Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Eilandgasten door Vonne van der Meer

Beoordeling 7
Foto van een scholier
Boekcover Eilandgasten
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 5352 woorden
  • 26 mei 2011
  • 19 keer beoordeeld
Cijfer 7
19 keer beoordeeld

Boekcover Eilandgasten
Shadow

In Duinroos, een eenvoudig maar gastvrij huurhuis op een Waddeneiland, volgen de vakantiegangers elkaar op. De tijdelijke bewoners van Duinroos kennen elkaar niet, maar doordat ze aan dezelfde tafel eten, in hetzelfde bed slapen en in het gastenboek schrijven, komen ze met elkaar in aanraking. Zonder het te weten en haast onmerkbaar beïnvloeden ze elkaars leven e…

In Duinroos, een eenvoudig maar gastvrij huurhuis op een Waddeneiland, volgen de vakantiegangers elkaar op. De tijdelijke bewoners van Duinroos kennen elkaar niet, maar doordat ze …

In Duinroos, een eenvoudig maar gastvrij huurhuis op een Waddeneiland, volgen de vakantiegangers elkaar op. De tijdelijke bewoners van Duinroos kennen elkaar niet, maar doordat ze aan dezelfde tafel eten, in hetzelfde bed slapen en in het gastenboek schrijven, komen ze met elkaar in aanraking. Zonder het te weten en haast onmerkbaar beïnvloeden ze elkaars leven en voegen ze zich tot één verhaal. De werkster, die het huis aan het begin van de zomer schoonmaakt en aan het eind van de zomer winterklaar afsluit, beziet van een afstand het komen en gaan. Alleen de lezer is getuige van alle dromen en geheimen die schuilgaan achter de zinnetjes in het gastenboek.

Eilandgasten door Vonne van der Meer
Shadow

Boekgegevens

Schrijver: Vonne van der Meer

Titel: Eilandgasten

Uitgever: Uitgeverij Contact Amsterdam/Antwerpen

Jaar van uitgave en druk: 1999

Jaar van eerste druk: 1999

Mijn druk: 2001

Aantal pagina’s: 205

Motivatie van de keuze


Mijn buurvrouw is lerares Nederlands, dus ik dacht: Laat ik eens even langs gaan, en vragen wat voor boeken zij nog heeft. Toen raadde ze mij dit boek aan, omdat het lekker vlot geschreven is en ik zei dat ik te laat was begonnen. Mijn eerste indruk was al goed, want mijn buurvrouw had het heel leuk beschreven.

Samenvatting

In Duinroos, een eenvoudig maar gastvrij huurhuis op een Waddeneiland, volgen de vakantiegangers elkaar op. Een stel jonge ouders komt naar het eiland in een poging hun huwelijk te redden; een weduwnaar met het voornemen een einde aan zijn leven te maken; een twintigjarig meisje dat net ontdekt heeft dat ze zwanger is; een veertiger die op zijn werk wordt ingehaald door een jongere, energiekere collega; drie studenten die twijfelen wie voor wie bestemd is…

De werkster die het huis aan het begin van de zomer schoonmaakt en aan het einde van het seizoen winterklaar afsluit, beziet van een afstand het komen en gaan. Alleen de lezer is getuige van alle dromen en geheimen die schuilgaan achter de zinnetjes in het gastenboek…

Dana en Chiel zitten in een huwelijkscrisis zitten en gaan met hun kind naar Vlieland op vakantie in de hoop dichter tot elkaar te komen. Chiel was vreemd gegaan met een Duitse vrouw en probeert steeds door overdreven gedienstig te zijn, het goed te maken. Zij probeert hem niks te verwijten, maar dat is moeilijker dan ze dacht. Uiteindelijk lukt het haar aardig en heeft ze weer hoop voor hun toekomst.

Dan komen Martine, een carrièrevrouw van 43, en Sanne een meisje van twintig, de dochter van Jetta, een vriendin van Martine. Martine zit met Bas in haar hoofd, de man die met haar naar het huisje zou gaan, maar haar heeft laten zitten voor zijn werk. Sanne is net zwanger en heeft dit aan niemand verteld. Ze wil het kind waarschijnlijk houden. Als ze het aan Martine vertelt, komt bij Martine haar abortus van twintig jaar geleden weer boven. Uiteindelijk vergeeft Martine zichzelf voor haar abortus en kan er zijn voor Sanne.

Daarna komt er een weduwnaar die hier zelfmoord wil plegen, omdat hij niet zonder zijn vrouw wil leven. Hoewel hij zijn dood al helemaal uitgestippeld had, begint hij op het eiland weer van zijn leven te houden en hij kiest - en daar gaat het in alle verhalen uiteindelijk om - voor het leven.

Dan komen Nils en Simone en hun kinderen in het huisje. Ze zijn een gelukkig gezin, maar hoewel zijn werk voor Nils altijd op de tweede plaats kwam, komt hij in een flinke dip terecht als hij op vakantie hoort dat een belangrijke functie aan zijn jongere, minder ervaren collega gegeven wordt. Hij brengt zijn vrouw tot wanhoop, niets lijkt hem uit zijn dip te kunnen halen. Maar langzaam beseft hij dat hij puur uit jaloezie die baan ook wil en dat hij zijn vele zegeningen moet tellen. Zijn vrouw vindt troost in de verhalen die het echtpaar Slaghek in het gastenboek heeft geschreven. Met name daar waar het gaat over de dood van hun zoon: Als er een gemeenschap van gestorvenen bestond, bestond er misschien ook een gemeenschap van eenzamen. Mensen die je gezelschap kwamen houden wanneer je aan hen dacht.

Vervolgens komen er drie jongeren naar het eiland. Willemijn en Walter, die al twee jaar samenwonen en alles samen delen en elkaar perfect aanvoelen, maar geen passie voor elkaar voelen. Dit vinden zij allebei frustrerend. De derde is Tom een jonge leraar, die stapelverliefd is op Willemijn, maar denkt dat Walter haar vriend is. Willemijn valt echter ook op hem. Als Walter na een tijdje Tom duidelijk maakt dat Willemijn niet de zijne is, is hij onwijs blij. Walter functioneert, ondanks zijn heftige, tegenstrijdige gevoelens hierover, als cupido. Tom en Willemijn krijgen wat, Walter vertrekt met melancholische gevoelens van afscheid.

De laatste gast is er een vrouw die binnenkort geopereerd moet worden aan haar buik, met mogelijke dodelijke gevolgen. Je leest haar angsten, haar woede, haar onmacht, haar herinneringen aan haar dochter en vooral haar woede en liefde voor haar moeder.

Vanzelfsprekend is het de werkster die alles afsluit. Ook zij zorgt er voor een groot deel voor dat er verband was tussen alle personages. Allen hebben namelijk in hetzelfde bed geslapen, met hetzelfde bestek gegeten, in hetzelfde gastboek geschreven waar telkens datzelfde veertje uit kwam dwarrelen, wat met telkens een andere gedachte teruggestopt werd…

Verhaaltechniek


Personages

De werkster

Zij is een oudere vrouw, die al jaren vakantiehuisjes schoonmaakt. maar nu alleen nog maar Duinroos, omdat ze het niet meer trekt, maar een voorliefde heeft voor Duinroos. Ze is ook steeds heel erg met de bewoners en de gebeurtenissen bezig, zo erg dat ze elke dag langs het huis fietst om te kijken hoe het er voor staat. Ze woont alleen, maar heeft Jelte, haar man of zoon, verloren. Ze is erg pietluttig in dingen, alles nog even nalopen. Ze identificeert zich ook met het huis, het huis is haar leven voor een groot gedeelte, alle zorg die ze niet meer aan een gezin kwijt kan, stopt ze in het huis.

Dana

Een jonge vrouw, die te maken krijgt met een crisis in haar huwelijk. Samen met haar zoontje (Floris) en man gaat ze daarom naar Duinroos. Over de affaire doet ze heel laconiek en ze lijkt ook wel vergevingsgezind, maar ook in het huis zijn er veel dingen die haar hieraan doen herinneren… die haar soms tot wanhoop drijven of verdrietig en boos maken.

Chiel Een jonge man, die op en zakenreis in Duitsland een vrouw ontmoette waar hij dezelfde avond nog het bed mee deelde. Hij kan en wil niet liegen en doet dit dus ook niet. In het huisje geeft hij zich helemaal voor zijn vrouw en zoontje.

Martine

Een carrièrevrouw van 43. Zij voelt zich eerst niet erg gelukkig in het huisje, ze zou namelijk met haar vriend Bas gaan, maar deze ging plotseling naar Osaka. Ook haar vriendin Jetta bleek op het laatste moment niet mee te gaan, dus nu voelt ze zich opgescheept met Sanne, Jetta’s dochter.

Sanne Een ‘meisje’ van 20, op mij maakt ze een stille, in zichzelf gekeerde indruk en ik dacht ook eerst dat ze nog jonger was. Sanne zit met een groot probleem, ze is zwanger en heeft dit nog aan niemand verteld.

Oude weduwnaar

Deze man heeft – voordat hij naar Duinroos ging – een weloverwogen beslissing gemaakt. Op dit eiland zou hij namelijk zijn laatste dag beleven, want hier zou hij een einde aan zijn leven maken.

Dit vereist lef, koelbloedigheid en een heldere geest. Hij heeft pas zijn vrouw Johanna verloren en ook al heeft hij twee dochters, Bea en An, die veel om hem geven de dood van zijn vrouw zou voor hem toch het zwaarst wegen…

Maar net op het laatste moment begint hij weer van de dingen in het leven te genieten.

Nils

Ik zie Nils als gestresste zakenman, die zich alles erg aantrekt en die opvliegerig is. Ook al kwam werk namelijk op de tweede plaats, toch trekt hij het niet als een jongere collega de hogere functie krijgt. Met als gevolg dat zijn vrouw Simone en twee dochters Roos en Karlien het zwaar te verduren krijgen.

Simone

Simone lijkt me erg verdraagzaam en volgens mij voelt zij haar man Nils goed aan. Ze zit natuurlijk in een benarde situatie: een man die constant chagrijnig is en twee kinderen die daar weer niets van snappen. Toch komt er geen ruzie, dit ook omdat ze troost vindt in de verhalen in het gastenboek van de familie Slaghek. Met name daar waar het gaat over de dood van hun zoon: Als er een gemeenschap van gestorvenen bestond, bestond er misschien ook een gemeenschap van eenzamen. Mensen die je gezelschap kwamen houden wanneer je aan hen dacht.

Walter

Walter is een jonge student. Hij woont samen op een kamer met Willemijn. Iedereen ziet ze als een stel, en Walter vind dit totaal niet erg, hij is er trots op. Daarom zou hij het liefst iedereen in de waan laten.

Ook Duinroos is al gauw Walters huis, volgens mij heeft hij de neiging zich dingen toe te eigenen.

Willemijn

Willemijn is niet zo verknocht aan Walter, als hij aan haar is. Als zij te kennen geeft, dat ze iemand leuk vind, trekt Walter zich terug. Zij heeft wat dat betreft een overheersende positie. Ze is verliefd op Tom.

Tom

Tom is een jonge leraar die, gelijk nadat hij met haar heeft kennis gemaakt, helemaal gek is op Willemijn. Maar hij laat dit niet blijken, omdat hij niet tussen Walter en Willemijn wil komen. Hij denkt dat zij iets samen hebben, ze slapen immers in hetzelfde bed…

Gelukkig wordt het later wat tussen Tom en Willemijn, want ik vind zijn karakter toch beter dan dat van Walter, hoewel deze het Tom wel gunt en als cupido optreedt.

In Duinroos werd een stille liefde, een grote liefde, Tom en Willemijn.

Een zieke vrouw

Deze vrouw is van plan op adem te komen op het eiland, maar dat niet alleen. Ze verwacht niet lang meer te leven en wil nog wat dagen, zonder haar man, op het eiland besteden, omdat hier veel herinneringen van haar liggen. Herinneringen aan haar moeder - van wie ze zegt dat ze nooit van haar gehouden heeft - , haar kinderen die ze er zag opgroeien en ze zag de eerste dode er aanspoelt, hieraan denkt ze met in haar achterhoofd het idee dat ook zij niet lang meer heeft.

Structuur / spanningsopbouw


Er zit niet echt een spanningsopbouw over het gehele boek, omdat het bestaat uit korte verhalen van de gasten. In de aparte verhaaltjes zit echter wel spanningsopbouw. Je weet namelijk aan het begin van hoofdstuk nog niet wat er aan de hand is met de gasten, en daar kom je stukje bij beetje achter. Vonne van der meer bouwt de spanning heel goed op naar het eind van het hoofdstuk.

Tijdsverloop


Het boek wordt verteld in chronologische tijdsvolgorde en de lengte van het verhaal is één vakantieseizoen, van lente tot zomer.

Thematiek, titel- en mottoverklaring


De thema’s van het boek zijn vakantie, het huwelijk, zelfmoord, zwangerschap, werk, ziekte & liefde.

De titel, Eilandgasten, wijst op het eiland waarop het zich afspeelt (Vlieland) en gasten natuurlijk op de mensen die op het eiland verblijven in het vakantie huisje Duinroos. De mensen waar het over gaat zijn natuurlijk ook gasten van het eiland, dus eilandgasten.

Er is geen motto, dus die valt ook niet te verklaren.

Ruimte


Het verhaal speelt zich af in het vakantiehuisje Duinroos te Vlieland, en in de nabije omgeving van dit vakantiehuisje.

Perspectief


Als het in het verhaal gaat over de schoonmaakster, dit wordt in het boek aangegeven met een ster aan het begin van het hoofdstuk, wordt er verteld vanuit haar perspectief. Zodra er wordt verteld vanuit een van de gasten van Duinroos, wordt er gewisseld van een Ik- perspectief naar een Hij/Zij- perspectief.

