Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Eilandgasten door Vonne van der Meer

Beoordeling 6
Foto van een scholier
Boekcover Eilandgasten
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 3454 woorden
  • 5 augustus 2001
  • 31 keer beoordeeld
Cijfer 6
31 keer beoordeeld

Boekcover Eilandgasten
Shadow

In Duinroos, een eenvoudig maar gastvrij huurhuis op een Waddeneiland, volgen de vakantiegangers elkaar op. De tijdelijke bewoners van Duinroos kennen elkaar niet, maar doordat ze aan dezelfde tafel eten, in hetzelfde bed slapen en in het gastenboek schrijven, komen ze met elkaar in aanraking. Zonder het te weten en haast onmerkbaar beïnvloeden ze elkaars leven e…

In Duinroos, een eenvoudig maar gastvrij huurhuis op een Waddeneiland, volgen de vakantiegangers elkaar op. De tijdelijke bewoners van Duinroos kennen elkaar niet, maar doordat ze …

In Duinroos, een eenvoudig maar gastvrij huurhuis op een Waddeneiland, volgen de vakantiegangers elkaar op. De tijdelijke bewoners van Duinroos kennen elkaar niet, maar doordat ze aan dezelfde tafel eten, in hetzelfde bed slapen en in het gastenboek schrijven, komen ze met elkaar in aanraking. Zonder het te weten en haast onmerkbaar beïnvloeden ze elkaars leven en voegen ze zich tot één verhaal. De werkster, die het huis aan het begin van de zomer schoonmaakt en aan het eind van de zomer winterklaar afsluit, beziet van een afstand het komen en gaan. Alleen de lezer is getuige van alle dromen en geheimen die schuilgaan achter de zinnetjes in het gastenboek.

Eilandgasten door Vonne van der Meer
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel: Eilandgasten Auteur: Vonne van der Meer Uitgever: Contact Druk: 17e druk, maart 2001. (1e druk: augustus 1999) Plaats: Amsterdam/Antwerpen Soort: roman Vonne van der Meer Vonne van der Meer is geboren in 1952. Zij debuteerde in 1985 met 'Het limonadegevoel en andere verhalen'. Voor dit boek kreeg zij de Geertjan Lubberhuizenprijs. Naast het boek Eilandgasten heeft ze inmiddels geschreven de romans: Een warme rug, De reis naar het kind, Zo is hij, Nachtgoed, De verhalen, de novelle
Spookliefde en het toneelstuk Weiger nooit een dans. Haar meest recente werk is De Avondboot. Vonne van der Meer is een gelovige vrouw. Op een interview zei ze ooit dat ze de lezer graag verleidt tot doorlezen, maar het ook prima vindt als de lezer tussendoor stopt om na te denken. 'Beter leest iemand ergens over heen, dan dat het er te dik bovenop ligt', zei ze tegen Van der Haar. Tijd Het verhaal speelt zich af in deze tijd, en is niet chronologisch verteld. Ook komen er flashbacks in voor. Tussen het begin en het eind verlopen enkele maanden, een seizoen. Het is verteld in de verleden tijd. Opbouw Het boek begint met de monoloog van een werkster. Deze werkster is door een elders verblijvende eigenaar ingehuurd om het vakantiehuisje Duinroos weer gebruiksklaar te maken en te houden voor de gasten die dit seizoen weer worden verwacht. Deze werkster blijkt een hoog verantwoordelijkheidsgevoel te hebben. Ze heeft meer gevoel voor service dan de eigenaar van het vakantiehuisje. Ze geeft het huisje een eigen sfeer en ze hoopt dat de vakantiegangers hun wetenswaardigheden in het rode gastenboek zullen schrijven. Vervolgens komen er een zestal hoofdstukken, die nog nader zullen worden besproken, waarbij tussen het tweede en derde verhaal de werkster weer aan het woord komt. Ieder hoofdstuk is een afgerond verhaal over de belevenissen van vakantiegasten die van het huisje gebruik maken. Het boek eindigt met de mijmeringen van de werkster. Ze stuurt het gastenboek op naar de eigenaar, verbrandt de de door de gasten verzamelde dennenappels. De eveneens verzamelde schelpen, scherven en een takje gooit ze niet weg.  Ze wil alles in zee gooien, want dan zal het volgend jaar weer aanspoelen. Filosofisch merkt ze op: 'Dat steeds andere handen dezelfde dingen aanraken, bewonderen, een plaats geven. Dat niets ooit verloren gaat'. Het zijn de gasten die steeds dezelfde dingen aanraken. Het is het huis dat de gasten herbergt. Het huis en de attributen in het huis vormen, samen met de werkster, de verbinding tussen de gasten, die achtereenvolgens van het huisje gebruik maken en verder geen enkele band met elkaar lijken te hebben. Het verhaal Zoals gesteld begint het verhaal met een servicegevoelige, filosofische werkster met een hoog verantwoordelijkheidsgevoel. Ze maakt het vakantiehuisje in orde, zodat de eerste gasten kunnen komen. Ze is daarmee nog maar net klaar als Chiel, Dana en hun zoontje Floris arriveren. De ouders komen in een bedrukte stemming aan. Chiel was voor zijn werk naar Oost-Berlijn geweest en daar had hij een korte relatie gehad met een Oost-Duitse. Chiel had zich gedwongen gevoeld deze misstap op te biechten, omdat hij voelde dat Dana dwars door hem heen keek toen hij weer op Schiphol was geland. Hij bleek daarbij ook nog een een boek, dat zijn schoonvader aan Dana had gegeven, te hebben meegenomen op reis. Dat boek had hij aan de Oost-Duitse cadeau gedaan (die tolk was en het Nederlands goed verstond). De sfeer tussen Chiel en Dana was in het begin buitengewoon ongemakkelijk. Iedere opmerking die aan Oost-Duitsland deed denken, kwam werd als pijnlijk ervaren. Chiel had inmiddels spijt van zijn misstap. Hij had er voor zijn gevoel al een punt achter gezet, want 'hij wilde geen verscheurd leven leiden, met nog meer herinneringen, die hij voor Dana moest verzwijgen' (p. 21). Chiel wilde het dan ook dat alles weer goed zou worden tussen hen en hij deed alle moeite om het Dana naar de zin te maken. Hij sloofde zich uit in huis, sprak haar niet tegen en toonde zich een model vader. Dana kon wat er gebeurt echter niet zo goed vergeten en vergeven. Toch wilde zij ook terug naar de oude situatie, ook omdat het onderdanige gedoe van Chiel haar op de zenuwen begon te werken. Het verhaal eindigt als Dana een besluit neemt en 'Hou op met die Wiedergutmachung' roept. Hij hoefde niets meer goed te maken. Het zou vanzelf wel goed komen, de tijd, de wind en het zout moesten het doen. In het tweede verhaal neemt een 43-jarige, ongehuwde vrouw (Martine), de 20-jarige dochter (Sanne) van een vriendin mee op vakantie. Eigenlijk was ze liever met haar vriendin en Sanne gegaan, en nog liever alleen met haar vriendin, maar dat bleek niet te kunnen. Dat ze toch met Sanne op vakantie gaat heeft te maken met de neerslachtige stemming van Sanne; ze hoopt door goede gesprekken met haar daar wat aan te kunnen veranderen. In het begin zei Sanne niets of alleen het hoognodige. Niet zo'n wonder want ze was zeer met haar eigen gedachten bezig. Sanne was 5 weken in verwachting van haar vriend Sjoerd, die ze nog maar korte tijd kende en ze wist niet wat ze nu moest doen. Sanne had niet zo'n zin om over haar toestand te praten, Martine was niet zo geschikt als gesprekspartner. Ze had immers zelf geen kinderen.. Sanne blijft tobben over haar toestand. Als ze van de trap valt heeft ze nog even het idee dat een spontane abortus haar van het dilemma afhelpt, maar dat blijkt niet het geval te zijn. De val is toch het begin van een gesprek en dan blijkt dat ook Martine in het verleden hetzelfde heeft meegemaakt. Zij had een relatie met en getrouwde man en heeft toen abortus laten plegen. Ze vond dat destijds een heel rationele besluit, maar nu ze 43 jaar oud is begint ze toch te twijfelen aan die destijds genomen beslissing. Ze heeft weliswaar weer een relatie, maar haar huidige vriend heeft al oudere kinderen en wil niet opnieuw beginnen. Toch geeft ze Sanne dezelfde rationele adviezen, die gaan in de richting van abortus: "Ik begrijp dat je een kind wil, maar maak eerst je studie af". Bij Sanne wordt het idee om het kind te houden steeds sterker. ('Het zit niet alleen in mijn buik, maar ook in mijn hoofd. Hoe moet ik iets dat ik niet eens kan wegdenken, laten weghalen?' p.62). Martine krijgt het er heel moeilijk mee, ze beleeft haar zwangerschap opnieuw, loopt door de regen en bedenkt namen voor het nooit geboren kind.  Nadat vele uren zijn verstreken loopt ze terug naar het huisje en neemt een besluit: ze heeft nog een prachtige omslagdoek en die geeft ze Sanne; die kan ze om haar al maar dikker wordende buik winden, als steun en als versiering voor iets waar je zelfverzekerd, trots op mag zijn. Tussen het tweede en derde hoofdstuk komt de werkster weer aan het woord. Weer blijkt haar grote waardering voor gasten die in het gastenboek schrijven. 'Al is het maar hun naam, zodat de gezichten (die ze wel ziet, omdat ze dagelijks langs het huisje fietst) een naam krijgen. Ze krijgt daarbij een religieuze gedachte, want ze denkt aan de tekst op de rouwkaart van haar Jelte: 'Onze namen staan geschreven in de palm van uw hand'. (p. 77). Het derde verhaal gaat over een oudere man, die alle lust in het leven heeft verloren. Hij heeft 11 maanden geleden zijn vrouw verloren en wil nu zelf een einde aan zijn leven maken. Hij wil deze daad echter maskeren voor zijn kinderen en kleinkinderen waar hij veel van houdt. Hij treft dan ook allerlei voorbereidingen om zijn dood op een ongeluk te laten lijken. Hij wil verdrinken, dus moet hij eerst een zwembroek kopen. Hij hangt zijn kleren netjes op, haalt eten in huis, zodat het allemaal erg natuurlijk overkomt. Daarbij wil hij de indruk geven dat hij zijn leven onder controle heft en begint met het schrijven van een opgewekte brief aan zijn dochters. Doordat hij zichzelf nog verplicht stelt zoveel zaken goed af te handelen heeft hij veel meer tijd nodig dan hij aanvankelijk dacht. Daardoor doet hij ook dingen die hij anders nooit zou doen. Hij moet noodgedwongen uit eten, soms moet hij ook zelf wat klaarmaken. Hij moet langere wandelingen maken dan hij van plan was. Door dit alles krijgt hij wel allerlei positieve ervaringen: een paard likte zijn hand, hij begon tijdens een fietstocht spontaan te zingen. Langzamerhand wordt hij afgedreven van zijn zelfmoordplan; hij schrijft de brief aan zijn dochters af en besluit ze te bellen, omdat hij hun stemmen weer wil horen. Het vierde verhaal gaat over Simone, Nils en hun dochtertjes Karlien en Roos. Nils is vertegenwoordiger bij een groot bedrijf. Het gaat niet zo best met het bedrijf en hij heeft zijn mobieltje meegenomen, omdat hij bereikbaar wil zijn. Hij wordt inderdaad opgebeld, niet omdat hij is ontslagen, maar om hem mee te delen wie zijn nieuwe baas wordt. Dat blijkt niet de oudere heer te zijn, vanwie hij het had verwacht, maar een man die veel jonger is dan hijzelf. Hij is daar ontevreden over. Hij had weliswaar zelf geen commercieel directeur willen worden, maar na een aantal jaren had hij dat misschien toch wel gewild. Nu was dus Dennis Bokhoven benoemd en die werkte nog maar net bij het bedrijf; bovendien kon hij hem niet uitstaan. Hij vindt hem een egotripper. Nils raakt totaal van slag en gedraagt zich zeer afwezig. Soms is hij ook letterlijk een tijdlang afwezig. Hij wordt humeurig en ergert zich aan alles. (b.v. als zijn dochter hem kleiner tekent dan Simone reageert hij zeer geprikkeld). Hij vindt het afschuwelijk 'links en rechts te worden ingehaald'. Simone wordt daar uiteraard niet vrolijker op. Ze vindt dat hij zich aanstelt. Ze vindt die Dennis Bokhoven helemaal niet zo vervelend en over zijn huidige baan heeft Nils nog nooit geklaagd. Nils weet ook wel dat hij zijn huidige baan altijd erg leuk vond, maar hij wil nu die baan omdat Dennis hem heeft gekregen. Hij gunt Dennis die baan niet en hij voelt zich gepasseerd, omdat hem de baan niet was aangeboden. Simone wordt steeds ongelukkiger, maar dan leest ze in het gastenboek het verhaal van een echtpaar dat hun zoon is kwijtgeraakt. Hun zoon was opgenomen in de gemeenschap van gestorvenen. Als er een gemeenschap van gestorvenen bestond, dan misschien ook wel een gemeenschap van eenzamen en bij deze gedachte had ze het gevoel 'dat iemand achter haar kwam staan, een hand op haar voorhoofd legde' .. en toen Nils weer binnen kwam hoorde ze aan zijn stem dat het over was (p. 146). Met de aankomst van 3 mensen in Vlieland