De hoofdpersoon is Erik, hij moet voor school een boek lezen over insecten “solms’’ en als hij in de wollewei komt dan lijkt Erik op een wandelend insectenboek.
Hoofdpersonen:
Erik Pinksterblom: Over hem gaat het hele boek, Hij is een jongetje van 9 en zijn karakter is aardig
De wespenfamilie van Vliesvleugel: Zij zijn Vriendelijk, maar soms ook iets minder.
Slak: De slak is nogal egoïstisch, omdat als de rups dood is dan denkt hij alleen maar aan de huur die de rups nog moet betalen.
Mieren: Die zijn aardig, omdat ze bereid zijn Erik te helpen met het zoeken van de lijst.
Het verhaal speelt zich vroeger af, dat merk je aan het taal gebruik.
Het verhaal duurt één nacht, al denkt Erik, dat het langer is.
Plaats:
Het verhaal speelt in Nederland af. In een schilderij op Erik’s kamer.
Perspectief:
Het verhaal is geschreven in de hij/zij-perspectief. In het boek zie je het verhaal door de ogen van Erik.
Verloopt het verhaal chronologisch:
Het verhaal loopt chronologisch want, Erik heeft het er niet over wat er eerst gebeurd is, Maar in het laatste hoofdstuk denkt Erik nog wel eens terug aan de insecten en de Wollewei.
Is het verhaal Realistisch:
Nee, dit verhaal zou nooit echt gebeurd kunnen zijn omdat je nooit in een schilderij kunt komen.
Samenvatting:
Erik Pinksterblom ligt in zijn bed en kan niet slapen. Hij heeft de volgende dag een proefwerk over insecten, maar heeft het gevoel dat er iets staat te gebeuren. Hij bekijkt het schilderij “Wollewei” waar allerlei insecten op afgebeeld staan. Plotseling ziet hij dat het portret van zijn oma tot leven komt en ook het portret van zijn opa beweegt. Zijn oma vertelt hem dat alle schilderijen leven en Erik geeft aan dat hij graag naar het schilderij “Wollewei” wil gaan. Erik wordt steeds kleiner en stapt het schilderij binnen.
Bij aankomst maakt hij kennis met de adellijke familie Van Vliesvleugel, een wespenfamilie bestaande uit vader, moeder en zeven dochters. Zij wonen in een rode chrysant. Erik eet met de familie mee, maar maakt zich niet geliefd door een lied te zingen over bijen. Ook strijkt hij een bromvlieg, die dienst doet als basviool, dood. Daarop vlucht hij op de rug van een hommel naar hotel “Het slakkenhuis”. De eigenaar van het hotel is een langzame slak en Eriks buurman is een duizendpoot. Bij het ontbijt zijn alle insectengasten onder de indruk van Eriks kennis. Hij weet hen te vertellen dat de rups geen misdaadslachtoffer is, maar over enkele weken zal veranderen in een prachtige vlinder. Als de insecten Erik om adviezen gaan vragen, raadt hij hen aan om gewoon hun instincten te volgen. De insecten blijken nogal egoïstisch te zijn en praten alleen maar over zichzelf.
Erik vraagt hulp aan een regenworm om weer naar boven te komen. Deze raakt echter met zichzelf in de knoop en Erik wendt zich tot een mier. De mier vertelt hem dat er veel insecten zijn die graag advies zouden willen hebben van de geleerde heer Pinksterblom. Zij willen weten of zij zich goed gedragen volgens het insectenboek van Solms. Erik adviseert hen te doen alsof dit boek niet bestaat. Daarna gaat Erik met de mier mee naar het mierennest. Hij vraagt aan alle mieren of ze willen helpen de regenworm uit de knoop te halen. Bij terugkomst blijkt hij uit honderden stukjes te bestaan. De regenworm wordt tijdens het ‘noenmaal’, dat wordt gegeven ter ere van Erik, opgegeten.
Erik begint te huilen, omdat hij heimwee heeft naar de mensenwereld. De mieren beloven hem te helpen. Tijdens hun tocht naar de lijst, komen ze een ander mierenleger tegen. De beide troepen raken in gevecht en Erik wordt getroffen door een straal mierenzuur. Als hij zijn ogen opent, merkt hij dat hij weer in zijn eigen bed ligt. Niemand heeft hem gemist en op school gaat alles normaal. Erik maakt zijn proefwerk slecht, omdat hij het insectenboek van Solms niet goed geleerd heeft. Erik’s juffrouw beklaagt zich hierover bij zijn ouders. Het liefst gaat hij weer terug naar de insectenwereld, maar het wonder geschiedt niet meer.
Eigen mening:
Ik vond dit boek niet zo heel leuk, Omdat het in nogal oud Nederlands word verteld zo dat je soms een zin wel drie keer moet over lezen, maar verder was het wel makkelijk te lezen.
In het boek gebeurde wel veel alleen was het niet goed verdeeld omdat je soms stukken had waar niet zo veel gebeurde waar door het weer saai werd omdat er dan alleen maar gepraat werd en stukken waar juist wel weer veel gebeurde. Erik komt veel insecten tegen in het boek en daar word dan soms ook wat informatie over verteld zodat je er eigenlijk ook wel weer wat van leert. Het mooiste stuk vond ik toen Erik in hotel “Het slakkenhuis” was, omdat hij daar veel contact had met andere insecten, en omdat Erik hun geholpen had met de rups, want als Erik er niet was dan dachten ze dat de rups dood was, en dankzij Erik leefde de rups nog en groeide die uit tot een vlinder. Ik vind wel dat het boek raar eindigt want opeens is Erik weer terug in zijn bed en verteld de schrijver nog even heel kort wat er na het avontuur in de “wollewei” met Erik gebeurde.
Iets over de schrijver:
De Nederlandse schrijver Godfried Bomans (1913-1971) werd geboren in Den Haag.
Het gezin verhuisde naar Haarlem en later naar het landgoed Berkenrode in Heemstede.
Na het lyceum studeerde Godfried Bomans korte tijd rechten in Amsterdam en psychologie en wijsbegeerte in Nijmegen. Godfried Bomans trouwde in 1944 met Gertrud Verscheure. Bomans werkte op de kunstredactie van de Volkskrant en was ook medewerker van Elseviers Weekblad. Godfried Bomans had een groot gevoel voor humor en een voorkeur voor parodie.
Andere boeken van Godfried Bomans:
“Memoires of gedenkschriften van minister Pieter Bas"
“Kopstukken”
“Buitelingen”
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden