Fenrir door Hella S. Haasse

Beoordeling 7
Foto van een scholier
Boekcover Fenrir
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 3013 woorden
  • 5 januari 2011
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 7
2 keer beoordeeld

Boekcover Fenrir
Shadow
Fenrir door Hella S. Haasse
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

1. Zakelijke gegevens
a. Hella S. Haasse
b. Fenrir
Een lang weekend in de Ardennen
Querido
Amsterdam 2000
1e druk
163 blz.
c. geen motto aanwezig


2. Keuze en eerste reactie
Ik heb dit boek zo’n twee jaar geleden gelezen en ik vond het een boeiend boek. Ik had meer verhaal verwacht over de wolven, dit is helaas niet het geval. Toch was het wel een geslaagd boek.


3. Verdieping

a. Samenvatting
Matthias Crone bezoekt op 25 september een concert van de pianiste Edith Waldschade. Zijn belangstelling voor deze vrouw is gewekt door een interview met haar. Ze vertelt daarin dat ze wolven heeft, en aangezien hij bezig is met een encyclopedie over wolven, wil hij graag meer van haar weten.

Het lijkt Matthias onwaarschijnlijk dat Edith Waldschade daadwerkelijk wolven in haar achtertuin heeft. Hij weet dat ze moeilijk benaderbaar is en hoopt door zijn aanwezigheid bij het concert meer van haar te weten te komen. Het concert valt tegen: technisch speelt Edith goed maar haar spel mist gevoel. Ze maakt een gespannen en gehaaste indruk.

Als Matthias de volgende dag met een brief naar haar hotel gaat, blijkt ze te zijn vertrokken naar haar landgoed Breidablick in de Belgische Ardennen. De avondkranten melden dat zij haar tournee heeft afgebroken.

Op het moment dat Matthias er zich bij neergelegd heeft dat hij Edith Waldschade geen plaatsje in zijn wolvenencyclopedie kan geven, stuit hij op de naam Erik Waldschade, een geleerde die in de jaren dertig werk publiceerde over middeleeuwse volksgebruiken. Waldschade schreef over magische praktijken in verband met wolven, zoals door de mannenbonden in het voorchristelijke Noord-Europa, die de wolf als totemdier hadden genomen.

Op 24 september schrijft Edith Waldschade een brief aan haar al twintig jaar vermiste geliefde Jon. Ze is op een keerpunt in haar leven gekomen, want ze wil breken met haar zus en zwager die met hun dochter ook op het landgoed wonen. Ze wil hun deel van Breidablick kopen omdat hun levensvisie zoveel verschilt dat het tot conflicten en onenigheid leidt. Ze vertelt Jon ook over de wolven die ze na zijn verdwijnen in Canada gekocht heeft als pup, nadat hun moeder door jagers is gedood

Op 22 september verschijnt er een krantenartikel onder de titel Bijeenkomst van 'Nieuwe heidenen' in de Belgische Ardennen? Het beschrijft het herfsteveningsfeest gevierd door een tot dan toe onbekende natuurgodsdienstige sekte. Gerda Blanck (Ediths zus) is de organisator. In het artikel worden de naam van Erik Waldschade en zijn dochter Edith genoemd. Er wordt opgeroepen op te passen voor een extreem rechtse vrijplaats op het landgoed.

In de nacht van 25 op 26 september schrijft Edith weer een brief aan Jon. Ze vertelt hierin dat ze een krantenknipsel heeft toegestuurd gekregen over een bijeenkomst op Breidablick. Ze heeft hierop haar tournee afgebroken. Ze voelt zich verraden door haar zus Gerda. Ze weet dat haar vader dit soort bijeenkomsten verafschuwde.

Op 28 september komt er een man bij Edith langs. Het blijkt haar tot nu toe onbekende halfbroer Erwin te zijn, de zoon van Eriks eerste vrouw Susie Keilheber. Hij heeft al enige tijd contact met Gerda en haar man Egon en is degene die Edith het krantenartikel heeft toegezonden.

Op 3 oktober wordt ontdekt dat de wolven zijn verdwenen. Het hek van hun verblijf stond open. Eén wolf is door een vrachtwagen overreden. Erwin suggereert dat Egon en Gerda daar schuld aan hebben. Erwin zegt Breidablick te willen behouden en te willen delen met Edith. Hij wil Gerda en Egon in ruil voor hun deel een landgoed in Zweden aanbieden. Edith weigert dit.

Egon en Gerda willen niet van Breidablick vertrekken, hoewel ook Gerda vindt dat haar feest uit de hand is gelopen. Ze heeft plannen voor een huttendorp voor Oerhemers.

Op 12 oktober vindt Erwin Edith in het bos, waar ze treurt om haar wolven. Hij vraagt naar haar verhouding met Jon en of Jon op de hoogte was van de theorieën van haar vader. Er ontstaat een ruzie over mensenrassen. Erwin beweert dat Erik sprak over superieure rassen. Edith daagt hem uit dat te bewijzen met boeken uit Eriks bibliotheek, maar Erwin zegt dat daar al een hoop uit verdwenen is.

Op 14 oktober, drie weken na het concert, gaat Matthias uit. Hij ontmoet een oud-klasgenoot Rollo Bleys. Rollo laat zich inhuren om op manifestaties te provoceren en op deze wijze geweld uit te lokken. Hij vertelt onlangs een opdracht te hebben gekregen wolven neer te schieten op particulier terrein. Het blijkt dat Siv, Gerda's dochter, hem benaderd heeft. Rollo stelt Matthias voor een lang weekend naar het landgoed te gaan.

Rollo en Matthias arriveren op 17 oktober op Breidablick. Siv ontvangt ze. Matthias wil Edith spreken maar die is volgens Siv onbenaderbaar.

Matthias spreekt met Siv over het oerheemfeeest. Siv vertelt dat de bijeenkomst werd verstoord door mannen met dierenmaskers. Er was paniek. In de wolvenkamp is iets vreselijks gebeurd waardoor de wolven zijn gevlucht. Matthias gelooft Sivs verhaal niet. Hij gaat de bibliotheek van Erik Waldschade binnen. In deze ruimte kan hij een gesprek horen in de aangrenzende kamer. Edith en Gerda zijn in een heftige discussie verwikkeld. Het gaat over de hondenkennel. Als Gerda Ediths kamer heeft verlaten, betrapt Edith Matthias in de bibliotheek. Hoewel ze boos is, nodigt ze hem toch uit in haar studio. Matthias vertelt dat het hem om de wolven gaat. Omdat Matthias Fenrir op het schilderij heeft herkend, krijgt hij de sleutel van de bibliotheek.

De volgende dag, 19 oktober, duikt Matthias helemaal in de boeken. Hij ontdekt de opzet van een roman die Erik ooit maakte. De hoofdpersoon trouwt een zwanger meisje uit morele overwegingen. Zijn stiefzoon wordt geboren met een hazenlip. Dan stopt het verhaal en gaat verder met de herinneringen van Erik aan een oogstfeest dat hij met zijn studenten meemaakt. Het feest loopt uit de hand en de studenten verkrachten een meisje. Erik voelt zich verantwoordelijk en trouwt het meisje.

Tijdens de gezamenlijke maaltijd ontmoet Matthias Sivs ouders. De sfeer is erg bedrukt en dan gilt Siv dat er een mensenhoofd in de buurt gevonden is. Het blijkt dat de familie anonieme brieven en telefoontjes kreeg.

Erwin heeft de laatste brief van Jon, die Edith verscheurd had en vervolgens kwijtgeraakt was, gevonden en geplakt en overhandigt hem haar.Hieruit blijkt dat Jon zich in Israël onder druk gezet voelt door zijn zuster. Ze heeft informatie over Ediths vader ingewonnen en verwijt hem niet joods genoeg te zijn. Ze vindt Ediths vioolspel mooi, maar stelt dat de mens erin ontbreekt. Jon begint te twijfelen en vraagt zich af of Edith en hij samen een toekomst hebben.

Erwin verklaart Edith dat hij in de oorlog woonde bij een gezin waar joden ondergedoken waren: Jon en zijn zuster. Edith vraagt of hij meer over Jon weet. Erwin blijkt contact te hebben gehad met Jons zuster en haar de informatie over Erik te hebben toegestuurd. Het auto-ongeluk van Jon en diens zuster is volgens Erwin een dubbele zelfmoord geweest.

Edith heeft van Matthias de tekst van haar vader over het oogstfeest gekregen en zegt tegen Erwin dat hij haar halfbroer niet is. Erwin wist dit, maar is woedend dat Edith het blijkt te weten. Juridisch blijft hij haar halfbroer.

Rollo en Matthias willen tot Sivs grote woede de volgende dag Breidablick verlaten. Om de slechte sfeer op het landgoed te ontvluchten gaan ze naar een restaurantje in de buurt. Ze vernemen er dat daar een journalist logeerde die aanwezig was op het oerheemfeest, maar niet is terugkomen, niet heeft betaald en ook zijn auto niet heeft opgehaald. Rollo denkt dat hij is vermoord, Matthias niet.

De ochtend van 20 oktober gaat Matthias vroeg joggen en stuit daarbij op twee wolven, ze lijken gewond. Hij gaat snel naar het huis terug om Edith te waarschuwen. Er ontstaat een complete chaos op Breidablick. Er arriveren Franstalige gendarmes. Matthias ziet hoe Rollo door gendarmes wordt meegenomen. Hij blijkt Erwin te hebben neergeschoten. Twee verdoofde wolven worden naar een dierenhospitaal afgevoerd. Op deze tocht vergezelt Matthias Edith. Een van de wolven gaat dood. Het is echter een zwarte wolf, dus geen wolf van Edith.

Op 21 oktober pakt Matthias zijn spullen en verlaat Breidablick. Siv klampt hem aan. Ze vertelt een nog gruwelijker verhaal over het feest: ze heeft haar oom Erwin gezien met een dierenkop en bebloede handen en kleren. Matthias raadt haar aan te getuigen in de zaak tegen Rollo.

Er arriveren twee mannen die barakken zouden hebben moeten bouwen. Erwin blijkt asielzoekers te hebben uitgenodigd op Breidablick: Egon is bedrogen. Matthias bezoekt Rollo. Hij vertelt Erwin te hebben beschoten omdat deze zijn geweer op Edith gericht had. Rollo vraagt Matthias de verdwenen journalist op te sporen. Matthias keert terug naar Amsterdam. Hij weet niet of hij Rollo moet geloven.

Twee maanden later, het is dan december, zoekt Edith Erwin op in een herstellingsoord in de Achterhoek. Inmiddels heeft Erwin een andere plaats voor de asielzoekers gevonden in de buurt van het huis dat Ediths vader bewoonde voor Breidablick, gelegen in het dorp waar Matthias vandaan komt. Matthias is nog steeds niet in het reine gekomen met de gebeurtenissen op Breidablick. Ook heeft hij Rollo niet kunnen helpen. Hij probeert via bestudering van het werk van Erik Waldschade het raadsel op te oplossen, maar hij vindt weinig tot hij in een krantenarchief een foto van een concert van Edith en Jon tegenkomt. In het publiek herkent hij Erwin die kijkt naar het tweetal met de blik van een roofdier dat zijn prooi in het oog heeft.

In Matthias' dorp wordt geprotesteerd tegen de komst van Erwins asielzoekerscentrum. Matthias wordt door de redactie van zijn krant op onderzoek gestuurd. Het pand voor de asielzoekers is gekocht door de firma Keilheber. Matthias kent de naam, maar weet niet waarvan. In zijn artikel pleit hij voor een antecedentenonderzoek naar deze firma. Hij vermoedt een spoor te hebben gevonden.

(Bron: http://www.scholieren.com/boekverslagen/10871)


b. Onderzoek van de verhaaltechniek
1. In dit boek is het taalgebruik eenvoudig: er wordt bijvoorbeeld geen gebruik gemaakt van lange zinnen met veel bijzinnen om het verhaal te vertellen. De passages waarin Edith brieven schrijft aan Jon bevatten spreektaal.

2. Het verhaal speelt zich voor het grootste gedeelte af op in de villa Breidablick en op het landgoed zelf in de Belgische Ardennen. Verder speelt het verhaal zich ook even af in een ziekenhuis, gevangenis en een hotel-restaurant in België.

Alle hoofdstukken beginnen met een datum (dag en maand, maar geen jaartal). De enige uitzonderingen hierop zijn het eerste hoofdstuk (hierbij wordt de datum niet van te voren aangekondigd op een verder blanco pagina, maar staat de datum binnen het tekstblok), de nacht van 25/26 september en het laatste hoofdstuk (wordt aangekondigd met december, twee maanden later). Het verhaal wordt niet geheel chronologisch verteld; de vertelde tijd bedraagt zo’n drie maanden.

Er wordt geen jaartal genoemd. Maar in het verhaal is sprake van vluchtelingen uit Kosovo en activiteiten van ultrarechtse Vlamingen, wat vooral gebeurde in de periode 1995-2000.

3. Matthias Crone is een jonge, uit de provincie afkomstige, journalist. Hoewel hij andere normen en waarden heeft dan zijn leeftijdgenoten, wordt hij wel door zijn omgeving geaccepteerd. Hij is een sympathieke, aantrekkelijke jongen. Hij ziet er jong en slungelachtig uit, heeft dik donker haar, opvallend blauwe ogen en een 'slordige jongensmond'. Hij heeft binnen het verhaal de rol van waarnemer, onderzoeker en verslaggever.

Edith Waldschade is een pianiste met sluik grijzend haar. Ze leidt ondanks haar beroep een teruggetrokken bestaan. Ze is of op tournee of op landgoed Breidablick. Ze heeft eigenlijk geen echte band met haar zus, zwager en nichtje. Met haar moeder is het contact geheel verbroken. Haar grote liefde Jon is verdwenen. De enige relatie waar ze nog haar gevoel in kwijt kan is die met haar wolven. Als die verdwijnen is ze radeloos. Dit verdwijnen valt samen met het conflict dat ze met haar familie heeft over het door haar zuster gehouden oerheemfeest.

Tijdens deze crisis duikt Erwin Waldschade op. Hij beweert Ediths halfbroer te zijn. Hij heeft een hazenlip, draagt zijn haar lang en is van Oost-Europese afkomst. Hij voelt zich een uitgestotene, ‘a lone wolf’. Hij wil Breidablick met Edith delen, maar doordat hij Edith probeert te overtuigen dat de opvattingen van haar vader racistisch waren, stoot hij haar van zich af. Hij heeft een soort macht over Edith omdat hij informatie heeft over Jon Altmann. Erwin zet zich in voor de opvang van asielzoekers uit een soort van “verzet” tegen zijn vader.

Gerda Blanck heeft heel andere opvattingen dan haar zuster Edith. Hoewel ook zij naar het conservatorium gaat, interesseert het klassieke repertoire haar niet. Ze legt zich toe op folkloristische liederen en begeleidt zichzelf op een kleine harp. Haar vader Erik vreesde dat ze zich over zou geven aan mystieke verheerlijking van oeroude zeden en rituelen. Terecht, zo blijkt.

Egon Blanck is de man van Gerda. Hij vervult graag de rol van landgoedeigenaar, maar verzet eigenlijk vrij weinig werk. Hij heeft plannen om op Breidablick een kennel te beginnen en denkt dat Erwin hem daarin steunt.

Siv Blanck wordt voorgesteld als een verwend kind, dat slechts aan haar eigen belang denkt. Ze hoopt zich een plaats te verwerven binnen het mediacircuit. Matthias moet haar carrière op gang brengen door haar verhaal over de gebeurtenissen tijdens het oerheemfeest te publiceren.

4. Het verhaal is geschreven in wisselend perspectief. Er is sprake van een alwetende verteller, Edith als ik-verteller en Matthias als personale verteller.


c. Op zoek naar de themathiek
1. Je hebt de laag van Matthias’ onderzoek naar de wolven en later ook zijn betrokkenheid bij de conflicten op landgoed Breidablick. Ook is er de verhaallaag van Edith die haar grote liefde Jon kwijt is en hem brieven schrijft.

2. Het thema is familie en vooral familiedrama’s gezien de strijd om landgoed Breidablick.

3. Het hele verhaal door wordt deze strijd beschreven en ook de verschillende doeleinden waarvoor de familieleden dit stuk land nodig hebben, worden weergegeven.

4. Er is sprake van de volgende motieven in dit boek:

wolven: Vader Erik Waldschade bestudeerde oude volksgebruiken rond de wolf. Zijn dochter Edith heeft drie jonge wolven die ze op het terrein rond haar verblijf in de Belgische Ardennen houdt. Matthias Crone wil een beter begrip voor wolven creeëren door het maken van een wolvenencyclopedie. Ook komt de wolf in een mensenlichaam voor: Erwin Waldschade wordt in het verhaal als mogelijke weerwolf beschreven.

muziek: Edith en Jon verschillen qua karakter en achtergron enorm van elkaar, maar muziek maakt dat ze zich verbonden voelen.

rassenvooroordelen: In de Ardennen protesteert men tegen de oerheemfeesten die herinneringen oproepen aan de ideologie van de nazi's en Overijssel protesteert men tegen de komst van asielzoekers.

5. In Ediths huis hangt een schilderij van de wolf Fenrir. Als kind is zij erg bang voor het schilderij tot haar vader haar vertelt dat Fenrir een symbool is. De oerwolf verslindt weliswaar de zon, maar dit betekent niet het eind van de wereld. Er wordt een nieuwe zon geboren. Alles herleeft, goede dingen en slechte dingen en ook Fenrir. Het symboliseert een eeuwige kringloop.

De ondertitel van het boek (Een lang weekend in de Ardennen) geeft weer waar het verhaal zich voornamelijk afspeelt. Als Matthias en Rollo elkaar ontmoeten en Rollo hem vertelt van zijn opdracht wolven neer te schieten, besluiten zij een lang weekend in de Ardennen door te brengen en daar polshoogte te gaan nemen.

6. Omdat het boek geen motto bevat, valt hier geen antwoord op te geven.


d. Plaats in de literatuurgeschiedenis
1. In het jaar 1970

2. Hella Haasse is geboren op 2 februari 1918 in Batavia.

Haasse is een dochter van Willem Hendrik Haasse (die boeken schreef onder het pseudoniem W.H. van Eemlandt) en de concertpianiste Katharina Diehm Winzenhöhler. Haasse volgde na een tweejarig verblijf (1920-1921) in Nederland de kleuterschool en katholieke lagere school in Soerabaja. In 1924 keerde ze terug naar Europa omdat haar moeder opgenomen werd in een sanatorium in Davos. Haasse woonde achtereenvolgens bij haar oma in Heemstede en in een kinderpension in Baarn. In 1928 keerde de familie terug naar Nederlands-Indië waar Haasse haar middelbare school doorliep. Daarna verhuisde ze in 1938 naar Nederland om Scandinavische taal- en letterkunde te gaan studeren. In 1941 stopte Haasse met haar studie en begon ze met een opleiding aan de Amsterdamse Toneelschool. Op 18 februari 1944 trouwde ze met Jan van Lelyveld (1918-2008), die ze in 1939 had leren kennen bij Propria Cures en beëindigde haar toneelcarrière. Wel bleef ze cabaretteksten schrijven, onder andere voor Wim Sonneveld. Haasse en Van Lelyveld kregen drie dochters, Chrisje (1944-1947), Ellen Justine (1947) en Marina (1951). In 1981 verhuisde Haasse met haar man naar Frankrijk.

Zij was een van de eerste Nederlandse schrijvers die hun werk in het buitenland actief onder de aandacht brachten. Momenteel behoort zij tot de in het buitenland meest gelezen Nederlandse schrijvers. Ze is na 60 jaar schrijven nog steeds actief.

(Bron: http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Hella_S._Haasse&printable=yes)

3. Op het moment dat dit boek geschreven werd, was het onderwerp “vluchtelingen uit Kosovo en activiteiten van ultrarechtse Vlamingen” erg actueel.

4. Het eenvoudige taalgebruik is kenmerkend aan Hella Haasse.

5. Ik kan het boek niet zo gauw aan een bepaalde stroming koppelen.


e. Beoordeling
1. Ik vind het erg positief dat de mythologie aan bod komt in dit verhaal, aangezien ik daar in geïnteresseerd ben. Ook vind ik het wisselende perspectief erg positief: hierdoor blijf je je aandacht erbij houden.

2. Er is voor mij geen passage die er echt uitspringt. Toen Matthias de twee gewonde wolven vond, werd het verhaal wel een beetje pannend.

3. Nee, ik kan geen boek of film noemen die overeenkomt met dit verhaal.

4. Het is geen thema dat mij toekomt, maar in dit boek kan ik me makkelijk in de situatie verplaatsen.

5. Het taalgebruik is eenvoudig. Ondanks het feit dat ik ook literatuur lees waar sprake van moeilijker taalgebruik is, vind ik dit taalgebruik prettig.

6. Een boeiend, eenvoudig boek dat erg geschikt is voor een boekbespreking of boekverslag. Minpuntje is dat de namen erg op elkaar lijken en gezien het feit dat ik niet goed ben in het onthouden van namen, leidde dit wel eens tot verwarring.

7. Ik zal ene ander dit boek zeker aanraden. Aangezien het taalgebruik eenvoudig is, kom je er makkelijk door, ook als je geen enthousiaste lezer bent.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Fenrir door Hella S. Haasse"