Verdiepingsopdracht


Ik vroeg me erg af wat anderen van dit boek vonden, omdat het best een apart boek is, en daarom heb ik als verdiepingsopdracht:

* Zoek twee recensies en vergelijk ze met elkaar

Recensie 1:

(http://www.leestafel.info/vonne-van-der-meer)

Eilandgasten

Duinroos is een vakantiehuisje op Vlieland. De eigenaar woont elders en laat de zorg voor het huisje en de gasten over aan de werkster. Zij ziet de eilandgasten komen en gaan en leest iets van hun belevenissen en dromen in het gastenboek, maar de werkelijkheid is alleen voor de lezer duidelijk.

Als eerste gasten ontmoeten we een stel jonge ouders. De man heeft overspel gepleegd en de vakantie wordt gebruikt om te proberen hun huwelijk te redden. Na hen komt een weduwnaar die het plan heeft een eind aan zijn leven te maken. Dan ontmoeten we twee vrouwen, waar van de een net (ongewild) zwanger is en de ander in een ver verleden een abortus onderging. Het gezin dat enkele weken hoopte te genieten van een zorgeloze vakantie ziet daarvan twee weken verknoeid door de stress die ontstaat als de vader een telefoontje krijgt waaruit blijkt, dat hij voorbij gestreefd is door een jongere collega. Drie studenten komen naar het eiland om duidelijkheid te zoeken in hun onderlinge verhoudingen. En als laatste arriveert er een ernstig zieke vrouw om zich voor te bereiden op een beslissende operatie.

De tijdelijke bewoners van de Duinroos kennen elkaar niet, maar zonder het te weten en haast onmerkbaar beïnvloeden ze elkaars leven en voegen zich tot één verhaal. Het gastenboek speelt daarbij een rol. En de voorwerpen die ze achterlaten/vinden.

In elk van de zes verhalen komen de mensen met een probleem naar het eiland, maken een ontwikkeling door en keren met een andere kijk op het leven weer terug naar het vasteland . Het perspectief van de verschillende verhalen ligt steeds bij de betreffende hoofdpersonen. Zo zijn we bv. in het eerste verhaal getuige van zowel de overwegingen van de bedrogen vrouw, als van haar berouwvolle echtgenoot. Dat maakt iedereen heel menselijk en de problemen invoelbaar. Het gastenboek en het daarin gelegde veertje spelen een verbindende rol tussen de verhalen, net als de werkster.

Een verklaring van de titel kan heel eenduidig zijn: de gasten die in de zomer het eiland bezoeken. Maar een mogelijkheid is ook: dat wij hier op aarde allemaal maar gasten zijn, die ieder een eigen verhaal achterlaten.

De stijl waarin Vonne van der Meer het boek heeft geschreven is helder en toch suggestief. Vrij normale menselijke problemen worden zo vertaald naar spannende verhalen met een louterende afloop.

Ondanks dat het boek beslist niet expliciet religieus overkomt, heeft het wel die lading naar mijn gevoel. Aan het eind van het boek maken de hoofdpersonen schoon schip voor ze huiswaarts keren. De werkster stuurt na het seizoen het gastenboek per post naar Mijnheer Duinroos.

" Ik heb geen idee of hij het leest, maar het boek hoort bij het huis en het huis is door hem gebouwd, met zijn eigen handen, al ik weet niet hoe lang geleden.”

De schelpen gaan terug naar het strand.

“Kom, als ik de zak nu naar zee breng, ben ik nog op tijd bij het postkantoor. Ik noem het geen weggooien. Het zou toch kunnen dat alles wat ik dit jaar terugbreng naar zee – de schelpen, de scherven, het takje – volgend seizoen weer aanspoelt, en opgeraapt wordt door de volgende gasten? Dat steeds andere handen dezelfde dingen aanraken, bewonderen, een plaats geven. Dat niets ooit verloren gaat.”

Ze bekommert zich om de mensen en het huisje. Ze vormt een verbinding tussen huisje met gasten en Mijnheer Duinroos.

“Soms zou ik willen dat ik dit huis niet alleen schoonhield, maar dat mijn armen de muren waren en mijn ogen de ramen. Dan kon ik zien en horen wat Duinroos meemaakt.”

De gasten voelen stuk voor stuk een aanwezigheid.

“Help me”, hoorde ze zichzelf mompelen, ze wist niet tegen wie ze het zei, maar ze zei het, hardop: “Help me, Help me.”

“Als hij zich beklemd voelde, hielp het hem altijd te bedenken dat er in een ander huis, naast hem of tegenover hem, een man rondliep die dit allemaal al eens had meegemaakt, die hem begreep en hem vaderlijk zou kunnen toeknikken.”

En het vertrouwen dat de mensen mee naar huis nemen: “All shall be well” schreef een van de gasten in het gastenboek.

Ik heb dit warm menselijke boek met veel plezier gelezen.

