Samenvatting
Op een avond kan Erik, een negenjarig jongetje, gewoon voelen dat er iets speciaals staat te gebeuren. Daarom blijft hij op, leert hij wat uit het boekje Solms', een informatieboekje over insecten en wacht, al heeft hij geen idee waarop. En inderdaad, die avond komen alle portretten in het huis tot leven, en wordt hij op zijn eigen verzoek in het schilderij de Wollewei gezogen. Hier is hij ontzettend klein geworden en ontmoet hij de meest wonderlijke insecten. Van rijke wespen tot een slakkenhuishotel tot in wurm in de knoop tot doodgravers met erg vreemde ideeën over de wereld... Hij maakt een reis door Wollewei, komt bij verschillende dieren aan tafel en leert over de echt belangrijke dingen in het leven. Vooral honing. Want liefde, dat is allemaal goed en wel, maar honing is waar alles op gebouwd is. Honing is pas echt belangrijk. Erik vindt dat wel een beetje vreemd, maar goed. Ook veroorzaakt hij wat problemen door de insecten over Solms' te vertellen. Ze raken hierdoor helemaal van slag en durven niets meer zelf te besluiten, omdat ze bang zijn dat ze het niet goed doen, en willen overal Erik's toestemming voor. Na een tijdje raakt Erik, die altijd had gedroomd over het binnengaan van het schilderij, het toch zat. Hij is klaar met de eeuwige honing en wilt naar huis. Als hij met een leger mieren ten strijde trekt wordt zijn wens vervuld, al is ook de gewone wereld niet meer zo fantastisch als hij zich altijd had voorgesteld.
Mening en meer
Ik kan eerlijk waar zeggen dat ik heel erg van dit boek genoten heb. Het was leuk geschreven, humoristisch en met een duidelijke boodschap. Want één ding waar Godfried Bomans, in elk geval in dit boek, geen medaille mee zou winnen en dat is subtiliteit. Zijn belangrijkste boodschap is duidelijk: de wereld draait om geld - honing - en dat is verkeerd. Dit wordt wel erg duidelijk gemaakt in de laatste zin van het boek: Vaart allen wel, houdt altijd de lijst in het oog - en bekommert u niet té zeer om honing... Eerlijk gezegd zorgde dit er bij mij voor dat ik het boek alleen maar leuker ging vinden. Toen ik er al snel achter was gekomen wat Bomans' boodschap was begon ik bij elk nieuw insect te zoeken naar hoe hij het hier duidelijk maakte. Dit was vaak erg vermakelijk. Wat iets minder vermakelijk was, maar wel erg goed geschreven, was hoe Bomans er niet bang voor was om wat meer afschrikwekkende beelden te beschrijven. Je ging de insecten zien als mensen en als ze dan ineens in stukjes worden gehakt (bijvoorbeeld de wurm) is dat toch en schok. Vooral als het verhaal dan gewoon verder wordt verteld alsof er niet erg veel gebeurt is. Dit geeft nog een hele extra laag aan het verhaal, die je niet voorzien had toen je aan het boek begon. Ook de doodgravers waren vrij gruwelijke beesten. Ze gedroegen zich zo aardig tegenover Erik, zoals eigenlijk alle insecten, maar zaten ondertussen wel op zijn dood te hopen, zodat ze hem op konden eten. Een andere versie van de honing metafoor, maar wel een stuk sterker.
Het boek is een parallel op de gewone wereld. De insecten staan voor mensen die je ook tegenkomt in het gewone leven. Dit wordt ook later nog beschreven in het einde van het boek, waarin wordt beschreven dat Erik ook op aarde menselijke versies van de insecten nog tegenkomt. Het boek staat vol met klachten over de samenleving van toen, en eigenlijk nu ook nog. Erg veel wordt bespot. Materialisme en hoogmoed staan hoog op dat lijstje. Elk dier vindt zichzelf beter dan andere dieren, ook al hebben ze niets gedaan om dat te verdienen. Zoals de wespen die alleen bloed belangrijk vinden, tot de wurm die zich beter voelt door zijn blindheid. Het boek houdt ons een spiegel voor. Gedragen wij ons ook zo? Het is een intrigerende vraag.
Schrijver
Godfried Bomans was een Nederlandse schrijver geboren op twee maart 1913. Hij was katholiek en heeft rechten gestudeerd, en is een publiek figuur geworden, bekend door het schrijven van columns en radio- en tv-optredens. Erik was zijn grootste doorbraak.
Bomans heeft meer sprookjes geschreven naast Erik. Die zijn gepubliceerd in twee bundels in 1946 en 1949.
Verhaaltechniek
Erik, of het klein insectenboek is geschreven vanuit Erik's perspectief, met soms een beetje schrijversperspectief erdoorheen gemixt. Het verhaal is chronologisch verteld, al klopt de tijdsdoorloop in Wollewei niet helemaal met de tijdsdoorloop op aarde. Hoewel Erik vele weken heeft doorgebracht in de insectenwereld, was het maar één nacht op aarde. Ook is er een tijdssprong op de laatste paar pagina's, waar Erik al volwassen is. Het verhaal begint in Erik's slaapkamer, dan wordt Erik getransporteerd naar Wollewei waar hij een stuk gekrompen is, en het eindigt weer in zijn slaapkamer.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden