Eilandgasten door Vonne van der Meer

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
Boekcover Eilandgasten
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 4775 woorden
  • 20 februari 2006
  • 33 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
33 keer beoordeeld

Boekcover Eilandgasten
Shadow

In Duinroos, een eenvoudig maar gastvrij huurhuis op een Waddeneiland, volgen de vakantiegangers elkaar op. De tijdelijke bewoners van Duinroos kennen elkaar niet, maar doordat ze aan dezelfde tafel eten, in hetzelfde bed slapen en in het gastenboek schrijven, komen ze met elkaar in aanraking. Zonder het te weten en haast onmerkbaar beïnvloeden ze elkaars leven e…

In Duinroos, een eenvoudig maar gastvrij huurhuis op een Waddeneiland, volgen de vakantiegangers elkaar op. De tijdelijke bewoners van Duinroos kennen elkaar niet, maar doordat ze …

In Duinroos, een eenvoudig maar gastvrij huurhuis op een Waddeneiland, volgen de vakantiegangers elkaar op. De tijdelijke bewoners van Duinroos kennen elkaar niet, maar doordat ze aan dezelfde tafel eten, in hetzelfde bed slapen en in het gastenboek schrijven, komen ze met elkaar in aanraking. Zonder het te weten en haast onmerkbaar beïnvloeden ze elkaars leven en voegen ze zich tot één verhaal. De werkster, die het huis aan het begin van de zomer schoonmaakt en aan het eind van de zomer winterklaar afsluit, beziet van een afstand het komen en gaan. Alleen de lezer is getuige van alle dromen en geheimen die schuilgaan achter de zinnetjes in het gastenboek.

Eilandgasten door Vonne van der Meer
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Zakelijke gegevens: Titel: ‘Eilandgasten’ Schrijver: Vonne van de Meer
Jaar van uitgave: 1999
Uitgever: Uitgeverij Contact
Plaats van uitgave: Amsterdam
Titelverklaring: De titel kan op twee manieren uitgelegd worden. Aan de ene kant verwijst 'Eilandgasten' heel direct naar de gasten van het huisje Duinroos op Vlieland. Aan de andere kant zou het ook symbool kunnen staan voor iedereen die op aarde leeft en hier tijdelijk te gast is, waarbij ieder zijn eigen verhaal achterlaat. Aantal bladzijden: 205 Samenvatting: Duinroos is een huurhuisje op Vlieland. Van het voorjaar tot september logeren er verschillende personen die elkaar niet kennen. Door het huisje, het gastenboek en verscheidene voorwerpen komen ze toch een beetje met elkaar in aanraking. Bijna elk personage heeft een probleem. Dit wordt door of tijdens het verblijf in Duinroos opgelost. Naast de gasten is er ook een schoonmaakster. Zij zorgt er aan het begin van het seizoen voor dat Duinroos bewoonbaar is en aan het eind maakt zij het huisje winterklaar. Tussendoor gaat zij nog een keer naar binnen om te kijken hoe alles erbij staat. Ze voelt zich er verbonden met het huisje. Vóór de gasten die in dit boek besproken worden was het echtpaar Klaphek een aantal jaren te gast in Duinroos. Zij hebben hun zoon verloren. Deze mensen leer je via het gastenboek kennen. De eerste gasten zijn: Chiel, Dana en hun zoontje Floris. Chiel heeft Dana bedrogen met een Duitse vrouw toen hij voor zijn werk in Berlijn moest zijn. Dana probeert dit te verwerken en gewoon verder te gaan met haar leven. Chiel doet erg zijn best om vergeven te worden, maar het gaat allemaal erg langzaam. Daarna komen Martine en Sanne. Martine zou in de eerste instantie samen met de moeder van Sanne, Jetta, gaan, maar zij kon op het laatste moment niet. Martine baalt daar in het begin een beetje van. Sanne is erg stil en Martine moet daar even aan wennen. Ze weet niet dat Sanne zwanger is en daardoor verloopt de omgang met haar wat stroef. Sanne weet niet of ze het kind moet houden en zit daar heel erg mee. Wanneer Martine erachter komt dat Sanne zwanger is, krijgen ze steeds meer een band. Uiteindelijk besluit Sanne om het kind te houden. De derde gast is een oudere man die zelfmoord wil plegen. Zijn vrouw is overleden en hij heeft geen plezier meer in het leven. Tijdens zijn verblijf op Vlieland en de voorbereidingen voor zijn dood leert de man stukje bij beetje weer van het leven te genieten en besluit dat het leven te bijzonder is om weg te gooien. Dan is er Nils die zich voorbijgelopen voelt door een jongere collega. Hij is samen met zijn vrouw Simone en zijn dochters Karlien en Roos op Vlieland. Het gezin valt een beetje uit elkaar doordat Nils chagrijnig is en Simone hem niet echt kan begrijpen. Wanneer ze nog een week hebben bedaart Nils. Walter, Willemijn en Tom verblijven als vijfde in Duinroos. Ze weten alledrie niet wat ze met de gevoelens voor elkaar aan moeten. Willemijn en Walter kennen elkaar via hun studie en wonen samen in Groningen. Tom is verliefd op Willemijn, maar denkt geen kans te maken. Walter heeft wel gevoelens voor Willemijn. Hij weet alleen niet precies wat voor gevoelens. Wanneer Tom en Willemijn iets krijgen voelt Walter zich buitengesloten. De laatste gast is een doodzieke vrouw. Zij is alleen naar Vlieland gekomen, omdat ze de laatste jaren nooit alleen heeft kunnen zijn. De vrouw gebruikt het gastenboek als dagboek. Ze wil voordat ze sterft haar moeder vergeven. Wanneer ze vertrekt heeft ze vrede met haar ziekte, zichzelf en haar moeder.
Perspectief: Het vertelperspectief is een van de opvallende dingen aan dit boek. Als je leest vanuit het perspectief van de schoonmaakster wordt het verhaal verteld vanuit de ikvorm. Maar als je leest vanuit het perspectief van de gasten wordt het verhaal verteld als personaal verhaal. Elke figuur 'komt aan het woord', maar doet dit niet in de ikvorm maar in de hijvorm. Omdat er veel personen zijn, is er ook een afwisseling in dit perspectief. Door middel van de afwisseling in de personale vertelwijze kom je van iedereen, via de hij/zijvorm, zijn/haar gevoelens, gedachtes en meningen over de anderen te weten. Het verhaal begint met een stukje van de schoonmaakster het heeft een ik perspectief. Hier een voorbeeld waaraan je dat kunt zien. -Van alle huizen die ik heb schoongemaakt, is Duinroos me het liefst. Hoofdstuk 1. is vanuit het hij/zij perspectief geschreven. In dit hoofdstuk wordt afgewisseld door de hij of zij. De ene keer verteld de zij en de andere keer de hij. Hoofdstuk 2. Dit hoofdstuk wordt ook uit hij/zij perspectief geschreven. Je maakt gebeurtenissen mee vanuit de zij en vanuit de hij. Het wisselt dus steeds van de hij en zij net als bij hoofdstuk 1. Na de eerste twee hoofdstukken komt weer een stukje over de schoonmaakster wat weer in het ik perspectief is geschreven. Hoofdstuk 3. Dit hoofdstuk gaat over een persoon je zou dus denken het is vanuit het ik perspectief geschreven maar dat is niet zo. Het is vanuit het hij/zij perspectief geschreven. Het lijkt net alsof het huis Duinroos weet hoe de man denkt en voelt. Hoofdstuk 4 is ook vanuit het hij/ zij perspectief geschreven. Je weet evenveel als de hij of zij. Hoofdstuk 5 is ook vanuit het hij/zij perspectief geschreven. - Ze was niet vergeten hoe ze na die scheiding van maanden tegenover hem stond. Hoofdstuk 6. In dit hoofdstuk staan allemaal verhaaltjes uit het gasten boek. Dat is uit het ik perspectief geschreven omdat je opschrijft hoe jij het hebt meegemaakt. Het verhaal eindigt met een stukje van de schoonmaakster wat weer uit het ik perspectief is geschreven. De schoonmaakster wou dat ze haar armen de muren waren en haar ogen de ramen zodat ze kon zien en voelen wat duinroos meemaakte. Personen: De personen in het boek zijn met elkaar verbonden door het vakantiehuisje ‘ Duinroos’. Elk personage brengt hier enige tijd door. Door middel van het gastenboek leren de vakantiegangers elkaar een beetje kennen. De belangrijkste personages die voorkomen zijn: Dana, Chiel en hun baby Floris, Simone, Niels met hun dochters Karlien en Roos, een oudere man, een oudere vrouw, Martine en Sanne, Walter, Willemijn en Tom, het echtpaar Slaghek, de schoonmaakster van ‘Duinroos’. Ze hebben hun leven niet op orde. Zo speelt er ‘de andere vrouw’ tussen Dana en Chiel. Niels heeft problemen met zijn werk. Dit zorgt voor onrust in het gezin. De oude man wil zelfmoord plegen. De oude vrouw is ernstig ziek. Martine heeft ooit abortus gepleegd en Sanne is zwanger. Walter, Willemijn en Tom hebben problemen met de liefde. Het echtpaar Slaghek heeft hun zoon verloren. Sanne is de dochter van een vriendin van Martine. Als ze net in het huisje zijn, kunnen ze het niet goed vinden. Martine is verbitterd, omdat de moeder van Sanne, haar vriendin Jetta, niet mee kon. En omdat moeders met kinderen nooit ergens tijd voor hebben. Altijd op het laatste moment afzeggen. Sanne gedraagt zich afstandelijk, omdat ze nogal met zichzelf in de knoop zit en niet weet wat ze met het ongeboren kind aanmoet. Martine weet dan nog niet dat Sanne zwanger is. Wanneer ze hier achter komt krijgen ze langzaam een band. [Hoofdstuk 2] De oude man is bijna zeventig en levensmoe. Hij heeft twee dochters waar hij veel van houdt. Maar wil toch zelfmoord plegen. De man is lui en interesseert zich nergens voor. Hij nooit zin heeft om eten op het vuur te zetten. En hij is de interesse voor zijn leefomgeving kwijtgeraakt nadat zijn vrouw is overleden. Op het eiland komt deze interesse langzaam weer terug. Hij krijgt weer zin in het leven. Uiteindelijk besluit hij om van het zelfmoord plan af te zien. [Hoofdstuk 3] Motieven en thema: Motieven: dood, problemen en oplossing daarvan, tegenstelling blijdschap- verdriet, gastenboek, ‘Duinroos’. Het motief dood komt vaker voor: De man die zelfmoord wilde plegen; het zwangere meisje dat van de trap viel en bang was dat ze het kind verloren had, maar ze dacht ook aan abortus; de man die voorbijgelopen werd door een collega, zijn vrouw kon hem wel vermoorden en bij de vrouw met een fatale ziekte. Het motief problemen en oplossing daarvan komt vaker voor. Iedereen komt met een probleem en in het huisje wordt het opgelost. De tegenstelling blijdschap- verdriet komt voor bij de studenten, ze proberen uit te vinden wie bij wie hoort. De twee die bij elkaar horen zijn blij, maar de andere jongen is verdrietig. Ook bij de man die bevorderd kan worden, maar dat nog niet hoeft. Totdat een jongere collega de baan krijgt. Hij was blij dat hij die baan niet kreeg, maar hij vond het vervelend dat de jongere collega hem kreeg. Het gastenboek is een motief, omdat de problemen en verhalen hierin geschreven worden en de schoonmaakster zo de gasten leert kennen. Ook leert de lezer hierdoor personages kennen. Duinroos is een motief, want het huisje speelt een grote rol bij het oplossen van problemen. Het thema is: Een vakantiehuisje helpt problemen op te lossen. De belangrijkste motieven zijn verwerkt; het vakantiehuisje, de problemen en het oplossen daarvan. De motieven dood en de tegenstelling blijdschap-verdriet zitten er in, want dat zijn onderdelen van de problemen. In je omgeving zie je vooral problemen en het oplossen daarvan, tegenstelling blijdschap-verdriet en dood. Persoonlijk oordeel: Spanning, hedendaagse problemen en goede schrijfstijl. Al deze aspecten bevat het boek ‘Eilandgasten’ van Vonne van der Meer. De structuur van het boek is op de volgend manier uitgewerkt: de opbouw is verrassend, want aan het begin van elk hoofdstuk wordt je belangstelling gewekt door bepaalde woordkeuze. Bovendien kun je niet op een gegeven moment zeggen, dit gaat er gebeuren, want dan slaat het verhaal compleet om. De sfeer is wel goed opgebouwd, onder andere door de uitgebreide ruimtebeschrijvingen, zowel beeldvormend als sferisch als symbolisch. Ook dragen de ruimtebeschrijvingen bij aan de spanning van het boek. De personen zijn uigebreid, onder andere door de verhalen in het gastenbok kom je meer te weten over de personen. Je kunt je in sommige personages wel inleven en meevoelen, maar met andere heb ik in elk geval niks. Je kunt je de omgeving ook voorstellen en er zijn wel veel herkenbare situaties, geen ongewone dingen. Het boek biedt niet veel nieuws, veel dingen heb je wel eens meegemaakt of kun je je wat bij voorstellen. Het boek geeft wel een goede visie op bepaalde maatschappelijke problemen, zoals het voorbijgelopen worden door een jongere collega. Het taalgebruik is goed. Het is duidelijk geschreven, mooi geformuleerd, het is correct Nederlands en de woordkeuze is ook goed. De motieven in het verhaal zijn goed verwerkt en ze spreken mij aan doordat je veel motieven kunt herkennen. Wel waren ze goed verstopt en was het nog wel moeilijk om de goede motieven eruit te halen. Het thema komt duidelijk naar voren door de problemen die in het huisje min of meer worden opgelost. Dit thema herken ik niet echt, want ik heb nooit meegemaakt dat een vakantiehuisje er toe kan bijdragen om je problemen op te lossen. Kortom er zijn minder goede punten aan het verhaal, maar ook veel goede. Wel moet ik toegeven dat ik het boek de eerste paar hoofdstukken niks aan vond, maar dat werd later wel beter. Ik denk dat ik gewoon niet gewend was aan dat soort boeken. Ik denk dat het boek geschikt is voor mensen vanaf vijftien jaar. Ik denk dat het wat te zwaar materiaal is voor jongere kinderen en dat ouderen en volwassenen dit veel meer aanspreekt. Wil je een goed boek, met veel stof om over na te denken, denk dan aan ‘Eilandgasten’ van Vonne van der Meer. Verwerkingsopdracht: Ik heb gekozen voor een opdracht waarbij ik een hoofdstuk erbij schrijf. Ik heb hiervoor gekozen omdat ik vind dat het bij het boek past. Het past bij het boek, want in het boek worden veel problemen behandeld, maar van een gezin niet echt uitgebreid, er wordt alleen maar van gesproken in het gastenboek en ik vind dat dat wel wat uitgebreider kan. Ik denk dat ik iets toevoeg aan het boek in de zin van dat je iets meer te weten komt over dat gezin. Dat is denk ik wel interessant, want ik was in ieder geval wel nieuwsgierig naar wat er met dat gezin aan de hand was. Daarom heb ik voor deze verwerkingsopdracht gekozen. Waarom ben ik hier? Wat doe ik hier? Ik hoor hier niet, ik hoor in Australië. Ik hou het niet langer vol, ik kan niet meer. Nee. Zo moet ik niet denken, ik mag het niet opgeven. Ik moet sterk zijn, sterk zijn voor... “Wat is er schat, gaat het wel?” Nee natuurlijk gaat het niet, wat denk jij dan, maar ik durf het niet te zeggen. Dat is een teken van zwakte ik moet sterk zijn, nog heel even maar. “Het gaat wel, nu wel weer”. “Ik weet dat het moeilijk voor je is, dat is het ook voor mij, maar..” “Ik zeg toch dat het wel weer gaat, laat me alsjeblieft met rust.” Ik weet dat ze het moeilijk heeft, moeilijk met zichzelf, maar dan hoeft ze toch niet zo tegen mij te keer te gaan? Ik heb het er ook moeilijk mee, ik wil toch ook dat het nooit gebeurd was. Ik hoopte dat dit eiland haar weer een beetje zou opvrolijken, maar diep in mijn hart wist ik toch wel dat dat niet kon, niet na wat er is gebeurd. Maar ik laat het haar niet merken. Dit eiland is er altijd voor me geweest, dit huisje is er altijd voor me geweest, alles is er voor mij geweest. Ik hou van dit sfeertje hier, van de mensen, de dieren, maar ik kan er nu niet van genieten. Betty al helemaal niet, ze schildert graag, ze schildert alles was geschilderd kan worden, van het strand tot aan de dieren en de mensen. Ze kan het altijd zo goed op het doek weergeven. Maar nu, ze heeft haar schilderspullen niet eens meegenomen. Vorig jaar was het hier zo gezellig, maar nu is niks meer leuk. Niks is het meer waard om voor te leven. Maar ik geef het niet op, nu niet, nooit niet. “Ik ga naar het dorp lieverd, ik zie je later. Moet ik nog iets voor je meenemen? Doe je rustig aan als ik weg ben?” “Is goed, je mag wel wat theezakjes meenemen, ze zijn op. Sorry dat ik net zo bot was, ik meende het niet zo als het misschien overkwam.” “Dat geeft niets hoor, tot straks.” Hij is toch zo’n schat, altijd even attent en weet altijd wanneer ik mijn rust nodig heb. Het is net of hij mijn gedachten kan lezen. Het is maar goed dat hij dat niet echt kan, want dan had hij zich pas echt zorgen gemaakt. Ik zal even kijken of hij al in het gastenboek heeft geschreven, want daar houdt hij van, dingen opschrijven. Hij is er ook goed in, hij weet altijd precies wat te zeggen. Ik daarentegen niet. Ik doe altijd bot op het moment dat ik het even niet kan winnen. Hij neemt me mee naar dit prachtige huisje en ik kan niet eens dankbaar zijn. Maar ik vind het leuk om de dingen hier te schilderen. Vooral het strand. Met zijn beige zand, dat altijd afgewisseld wordt met de mooiste voorwerpen. Hier en daar ligt een roze schelp, een zwarte steen of een bruin takje. Maar afval zie je er nooit, het is er altijd schoon. De zee is mooi aquarel blauw, mooi helder blauw. Met langs het strand van dat mooie witte schuim, dat altijd zo goed tot uitdrukking komt op het doek. En ook de zee is nooit vies, nooit een flesje of een papiertje. Nee, het is mooi strak blauw, met wit schuim. Ook het huisje is altijd mooi verzorgt als we hier aankomen. Er hangen papiertjes aan de muren met kleine boodschappen zoals: “Als iets kapot gaat, dient het te vervangen worden”, of zoiets. Alleen ik kan het nooit onthouden wat er nou precies staat. Het is altijd mooi taalgebruik en nette, sierlijke letters, iets wat ik nooit zou kunnen. Zelfs het gastenboek is versierd met mooie gouden krulletters. Het is net of het huisje tegen je praat, of het zichzelf onderhoudt. Altijd wanneer ik het raam uitkijk komt er een vrouwtje op een fiets voorbij, die altijd vriendelijk zwaait. Dat vind ik nou ook zo mooi, de mensen zijn hier altijd even vriendelijk. Ik denk dat dat ook de reden is dat Herman mij hier een keer in het jaar mee heen neemt. Waarom heb ik hem vorig jaar toch over gehaald om naar Australië te gaan, terwijl hij ons mee wilde nemen naar hier, naar dit eiland. Toen hij weer in het dorpje aankwam waar ze al jaren vlakbij woonden wanneer ze in het huisje verbleven, kreeg hij weer even een warm gevoel, een gevoel