Amsterdam, Contact, 1999. (Geb., met stofomsl., 6e dr. nov. 1999, 205 p.) (Zie ook: De Avondboot en Laatste seizoen) Op dit moment verkrijgbaar: Eilandgasten, Paperback | 205 Pagina's | Uitgeverij Contact | Filmeditie | 1ste Druk | 2005 ISBN: 9025425569

© Librije, december 2006

Recensie 2:

( http://www.nrcboeken.nl/recensie/schoongespoeld-op-vlieland )

Schoongespoeld op Vlieland

Roman van Vonne van der Meer

Vrijdag 27 augustus 1999 door Elsbeth Etty

Een licht gevoel van teleurstelling overviel me toen ik na het eerste verhaal van zo'n veertig bladzijden in Vonne van der Meers Eilandgasten in de gaten kreeg dat ik geen roman (zoals op de cover staat), maar een verhalenbundel in handen had. Niet dat Van der Meers korte verhalen te versmaden zijn, maar de personages met wie we in in het begin van de bundel kennismaken, zijn zo intrigerend, zo overtuigend neergezet dat ik meer van ze wil weten. Ze zijn, anders gezegd, een roman waard.

Vonne van der Meer: Eilandgasten,Contact, 205 blz. ƒ34,90

Dit eerste verhaal correspondeert met `Eilandliefde' uit Van der Meers bundel Nachtgoed (1993), waarin een vrouw tijdens een kort verblijf op een Waddeneiland op originele wijze genoegdoening vindt voor het overspel van haar echtgenoot. In Eilandgasten bevindt een bedrogen echtgenote zich eveneens op een Waddeneiland, in een gehuurd zomerhuisje op Vlieland met de naam Duinroos, maar dit keer vergezeld van man en kind. Dana weet sinds kort dat haar man Chiel tijdens een congres in Berlijn een nacht heeft doorgebracht met zijn tolk en ze probeert te achterhalen waarom ze daar zo kapot van is. Om haar te troosten heeft Chiel voor een week Duinroos gehuurd, maar eigenlijk, zo wordt al bij hun aankomst op Vlieland duidelijk, is hij er sinds zijn misstap beroerder aan toe dan zijn vrouw. Zijn probleem is dat hij te veel zijn best doet om iets ongedaan te maken wat niet ongedaan te maken valt. `Maar hij kon niet anders, zijn best doen was tegenwoordig zijn tweede natuur.'

Veel gebeurt er niet tijdens hun week op Vlieland. Via flash backs wordt opgehelderd wat zich in Berlijn heeft afgespeeld, wat dit teweeg heeft gebracht in de relatie tussen Dana en Chiel en hoe zij – elk afzonderlijk – deze schending van hun afspraak (`niemand anders dan jij') verwerken. Chiel betreurt vooral dat hij Dana's argeloosheid heeft weggenomen; zij ergert zich het meest aan zichzelf. Ze wil dat het `kleinzielige gezeur' in haar hoofd ophoudt, dat ze niets anders meer hoort dan het geruis van de zee. `Ze luisterde tot het was alsof zij zelf zo ruiste, alsof ze een aangespoelde schelp was, of de zee.' Uiteindelijk helpt het wel iets, dat luisteren naar de zee, dat inwendig schoonspoelen, maar wat hardnekkig blijft kleven is het besef dat er in hun liefdesrelatie een ongelijkwaardigheid geslopen is.

`Vroeger deden wij niet voor elkaar onder, waren wij aan elkaar gewaagd, maar sinds die verhouding vond ik hem gelijker geworden', denkt de vrouw in het eerdergenoemde `Eilandliefde'. In het verhaal over Dana en Chiel slaat de balans naar de andere kant door: Chiels voortdurende pogingen tot Wiedergutmachung en zijn irritante nederigheid geven Dana een macht die ze niet wil. Er moet – daar draait het in alle volgende verhalen in Eilandgasten ook om – een evenwicht worden hersteld, waar Vlieland zich uitstekend voor leent. Wie in Duinroos vertoeft, komt er achter dat het wel goed komt, ooit, door de tijd die alle wonden heelt, `de tijd, de wind en het zout'.

Vonne van der Meer heeft de verhalen in deze bundel door middel van een kunstgreep tot een roman willen samenvoegen. Telkens verschijnt een non-descripte schoonmaakster van Duinroos. In korte stukjes, die zich onderscheiden van de eigenlijke vertellingen doordat ze zijn gemarkeerd met een getekende zeester, ordent deze huisbewaarster niet alleen de inboedel van het zomerhuisje, maar ook de veronderstelde avonturen en gemoedstoestanden van de gasten die het gedurende een seizoen herbergt. Sommige van hen schrijven na afloop van hun bezoek iets in het door haar klaargelegde gastenboek, anderen slepen schelpen of takjes naar het huisje en laten die achter. Omdat ze aan al die levenstekens niet genoeg heeft om zich een voorstelling van de tijdelijke bewoners te maken, houdt de schoonmaakster scherp in de gaten wat er in Duinroos gebeurt. Regelmatig fietst ze langs om naar binnen te gluren. `Soms zou ik willen', peinst ze, `dat ik dit huis niet alleen schoonhield, maar dat mijn armen de muren waren, mijn ogen de ramen. Dat ik kon zien en horen wat Duinroos meemaakt.'

Het is de schoonmaakster niet gegeven om mee te beleven wat zich in het vakantiehuis afspeelt, dus is het voorstelbaar dat ze op basis van het gastenboek, de achtergelaten voorwerpen en het gespied door de ramen, verhalen fantaseert over wat er gebeurd zou kunnen zijn, verhalen zoals in Eilandgasten zijn opgenomen, veronderstelde levensgeschiedenissen van willekeurige, raadselachtige passanten.

Dit procédé kan zich in ieders hoofd afspelen. Mijmeren, fantaseren over intrigerende onbekenden. Twee jongens, Walter en Tom en de mooie, enigszins androgyne Willemijn betrekken Duinroos. Wat is hun achtergrond? Wie heeft een relatie met wie, hoe liggen de verhoudingen? `Iemand die het drietal op de boot van Harlingen-Haven naar Vlieland gadesloeg, zou zonder aarzelen besluiten wie bij wie moest horen.' Daar klopt dan weinig van: Walter, van wie vermoed werd dat hij de minnaar van het meisje was, verlaat al snel het eiland. Na de vakantie licht het gastenboek een tipje van de sluier op: `In Duinroos werd een stille liefde, een grote liefde, Tom en Willemijn.' Alle reden om te speculeren over het aflopen van de verhouding tussen de narcistische Walter en het meisje. Op Vlieland kiest Willemijn, na een jarenlang platonisch gebleven concubinaat met Walter, voor een `normale' liefdesrelatie met huisvriend Tom, die net als zij kinderen wil.

Als dergelijke immer `goed aflopende' verzinsels over toevallige eilandgasten ontsproten zijn aan het brein van de schoonmaakster van Duinroos, dan moet dit wel een mierzoete karikatuur van een Libelle-lezende oude vrijster zijn, waar Vonne van der Meer op haar beurt een beetje de spot mee drijft. Anders dan in haar vroegere verhalen zijn de meeste personages in Eilandgasten namelijk in-braaf en volkomen voorspelbaar. Na allerlei verwikkelingen doen ze uiteindelijk allemaal precies wat de hoedster van Duinroos en van de daar geldende normen en waarden wil dat zij doen: het goede.

Zo is er een verhaal (eerder gepubliceerd in Tirade) over een zwanger meisje dat na veel getob toch geen abortus pleegt. Als tegenspeelster heeft ze een nogal ongeloofwaardige oudere vriendin die in Duinroos tot het inzicht komt dat ze spijt heeft van haar eigen abortus twintig jaar eerder. Vandaar dat ze het meisje niet kan adviseren haar kind te laten weghalen. Nog moralistischer is de geschiedenis van een weduwnaar die naar Vlieland komt om zelfmoord te plegen. Vanaf de eerste bladzijde is duidelijk hoe dit zal aflopen: het eiland geeft hem zijn levensvreugde terug, herstelt zijn evenwicht en geeft hem in dat hij – uit liefde voor zijn kinderen – niets onherstelbaars moet doen.

Overtuigend en tot in de details meesterlijk weergegeven is het drama van de bijna mislukte vakantie van een echtpaar en hun twee dochtertjes. Pa verpest de stemming uit frustatie over iets dat op zijn werk is voorgevallen. Hij gedraagt zich zo bot en egocentrisch dat zijn vrouw overweegt hem voorgoed te verlaten. Maar – god zij geloofd en geprezen – zover komt het niet, het evenwicht wordt op tijd hervonden. Eind goed, al goed. Achter de wolken schijnt altijd de zon. Halleluja. Maar Eilandgasten heeft een dubbele bodem. Vonne van der Meer is het niet die zulke slappe feel-good verhalen opdient, maar (vermoedelijk) de naïef-romantische schoonmaakster, de tragische hoofdpersoon van wat dan alsnog werkelijk een roman blijkt te zijn: de roman van een eenzame Vlielandse die haar saaie huishoudelijke baantje compenseert met dagdromen over exemplarische voorbijgangers.

Dat haar moralistische fantasieën geen banale traktaatjes zijn geworden, is vervolgens te danken aan het schrijverschap van Vonne van der Meer, die met haar wondermooie pen, haar compositorische vernuft en haar sublieme observaties zelfs de onbeduidendste personages of voorvalletjes glans en diepte weet te verlenen.

Vergelijking van de twee verschillende recensies

Eigenlijk zijn de twee recensies een beetje geschreven op dezelfde toon, en gaan de meningen over het boek gelijk op. Ze spreken allebei met lof over Vonne van der Meers schrijfkunsten, maar ook gaan ze dieper in op de betekenis van het boek. In de recensie van www.leestafel.nl wordt uitgelegd dat het een beetje een religieuze basis heeft, en Elsbeth Etty van NRC verteld dat Eilandgasten een dubbele bodem heeft. Dus bekijken ze het boek allebei een beetje filosofisch.

In alle twee de recensies staat dat Eilandgasten een aanrader is, beide zijn ze uitgesproken positief. Op www.leestafel.nl staat namelijk : “Ik heb dit warm menselijke boek met veel plezier gelezen” en in de recensie van Elsbeth Etty van NRC staat: “Dat haar moralistische fantasieën geen banale traktaatjes zijn geworden, is vervolgens te danken aan het schrijverschap van Vonne van der Meer, die met haar wondermooie pen, haar compositorische vernuft en haar sublieme observaties zelfs de onbeduidendste personages of voorvalletjes glans en diepte weet te verlenen.”

Dit vind ik wel positieve uitspraken, waaruit ik kan concluderen dat ze het een goed boek vinden en dat ze Vonne van der Meers schrijfkunsten zeer waarderen.

Evaluatie


Een negatief aspect van dit boek, is dat je niet weet hoe het met alle kort verhaaltjes eindigt. De spanning wordt namelijk erg opgebouwd door Vonne van der Meer, maar dan stopt het hoofdstuk. Eigenlijk sluit ze het verhaal af, maar alsnog denk je dan dat ze nog even dat verder schrijft over de rest van het stukje verhaal en de afloop ervan, maar nee. Ze begint het volgende hoofdstuk met een zin zonder personen erin, dus weet je nog niet over wie het gaat. Eigenlijk houdt Vonne van der Meer ons dan een beetje voor de gek, en zet ze je op het verkeerde been. En het vervelende van deze eindes is dat je door haar manier van vertellen wilt weten hoe het afloopt met de personages, op zich zelf is dat niet zo erg. Toch irriteer ik me daar wel aan, omdat ik heel snel helemaal verdiept zit in een verhaal.

(blz. 39 + 40):

“Hou op met die Wiedegutmachung’, riep ze op een dag uit. Hij keek haar verbouwereerd aan, maar ze had geen spijt, behalve dat ze in haar woede een Duits woord had gebruikt. Alsof haar hoofd gevuld was met louter Duitse woorden, Duitse vrouwennamen. Haar uitbarsting klaarde de lucht even, en daarna kon ze hem nog eens zeggen dat hij niets meer goed hoefde te maken. Dat het wel goed kwam, ooit. Dat de tijd de rest moest doen, de tijd, de wind en het zout. (eind hoofdstuk I - begin hoofdstuk II)

De zon was net onder, de horizon lichtroze als een gestifte mond op het eind van de avond. Ze kende haar nieuwe liefde pas negen weken en liet har lippen niet vaal worden.’

Bij de tweede zin van het nieuwe hoofdstuk begin je pas te begrijpen dat er weer een nieuw verhaal begonnen is, terwijl je nog helemaal in het vorige verhaal zit. Terwijl je het ene probleem aan het verwerken bent, komt het andere alweer!

Iets wat ik erg bijzonder en mooi vindt aan het boek is dat het veertje, wat in het proloog door de schoonmaakster in het gastenboek wordt gestopt, steeds weer terug komt bij elke gast, steeds op een andere manier.

(blz. 8)

’En het veertje dat ik vanochtend bij de bosrand gevonden heb leg ik bij een nieuwe bladzijde, zodat het voor de eerste gasten van dit jaar op de juiste plek openvalt.’

(blz. 27)

‘Gastenboek, was er met zwarte inkt op de rode linnen kaft geschreven. Vanbuiten leek het een gewoon boek, hetzelfde formaat van zoveel gebonden boeken, maar vanbinnen was het witte papier beschreven met verschillende handschriften, pennen, verschillende kleuren inkt en potlood. Tussen twee bladzijden lag een grijs, blauw en wit veertje.’

(blz. 102)

‘Hij bladerde door naar de laatste gast. Toen hij zijn bril vaster op zijn neus duwde, verschoof hij met zijn elleboog iets dat tussen de bladzijden lag. Een veertje dwarrelde naar de grond.’

(blz. 142)

‘Simone pakte het veertje en stak het achter haar oor.’

Het leuke in het boek is ook dat elke gast die het veertje vindt, je ook iets meer komt te weten over de persoon die het vindt.

Zo denkt de weduwnaar (blz. 102) meteen terug naar een herinnering van zijn dode vrouw met een soort gelijk veertje in haar borstzak. Zo gat dat elke keer als een gas het veertje vindt en dat vind ik erg leuk.

Maar ook via andere voorwerpen worden de gasten, zonder dat ze het merken met elkaar verbonden.

(blz. 77, stukje uit het gastenboek)

‘P.S. Heel vervelend. Net bij het inpakken ontdekten wij dat de slaaplap van Floris kwijt is. Het is een gescheurde blauwgrijs geruite theedoek, en hij is er erg aan gehecht. Wil degene die hem vindt, hem a.u.b. opsturen naar dit adres. Bij voorbaat dank. Dana, Chiel en Floris.’

(blz. 141, stukje uit het gastenboek)

‘Onder ons bed vonden we een paar plastic slippers en een vieze gescheurde theedoek.’

(blz. 204, schoonmaakster)

‘Maar nu begrijp ik het: de Slagheks hebben de slaaplap van Floris aangezien voor een vieze doek en….’

Zo worden de gasten dus onbewust aan elkaar gekoppeld, en zo gaat dat met nog meer voorwerpen. Van een schelp, tot een takje in de vorm van een katapult. En dat vind ik een speciaal kenmerk van dit boek.

Het ontroerendste stuk van het boek, vind ik het stukje waarin de weduwnaar toch besluit om geen zelfmoord te plegen, omdat hij zijn dochters en kleinkinderen niet wil missen. Ook wil hij niet dood, omdat hij zijn kleinkinderen mee wilt nemen naar Duinroos, want hij vindt het er zo mooi. Je merkt ook dat hij weer begint te leven, want hij gaat zingen op de fiets en wordt weer erg energiek.

Dat stukje raakte mij echt, dat hij blijft leven omdat hij niet zonder zijn familie wil zijn en hun niet in de steek wil laten en dat hij in Duinroos (op Vlieland) weer leert genieten van hert leven zonder zijn vouw.

Dat raakte mij echt.

(blz. 117)

‘Hij wist niet meer precies wanneer hij van zijn plan was afgedreven en het kon hem al niet meer schelen. (…) Hij deed de brief in de envelop die hij thuis al had geadresseerd, trok zijn jas aan en liep naar de brievenbus. Toen hij zag dat de telefooncel onder aan de weg vrij was, besloot hij Bella te bellen. Hij wild haar stem horen.’

Dit was het einde van het stuk wat ik het meest ontroerend vind.

Het begin van het boek

(blz. 5)

‘Het wordt hoog tijd dat ik afsluit. Als ze de middagboot genomen hebben kunnen ze binnen een halfuur hier zijn.’

In dit stukje maak je kennis met de schoonmaakster, je merkt eigenlijk al meteen wat voor een type ze is: zorgzaam, oplettend. Als je iets verder leest merk je dat ze zich echt druk maakt voor de gasten van Duinroos. Ze slooft zich echt uit. Ik vind dat Vonne van der Meer zo een goed begin neerzet, omdat je je al meteen nieuwsgierig wordt naar de rest van de pagina, en de volgende bladzijde, en de volgende, en de volgende…….

Het eind van het boek

(blz. 205)

‘Kom, als ik de zak nu naar zee breng ben ik nog op tijd bij het postkantoor. Ik noem het geen weggooien. Het zou toch kunnen dat alles wat ik dit jaar terugbreng naar zee -de schelpen, de scherven, het takje- volgend seizoen weer aanspoelt, en opgeraapt wordt door de volgende gasten? Dat steeds andere handen dezelfde dingen aanraken, bewonderen, een plaats geven. Dat niets ooit verloren gaat.’

Ik vind dat Van der Meer hier een heel mooi einde mee neerzet, omdat ze je eigenlijk wel stof tot nadenken geeft. Want niemand staat er toch eigenlijk bij stil dat wat jij een bijzondere vondst is, misschien al miljoenen keren door ander handen is aangeraakt, door andere gezichten is bekeken en door ander ogen is bewonderd. Dat je dus eigenlijk altijd met alles wat je doet met iemand bent verbonden. Dat vind ik persoonlijk wel een mooie gedachte.

Net als de laatste zin. ‘Dat niets ooit verloren gaat’. Het is toch een mooie gedachte dat alles wat je meemaakt, ontdekt, vindt, al je herinneringen nóóít verloren gaat? Dat het altijd ergens blijft bestaan?

Wat ik zelf kan concluderen is dat Eilandgasten een mooi boek is, met een best diepe ondergrond, waarin iedereen onbewust met elkaar in aanraking komt. Het is ook zeker een boek dat je snel kan lezen, doordat er kortere verhaaltjes in zijn verwerkt. Helaas zal je het einde van die korte verhaaltjes alleen nooit precies weten…

Maar als dat het enige nadeel is van het boek, dan zou ik hem toch zeker aanraden!

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Eilandgasten door Vonne van der Meer"