a. Godfried Bomans
b. Erik of het klein insectenboek, Spectrum, Utrecht, 1994-48 (1e druk 1941), 193 blz.
c. fantasieroman
2. Eerste reactie
a. Veel mensen vonden dit een grappig boek, dus ben ik ‘m ook maar gaan lezen. Toen ik mijn boekenlijst samen ging stellen heb ik deze er ook bij gedaan.
b. Ik vond het een heel apart, grappig boek. Het is leuk om te lezen, omdat Erik in heel grappige situaties komt.
3. Verdieping
a. Samenvatting:
Erik Pinksterblom ligt in bed. Hij probeert wakker te blijven, omdat hij het gevoel heeft dat er iets bijzonders gaat gebeuren. In gedachten herhaalt hij wat hij ’s middags geleerd heeft uit Solms’ Beknopte Natuurlijke Historie, want de volgende dag krijgt hij daar een proefwerk over. In zijn slaapkamer hangen verschillende schilderijen van zijn voorouders, maar ook het schilderij ‘Wollewei’ is er te vinden. Het schilderij bestaat uit een weiland met schapen en een herder, verder staan er heel veel insecten op. Dan ziet hij opeens dat zijn grootvader beweegt, en zijn grootmoeder stapt zelfs uit de lijst naar hem toe. Erik zegt dat hij ook graag klein wil worden, en heel graag naar Wollewei wil gaan. Dat gebeurt en Erik klimt zo over de lijst heen en valt in het frisse, zachte gras in het schilderij. Als eerste maakt Erik kennis met de familie van Vliesvleugel. Hij wordt flink aan de tand gevoeld, maar uiteindelijk wordt hij wel ‘goedgekeurd’. De familie van Vliesvleugel is van adel, en het bloed vinden zij belangrijker dan het geld. Erik blijft daar eten, en zingt daar een lied over de nijvere bij, maar dat valt verkeerd, want de Vliesvleugels beschouwen de bijen, de Liesheuveltjes, als de verkeerde tak van de familie, omdat die tot de arbeidersstand zijn vervallen. Na het eten gaan ze musiceren, Erik mag op de basviool (een bromvlieg) spelen, maar helaas gaat het beest dood. Daarna brengt een hommel Erik naar het hotel. De hommel houdt van filosofie, want hij heeft het boek ‘Schicksal der Gegenwart’ in zijn achterzak, maar het boek zelf heeft hij nog nooit gelezen. Bij het afrekenen geeft Erik een klompje honing. De eigenaar van het hotel is een slak, en het hotel is een heel groot slakkenhuis. Erik wordt helemaal gek van de slak, omdat die zo sloom is, maar het hotel bevalt hem wel. Hij ontmoet heel veel dieren uit Solms en weet veel te vertellen over ieder dier. Alleen de rups laat zich niet zien, maar dan blijkt dat deze zich ingesponnen heeft. Als de vlinder uit de cocon komt, wordt de slak niet blij, vanwege de kosten die de rups heeft gemaakt, maar Erik geeft hem snel een hoofdstuk uit ‘Schicksal der Gegenwart’. Erik gaat op de rug van de vlinder weg, en heeft een fijne tijd met zijn vriendje. Dan wordt de vlinder verliefd, en samen sturen ze een gedicht naar het vlindermeisje. Ze worden uitgenodigd voor een ernstig onderhoud en een intiem gesprek. Het wordt een gezellig diner, en de vader geeft toestemming voor het huwelijk. Maar Erik is weer alleen. Hij doodt een spin en de spin valt op hem. Als hij weer bijkomt, ziet hij enkele doodgravertjes, die al een kuiltje voor hem gegraven hebben. Eén van de doodgravers nodigt Erik uit voor de maaltijd. De doodgraver woont onder de grond en de gang daar naartoe is bezaaid met ledematen en skeletten. De doodgraver verteld dat er vlakbij een dam is, en dat daarna de wereld ophoudt. Dan komt er een mol langs, en die veegt de hele familie doodgraver weg. Erik probeert de weg naar boven te vinden, en komt een worm tegen. Het dier kronkelt heel erg, en komt zo in de knoop te zitten. Erik krijgt hem niet meer los, maar gelukkig komt er een mier langs met een pop. Deze brengt Erik naar boven. Erik belooft terug te komen en hulp mee te brengen. Boven gekomen wordt Erik door heel veel jonge moeders gevraagd om voorlichting te geven, maar hij zegt dat ze allemaal maar gewoon hun eigen instinct op moeten volgen. Erik komt in de mierenhoop en ziet dat de mieren erg ijverig zijn, hij vraagt een legertje mieren om de regenworm uit de knoop te halen; ze brengen het ongelukkige dier in allemaal losse ringetjes terug. Tijdens de speech van een mier begint Erik te huilen: hij heeft heimwee naar de mensenwereld. De mieren beloven hem te helpen, als Erik eerst maar eens vertelt wat er eigenlijk allemaal gebeurd is. De mieren brengen hem naar de dam, maar intussen moorden ze heel wat insecten uit, dan komen ze een ander mierenleger tegen en Erik vecht mee tegen de andere mieren. Hij krijgt een straal mierenzuur in het gezicht… en merkt tot zijn verbazing dat hij in zijn bed zit. Thuis laat niemand iets merken en Erik maakt op school het proefwerk gewoon. Juffrouw Schönberg geeft een briefje mee voor zijn ouders, waarin ze zich beklaagt dat hij heel andere dingen over de insecten vertelt dan in Solms staat. Erik hoopt dat hij weer klein wordt, en dan zal hij niet meer teruggaan naar deze ondankbare wereld. Maar het wonder gebeurde nooit meer.
Schrijfstijl: Het taalgebruik is best ouderwets, en in het boek zit veel humor verwerkt.
Ruimte: Het verhaal speelt zich, op een paar stukjes na, helemaal af binnen het schilderij Wollewei.
Verhaalfiguren: De belangrijkste figuur is Erik, daarna spelen de insecten een hele grote rol in het verhaal, en als laatste zijn familieleden ook nog een beetje.
Situaties: Twee belangrijke situaties zijn: de binnenkomst in het schilderij Wollewei, en de terugkeer vanuit het schilderij.
C. Thematiek
1. De hoofdgedachte is het eenvoudige leven van de insecten dat heel goed te vergelijken is met de mensen, maar toch ook heel verschillend is.
2. De overeenkomst is te zien in het feit dat de dieren net als de mensen slapen, werken, eten.
Het verschil kom je tegen als Erik de dieren probeert te vertellen wie en wat de insecten precies zijn (hoofdstuk 6).
3. Erik (hoofdpersoon) of het klein (schilderij) insectenboek (Solms en de insecten)
D. Plaats in de literatuurgeschiedenis
1. Het werk is voor het eerst gepubliceerd in 1941.
2. Godfried Jan Arnold Bomans werd op 2 maart 1913 geboren in de Haag. Hij was het vierde kind van een streng katholiek gezin. Na de basisschool ging Bomans naar de gymnasiumafdeling van een lyceum in Haarlem. Hier begon hij met het schrijven van artikelen voor de schoolkrant. In de vijfde klas schreef hij een toneelstuk met rollen voor de hele klas. Na de middelbare school ging hij rechten studeren in Amsterdam, maar dit was geen succes. Daarom ging hij in Nijmegen psychologie studeren. Daar schreef hij 'Erik of het klein insectenboek'. Op 22 december 1971 overleed Bomans aan een hartaanval. Hij had toen 62 boeken geschreven. Hij heeft elk boek in dezelfde opmerkelijke stijl geschreven. Hij had een bijzonder gevoel voor humor en kon origineel denken. Erik of Het klein insectenboek is een van de bekendste boeken van Godfried Bomans.
3. Het tijdvak is ‘realistisch en humanistisch tot 1950’
5. Niet typerend, omdat het verhaal niet realistisch is.
4. Beoordeling
1. Positief aan het verhaal vind ik dat Erik veel overeenkomsten ziet tussen de insecten en de mensen en eigenlijk ook steeds weer vergelijkt.
2. Eigenlijk vond ik dat er niet echt een passage inzat die er echt uitsprong, de meeste stukken waren ‘even’ grappig.
3. Negatieve punten heb ik eigenlijk niet gevonden.
4. Nee, het valt niet met andere boeken te vergelijken, maar waarschijnlijk wel met ander boeken van Bomans, omdat die net zo humoristisch schijnen te zijn. De film heb ik niet gezien, dus of dat vergelijkbaar is, weet ik niet.
5. Het thema vond ik wel mooi gekozen, ik zou me zo geen ander boek kunnen herinneren dat zo via de leefwereld van de insecten wordt beschreven, dat maakt het boek ook origineel. Alleen is het natuurlijk wel zo, dat ‘live’ waarschijnlijk heel veel dingen niet kloppen in die leefwereld.
6. Het taalgebruik is best wel ouderwets, wat soms niet lekker leest, maar meestal merk je het niet.
7. Leuk, humoristisch boek, dat iedereen wel een keer gelezen moet hebben. Je leert zo iets meer van de insecten, en toch niet zo, dat het saai wordt.
8. Ja, zie 7
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden