Boekverslag:
Esmoreit
Inhoudsopgave
- Zakelijke gegevens blz. 3
- Eerste reactie blz. 3
- Samenvatting blz. 3
- Verhaaltechniek:
- Schrijfstijl blz. 4
- Plaats blz. 5
- Tijd blz. 5
- Personages blz. 6
- Perspectief blz. 8
- Thematiek:
- Thema blz. 8
- Motieven blz. 8
- Titelverklaring blz. 9
- Eigen mening blz. 9
- Verwerkingsopdracht blz.
1. Zakelijke gegevens
Auteur: H. Adema
Aantal bladzijden: 55
Eerste uitgave: 1983
Uitgever: Taal & Teken
2. Eerste reactie
Toen de eerste twintig pagina’s van het abele spel Esmoreit doorgelezen had, had ik al een beetje een idee van hoe het zou eindigen. Het boek leek mij voorspelbaar, mede doordat het zo dun was, en er dus weinig ruimte was voor plotselinge wendingen in het plot. Ik had verwacht dat het verhaal een happy ending zou krijgen doordat Esmoreit zijn rechtmatige plaats op de troon krijgt en dat het voor Robbrecht minder goed zou aflopen. Uiteindelijk is dit ook allemaal gebeurd en was het ook niet verkeerd dat het gebeurde, maar daardoor werd het lezen van het boek iets minder vermakelijk.
3. Samenvatting
Het verhaal van Esmoreit speelt zich deels af in het oude Sicilië, en deel in het oude Damascus. De koning van Sicilië zoekt een opvolger voor de troon omdat hij al oud begint te worden. De koning heeft echter geen zoon om hem op te volgen. De neef van de koning, Robbrecht, staat daarom dus in de lijn van successie. Vervolgens krijgt de koning onverwacht toch een zoon, die Esmoreit ging heten. Robbrecht ziet zijn kansen voor het koningschap voorbij vliegen en bedenkt een list die hem alsnog koning zou maken. Hij zou Esmoreit ontvoeren en hem vermoorden, waarna hij de koningin de schuld zou geven. Dit zou hem dan weer de troonopvolger maken. Ondertussen in het verhaal worden we gebracht naar Damascus, waar astroloog/sterrenkijker Platus aan de koning van Damascus vertelt dat er in Sicilië een kind geboren is, die later als koning Damascus in gevaar zou brengen, de koning van Damascus zou ombrengen en haar dochter zou trouwen. Platus wordt daarna op pad gestuurd om de jongen te vinden. Als Platus de jongen in Damascus weet te krijgen, om hem daar op te voeden, verdwijnt het gevaar voor de koning van Damascus. De jongen zou in Damascus opgroeien en verzorgd worden door de dochter van de koning, zonder ooit te weten te komen dat hij eigenlijk koning van Sicilië is. Als Platus op pad is komt hij Robbrecht tegen, die Esmoreit al ontvoerd had en klaar was om hem te vermoorden. Platus biedt aan om de jongen te kopen en Robbrecht gaat daarmee akkoord, om daarna naar de koning van Sicilië te gaan om te vertellen dat Esmoreit dood is door schuld van de koningin, die vervolgens opgesloten wordt in de kerkers. Achttien jaar is Esmoreit een volwassen man, die opgevoed is door Damiët, de dochter van de koning van Damascus. Hij weet nog steeds niet dat hij geen echte zoon is van de koning van Damascus. Uiteindelijk vertelt Damiët uit verdriet dat hij eigenlijk een vondeling is, en opvolger van de troon van Sicilië. Esmoreit gaat dan op zoek naar zijn echte ouders en hij neemt zijn doek mee, waarin hij zat toen hij gekocht was door Platus, in de hoop dat iemand hem daaraan zou herkennen. Esmoreit komt na enige tijd weer terug op Sicilië waar hij zijn moeder vindt, die hem inderdaad herkent aan zijn doek. Hij vertelt haar daarna ook het ware verhaal. Esmoreit verkrijgt uiteindelijk zijn plaats op de troon van Sicilië en laat zijn neef Robbrecht ophangen vanwege verraad. Esmoreit trouwt Damiët en iedereen leeft nog lang en gelukkig (behalve Robbrecht).
4a. Schrijfstijl
Het verhaal is geschreven in volledige lange zinnen. De schrijver heeft er ook voor gekozen om het hele verhaal in eindrijm te maken:
Robbrecht
En trouwen, nu es mijn herte ontlast
Van dies ic stont in groter sorghen,
Want ewelijc blijft hi verborghen
In heydenesse, dies benic wijs,
Want die stede van Balderijs
Leghet doer Turkien in verren lande.
God die moet hem gheven scande!
Hoe sere hadde hi mi ontstelt!
Nu willic gaen ende doen dit gelt
Heimelijc in miere ghewout,
Want het es al edel gout.
Al en bleve mi nemmermeer
Dlantscap, nochtan waric een heer
Met desen gelde, dat ic hebbe ontfaen.
Ic hebt na minen wille wel gedaen,
Want oec sal mi nu bliven dlant.
Hier valt er ook te zien dat er gepaard rijm (aa bb cc) is gebruikt. De schrijver probeert ook zijn personages zo veel mogelijk te laten klinken als echte mensen; in het verhaal hoor je de personages bijvoorbeeld vaak ‘ay mi’ (een kreet) zeggen. Dit maakt het verhaal realistischer. Wat ook opmerkelijk is, is dat er gekozen is om door het hele verhaal de laatste regel van de tekst van iemand, laat rijmen met de eerste regel van de volgende persoon:
De jonghelinc
Waer sidi, lieve vader mijn?
Comt tot hier, ghi moetse scouwen,
Die vol minnen ende vol trouwen
Haer herte tote miwaert draecht.
Het es recht dat si mi behaecht:
Si heeft soe vele doer mi ghedaen.
De coninc
Soe willicse met blider herten ontfaen.
Sijt willecome, Damiëte wel scoene,
Ghi selt in Ceciliën crone
Draghen boven al die leven.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden