Eilandgasten door Vonne van der Meer

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
Boekcover Eilandgasten
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 3770 woorden
  • 30 januari 2011
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
7 keer beoordeeld

Boekcover Eilandgasten
Shadow

In Duinroos, een eenvoudig maar gastvrij huurhuis op een Waddeneiland, volgen de vakantiegangers elkaar op. De tijdelijke bewoners van Duinroos kennen elkaar niet, maar doordat ze aan dezelfde tafel eten, in hetzelfde bed slapen en in het gastenboek schrijven, komen ze met elkaar in aanraking. Zonder het te weten en haast onmerkbaar beïnvloeden ze elkaars leven e…

In Duinroos, een eenvoudig maar gastvrij huurhuis op een Waddeneiland, volgen de vakantiegangers elkaar op. De tijdelijke bewoners van Duinroos kennen elkaar niet, maar doordat ze …

In Duinroos, een eenvoudig maar gastvrij huurhuis op een Waddeneiland, volgen de vakantiegangers elkaar op. De tijdelijke bewoners van Duinroos kennen elkaar niet, maar doordat ze aan dezelfde tafel eten, in hetzelfde bed slapen en in het gastenboek schrijven, komen ze met elkaar in aanraking. Zonder het te weten en haast onmerkbaar beïnvloeden ze elkaars leven en voegen ze zich tot één verhaal. De werkster, die het huis aan het begin van de zomer schoonmaakt en aan het eind van de zomer winterklaar afsluit, beziet van een afstand het komen en gaan. Alleen de lezer is getuige van alle dromen en geheimen die schuilgaan achter de zinnetjes in het gastenboek.

Eilandgasten door Vonne van der Meer
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Titel: Eilandgasten
Auteur: Vonne van der Meer
Uitgeverij: Pandora
Jaartal van eerste druk: 1999
Plaats van gelezen uitgave: Amsterdam
Jaar van gelezen druk:
1999
Gelezen druk: eerste druk
Aantal bladzijden:
205

Samenvatting:
Ergens op een Waddeneiland ligt het vakantiehuisje Duinroos. Hierin logeren van april tot september verschillende eilandgasten die elkaar niet kennen. Door het gastenboek, de rode draad in het verhaal, en andere voorwerpen komen ze toch figuurlijk met elkaar in aanraking. De schoonmaakster wil niet alleen het komen en gaan van de gasten zien, maar ook hun problemen. Deze worden opgelost door en tijdens het verblijf op Vlieland.

Het probleem van de eerste gasten ligt bij de vader die zojuist overspel heeft gepleegd. Het gezin probeert het huwelijk te redden. Vader Chiel probeert te worden vergeven, maar dit gaat erg moeizaam. Vervolgens komt een vrouw van in veertig met de dochter van haar beste vriendin. Beiden zitten ze met hun hoofd ergens anders: dochter Sanne is zwanger en vraagt zich af of ze het kindje moet houden en Martine, de veertiger, denkt aan haar vriend. De beslissing van Sanne wordt nog moeilijker omdat Martine ooit een kindje heeft afgestaan. Uiteindelijk kiest ze er voor het te houden. De volgende gast is een weduwnaar die tijdens zijn verblijf een einde wil gaan maken aan zijn leven. Als hij met zijn voorbereidingen bezig is om de zelfmoord te plegen door middel van een verdrinking, leert de man weer te genieten van het leven. Uiteindelijk bedenkt hij zich dat het leven te bijzonder is om weg te gooien. Midden in de zomer komt een gezin dat met aankomst nog geen probleem heeft. De vader krijgt echter aan het begin van het verblijf een telefoontje van de zaak dat er op neer komt dat hij geen promotie krijgt, maar een jongere energiekere collega. Vader Nils zit er erg mee maar komt later door gesprekken met zijn vrouw tot rust. De volgende eilandgasten zijn drie jonge studenten die niet weten wat ze verder in het leven willen. Willemijn en Walter leven in het dagelijks leven met elkaar maar komen er achter dat ze slechts een broerzus relatie hebben. Tom de derde student is smoor verliefd op Willemijn en zij ook op hem. Walter glipt tussen hun leven uit, hij kan het niet meer aan en vertrekt. De laatste gast van het seizoen is een doodzieke vrouw. Ze heeft een bijzondere band met het huisje en staat stil bij het leven en de relatie met haar moeder. Het verblijf doet haar goed en ze bereidt zich voor op de operatie die komen gaat.

Vertelinstantie
Bijzonder aan dit boek is dat er twee verschillende vertelinstanties voorkomen. Deze wisselen niet om de bladzijde, maar wel per hoofdstuk. Deze zijn de belevende ik verteller en de personale verteller.

De tussenstukjes over de schoonmaakster staat in de belevende ik verteller.

“De gordijnen neem ik pas mee als de dekens klaar zijn, alles op zijn tijd… Ik heb nog drie kwartier voor het postkantoor sluit. Ik wil het gastenboek vandaag nog naar meneer Duinroos opsturen. Geen idee of hij het leest..” Blz. 200 en 201

Uit het citaat is duidelijk af te lezen dat de schoonmaakster in de ik verteller staat, er is namelijk een paar keer “ik” te lezen (deze ik is de schoonmaakster) . Ook is te lezen dat het gaat om een belevende ik verteller. De ik vertelt alles uit eigen belevenissen en kent het einde niet, ook is het verhaal geen flashback wat kan duiden op een achterafvertellende ik.

De rest van het verhaal, met de gasten, staat in de derde persoon personale verteller.

“Hij keek nog eens naar het lege vaasje op tafel. Als er maar iemand kwam informeren of alles naar wens was. Hij wilde niet gezien worden in zijn laatste uren.” Blz. 83

Hierboven zijn duidelijk de kenmerken van een in derde persoon personale verteller te zien. Alles staat namelijk in de derde persoon enkelvoud. Ook ken je als lezer zijn gedachten en lees je vanuit zijn standpunt.

Elk hoofdstuk verandert de derde persoon simpelweg omdat er nieuwe gasten zijn, maar per hoofdstuk verandert hij soms ook. Zo volg je in het hoofdstuk over Nils en Simone eerst de gedachten van Nils en vervolgens die van Simone. Op bladzijde 125, 126 en 127 staat Nils centraal, maar vanaf bladzijde 127 volg je alles vanuit Simone’s standpunt.

“Aan het einde van de weg zou hij bij Het Posthuis de duinen in slaan… Simone had gezegd dat ze het niet begreep,.. Hoe moest hij uitleggen dat hij het zelf niet begreep? Hij deed zijn werk, met plezier, meestal.” Blz 125 en 126

Hierboven is duidelijk te lezen dat je als lezer Nils volgt, je leest wat hij denkt, vanuit zijn standpunt. Ook is te lezen dat het hier niet gaat om een auctoriale verteller. Want was dat wel zo geweest, dan had je ook de gedachten gangen van Simone gelezen.

“Als Nils nu gauw thuiskomt kunnen we tenminste praten, dacht Simone.” Blz. 127

In het citaat van hierboven volg je het verhaal vanuit Simone. Op blz. 126 staat Nils centraal, maar op deze bladzijde hierboven (blz. 127) volg je Simone.

Van der Meer heeft tussen de wisseling van de personale verteller een witregel gelaten.

De wisseling van de personale verteller maakt het verhaal interessanter, omdat je vanuit meer standpunten het probleem van elke gezin te weten komt.

Personages
In dit boek is geen sprake van één specifieke hoofdpersoon. De enige terugkerende personage is de schoonmaakster, maar er wordt weinig over haar karakter beschreven daarom is zij een flat character. Je weet niks over haar uiterlijk en haar leeftijd en je weet haar naam niet. De schoonmaakster is wel de rode draad van het boek.

Zorgzaam
De schoonmaakster zorgt er niet alleen voor dat het huisje er netjes uit ziet, ze bekommert en bewaakt het huisje ook. Ze houd een oogje in het zeil. Ze hecht echt veel waarde aan het huisje want ze gaat zelfs op haar vrije dagen even langs. Ze doet bijvoorbeeld net voordat de gasten komen de kachel alvast aan, zodat ze een warm welkom hebben. Blz 77. ‘’Soms zou ik willen dat ik dit huis niet alleen schoonhield, maar dat mijn armen de muren waren, en mijn ogen de ramen.’’ Blz 8. In dit citaat zie je dat ze het huis wil beschermen met haar armen als muren.

Nieuwsgierig
De schoonmaakster spreekt de vakantiegangers nooit letterlijk maar door het gastenboek blijft ze toch een beetje op de hoogte. Ze heeft graag dat iedereen in het gastenboek schrijft zodat ze kan zien wat er allemaal in Duinroos gebeurd. Ze vind het jammer dat ze niet alles mee kan maken wat er gebeurd. Er is dus een spatje nieuwsgierigheid in haar te ontdekken. Ook gaat de schoonmaakster vaak een ritje op de fiets en dan kijkt ze naar binnen door het raam van Duinroos. Ze vindt dat fijn want dan weet ze wie er op dat moment in Duinroos zitten. Ze vind het nog fijner als die mensen dan wat in het gastenboek schrijven want dan kan ze het beeld een naam geven. ‘’Als ze er maar iets in schrijven, al is het maar hun naam, zodat de gezichten een naam krijgen.’’ Blz 77. Verder zie je in het volgende citaat dat ze nieuwsgierig is omdat ze graag wilt weten wat de vakantiegangers allemaal meemaken. ‘’Soms zou ik willen dat ik dit huis niet alleen schoonhield, maar dat mijn armen de muren waren, en mijn ogen de ramen.’’ Blz 8. Ze wil dus alles in de gaten houden met haar ogen als ramen.

Verder zijn alle personages ongeveer gelijk aan elkaar ze hebben allemaal een probleem dat opgelost word. Ik heb willekeurig hieronder een personage uitgekozen.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

Leo
In hoofdstuk drie wordt beschreven hoe een weduwnaar zelfmoord probeert te plegen op het eiland. Ik heb hem, Leo, gekozen omdat dit verhaal me echt heel erg bevreemden. Ik vond het echt super mooi!

Leo is een man op leeftijd. Zijn vrouw is een paar jaar geleden overleden en sindsdien doet hij bijna niks meer. Hij ligt alleen maar op bed. Zijn dochters denken dat het al wat beter met hem gaat omdat hij op vakantie gaat naar Duinroos. Maar in werkelijkheid gaat hij op vakantie met de bedoeling op zichzelf te laten verdrinken. Tijdens het treffen van de voorbereidingen om de zelfmoord te plegen, leert de man weer te genieten van het leven. Uiteindelijk bedenkt hij zich dat het leven te bijzonder is om weg te gooien.

Gesloten, introvert
Vooral in de gedachten en flashbacks van zijn dagelijks leven voor het bezoek aan Duinroos lees je dat Leo een gesloten persoon is.

“Meestal bleef hij lang in bed, met de gordijnen dicht naar de radio luisteren”. Blz. 79

Het citaat hierboven spreekt voor zich. Leo blijft na de dood van zijn vrouw vaak op bed, tenzij hij die dag moet werken. Zelfs zijn eten wordt dagelijks bezorgd, zodat hij zelf niet de deur uit hoeft.

“Een pannenkoek met spek, graag”, zei hij een paar keer, zachtjes achter de menukaart… Hij bedankte de serveerster zonder haar aan te kijken.” Blz. 91

Het citaat hierboven laat het introverte van Leo zien. Niet open, maar zachtjes zonder te kijken, duidelijke kenmerken van een introverte persoon. Dit komt doordat Leo alleen nog maar met zijn dochters spreekt na de dood van zijn vrouw en verder heeft Leo geen sociale contacten.

Rechtvaardig, meelevend
Leo wil niet dat anderen de dupe worden van zijn zelfmoord. Ook wil hij niet dat zijn (klein)-kinderen ooit weten dat het zelfmoord was. Daar wil hij hun niet meer opzadelen, het is zijn beslissing.

“Hij wilde zijn kinderen en kleinkinderen niet opzadelen met de vraag of ze het niet hadden kunnen voorkomen.” blz. 78

Uit dit citaat blijkt dat hij duidelijk wil dat zijn (klein-) kinderen zich nooit afvragen hoe ze het hadden kunnen voorkomen. Ze mogen nooit weten dat het zelfmoord was.

“..ging hij een fiets huren… Hij aarzelde niet en nam de fiets voor een week, dat was weer een degelijk alibi erbij…Hij betaalde alles, de huur en ook de borgsom… Hij wilde niet dat zo’n jongen of zijn vader de dupe werd.” Blz. 94

Uit dit citaat komt het rechtvaardige naar voren. Hij wil andere mensen niet belasten met zijn fout/beslissing.

Intelligent
Leo is in meerdere situaties heel intelligent. Omdat hij zo meelevend is wil hij niet dat zijn dochters en kleinkinderen er ooit achter komen dat hij bewust zelfmoord wou plegen. Daarvoor moet hij de politie laten denken dat hij door middel van verdrinking om het leven is gekomen. Dit blijkt ook uit het citaat hieronder:

“Al voordat hij zijn koffer helemaal had uitgepakt, wist hij dat er geen zwembroek in zat. Als hij in onderbroek aanspoelde zou het lijken alsof hij half in slaap de zee in was gewankeld.” Blz 81

Leo moet nog een zwembroek kopen op het eiland, wat uit de citaat hierboven opgemaakt kan worden. Ook de intelligentie is hierboven te lezen. Leo denkt vooruit, omdat hij ook wil dat niemand mag weten dat het zelfmoord was. De intelligentie hangt dus samen met het meeleven van hem.

“Hij gaf de voorkeur aan een huisje boven een hotel. In een huisje had je geen receptionist die ’s avonds tegen elven de sleutel van je kamer in het vakje zag hangen en zich ineens herinnerde dat je ruim een uur geleden met een handdoek over je arm door de draaideur was verdwenen.” Blz 83

Hier is ook weer duidelijk te lezen aan hoeveel dingen Leo gedacht heeft. Zelfs al bij het boeken van een slaapplaats.

Onderlinge verhoudingen
Leo en de schoonmaakster kennen elkaar niet. Leo weet niets van het bestaan van de schoonmaakster maar de schoonmaakster weet wel wat over het bestaan van Leo. Dat maakt het verhaal zo interessant. De schoonmaakster weet wat dingen over Leo omdat ze vaak naar binnen kijkt, ze ziet hem wel eens lopen, en door het korte verhaaltje in het gastenboek word het plaatje van Leo voor de schoonmaakster al iets completer. De schoonmaakster weet niet precies wat het probleem van Leo is maar dat wil ze wel graag weten. De onderlinge verhouding tussen Leo en de schoonmaakster is dat ze elkaar niet kennen. Maar door de schoonmaaksters nieuwsgierigheid leert de schoonmaakster Leo kennen zonder dat hij dat weet

Ruimte
De fysische ruimte en tevens de belangrijkste ruimte is Duinroos. Het is een vakantiehuisje op Vlieland. In het eerste hoofdstuk word het huisje uitvoerig beschreven door Dana, zij vind het belangrijk om sfeer te creëren in een huis, de sfeer die duinroos zeker wel bezat.

'Een klein vierkant huis, betimmerd met zwart geteerde planken. Uitbouwtjes, als brede heupen, naar beide kanten. Op de benedenverdieping grote, openslaande deuren die uitkwamen op een met wit houtwerk omheindterras. (...) Ze keek een smalle gang in, waar vier deuren op uitkwamen en een trap. Glimmend gelakte deuren, zeegroen in een iets donkerder matgroene lijst. Het linoleum op de vloer was beige-grijs, haast dezelfde kleur als het schelpenpad achter haar. (...) De deur leidde naar een kleine slaapkamer. Voor het raam hingen ouderwetsebgroene gordijntjes met gele en rode bloemetjes, maar het licht dat er doorheen viel was groenig.’’

Dit zijn allemaal citaten die het huisje beschrijven.

Een psychische ruimte is bijvoorbeeld het kamertje waar Floris het zoontje van Dana en Chiel sliep. Hij was zeeziek geworden en hij lag op dat moment in bed. Maar door de groene gordijntjes leek het een net een zeeziek visje in een aquarium. Dat is dus een versterking. ‘’Floris leek wel zeeziek in dit licht, een zeeziek visje in een aquarium.’’ Blz. 14 en 15.

Een zintuigelijke ruimte is bijvoorbeeld de keuzes die Leo steeds worden voorgelegd. Door de steile witte trap moest hij een keuze maken of hij die nou wel op ging om zijn koffer uit te pakken, of dat hij toch een kamer beneden nam. Hij haatte dat soort keuzes maken, dat moest hij namelijk thuis ook altijd. Of in bed blijven liggen, of toch wat gaan eten. De steile trap liet hem dus keuzes maken waardoor hij dacht aan de keuzes die hij thuis ook maakte. ‘’Hij wierp een blik op de steile, witgeschilderde trap naar boven. Honderden misschien wel duizende voetstappen hadden de verf in het midden van de trede afgesleten tot bijna gelijke ovalen. Moest hij nou naar boven om te kijken of daar ook nog kamers waren? Juist van die keuzes, de hele dag door, was hij de laatste tijd hondsmoe geworden.’’ Blz 79.

Een voorbeeld van Symbolische ruimte in het verhaal is de verboden kamer in het huis. De kamer met het bordje privé erop. Chiel denkt bij het zien van het bordje: ‘’Die nacht met Helga had ook een afgesloten kamer moeten blijven, waar Dana niets van wist.’’ Chiel was vreemd gegaan en eigenlijk moest dat ook privé blijven.

En bij Martine wekt het kamertje allerlei fantasiën op over dat het misschien een kamertje van een overleden kindje is geweest.

Tijd
De historische tijd
Wanneer het boek zich precies afspeelt is niet bekend, want er word geen precieze datum of jaartal vermeld. Aan de hand van de beschreven voorwerpen en omgeving heb ik een zo duidelijk mogelijke taxatie proberen te maken.

In het eerste hoofdstuk (blz. 17) leest een personage het boek “Het oneindige verhaal”, geschreven door Michael Ende. Via google ben ik er achter gekomen dat het boek in 1979 gepubliceerd is. Ook wordt Nescafé genoemd, dit bestond echter in 1940 al.

“Die zaktelefoon moest hier ergens liggen” blz. 139

Aan het woord “zaktelefoon” is niks als woord af te leiden. Het woord “mobiel” werd in de tijd dat het boek geschreven is gewoon nog niet gebruikt. Wel speelt het boek zich af nadat de zaktelefoon/mobiel bedacht is en dat is 1993. Andere gasten hebben geen zaktelefoon en praten nog over een telefoonkaart voor de telefooncel (blz 50), terwijl we die tegenwoordig (haast) niet meer gebruiken. Aan de hand van de citaten en andere aanwijzingen denk ik dat het verhaal zich niet veel later dan 1993 afspeelt.

De verteltijd
De verteltijd is 205 bladzijdes verdeeld over zes hoofdstukken.

De vertelde tijd
In het begin van het boek maakt de schoonmaakster het huisje zomerklaar en het boek eindigt met het winterklaar maken ervan.

“Het grootste gedeelte van de zomercollectie hing nog niet op de rekken... “Misschien waag ik me zelfs wel een keer in de zee.” ” In April, mij niet gezien.” Blz 98 en 99

Dit citaat komt uit het derde hoofdstuk (dus derde gast). In dit hoofdstuk is het pas april. Het eerste hoofdstuk begint met de schoonmaakster die het huis zomerklaar maakt. Dit zou dus rond maart zijn. De zes hoofdstukken spelen met wisselende tussenperiodes af . De eerste vier in het voorjaar. Vervolgens speelt het vijfde hoofdstuk zich in het zomerseizoen af en het laatste in het einde daarvan. Dat wordt bevestigt door dit citaat:

“Dat ze straks bij Zeezicht in de septemberzon een hapje zou nemen van een kroket, terwijl ze wachtte tot de veerboot haar kwam halen.” Blz. 199

Dit citaat is uit het hoofdstuk van de laatste gast, die nog september geniet van het eiland. Eind september, na die laatste gast, maakt de schoonmaakster het huisje winterklaar, dit is het einde van het boek.

Deze citaten laten zien dat het verhaal ongeveer zeven maanden duurt.

‘’O, niet vergeten zaterdag ga ik grafiet in het slot van de voordeur doen, dat ging wat stroef.’’ Blz. 74

Dit citaat geeft een voorruitverwijzing. Namelijk de schoonmaakster zegt dat ze zaterdag wat grafiet in het slot gaat doen zodat die wat makkelijker open gaat.

‘’Vanochtend op het strand had Walter haar rug ingesmeerd.’’ Blz. 160

Het citaat van hierboven geeft een terugverwijzing aan. Het is al gebeurd. Walter had Willemijns rug al ingesmeerd vanmorgen.

‘’Martine schoot in de lach. Toen zij- vrijwel tegelijk met Jetta – zwanger raakten kon ze de vader niet vertellen. Ze kende hem nauwelijks, had hem op een vergadering in Lille ontmoet. Ze hadden geen adressen uitgewisseld, maar als zij gewild had, had ze hem natuurlijk kunnen vinden. Met een vaag excuus had de afgevaardigde uit les Pays-Bas de afgevaardigde uit la Suisse kunnen opsporen, schrijven, bellen. Het was haar eerste serieuze baan na haar studie, en ze was net even niet aan de pil omdat haar hoofd toch niet naar mannen stond.’’ Blz. 58

Het citaat hierboven geeft een flashback weer. Het vertellersheden word doorbroken door een andere vertellersheden. In de flashback denk Martine terug aan het moment hoe zij voor het eerst zwanger was geworden en waarom voor haar abortus de enige mogelijkheid was. Deze flashback geeft inzicht in de vraag waarom Martine zo'n andere kijk heeft op Sanne's zwangerschap dan Sanne zelf. Martine kan deze flashback ook heel goed gebruiken omdat ze dan tot herziening komt waarom ze ook alweer geen kinderen had.

Het boek lijkt chronologisch verteld te worden maar het word steeds onderbroken door flashbacks. In het begin van het boek maakt de schoonmaakster het huisje zomerklaar en het boek eindigt met het winterklaar maken ervan. Ook de verhalen van de gasten staan in chronologische volgorde. Wel wordt er in elk hoofdstuk een flashback gebruikt. In bijvoorbeeld het citaat hierboven. Over Martine die terug denkt aan haar tijd dat ze zwanger was. Het boek speelt zich dus in niet chronologische volgorde af.

Het boek begint met het zomerklaar maken van het huisje. Je word rustig ingeleid aan hoe het huisje eruit ziet en hoe de schoonmaakster het huisje schoonmaakt. Ook de verhalen die zich in het huisje plaatsvinden beginnen gewoon steeds bij het begin. Daarom ben ik tot conclusie gekomen dat het boek ab ovo verteld word

Motieven
Leidmotief
Omdat het boek uit zoveel verhalen bestaat, is het moeilijk een gezamenlijk motief te vinden. Er zijn veel verschillende motieven. Het belangrijkste motief is Duinroos. Dat is het centrale punt in het verhaal, elke gast verblijft daar. Door duinroos zijn alle gasten met elkaar verbonden. De tijdelijke bewoners van Duinroos kennen elkaar niet, maar doordat ze van dezelfde tafel eten, in hetzelfde bed slapen en binnen de zelfde muren leven hebben ze toch duidelijk een band.

Het gastenboek zorgt ook voor een band tussen de verhalen. Voor iedere bezoeker heeft het gastenboek een andere betekenis. Zoals voor Dana is de eerste onbeschreven bladzijde een teken dat ze opnieuw moeten beginnen. Het gastenboek bind de verhalen ook een beetje samen. Er wordt ook regelmatig in een verhaal een stukje voorgelezen door een personage uit het gastenboek.

In het gastenboek lag een veertje. Het veertje is door de schoonmaakster in het gastenboek gelegd. Ook het veertje erin heeft voor iedere vakantieganger een andere betekenis.

Voor Sanne bijvoorbeeld, denkt aan het vruchtje in haar buik, dat nu nog niet eens die grootte zal hebben. Blz 45. En Leo (de man die zelfmoord wilde plegen) beschouwde het veertje als een teken van zijn overleden vrouw. Op de avond van Johanna’s dood had An (zijn dochter) een veertje gevonden, wat mee het graf in is gegaan. Blz. 103. In het rode gastenboek wordt verteld dat een gast een veertje had gevonden, waarvan hij niet wist bij welke vogel het hoorde. Blz. 141.

Vooral de schoonmaakster acht veel waarde aan het gastenboek en het veertje erin zet voor haar de puntjes op de i.

Verhaalmotief
Alle vakantiegangers hebben als overeenkomst dat ze in het huisje komen met een probleem maar dat elke vakantieganger vertrekt het huisje met een inzicht.

Het eerste stel zijn jonge ouders waarvan de vader is vreemdgegaan. Ze gaan het huisje weer uit met dat ze opnieuw gaan beginnen. Vervolgens komt Sanne die als probleem heeft dat ze zwanger is, ze weet niet of ze het kind houd of abortus pleegt. Uiteindelijk kiest ze ervoor om het te houden. Leo komt als derde gast met als probleem dat hij geen zin meer heeft in het leven. Tijdens het treffen van de voorbereidingen om de zelfmoord op een verdrinking te laten lijken leert de man weer te genieten van het leven. Uiteindelijk bedenkt hij zich dat het leven te bijzonder is om weg te gooien. Het volgende gezin heeft met aankomst nog geen probleem. De vader krijgt een telefoontje dat hij geen promotie krijgt. Daar heeft de vakantie flink onder te lijden maar door veel te praten met zijn vrouw komt hij er weer boven op. De volgende eilandgasten zijn drie jonge studenten die niet weten wat ze verder in het leven willen. Ze komen er na loop van tijd achter dat Willemijn en Walter een broerzus relatie hebben en dat Tom en Willemijn elkaar echt leuk vinden. De laatste gast van het seizoen is een terminale doodzieke vrouw. Het verblijf doet haar goed en ze bereidt zich voor op de operatie die komen gaat.

Elke vakantieganger begint dus met een probleem maar het word aan het eind van hun verblijf opgelost. Het verhaal motief is dus een probleem dat opgelost word.

Thema
De thema van dit boek is: Gasten proberen op het eiland hun problemen op te lossen of te verwerken.

Leo
In hoofdstuk drie wordt beschreven hoe een weduwnaar zelfmoord probeert te plegen op het eiland. Ik heb hem, Leo, gekozen omdat dit verhaal me echt heel erg bevreemden. Ik vond het echt super mooi!

Leo is een man op leeftijd. Zijn vrouw is een paar jaar geleden overleden en sindsdien doet hij bijna niks meer. Hij ligt alleen maar op bed. Zijn dochters denken dat het al wat beter met hem gaat omdat hij op vakantie gaat naar Duinroos. Maar in werkelijkheid gaat hij op vakantie met de bedoeling op zichzelf te laten verdrinken. Tijdens het treffen van de voorbereidingen om de zelfmoord te plegen, leert de man weer te genieten van het leven. Uiteindelijk bedenkt hij zich dat het leven te bijzonder is om weg te gooien.

Gesloten, introvert
Vooral in de gedachten en flashbacks van zijn dagelijks leven voor het bezoek aan Duinroos lees je dat Leo een gesloten persoon is.

“Meestal bleef hij lang in bed, met de gordijnen dicht naar de radio luisteren”. Blz. 79

Het citaat hierboven spreekt voor zich. Leo blijft na de dood van zijn vrouw vaak op bed, tenzij hij die dag moet werken. Zelfs zijn eten wordt dagelijks bezorgd, zodat hij zelf niet de deur uit hoeft.

“Een pannenkoek met spek, graag”, zei hij een paar keer, zachtjes achter de menukaart… Hij bedankte de serveerster zonder haar aan te kijken.” Blz. 91

Het citaat hierboven laat het introverte van Leo zien. Niet open, maar zachtjes zonder te kijken, duidelijke kenmerken van een introverte persoon. Dit komt doordat Leo alleen nog maar met zijn dochters spreekt na de dood van zijn vrouw en verder heeft Leo geen sociale contacten.

Rechtvaardig, meelevend
Leo wil niet dat anderen de dupe worden van zijn zelfmoord. Ook wil hij niet dat zijn (klein)-kinderen ooit weten dat het zelfmoord was. Daar wil hij hun niet meer opzadelen, het is zijn beslissing.

“Hij wilde zijn kinderen en kleinkinderen niet opzadelen met de vraag of ze het niet hadden kunnen voorkomen.” blz. 78

Uit dit citaat blijkt dat hij duidelijk wil dat zijn (klein-) kinderen zich nooit afvragen hoe ze het hadden kunnen voorkomen. Ze mogen nooit weten dat het zelfmoord was.

“..ging hij een fiets huren… Hij aarzelde niet en nam de fiets voor een week, dat was weer een degelijk alibi erbij…Hij betaalde alles, de huur en ook de borgsom… Hij wilde niet dat zo’n jongen of zijn vader de dupe werd.” Blz. 94

Uit dit citaat komt het rechtvaardige naar voren. Hij wil andere mensen niet belasten met zijn fout/beslissing.

Intelligent
Leo is in meerdere situaties heel intelligent. Omdat hij zo meelevend is wil hij niet dat zijn dochters en kleinkinderen er ooit achter komen dat hij bewust zelfmoord wou plegen. Daarvoor moet hij de politie laten denken dat hij door middel van verdrinking om het leven is gekomen. Dit blijkt ook uit het citaat hieronder:

“Al voordat hij zijn koffer helemaal had uitgepakt, wist hij dat er geen zwembroek in zat. Als hij in onderbroek aanspoelde zou het lijken alsof hij half in slaap de zee in was gewankeld.” Blz 81

Leo moet nog een zwembroek kopen op het eiland, wat uit de citaat hierboven opgemaakt kan worden. Ook de intelligentie is hierboven te lezen. Leo denkt vooruit, omdat hij ook wil dat niemand mag weten dat het zelfmoord was. De intelligentie hangt dus samen met het meeleven van hem.

“Hij gaf de voorkeur aan een huisje boven een hotel. In een huisje had je geen receptionist die ’s avonds tegen elven de sleutel van je kamer in het vakje zag hangen en zich ineens herinnerde dat je ruim een uur geleden met een handdoek over je arm door de draaideur was verdwenen.” Blz 83

Hier is ook weer duidelijk te lezen aan hoeveel dingen Leo gedacht heeft. Zelfs al bij het boeken van een slaapplaats.

Onderlinge verhoudingen
Leo en de schoonmaakster kennen elkaar niet. Leo weet niets van het bestaan van de schoonmaakster maar de schoonmaakster weet wel wat over het bestaan van Leo. Dat maakt het verhaal zo interessant. De schoonmaakster weet wat dingen over Leo omdat ze vaak naar binnen kijkt, ze ziet hem wel eens lopen, en door het korte verhaaltje in het gastenboek word het plaatje van Leo voor de schoonmaakster al iets completer. De schoonmaakster weet niet precies wat het probleem van Leo is maar dat wil ze wel graag weten. De onderlinge verhouding tussen Leo en de schoonmaakster is dat ze elkaar niet kennen. Maar door de schoonmaaksters nieuwsgierigheid leert de schoonmaakster Leo kennen zonder dat hij dat weet

Ruimte
De fysische ruimte en tevens de belangrijkste ruimte is Duinroos. Het is een vakantiehuisje op Vlieland. In het eerste hoofdstuk word het huisje uitvoerig beschreven door Dana, zij vind het belangrijk om sfeer te creëren in een huis, de sfeer die duinroos zeker wel bezat.

'Een klein vierkant huis, betimmerd met zwart geteerde planken. Uitbouwtjes, als brede heupen, naar beide kanten. Op de benedenverdieping grote, openslaande deuren die uitkwamen op een met wit houtwerk omheindterras. (...) Ze keek een smalle gang in, waar vier deuren op uitkwamen en een trap. Glimmend gelakte deuren, zeegroen in een iets donkerder matgroene lijst. Het linoleum op de vloer was beige-grijs, haast dezelfde kleur als het schelpenpad achter haar. (...) De deur leidde naar een kleine slaapkamer. Voor het raam hingen ouderwetsebgroene gordijntjes met gele en rode bloemetjes, maar het licht dat er doorheen viel was groenig.’’

