geheime relatie. Het Gala is het onderwerp van dit boek. Op het Gala worden veel dingen duidelijk en valt alles weer op z’n plaats.
Plaats in de literatuurgeschiedenis Ik vind dat deze roman in de tijd van de Gouden Eeuw hoort en dan in Eldorado onder het kopje Gezin en huwelijk. Daar staat: ‘In de Gouden Eeuw sprak men net als nu vrij en direct over seksualiteit en liefde.’ In Gala wordt ook open en gedetailleerd gesproken over liefde en seksualiteit. En er staat in ‘net als nu’ en ik vind dat het boek zich afspeelt in de tijd van nu, dus sluit dat ook weer aan. Het boek is een echte roman maar met een tintje humor. Dat maakt het wel een leuk boek, zonder humor zou het een echt zwijmelboek zijn. Eigen mening De onderwerpen, dood en overspel, vond ik erg luchtig beschreven. Je krijgt daardoor ook geen medelijden. Toch kun je wel wat leren van de manier waarop Meija met haar gevoelens omgaat. Overspel lijkt mij toch wel een ernstige zaak, zoiets zou ik niet fijn vinden. En als er iemand in je naaste omgeving overlijdt is dat natuurlijk ook afschuwelijk. Daarom vind ik het raar dat er in dit boek nogal ‘normaal’ over wordt gedaan. Blz.68
O, Heer, geef elk van ons zijn eigen dood
Het sterven dat voortkomt uit het leven
Waarin hij liefde kende, wanhoop en betekenis
Er gaat een zucht van ontroering door de zaal (en al had ze Pinkeltje geciteerd dan nog waren de mensen ontroerd geweest) Het belangrijkste in het boek zijn niet zozeer de gebeurtenissen maar meer de gevoelens. Er is een bepaalde spanning tussen de verschillende personen aanwezig, wat op het einde duidelijk naar voren komt. Ik vind wel dat er iets meer mag gebeuren, vooral in het begin, want anders is het moeilijk om verder te lezen. Er moet wel een spanning aanwezig zijn in het verhaal dat je helpt het boek door te komen. De gevoelens vond ik trouwens wel goed beschreven, en vooral kort door de bocht. Blz. 80
Het begint een beetje op een middeleeuwse sotternie te lijken, dit Gala, zo’n klucht waarin iedereen kijvend over iedereen valt. De personen kwamen zeker wel levensecht over. Vooral natuurlijk Meija, omdat zij ook constant aan woord is. Maar je krijgt ook een goede indruk van Fräser. Wat ik wel jammer vind, is dat je de gevoelens en gedachtes van Panc niet kunt achterhalen (en natuurlijk kan iemand die dood is geen nieuwe gedachten of mening hebben). Maar dat is zelfs een raadsel voor Meija. Dat vind ik ook het enige nadeel aan het ik-perspectief, dat je de emoties van andere personen niet mee krijgt. Ik heb wel een beetje een hekel gekregen aan die Elaine. Maar dat zal wel zo zijn gekomen omdat Meija zelf ook erg negatief over haar praat. Blz. 33 ‘Als je met geest gedachtegoed bedoelt, vind ik het prima om te zeggen dat hij er nog is. Zijn denkbeelden leven in ons voort, good for him. Maar Panc kan geen nieuwe gedachten hebben, want hij is dood.’ zeg ik. De opbouw van het verhaal vond ik in eerste instantie best lastig. Er worden veel flashbacks gebruikt, het is dus totaal niet chronologisch geschreven. Ook aan de stijl van Ronald Giphart moest ik even wennen. Meestal is het begin inleidend. Wat hier ook zo was, maar toch wist je eigenlijk van niets en moest je er echt even inkomen. Na een paar bladzijden gelezen te hebben vond ik het juist wel prettig lezen omdat het verhaal duidelijker werd. Het einde van het boek was volgens mij het leukste en interessantste deel. Hier zit de meest actie in het verhaal. Alles komt in een stormvloed naar buiten rollen. Heb je net het ene gehoord en verwerkt komt alweer het ander. Dat houdt de spanning erin. Wat ik ook heel mooi vond om te lezen, was het laatste hoofdstuk, waarin Meija eindelijk een keuze maakt tussen Panc en Fräser. Dan wordt alles duidelijk. Blz. 85 ‘Hij is van mij!’ riep ik (voor het eerst dat ik volgens mij zoiets over Fräser zei), zo fel dat de nieuwslezeres hem onmiddellijk losliet en in de menigte verdween. Het taalgebruik vind ik erg verfrissend en leuk. Ronald Giphart gebruikt moderne uitdrukkingen en Engelse woorden. Ik vind dat wel heel leuk, want dat komt ook terug in het echte leven. Ik zelf gebruik ook best vaak Engelse woorden en uitdrukkingen. Wat ik wel een beetje miste, waren de dialogen. Het was niet zo dat er geen enkel dialoog aanwezig was, maar toch vind ik het iets aan de kleine kant. Want juist als je in het ik-perspectief schrijft, is het leuk om een aantal dialogen mee te nemen om zo gevoelens van andere mensen naar voren te laten komen. Blz.80

Voor de goede orde, ze heeft het tegen mij en niet tegen Elaine. Het is opvallend hoe snel ik op dit Gala de status heb bereikt van the girl we love to hate. Samengevat vind ik dat het een erg leuk boek is en dat het geen boek is waarin je jezelf echt moet dwingen om door te lezen. Dat vind ik nogal eens lastig in een literatuurboek. Hier was dat alleen in het begin omdat daar gewoonweg weinig gebeurde. Een aanrader dus!

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Gala door Ronald Giphart"