Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Eline Vere door Louis Couperus

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
Boekcover Eline Vere
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 3643 woorden
  • 14 juni 2012
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
6 keer beoordeeld

Boekcover Eline Vere
Shadow

De meeslepende, virtuoos vertelde geschiedenis van Eline Vere speelt zich af in de kringen van de gegoede Haagse burgerij aan het einde van de negentiende eeuw. De onafwendbaarheid van het noodlot krijgt gestalte in de zwakke, overgevoelige en wankelmoedige Eline, een meisje van stand, begaafd, maar niet in staat zich aan te passen aan het `banale leven . Door haar an…

De meeslepende, virtuoos vertelde geschiedenis van Eline Vere speelt zich af in de kringen van de gegoede Haagse burgerij aan het einde van de negentiende eeuw. De onafwendbaarheid…

De meeslepende, virtuoos vertelde geschiedenis van Eline Vere speelt zich af in de kringen van de gegoede Haagse burgerij aan het einde van de negentiende eeuw. De onafwendbaarheid van het noodlot krijgt gestalte in de zwakke, overgevoelige en wankelmoedige Eline, een meisje van stand, begaafd, maar niet in staat zich aan te passen aan het `banale leven . Door haar angst voor de werkelijkheid verliest zij zich in dromerijen, waarna de angst alleen maar verhevigd terugkomt. Het noodlot slaat langzaam maar onvermijdelijk toe. De roman waarmee Couperus in 1889 debuteerde, is meteen ook zijn meest gelezen boek geworden, dat hem direct beroemd maakte. Couperus schiep met deze naturalistische roman een vrouwenportret dat tot ons klassieke erfgoed behoort.

Eline Vere door Louis Couperus
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

I. Beschrijving

De auteur van het boek dat ik voor de negentiende eeuw heb gelezen is Louis Couperus. Het boek dat ik van hem gelezen heb heet “Eline Vere”. Het boek verscheen in 1889, volgens mij in Amsterdam. De versie is een versie die het AD speciaal heeft gepubliceerd. Deze hebben het overgenomen van de Volledige Werken van Louis Couperus. De speciale uitgave is uitgebracht in 2010, de veertiende druk van de Volledige Werken in 2009.

Ik heb dit boek gekozen omdat ik hoorde dat Couperus een goede schrijver is en dat er veel informatie over dit boek te vinden was.

Eline Vere gaat over Eline, een meisje van drieëntwintig jaar dat bij haar zus Betsy en zwager Henk van Raat woont. Het verhaal speelt zich af in de kringen van de gegoede burgerij van Den Haag, waartoe ook Eline behoort. Ondanks het feit dat er vaak mensen over de vloer komen voor soirees en diners en dat ook Betsy en zij vaak uitgaan, voelt Eline zich eenzaam en ongelukkig. Dan wordt ze verliefd op Otto van Erlevoort, een kennis met wiens familie Betsy en Eline vrij veel omgaan. Eline voelt zich nu weer gelukkig, maar het geluk is niet van lange duur: ze weet met haar gevoelens geen raad en verbreekt haar verloving met Otto. Na deze daad komt Eline in een lange periode van ongelukkigheid terecht. Ze ergert zich aan haar zus Betsy en vlucht weg. Uiteindelijk besluit haar oom en voormalig voogd Daniel samen met Betsy dat het voor Eline beter is even weg te zijn uit Den Haag. Daarom gaat ze met Daniel mee naar Brussel en reist veel met haar oom en diens vrouw Elize. Toch kunnen deze reizen en de afleiding niet zorgen voor meer geluk. Bij terugkeer in Den Haag is Eline nog even ongelukkig als ze was bij vertrek. Na een tijdje bij de moeder van Henk, mevrouw van Raat, gewoond te hebben, besluit ze weer terug te gaan naar Daniel en Elize in Brussel. Daar ontmoet ze St. Clare, een Amerikaanse vriend van haar neef Vincent. Hij probeert haar gelukkig te maken en vraagt Eline ten huwelijk. Ze weet echter nog niet wat ze hierop moet antwoorden en vraagt St. Clare te wachten op haar antwoord. Teruggekomen in Den Haag komt Eline weer terecht in een sleur van eenzaamheid en melancholie. Uiteindelijk neemt ze teveel van haar slaapmiddel in en sterft ze.

Naast het verhaal van Eline komen er ook andere verhaallijnen in het boek voor. Alle verhaallijnen spelen zich af in dezelfde gegoede burgerij als die waarin Eline zich begeeft.

Ik heb er uiteindelijk wel spijt van dat ik dit boek gekozen heb, want ik vond het eerlijk gezegd heel saai. Het was helemaal niet zo spannend en er gebeurde niet zo veel in. Het is echter wel een goede bron om de negentiende eeuw goed te bestuderen, en dan in het bijzonder de bourgeoisie. De personages zijn wel zeer interessant, vooral Eline zelf natuurlijk. Ze is heel complex qua gedachten en ik kan haar niet zo goed volgen. Het taalgebruik is best moeilijk, maar dat was van tevoren te verwachten, want het is een boek uit een veel vroegere periode dan nu. Ze moeten toen ook wel een ander taalgebruik hebben gehad.

II. Verdieping

1. Tijd
De volgorde van de gebeurtenissen zijn chronologisch. Het gebeurt allemaal achter elkaar door. Er zijn alleen af en toe een paar terugverwijzingen, maar dat reken ik niet als een tijdsverandering. Er is ook een enkele flashback, maar die zijn er zo weinig dat ik deze even verwaarloos. Er is in deze roman dus geen verschil tussen fabel en sujet, aangezien alle gebeurtenissen al in logisch-chronologische volgorde staan. De tekst is niet continu geschreven, want af en toe zijn er sprongen in de tijd, omdat er in die tijd dan niets noemenswaardig gebeurt. Er is dus vaak sprake van tijdsverdichting. Een van de belangrijkste flashbacks is de flashback waarin Eline terugdenkt aan de tijd waarin ze nog bij haar tante woonde. Dit is ook een van de weinige flashbacks in het boek. De terugwijzingen die voorkomen zijn niet zo belangrijk, deze hebben meestal niet zoveel inhoud. Bij die flashback krijg ik het gevoel alsof Eline haar tijd nu dus eigenlijk wil goedmaken, omdat ze die tijd daar heeft weggegooid. Ze beleefde toen heel erg weinig.

Het boek speelt zich af in de negentiende eeuw. Dit merk je uit de kleding die ze dragen en uit het taalgebruik. Ook hullen zij zich heel veel in weelde, wat ook veel in de negentiende eeuw gebeurde in de gegoede burgerij. De vertelde tijd in dit boek is heel groot, want er verstrijkt een periode van ongeveer een jaar, terwijl de tijd die het kost om het boek te lezen veel kleiner is. Het klopt echter wel dat er vaak veel bladzijden worden besteed aan passages die maar een aantal minuten duren.

2. Personages
De belangrijkste personages in dit boek zijn Eline Vere, Betsy van Raat, Otto van Erlevoort, Henk van Raat, Vincent Vere en St. Clare.

Eline is het belangrijkste personage uit het boek. Ze is een zeer gevoelige vrouw van drieëntwintig jaar die totaal niet weet wat ze wil en hoe ze zich moet houden. Ze heeft vaak buien waarin ze totaal niet meer weet wat ze met zichzelf aanmoet. Ze wil graag rust hebben, maar ze weet niet hoe ze die rust kan krijgen. Dit komt ook terug in haar dood. Ze gaat namelijk dood doordat ze uitschiet bij het tellen van de hoeveelheid druppels morfine. Ze neemt deze dosis uiteindelijk toch, waarna ze overlijdt. Ze heeft er echter vrede mee, want ze wil graag rust hebben. Ze probeert haar dood dus ook niet meer te voorkomen.

Betsy is de zus van Eline en is getrouwd met Henk van Raat. Ze is nogal bazig en heeft duidelijk de broek aan thuis. Ze bepaalt veel wat er gebeurt daar. Eline woont bij Betsy en Henk in huis, maar daar heeft ze het vaak wel moeilijk mee. Betsy heeft ook een zoontje, maar dat is verder niet zo van belang. Henk van Raat is een rustige vent, die volkomen doet wat Betsy graag wil. Hij houdt zich vaak stil en op de achtergrond. Een keer heeft hij echter een flinke uitbarsting, en daar is Betsy is daar zelfs verbaasd over.

Otto van Erlevoort is de verloofde van Eline geweest. Nadat Eline echter een bui heeft gehad, gaat het opeens bergafwaarts met hun relatie en dan besluit Eline een brief te schrijven, waarin ze uitlegt dat het niet verder kan met hun relatie. Otto is heel verdrietig over dit voorval. Otto is ook een rustige man, die heel veel van Eline houdt en het ook jammer vindt dat het zo moet aflopen. Hij is ook redelijk emotioneel en wil dat Eline het goed heeft.

Vincent Vere is de vrijgezelle neef van Eline en Betsy. Hij is een vrolijke jongen en is altijd wel in voor een feestje. Hij is ook veel weg en heeft al heel wat van de wereld gezien. Op een gegeven moment wordt hij ernstig ziek, wat heel vervelend voor hem is. Eline vind dat heel vervelend en Betsy vindt Vincent vervelend, daarom is er vaak ruzie in huis als Betsy lelijke dingen over Vincent zegt, waarna Eline het dan weer voor hem opneemt.

De hoofdpersoon in dit boek is uiteraard Eline Vere, zoals ook heel duidelijk uit de titel blijkt. Het is in dit boek een beetje onduidelijk wie van de belangrijkste personages nou helpers zijn en wie nou tegenstanders. Sommige mensen zijn namelijk ook onder meerdere kopjes te scharen. Aan de ene kant willen die Eline heel graag helpen, maar aan de andere kant zitten ze haar wel weer tegen. Ik denk dat vanuit Eline gezien Betsy en Henk tegenstanders zijn en dat Otto, Vincent en St. Clare helpers zijn.

Uiteindelijk bereikt Eline haar doel niet, want haar doel is denk ik dat ze gelukkig wil worden. Aan het einde van het boek is ze naar mijn mening niet echt veel gelukkiger dan in het begin, dus is het volgens mij logisch om aan te nemen dat ze haar doel niet heeft bereikt.

Ik denk dat de personages in dit boek zeker karakters zijn. Naarmate het verhaal vordert, komen er steeds meer karaktertrekken van de personen naar voren. Ook is dit een psychologische roman, waardoor het alleen maar waarschijnlijker is dat de personages in dit boek karakters zijn. Dit boek wordt ook wel als de eerste psychologische roman beschouwd.

Ik herken de personages in dit boek totaal niet, want dit is geschreven ver voor ik geboren ben. Ik zie echter wel goed voor me wat er allemaal gebeurt. Het is goed geschreven in de zin dat alles heel duidelijk en gedetailleerd naar voren komt. Dit boek kan zo worden gebruikt als bron voor een onderzoek naar de gegoede burgerij van de negentiende eeuw. Ik kan me dus wel goed identificeren met de hoofdpersoon.

3. Opbouw
De geleding van dit boek is heel makkelijk uit leggen. Het boek bestaat uit zesendertig hoofdstukken. Ieder hoofdstuk bestaat weer uit een aantal paragrafen. Dit heeft te maken met het feit dat de roman oorspronkelijk in delen als bijlage bij een krant werd gevoegd.

In dit geval is er veel samenhang in het boek. Het onderwerp van depressie komt steeds terug in het boek. Ik vind het daardoor een heel triest boek worden.

In dit boek spelen er ook meerdere verhaallijnen. Eigenlijk is er voor elke burger uit de vriendenkring in dit boek wel een verhaallijn. De verhaallijnen in dit boek zijn dus ook allemaal met elkaar verbonden. Alle personen in dit boek zijn namelijk ook met elkaar verbonden.

Het verhaal begint in media res. Je zit namelijk meteen in het verhaal, en er zijn van tevoren ook al dingen gebeurd. Eline denkt op een gegeven moment namelijk ook terug naar de periode voordat ze bij Betsy en Henk woonde. Het verhaal heeft geen cyclische opbouw.

Ik vind dat het verhaal een redelijk gesloten einde heeft. Je komt namelijk van elk personage wel te weten waar die terechtkomt. Je kunt natuurlijk ook verkondigen dat het boek een open einde heeft, want je weet van geen enkel personage alle details. Dit vind ik echter weer een beetje ver gezocht van mezelf.

De functie van de structuur heb ik al wel een beetje uitgelegd. De geleding was nodig om het goed in de krant te kunnen publiceren.

4. Vertelsituatie
De vertelsituatie in dit boek is naar mijn mening de personale vertelsituatie. Ik denk dat dit zo is omdat je alleen de gedachten en gevoelens te weten krijgt vanuit de persoon die in de verhaallijn die dan verteld wordt aan bod komt. Deze vertelsituatie is in zoverre betrouwbaar dat je weet wat de personages in het boek allemaal doen, maar het beeld kan wel vertekend overkomen, omdat je het wel bekijkt vanuit het standpunt van iemand die zelf ook wel echt duidelijk een mening heeft. Deze vertelsituatie heeft wel een goede functie, want je weet zo wel precies wat er in het hoofd van de belangrijkste personages aan bod komt. Dit is zeker in het geval van een psychologische roman heel belangrijk.

Het effect hierdoor is dat een lezer sympathie gaat voelen voor een personage; dit gebeurt als de lezer zich kan inleven in het personage. Anders gaat de lezer een soort antipathie voor het personage voelen; dit gebeurt als de lezer zich niet kan inleven in het personage.

5. Thematiek
Het thema in dit boek is naar volgens mij vooral het geluk. Wat is geluk en hoe kan men dat bereiken. Zeker voor onzekere adolescenten is dat een moeilijke kwestie. Je kunt dit vooral goed zien bij Eline, wat natuurlijk de hoofdlijn van het verhaal is. Ze weet niet hoe ze gelukkig kan worden, waarna ze per ongeluk zelfmoord pleegt, maar daar heeft ze vrede mee, wat ook weer gesteld kan worden als geluk. Er zijn ook andere verhaallijnen in het boek, zoals de ondertitel, ‘Een Haagsche Roman’, ook weerspiegelt. Eigenlijk is het al deze verhaallijnen wel zo, dat men probeert om een bepaald geluk na te streven, of dat nou is in de vorm hoe men zich staande moet houden om weer in Holland te leven, of om een goed huwelijk te sluiten.

Het boek heeft geen motto, dus daar kan ik helaas niets over schrijven.

6. Ruimte
De ruimte van deze roman is zeer geconcretiseerd. Het speelt zich af op een grote verscheidenheid aan plaatsen, zoals allerlei huizen van de vriendenkring en theaters. De functie van de ruimte is hier om een duidelijk beeld te scheppen voor de lezer, zodat deze zich goed kan inbeelden. Couperus beschreef heel vaak de ruimte in grote details, net zoals in dit boek. Ik vind het zelf altijd heel prettig als de ruimte duidelijk is, want dan kan ik het goed voor me zien.

7. Taalgebruik
Het taalgebruik was zoals ik van tevoren al wel had verwacht zeer saai en oubollig. Verder valt er niets over te zeggen, ik kan alleen maar zeggen dat ik niet naar de negentiende eeuw zou gaan met een tijdmachine alleen al om het verschrikkelijke taalgebruik. Continu worden alle ABN-wetten die we met het vak Nederlands hebben geleerd uitgedaagd en betwist. Dit boek is echt heel slecht om kinderen te leren lezen (daarbij komt natuurlijk het zware verhaal ook nog kijken). Ik houd het verder maar kort, anders dan schiet ik al helemaal uit m’n slof.

En dit noemen ze een grote meester in de Nederlandse literatuur…

N.B. De kopie bevindt zich aan het einde van dit verslag.

8. Literaire kritiek
Schrijver Couperus, Louis
Titel Eline Vere: een Haagsche roman
Jaar van uitgave 1889
Bron De Standaard
Publicatiedatum 12-02-2010
Recensent Alexandra De Vos
Recensietitel Een kwijnende orchidee

Een man die zich beweegt in een fantasiewereld, die suikeren tempeltjes bouwt met goudpapier beplakt, die rococo-sentimentjes kirt met een stemmetje van was, die zich verkneutert in de banaliteit van winkeljuffrouwenromantiek. Dat was zo ongeveer wat Willem Kloos te zeggen had over Een lent Van Vaerzen, de literaire entree van de Hagenaar Louis Couperus. Het was niet de enige koude douche die de vers uit het ei gekropen dichter over zich heen kreeg. Een tweede bundel, vol odalisken en even vage als exotische erotiek, kon op evenveel hoon rekenen van de Amsterdamse kritiek. De twintiger stortte ervan in een existentiële crisis. Goed, hij was een burgerzoontje, overbeschaafd en beschermd opgegroeid, met een hang naar het aristocratische en het decadente. Maar hij had ook een scherp oog voor mens en maatschappij, en een werkijver waar de jongens in Amsterdam het einde nog niet van hadden gezien. Hij dweepte met antieke dichters, maar de nietsontziende naturalist Emile Zola was zijn leermeester. Zo hing het ook in de Hollandse lucht in de jaren 1880: die hang naar realisme, naar rauw drama, weg van de bellettrie die vorige generaties bedreven.

De Russen toonden hem hoe het ook kon: zij schreven meeslepende romans die psychologisch accuraat waren, maar die de schoonheidslievende lezer niet bruuskeerden. De ambitieuze Couperus had dra een plan de campagne klaar 'om, in wanhoop over mijn poëzie en in een bui van het-kan-me-niet-bommen, eens een lange roman te schrijven - lang à la Tolstoj - voor het grote publiek, en die de jonge meisjes waarmee ik flirtte aardig zouden vinden!'

En zo geschiedde dat na een sisyfusarbeid van vijf maand een feuilleton, Eline Vere, verscheen in de krant Het Vaderland. 118 afleveringen lang konden de Hagenaars meeleven met Couperus' heldin. Al is heldin niet het juiste woord: Eline Vere is eerder een gekwelde sirene, een kwijnende orchidee tussen een bos gezonde Hollandse tulpen. Mooi is ze, en jong, en niet gespeend van verstand of artistiek talent, maar wat ze er in de futloze hoogste kringen van die dagen mee moet aanvangen blijft de vraag.

Eline, al vroeg wees en dus een poor little rich girl, woont in bij het gezin van haar bazige zus. Ze vult haar dagen met visites en zangpartijtjes, en verder met nerveuze dromerijen en duizend kleine verdrietigheden. Mousseline jurken en de bewondering van adellijke jonkers kunnen haar innerlijke leegte niet vullen: 'het zou haar niets kunnen schelen binnen het uur te sterven; alles was haar hetzelfde; alleen dat doelloze, nutteloze bestaan, zonder iets waaraan zij zich met haar gehele ziel kon wijden.'

Ook de liefde kan haar niet redden, al wordt er hevig naar redding verlangd. Elines overspannen verbeelding hecht zich eerst aan de operatenor Fabrice, wat op een complete mislukking uitdraait. De kalme, degelijke Otto dient zich daarop aan als echtgenoot, en even lijkt de twijfelaarster zich over te geven aan het geluk. Maar dan schuift Vincent, een cynische neef, zich tussen de geliefden. Vergiftigd door zijn fatalisme wordt Eline meegesleurd 'op een hellend pad, of zij anders wilde dan zij handelde, maar onmachtig was de dwang van haar noodlot te ontgaan'. Zonder de vaste hand van Otto glijdt ze de afgrond in. Een laatste liefde, de optimistische Amerikaan Lawrence St-Clare, komt te laat.

Zo op het eerste gezicht lijkt Couperus' debuutroman zich in te passen in de vogue van de dag, het naturalisme waar de Amsterdamse critici zo tuk op waren. Zoals dat hoort in het genre is Eline een nerveus en overgevoelig temperament, door opvoeding en omgeving voorbestemd tot voortijdige ondergang. Maar naturalistische schrijvers vonden niets nieuws uit, al hadden ze wetenschappelijke pretenties. Ze staken de aloude tragedie in een nieuw, psychologisch kleedje. De belezen Couperus wist dat wel. Elines ondergang verwijst naar het antieke Fatum, en dat Noodlot zou een hoofdrol spelen in vele van zijn romans - of ze nu Indië, het oude Rome of het koele Nederland als achtergrond hadden.

Geheel willoos of gepredestineerd is Eline overigens niet - ze had zich, net als haar even nerveuze neef Vincent, uit haar impasse kunnen bevrijden. Via dezelfde man nog wel, de innemende St-Clare die alle determinisme in de vuilnisbak kiepert: 'Noodlot is een woord. Ieder mens maakt zijn eigen noodlot. Het leven zou in een morele dood ontaarden wanneer een ieder ging zitten, de handen in de schoot legde en dacht: Nu kome wat kome wil.'

Het is verleidelijk om in Eline Vere een zelfportret te zien van de androgyne, met het tragische flirtende Couperus - en ongetwijfeld was ze een uitlaatklep voor de verlangens die hij in zijn Haags milieu onder het Perzisch tapijt moest vegen. Maar er zat ook iets van Lawrence St-Clare in hem, van een optimisme dat even aloud is als het noodlotsdenken. Dat pluk-de-dag straalt de lezer tegemoet in de bonte warreling van personages, in de vele verhaallijnen die naast die van Eline door elkaar buitelen. Couperus schildert een zomervakantie op een Veluws landgoed, een verkleedpartijtje van kinderen, een met zilveren bestek gedekte tafel. Verliefde jonge paartjes zijn in hun onhandigheid en geluk zelden aanminniger beschreven.

Misschien is dat deels te danken aan twee nichtjes van Couperus, die hij elke nieuwe pagina voorlegde. Zij vonden Eline maar een 'mal spook'. Zij wilden meer 'gewone, lieve mensen' in het boek. Couperus gaf toe, en het resultaat is een deels tragische, deels zonnige klassieker - een naturalistische roman die ook de gelukzoeker bevredigt.

LOUIS COUPERUS - Eline Vere. Veen, 561 blz., 24,90 euro.

Alexandra De Vos

Ik ben het eigenlijk geheel met de recensent eens, want hij is een kritische schrijver die goed vertelt wat hij over het boek vind en dat ook goed verwoord. Verder komen eigenlijk al mijn standpunten overeen met wat er in de recensie staat.

9. Verwerkingsopdracht
De negentiende eeuw. Een tijdperk met industriële revolutie, arme burgers en de welgestelde bourgeoisie. In Eline Vere komt alleen het laatste aan bod. Het geeft een groep vrienden weer, onderling allemaal verstrengeld door huwelijken en andere familieverbintenissen.

Het boek is een zeer geschikt voorbeeld om een van de belangrijkste literaire stromingen uit die tijd weer te geven: het naturalisme. Het naturalisme houdt in dat alle mensen zelf geen vrije wil hebben. Alles wat ze doen hangt af van het milieu waar ze in leven en wat hun race is. Verder is de hoofdpersoon vaak neurotisch of nerveus. Daarnaast vindt op het einde van het verhaal vaak de dood van de hoofdpersoon plaats.

Dit alles is in Eline Vere zeer gemakkelijk aan te wijzen. Eline Vere heeft waarschijnlijk last van een erfelijke aandoening, want Vincent, haar neef, heeft ook last van allerlei verflauwingen. Ook is het milieu waarin ze leeft zeer goed aan te wijzen als factor waardoor haar vrije wil zou kunnen worden ontnomen, aangezien zo’n beetje al haar vrienden, familie en kennissen willen dat ze bepaalde dingen doet.

Ze is ook heel nerveus, continu wil ze dingen die totaal niet te bereiken zijn en ze is vaak totaal in haar gedachten verzonken. Ze is heel ongelukkig en wil daarom gelukkig worden, maar weet niet hoe ze dat moet bereiken, en wijst de ene na de andere man die haar daar bij zou kunnen helpen af. Ze wordt radeloos. Dit zijn eigenlijk allemaal symptomen van een nerveus personage.

Dan komt het makkelijkste aan te tonen kenmerk. Eline gaat dood aan het einde van het boek. Dit gebeurt zelfs nog dramatischer dan normaal, aangezien ze per ongeluk zelfmoord pleegt.

Men kan dus gemakkelijk concluderen dat dit een zeer naturalistisch boek is. Verder komen er nauwelijks andere stromingen uit de negentiende eeuw aan bod. Kennelijk hield Couperus meer van de gestoorde personages die nooit gelukkig zijn… 

III. Evaluatie

Ik vond het boek heel erg saai en ik weet bijna zeker dat ik in het vervolg van mijn leven mijn tijd nooit meer ga verknoeien met het lezen van een literair werk uit de negentiende eeuw. Ik vond eigenlijk zo’n beetje alles wel vervelend aan het boek, maar juist dat dit vervelend is, maakt dat ik een goed boekverslag heb kunnen maken, omdat je dan minder op het verhaal let en meer op de inhoud qua thematiek en dergelijke.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Eline Vere door Louis Couperus"