van bekendheid. Er was nog helemaal niets veranderd, de huisjes waren nog even warm van kleur en vrolijk versierd als twee jaar geleden. Het zonnetje scheen fel aan de hemel en er was geen wolk te bekennen. Herman kon zich niet herinneren wanneer het voor het laatst had geregend op het eiland. De etalages van de winkeltjes waren vrolijk ingericht. Er stonden allerlei spulletjes in de etalages, er waren alleen nergens prijskaartjes. Maar dat hoefde van hem ook niet, als hij wilde weten hoeveel iets kostte ging hij wel naar binnen om te vragen. Ook de plaatselijke supermarkt was niet veranderd. Dezelfde kleuren aan de buitenkant, warme kleuren, vrolijke kleuren, kleuren zoals oranje en geel. Dezelfde aanbiedingen stonden buiten: nu eenmalig brood met dertig procent korting, versgebakken. En nog veel meer, maar dat bord sprak hem het meeste aan. In de supermarkt was het al helemaal warm en vrolijk ingericht, overal lachende gezichten en de mensen hebben nog tijd om je te helpen. Dat was wel anders in de stad, waar je haast geen winkel in loopt, zonder dat een een of andere verkoper je lastig komt vallen en chagrijnig wordt als je niks koopt. De producten stonden allemaal in schappen, keurig netjes. Niks lag scheef of in het verkeerde rijtje. Bovendien was alles betaalbaar. Niets was duur, vijftig cent voor een fles cola, waar vind je dat tegenwoordig nog? Hij moest natuurlijk wel aan de theezakjes denken die hij voor zijn vrouw mee zou nemen. Eens even kijken. Wat moest hij meenemen. Wat drinkt Betty het liefst. Thuis heeft ze altijd vanille, maar daar heb je ruim de keus, hier was geen vanille. Er lag aardbeien, sinaasappel, groene thee, maar geen vanille. “Wat kunt u mij aanraden meneer?” “De sinaasappel doet het altijd erg goed. Ook mijn vriendin neemt altijd sinaasappel.” “Dan denk ik dat ik dat ook maar doe, mijn vrouw zal er vast van smullen.” Maar ik moet nog meer dingen dan alleen een beetje thee. Ik moet nog brood, want dat is bijna op, bovendien zijn we wat beleg nodig. Eens even kijken, wat dacht je van kaas? Maar er zijn zoveel soorten kaas, ik denk dat ik maar de jong belegen neem. Een beetje hagelslag en wat pindakaas. Natuurlijk moet ik ook wat boter en ik denk dat ik ook maar wat koekjes meeneem. Maar wat voor koekjes, doe deze en deze maar. Bij de kassa aangekomen stond er geen rij en kon hij zo doorlopen, daar hield hij ook altijd zo van, nergens wachten, geen lange rijen en alles gaat heel gemoedelijk. Geen gehaast of niks. “Dat is dan drie euro alstublieft. Spaart u ook zegeltjes?” “Nee hoor, ik ben hier maar een maandje en dan krijg ik die kaart nooit vol.” “Dat is prima meneer. Wilt u de kassabon ook mee?” “Ja graag, dan kan ik me verantwoorden bij mijn vrouw, he?” “Oke meneer, anders nog iets?” “Nee hoor, tot ziens.” “Tot ziens.” Waar blijft hij toch? Ik dacht dat hij alleen even naar de supermarkt zou gaan. Maar ja, dan begin ik maar vast met uitpakken. Dit moet hier en dit wil ik hier en dit... Toen barstte ze in huilen uit. Waarom moet ik dit nou net weer vinden. Waarom heeft hij dit meegenomen, hij weet toch dat ik labiel ben. Maar hij heeft wel gelijk, ik mag niet opgeven. Ik mag Evert niet vergeten. Evert, alleen bij die naam al krijg ik koude rillingen. Het valt me nu pas op dat deze kamer somberder is dan anders. Met blauw en andere kille kleuren. Flauw wit en dergelijke. Maar dat zal misschien ook iets te maken met mijn stemming. Het valt me op dat Herman nog niets in het gastenboek heeft geschreven, maar dat doet hij waarschijnlijk wel aan het eind van onze vakantie. Maar het doet me goed dat ik Evert weer heb gezien, nou ja zijn foto dan. Maar het voelt zo echt, ik kan het niet geloven. Het is nooit leuk als er iemand dood gaat, maar het feit dat het je kind is maakt het nog een stukje erger. Het is echt geen pretje om je kinderen te overleven. En we hadden er maar een, we konden er niet meer krijgen, maar wilden dat ook niet. Evert was alles voor ons. Waarom zijn we toch naar Melbourne gegaan en niet hierheen, zoals altijd. Maar ondanks dit feit, wil ik volgend jaar weer naar Melbourne, ik wil mijn zoon zien. Of in ieder geval zijn aanwezigheid voelen. Ik denk dat ik straks nog maar even bloemen ga plukken om in deze kamer te zetten. Misscien vrolijkt de boel hier dan een beetje op. Ik zal even de rest uitpakken en dan zal ik een briefje voor Herman schrijven waar ik ben. Ik ben even bloemen plukken. Zoek me niet ik kom wel weer terug. Kusjes je vrouw, Betty. Ze weet de woorden wel weer te vinden hè. Met haar kriebelhandschrift, gelukkig heb ik het in de loop van de jaren leren ontcijferen, anders had ik echt een probleem gehad. Ik denk wel dat Betty zich inmiddels al wat beter voelt. Anders gaat ze geen bloemen plukken, ik vraag me af wat ze heeft gedaan. Zal ze de foto hebben gezien die ik in haar tas heb gedaan? Ik had het misschien toch moeten zeggen, maar dan had ik de kans gehad dat ze de foto thuis had willen laten of niet mee had willen gaan. Dat kon ik niet riskeren. Misschien dat ze volgend jaar wel weer mee wil gaan en dat ze dan ook weer begint te schilderen. Dat kan ze wel heel mooi; schilderen. Misschien doet die wandeling haar goed, misschien doen die bloemen haar goed. Er even uit zijn heeft mij in elk geval geholpen. Ik heb het even weer op een rijtje. En ik kan weer nadenken en weer de briefjes lezen, dat spreekt mij altijd zo aan, briefjes zoals : Wanneer u iets breekt, dient het gelijkwaardig vervangen te worden. Betty had het niet begrepen, met gevolg dat ik het haar uit moest leggen. Evert wist het wel meteen, slimme jongen. Hij had het waarschijnlijk ver geschopt, maar een uit de hand gelopen vakantie en er was een eind aan gekomen, letterlijk en figuurlijk. Hij zag het nog voor zich, de drukke straten met auto’s die veel te hard reden en ook mochten rijden. Binnen de bebouwde kom mocht je zeventig. Dat hebben ze inmiddels wel veranderd. Maar ja dat is net zoiets als de put dempen als de koe verdronken is. Dat hadden ze eerder moeten doen. Het was een rode suzuki geweest, zo’n hele kleine. Maar hij was groot genoeg, eigenlijk te groot. Evert had nogal haast en rende de weg over. Het stoplicht stond voor hem op groen, voor de rode auto niet. Maar die vent in de rode auto had schijnbaar ook haast, want hij reed toch door. De remmen van de auto waren niet goed geweest en de man kon niet op tijd remmen. Evert kwam eronder en de ambulance deed er te lang over om Evert naar het ziekenhuis te brengen. Hij is onderweg overleden. Daar is hij begraven, in Melbourne. Ik ga hier altijd nog even langs het kerkhof, alleen de naam lezen is al genoeg om de sfeer te pakken te krijgen. Het kerkhof is een sombere plek. Er is altijd schaduw, het enige plekje op het eiland waar nooit geen zon komt. De plantjes en bloemen gaan er allemaal dood en det is daar dus een dode, sombere bedoeling. De graven zijn allemaal grijs met zwarte letters en het is er altijd koud. De wind is er snijdend koud. En als je goed luistert hoor je de geesten praten, gillen, gewoon geluid maken, wat dan ook. En als je heel even je ogen sluit zie je de geesten ook en je voelt je er niet thuis, je voelt je er opgejaagd. Ik ben altijd opgelucht als ik er zonder kleerscheuren weer uit kom. De maand vloog werkelijk voorbij. Ik heb nog vaak aan Evert gedacht en de laatste paar keer kon ik zelfs mijn tranen nog een paar minuutjes bedwingen. Ik ben blij dat Herman die foto erin heeft gedaan. Ik ben nog een paar keer bloemen wezen plukken. Gele, rode en oranje, kortom alleen maar vrolijke kleuren. Ik heb ze op de vaas gezet in de slaapkamer, zodat die wat op zou fleuren. Ik heb er ook een paar op de vaas gezet in de woonkamer en in de keuken en in de gastenkamer boven. Ook heb ik er een paar gegeven aan de vrouw die iedere keer langskomt en vrolijk zwaait. Zelf neem ik er natuurlijk ook een paar mee naar huis, om te schilderen. Ik heb niet veel meer geschilderd, omdat ik gewoon niet in de stemming was om te schilderen. Wanneer ik weer thuis kom zal ik het schilderen weer oppakken. En ik ben al een stuk opgeknapt sinds dat we hier kwamen, dat kun je wel zien, zegt Herman. Ik heb zelfs make-up gekocht, iets wat ik al een half jaar niet meer op doe. Ik ga volgend jaar wel naar Melbourne, ik wil Evert voelen. En Herman zal dat misschien ook wel willen, maar dat weet ik niet, ik ben niet zo goed in gedachten lezen, niet zoals hij. Ik zie dat Betty weer opvrolijkt en weer kan genieten. Ik denk dat het eiland haar goed heeft gedaan. Nog even en we gaan weer naar de boot. Ik zal het hier missen. Voordat ik het vergeet wil ik nog even een stukje in het gastenboek schrijven. Geachte gastheer, Voor ons wat dit een belangrijke maand, onze eerste vakantie een half jaar na het ongeluk in Melbourne, waarbij onze zoon omkwam. Wij hebben geprobeerd ons verdriet ‘eruit te wandelen’, zoals Betty het noemt, zonder ervoor weg te lopen. Betty is hier begonnen met het verzamelen van wilde bloemen, die in dit jaargetij zo uitbundig bloeien. Ze heeft ook een natuurgidsje aangeschaft. Als ze niet weet waar ze het zoeken moet, gaat ze in het blauwe kamertje hier vlak boven de namen in haar hoofd stampen. Ze heeft dit boek gebruikt om haar mooiste vondsten in te drogen. Misschien ruiken sommige bladzijden nu voor altijd naar dit voorjaar. Van schilderen komt het niet, daar is ze te onrustig voor. Zelf heb ik een paar keer, wanneer Betty weer op bloemenjacht was, de begraafplaats achter de kerk bezocht. Ik ken niemand die daar ligt, maar het lezen van al die namen op die stenen, op oude en nieuwe stenen, doen me goed. Alsof er werkelijk ‘een gemeenschap van gestorvenen’ bestaat zoals ik met Allerzielen wel eens heb horen zeggen, een gemeenschap waar onze Evert nu toe behoort. Dan stel ik me voor dat er ergens op dat grote eiland, precies aan de andere kant van de aardbol, dat ergens in Melbourne een man over de begraafplaats loopt. Naar de plek waar wij Evert een halfjaar geleden hebben moeten achterlaten. En de steen leest, en zijn naam uitspreekt, waarbij hij zich natuurlijk afvraagt hoe je Slaghek uitspreekt: Evert Slaghek. Betty laat weten dat als wij volgend jaar Duinroos niet bespreken, het is niet omdat het huisje ons niet bevalt, maar omdat we dan niet in het land zijn. Omdat we dan waarschijnlijk in Melbourne zitten. Tot ziens, Herman en Betty Slaghek

Ik heb voor dit fragment gekozen, omdat dit de eerste vakantie van de familie Slaghek is nadat ze hun zoon verloren. Ik denk dat het wel goed is geworden en ik ben er wel tevreden over. Ik ben er langer dan een uur mee bezig geweest, maar dat kun je vast wel zien.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Eilandgasten door Vonne van der Meer"