Eindeloos door Henriette Kan-Hemmink

Personages

Hanna(Hoofdpersoon): Hanna is een koppige meid die graag haar tijd alleen doorbrengt. Ook vindt ze het moeilijk vriendschap te sluiten en beslissingen te nemen.

Thijs: Thijs is een uitbundig, eigenwijs jongetje dat erg slim is voor zijn leeftijd. Hij woonde eerst met zijn ouders in de bergen waar hij het altijd fijn vond om buiten te spelen.

Roel: Roel is de vader van Hanna. Hij is streng maar rechtvaardig. Hij is ook vaak bezorgd over haar.

Marleen: Marleen is de moeder van Hanna. Ze is vaak bezorgd en wil het beste voor Hanna en doet daarom haar best om er voor te zorgen dat ze vrienden krijgt.

Judith: Judith is een meisje uit de tweede wereld oorlog. Ze schuilde samen met haar ouders voor de Duitsers. Toen ze werden ontdekt zijn haar ouders meegenomen en is zij gevlucht.

Reina: Reina is de moeder van Sierd en heeft een sterke band met haar kleinzoon Thijs.

Daphne: Daphne is de moeder van Thijs. Ook maakt ze graag grapjes.

Sierd: Sierd is de vader van Thijs. Hij heeft een geheimzinnige boot geërfd van zijn vader.

Durk: Durk is de opa van Thijs. Hij is vijftien jaar voordat Thijs geboren was overleden en was de eigenaar van de geheimzinnige boot.

Witte Bauke: Witte Bauke is de vriend van Durk. Ze hebben samen veel mee gemaakt.

Tijd, plaats en perspectief

Tijd:Er wordt in het verhaal niet gesproken over te tijd waarin dit verhaal zich afspeelt. Er zitten in dit boek een paar sprongen terug in de tijd.

Plaats: Het verhaal speelt zich vooral af rond Hanna’s huis en rond die van Thijs. Ook speelt het zich gedeeltelijk af bij Reina’s huis en bij een meer waar de boot verstopt ligt.

Perspectief: Het verhaal wordt verteld vanuit een zij persoon genaamd Hanna.

Samenvatting

Het verhaal gaat over een mysterieuze boot van de vader van Sierd.  Zijn vader is ruim veertien jaar geleden overleden. Vlak voordat hij stierf, spande zijn vader  er een donkerbruin dekkleed overheen, en heeft het er nooit meer vanaf gehaald.Sierd en zijn moeder vinden het een raar iets, want ze hadden de boot, maar mochten er van Sierds vader nooit mee varen. Hanna komt een jongetje tegen genaamd Thijs. De oma van Thijs wil de boot naar een sloopbedrijf brengen omdat ze er toch nooit iets mee doen en ze er graag vanaf wil zijn. Thijs gaat daar koppig tegen in en zegt dat Reina hem 20 jaar geleden had beloofd de boot niet weg te doen. Iedereen vindt het erg vreemd want Thijs was 20 jaar geleden nog niet eens geboren. Hij noemt op welke jurk ze toen aan had en waar ze waren. En blijkt gek genoeg gelijk te hebben. Thijs schijnt veel te weten over wat er met de boot gebeurd is, maar kan het zich niet meer herinneren. Toen Hanna op Thijs moest passen ging Thijs er stiekem  in de nacht opeens vandoor. Ze gaat achter hem aan en merkt dat hij met de boot het water is in gegaan. Op de oever vind ze een bordje met de naam Judith, de naam van de boot. Ze bindt het op haar fiets vast en gaat Thijs zoeken. Als ze hem uiteindelijk gevonden heeft, heeft hij de boot verstopt in zijn geheime schuilplaats. Hanna beloofd niks tegen zijn ouders te zeggen over wat er die nacht gebeurd is.De volgend dag gaan ze met z’n tweetjes naar de schuilplaats toe waar ze een gammel en oud huisje vinden. Ook vinden ze daar een oude steiger waar de boot is aangemeerd. Daar houden ze een gesprek waarin Thijs verteld dat hij al eens eerder is doodgegaan. Ook denkt hij dat Hanna iets met die boot te maken heeft. Daarom gaan ze het vragen aan Reina. Als ze aan haar gaan vragen wat de boot met het plankje te maken heeft, is ze geschokt dat ze dat plankje in de tuin gevonden hebben terwijl zij dat een tijd geleden op zolder had opgeborgen. Thijs gaat op zolder kijken of er nog een plankje ligt. Hanna zegt dat ze er zo aankomt terwijl ze tegen Reina verteld wat Thijs allemaal over het verleden weet terwijl hij die helemaal niet kan weten. Thijs weet namelijk heel veel over zijn opa Durk, die vijftien jaar voordat hij geboren werd overleden is ook al heeft hij daar nooit iets over gehoord of gelezen. Als Hanna klaar is met het gesprek gaat ze naar zolder om Thijs te helpen zoeken waar ze een beer vindt die haar gek genoeg erg bekend voorkomt. Dan merkt ze op dat er een oor mist die zij in de boot heeft gevonden. Reina zegt dat ze de beer nog nooit gezien heeft en weet niet hoe die daar beland is. Ook wil ze wel is weten waar die boot verstopt ligt. Thijs zegt dat hij op de plek ligt. Reina weet waar dat is. Maar de enige die dat ooit gebruikte was Durk. Ze snapt niet hoe hij dat kan weten. Ze verteld dat Witte Bauke de eigenaar van het schuurtje op de plek was. Nu ze weten waar hij woont, gaan ze hem opzoeken voor meer informatie over opa Durk en de boot. Helaas wil Bauke geen informatie geven over Durk en de boot. Hij zegt dat het lijkt alsof Thijs eigenlijk Durk is die is opgestaan uit de dood. Ze denken dat Durk gereïncarneerd is en nu Thijs is. Thijs zou zich niets van zijn vorige leven moeten herinneren, maar gek genoeg schijnt hij sommige dingen nog te weten. Als Hanna van Witte Bauke het verhaal over Judith te horen krijgt weet ze het opeens allemaal weer. Zij was Judith!