Dit zijn allemaal citaten die het huisje beschrijven.

Een psychische ruimte is bijvoorbeeld het kamertje waar Floris het zoontje van Dana en Chiel sliep. Hij was zeeziek geworden en hij lag op dat moment in bed. Maar door de groene gordijntjes leek het een net een zeeziek visje in een aquarium. Dat is dus een versterking. ‘’Floris leek wel zeeziek in dit licht, een zeeziek visje in een aquarium.’’ Blz. 14 en 15.

Een zintuigelijke ruimte is bijvoorbeeld de keuzes die Leo steeds worden voorgelegd. Door de steile witte trap moest hij een keuze maken of hij die nou wel op ging om zijn koffer uit te pakken, of dat hij toch een kamer beneden nam. Hij haatte dat soort keuzes maken, dat moest hij namelijk thuis ook altijd. Of in bed blijven liggen, of toch wat gaan eten. De steile trap liet hem dus keuzes maken waardoor hij dacht aan de keuzes die hij thuis ook maakte. ‘’Hij wierp een blik op de steile, witgeschilderde trap naar boven. Honderden misschien wel duizende voetstappen hadden de verf in het midden van de trede afgesleten tot bijna gelijke ovalen. Moest hij nou naar boven om te kijken of daar ook nog kamers waren? Juist van die keuzes, de hele dag door, was hij de laatste tijd hondsmoe geworden.’’ Blz 79.

Een voorbeeld van Symbolische ruimte in het verhaal is de verboden kamer in het huis. De kamer met het bordje privé erop. Chiel denkt bij het zien van het bordje: ‘’Die nacht met Helga had ook een afgesloten kamer moeten blijven, waar Dana niets van wist.’’ Chiel was vreemd gegaan en eigenlijk moest dat ook privé blijven.

En bij Martine wekt het kamertje allerlei fantasiën op over dat het misschien een kamertje van een overleden kindje is geweest.

Tijd
De historische tijd
Wanneer het boek zich precies afspeelt is niet bekend, want er word geen precieze datum of jaartal vermeld. Aan de hand van de beschreven voorwerpen en omgeving heb ik een zo duidelijk mogelijke taxatie proberen te maken.

In het eerste hoofdstuk (blz. 17) leest een personage het boek “Het oneindige verhaal”, geschreven door Michael Ende. Via google ben ik er achter gekomen dat het boek in 1979 gepubliceerd is. Ook wordt Nescafé genoemd, dit bestond echter in 1940 al.

“Die zaktelefoon moest hier ergens liggen” blz. 139

Aan het woord “zaktelefoon” is niks als woord af te leiden. Het woord “mobiel” werd in de tijd dat het boek geschreven is gewoon nog niet gebruikt. Wel speelt het boek zich af nadat de zaktelefoon/mobiel bedacht is en dat is 1993. Andere gasten hebben geen zaktelefoon en praten nog over een telefoonkaart voor de telefooncel (blz 50), terwijl we die tegenwoordig (haast) niet meer gebruiken. Aan de hand van de citaten en andere aanwijzingen denk ik dat het verhaal zich niet veel later dan 1993 afspeelt.

De verteltijd
De verteltijd is 205 bladzijdes verdeeld over zes hoofdstukken.

De vertelde tijd
In het begin van het boek maakt de schoonmaakster het huisje zomerklaar en het boek eindigt met het winterklaar maken ervan.

“Het grootste gedeelte van de zomercollectie hing nog niet op de rekken... “Misschien waag ik me zelfs wel een keer in de zee.” ” In April, mij niet gezien.” Blz 98 en 99

Dit citaat komt uit het derde hoofdstuk (dus derde gast). In dit hoofdstuk is het pas april. Het eerste hoofdstuk begint met de schoonmaakster die het huis zomerklaar maakt. Dit zou dus rond maart zijn. De zes hoofdstukken spelen met wisselende tussenperiodes af . De eerste vier in het voorjaar. Vervolgens speelt het vijfde hoofdstuk zich in het zomerseizoen af en het laatste in het einde daarvan. Dat wordt bevestigt door dit citaat:

“Dat ze straks bij Zeezicht in de septemberzon een hapje zou nemen van een kroket, terwijl ze wachtte tot de veerboot haar kwam halen.” Blz. 199

Dit citaat is uit het hoofdstuk van de laatste gast, die nog september geniet van het eiland. Eind september, na die laatste gast, maakt de schoonmaakster het huisje winterklaar, dit is het einde van het boek.

Deze citaten laten zien dat het verhaal ongeveer zeven maanden duurt.

‘’O, niet vergeten zaterdag ga ik grafiet in het slot van de voordeur doen, dat ging wat stroef.’’ Blz. 74

Dit citaat geeft een voorruitverwijzing. Namelijk de schoonmaakster zegt dat ze zaterdag wat grafiet in het slot gaat doen zodat die wat makkelijker open gaat.

‘’Vanochtend op het strand had Walter haar rug ingesmeerd.’’ Blz. 160

Het citaat van hierboven geeft een terugverwijzing aan. Het is al gebeurd. Walter had Willemijns rug al ingesmeerd vanmorgen.

‘’Martine schoot in de lach. Toen zij- vrijwel tegelijk met Jetta – zwanger raakten kon ze de vader niet vertellen. Ze kende hem nauwelijks, had hem op een vergadering in Lille ontmoet. Ze hadden geen adressen uitgewisseld, maar als zij gewild had, had ze hem natuurlijk kunnen vinden. Met een vaag excuus had de afgevaardigde uit les Pays-Bas de afgevaardigde uit la Suisse kunnen opsporen, schrijven, bellen. Het was haar eerste serieuze baan na haar studie, en ze was net even niet aan de pil omdat haar hoofd toch niet naar mannen stond.’’ Blz. 58

Het citaat hierboven geeft een flashback weer. Het vertellersheden word doorbroken door een andere vertellersheden. In de flashback denk Martine terug aan het moment hoe zij voor het eerst zwanger was geworden en waarom voor haar abortus de enige mogelijkheid was. Deze flashback geeft inzicht in de vraag waarom Martine zo'n andere kijk heeft op Sanne's zwangerschap dan Sanne zelf. Martine kan deze flashback ook heel goed gebruiken omdat ze dan tot herziening komt waarom ze ook alweer geen kinderen had.

Het boek lijkt chronologisch verteld te worden maar het word steeds onderbroken door flashbacks. In het begin van het boek maakt de schoonmaakster het huisje zomerklaar en het boek eindigt met het winterklaar maken ervan. Ook de verhalen van de gasten staan in chronologische volgorde. Wel wordt er in elk hoofdstuk een flashback gebruikt. In bijvoorbeeld het citaat hierboven. Over Martine die terug denkt aan haar tijd dat ze zwanger was. Het boek speelt zich dus in niet chronologische volgorde af.

Het boek begint met het zomerklaar maken van het huisje. Je word rustig ingeleid aan hoe het huisje eruit ziet en hoe de schoonmaakster het huisje schoonmaakt. Ook de verhalen die zich in het huisje plaatsvinden beginnen gewoon steeds bij het begin. Daarom ben ik tot conclusie gekomen dat het boek ab ovo verteld word

Motieven
Leidmotief
Omdat het boek uit zoveel verhalen bestaat, is het moeilijk een gezamenlijk motief te vinden. Er zijn veel verschillende motieven. Het belangrijkste motief is Duinroos. Dat is het centrale punt in het verhaal, elke gast verblijft daar. Door duinroos zijn alle gasten met elkaar verbonden. De tijdelijke bewoners van Duinroos kennen elkaar niet, maar doordat ze van dezelfde tafel eten, in hetzelfde bed slapen en binnen de zelfde muren leven hebben ze toch duidelijk een band.

Het gastenboek zorgt ook voor een band tussen de verhalen. Voor iedere bezoeker heeft het gastenboek een andere betekenis. Zoals voor Dana is de eerste onbeschreven bladzijde een teken dat ze opnieuw moeten beginnen. Het gastenboek bind de verhalen ook een beetje samen. Er wordt ook regelmatig in een verhaal een stukje voorgelezen door een personage uit het gastenboek.

In het gastenboek lag een veertje. Het veertje is door de schoonmaakster in het gastenboek gelegd. Ook het veertje erin heeft voor iedere vakantieganger een andere betekenis.

Voor Sanne bijvoorbeeld, denkt aan het vruchtje in haar buik, dat nu nog niet eens die grootte zal hebben. Blz 45. En Leo (de man die zelfmoord wilde plegen) beschouwde het veertje als een teken van zijn overleden vrouw. Op de avond van Johanna’s dood had An (zijn dochter) een veertje gevonden, wat mee het graf in is gegaan. Blz. 103. In het rode gastenboek wordt verteld dat een gast een veertje had gevonden, waarvan hij niet wist bij welke vogel het hoorde. Blz. 141.

Vooral de schoonmaakster acht veel waarde aan het gastenboek en het veertje erin zet voor haar de puntjes op de i.

Verhaalmotief
Alle vakantiegangers hebben als overeenkomst dat ze in het huisje komen met een probleem maar dat elke vakantieganger vertrekt het huisje met een inzicht.

Het eerste stel zijn jonge ouders waarvan de vader is vreemdgegaan. Ze gaan het huisje weer uit met dat ze opnieuw gaan beginnen. Vervolgens komt Sanne die als probleem heeft dat ze zwanger is, ze weet niet of ze het kind houd of abortus pleegt. Uiteindelijk kiest ze ervoor om het te houden. Leo komt als derde gast met als probleem dat hij geen zin meer heeft in het leven. Tijdens het treffen van de voorbereidingen om de zelfmoord op een verdrinking te laten lijken leert de man weer te genieten van het leven. Uiteindelijk bedenkt hij zich dat het leven te bijzonder is om weg te gooien. Het volgende gezin heeft met aankomst nog geen probleem. De vader krijgt een telefoontje dat hij geen promotie krijgt. Daar heeft de vakantie flink onder te lijden maar door veel te praten met zijn vrouw komt hij er weer boven op. De volgende eilandgasten zijn drie jonge studenten die niet weten wat ze verder in het leven willen. Ze komen er na loop van tijd achter dat Willemijn en Walter een broerzus relatie hebben en dat Tom en Willemijn elkaar echt leuk vinden. De laatste gast van het seizoen is een terminale doodzieke vrouw. Het verblijf doet haar goed en ze bereidt zich voor op de operatie die komen gaat.

Elke vakantieganger begint dus met een probleem maar het word aan het eind van hun verblijf opgelost. Het verhaal motief is dus een probleem dat opgelost word.

Thema
De thema van dit boek is: Gasten proberen op het eiland hun problemen op te lossen of te verwerken.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Eilandgasten door Vonne van der Meer"