Floris ende Blancefloer door Diederic van Assenede

A romananalyse: 1. Kop: Diederic van Assenede, Floris ende Blancefloer, Leeuwarden 1996 Taal & Teken 1996, 2de druk. 2. Genre: Oosterse ridderroman want Floris gaat op een queeste om zijn geliefde te vinden. 3. samenvatting: Het christenmeisje Blancefloer en de moslim-koningszoon Floris groeien van jongs af aan samen op aan het Spaanse hof. Als de koning, Floris’ vader, hoort van hun heimelijke liefde wil hij het meisje uit de weg ruimen. De koningin stelt een list voor: Floris gaat uit logeren en ondertussen zal Blancefloer door kooplieden worden meegenomen naar verre streken. Een schitterend graf moet Floris doen geloven dat zijn geliefde dood is. Floris ontdekt het bedrog en besluit Blancefloer te gaan zoeken. In Babylon aangekomen, weet Floris uiteindelijk langs de wachters te komen en verstopt in een bloemenmand binnen te dringen in de toren waar Blancefloer wordt vastgehouden door de emir. Wanneer de emir Floris bij Blancefloer in bed betrapt, wil hij hem doden. Het komt echter tot een rechtszitting, waar de sterke liefde tussen de twee jonge mensen de aanwezigen roert: Floris en Blancefloer mogen blijven leven. Wanneer het bericht komt dat Floris’ ouders zijn overleden, keert het jonge paar naar Spanje terug. Beiden worden daar gekroond en Floris laat zichzelf en heel zijn volk dopen. Ze krijgen een dochter, Bertha met de grote voeten, die op haar beurt de moeder zal zijn van Karel de Grote. 4. Personen: de hoofdpersoon is Floris: hij gaat in het verhaal op een queeste naar Blancefloer. Floris wordt het hele verhaal gevolgd en is depressief omdat hij zijn liefje kwijt is hij heeft maar een doel Blancefloer vinden. Blancefloer: is de verdrietige geliefde van Floris die moet afwachten wat er met haar zal gebeuren. Ze kan zelf niks doen en is daarom hulpeloos. De ouders van Floris: zijn verantwoordelijk voor het feit dat Floris op een queeste gaat naar Blancefloer. Zij hadden ervoor hadden gezorgd dat Blancefloer weg was in de hoop dat Floris niet met een meisje beneden zijn stand zou trouwen. De emir: is een machtige man in Babylon hij houd Blancefloer gevangen en heeft haar aangewezen als toekomstig echtgenote. Clarijs: is een goede vriendin geworden van Blancefloer en is eveneens gevangen ze helpt Blancefloer en Floris als Floris bij haar in de toren is gekomen. Zij is ook de uiteindelijke echtgenote van de Emir.
5. perspectief: Het hele verhaal wordt verteld in een vertellersperspectief dit komt omdat het verhaal een sprookje is. 6. structuur: het is een chronologisch doorlopend verhaal en elke hoofdstuk verteld een vooruitgang en een gebeurtenis van de queeste. Oorspronkelijk had het verhaal ook geen hoofdstukken maar dit hebben ze later pas toegepast om het overzichtelijker te maken. 7. Milieu: het verhaal speelt zich af in de middeleeuwen en het gaat over de adellijke Floris en een burgermeisje Blancefloer de meeste tijd speelt het verhaal zich af in de burgerlijke stand ook al is Floris van adel. (het verhaal begint wel in een gezin van adel). 8. ruimte: het verhaal begint in de Spaanse stad Toledo maar al vrij snel gaat het verhaal verder en komt Floris in allerlei landen op weg naar Babylon in Babylonië en daar eindigt het verhaal dan ook. De tijd is de middeleeuwen rond het jaar 700. 9. thematiek: het doel van dit boek is niet anders dan vermaak er zit geen betekenis achter dit verhaal. Het is een soort sprookje. Het belangrijkste van dit boek is de queeste en de hoofse liefde tussen Floris en Blancefloer (liefde en trouw voor de vrouw). 10. motief: steeds in het verhaal komt terug dat Floris en Blancefloer depressief zijn omdat ze elkaar zijn kwijtgeraakt dit betekent dat ze heel erg veel van elkaar houden en niet zonder elkaar kunnen. Ook de gouden beker komt steeds terug in het begin werd het gekocht van het geld dat ze voor Blancefloer hadden gekregen en steeds in de herberg en uiteindelijk als middel om de cipier zover te krijgen om Floris te helpen.
11. realiteit: dit verhaal kan nooit echt gebeurt zijn Floris was nog maar 15 en dan al op een queeste en zulke slimme dingen bedenken en alles lukt ook echt ik vind het heel ongeloofwaardig dat hij al die dingen op zijn 15de al kan. Er komen ook teveel ‘toevallen’ voor. Alle herbergiers vergelijken Floris toevallig met Blancefloer en al zijn listen komen gaan toevallig goed en de Emir krijgt toevallig medelijden en noem maar op zo zijn er nog veel meer. 12. titelverklaring: het boek heet Floris ende Blancefloer dat komt omdat het hele verhaal om hen draait en hun liefde voor elkaar. 13. taalgebruik: dat was natuurlijk heel netjes en het was ook makkelijk te lezen. B welke middeleeuwse kenmerken: Het boekje is een oosterse roman want Floris gaat op een queeste om Blancefloer te vinden want zijn vader heeft haar aan kooplieden verkocht omdat ze verliefd zijn maar Blancefloer is een christelijk meisje en Floris zelf is moslim. De queeste lijd naar Babylon in Babylonië een vaak gebruikt land waarmee de schrijver het oosten bedoeld. Na een zoektocht vindt Floris Blancefloer in de toren van de emir van Babylon en krijgt haar na een list weer terug dus dit is een liefdesverhaal met happy end. In de middeleeuwen was de Mohammedaanse koning Fenis van Spanje kreeg een zoon Floris die later trouwde met Blancefloer omdat zij christin was wilde hij ook christen worden later werd hij een machtige vorst. Samen kregen ze een dochter Bertha met de Grote Voeten die op haar beurt weer trouwde met koning Pepijn samen kregen zij een kind de beroemde Karel de Grote. C eigen oordeel: Ik heb dit boek gekozen omdat mij het onderwerp wel grappig leek. Als ik zelf in de middeleeuwen zou hebben geleefd zou ik het zelf een mooi verhaal hebben gevonden vooral omdat de vrouwen al niet belangrijk waren en er nooit veel aandacht aan werd besteed is het wel mooi om te horen dat de hoofse ridders wel aandacht besteden aan vrouwen. En het is natuurlijk ook heel knap dat Floris Blancefloer vindt helemaal ver weg in een oosters land. Maar zoals ik er nu tegenaan kijk vind ik het allemaal erg toevallig. Toevallig komt hij in dezelfde herbergen waar Blancefloer was geweest en vertelden toevallig alle hebberigere dat ze vonden dat hij op iemand leek zoals hij daar zat en dat was Blancefloer en toevallig wisten alle herbergiers waar ze heen ging. En zo gaat alles in het verhaal toevallig goed waardoor het heel erg ongeloofwaardig is. Ook vind ik het een beetje te sentimenteel op hun 5de worden ze al geraakt door de pijl van Cupido en dat is zo sterk dat het blijft. Maar waar is de periode van jongens anti meisjes kan zijn dat ze dat toen nog niet hadden maar toch vind ik het ongeloofwaardig dat ze op hun 5de al stapel verliefd zijn op elkaar en dat Floris een gevaarlijke queeste al op zijn 15de heeft gemaakt zonder enige tegenslag. En zo zijn er zoveel dingen die ongeloofwaardig zijn dat ik het een slap verhaal vind maar ik kan best begrijpen dat mensen in de middeleeuwen het wel leuk hebben gevonden. Wat ik wel leuk vind is dat er voorin namen staan die in de tekst worden genoemd met uitleg want heel veel daarvan ken je wel en weet je nou wat meer van. Ook het begin vind ik wel grappig ‘Toe luister naar mij’. Dus er zijn op zich wel wat leuke dingen maar niet veel. Floris en Blancefloer zelf vind ik ook een beetje soft er zit helemaal geen pit in hun karakters Blancefloer is de mooie zachtaardige vrouw en Floris is de verliefde slimme man en ze doen niks verkeerd. Het thema trouwe liefde is natuurlijk mooi maar alles ligt er te dik op het is te overdreven.