begint het vijfde hoofdstuk. Het zijn Walter (een student kunstgeschiedenis), Willemijn (een studente geschiedenis) en de onderwijzer Tom. Walter en Willemijn wonen al een paar jaar samen in Groningen. Ze konden, vanaf de eerste ontmoeting zo goed met elkaar overweg, dat Walter bijna natuurlijk bij haar introk, toen hij zijn woning kwijtraakte. Het zou voor even zijn, maar het werd dus een geruime tijd. Ze woonden samen, maar hadden geen seksuele relatie, wat dat betreft liet Walter Willemijn vrij. Hij was er inmiddels aan gewend geraakt dat de verhoudingen die zij had met anderen nooit lang duurden. Walter zelf heeft slechts 1 keer een relatie gehad met een man, maar hij vond deze relatie zelf niet echt een succes. Ook al hadden ze geen seksuele relatie, toch was voelden ze soms de band die er tussen hun was wel als een relatie. Kort voordat ze op vakantie gingen hadden ze Tom ontmoet en ze hadden hem meegevraagd De vakantie viel echter tegen. Tom wordt verliefd op Willemijn en omgekeerd, maar deze gevoelens uiten ze niet duidelijk. Walter voelt dit wel aan en wordt er niet vrolijker op, temeer, omdat hij voelt dat Willemijn ook wat kribbiger tegen hem gaat doen. Als Tom in de kroeg van het dorp een gesprek heeft met Walter, waar Willemijn niet bij is, wordt Walter openhartiger. Hij vertelt eerlijk dat er geen echte relatie is tussen hem en Willemijn. Tom vertelt hem vervolgens dat hij verliefd is op Willemijn en vraagt hem als koppelaar te willen functioneren. Walter doet dit, zij het met tegenstrijdige gevoelens, en Willemijn gaat er op in. Tijdens een wandeling op het strand vinden ze elkaar en Walter besluit vroegtijdig te vertrekken. Het zesde hoofdstuk gaat over Marleen, een vrouw met darmkanker. Zij is daaraan al eens eerder geopereerd, maar de ziekte is teruggekomen en het ziet er niet goed voor haar uit. Ze wordt binnenkort weer geopereerd. Ze wil in de blauwe kamer slapen, want de groene herinnert haar teveel aan operatiekamers. Ze kijkt terug op haar leven. Ze haalt zich haar man en kinderen voor de geest en staat uitvoerig stil bij de slechte periodes, die ze in haar leven heeft gekend. Ze herinnert zich dode mensen die aanspoelden doordat ze zich in de sterke stroming hadden vergist. Ze herinnert zich een nare periode in haar huwelijk. Maar wat haar het meest intens bezig houdt is de herinnering aan haar moeder. Haar ouders hadden een zaak in klokken en horloges en alles draaide om geld. Haar moeder verplichtte haar altijd 'iets nuttigs' te doen. Moeder was 'beperkt, fantasieloos en kortzichtig' (p. 194). Ze was daarbij overheersend en noch Marleen, noch haar vader had wat in te brengen bij haar. Ze vond haar vader, net als zichzelf, een lafaard. Moeder vond nooit iets goed van haar, ook later niet toen ze al lang getrouwd was. Plotseling herinnert ze zich echter wel iets positiefs over haar moeder: als haar ouders naar de bioscoop gingen namen ze altijd kroketten mee voor de kinderen. Marleen concludeert: 'Ze heeft van me gehouden. Op haar manier. Daaraan denken als ik dinsdag de operatiekamer wordt binnengereden'. Ze verheugt zich op de kroket die ze straks bij de haven zal eten. Het boek eindigt met de genoemde laatste mijmeringen van de werkster, die het schrijven van namen zo belangrijk vindt. Ze zit daarmee misschien wel op een lijn met Martine, die alsnog een naam zoekt voor haar ongeboren kind, want 'onze namen staan geschreven in Gods hand'
De personages Hoofdpersonen zijn er eigenlijk niet in dit boek, wel belangrijke personen. Belangrijk is de werkster. Ze is zorgzaam (ze fietst iedere dag langs het huisje en voelt zich op de een of andere manier verbonden met de gasten). Van de werkster weet je de naam niet, het enige wat wordt verteld is dat ze weduwe is. Het rode gastenboek is geen personage, maar wel belangrijk als samenbindend element. Dat geldt zelfs voor het veertje in het boek, dat in veel verhalen, steeds op een andere manier, terugkomt. Ook geen personage is het huisje Duinroos, dat in feite eveneens een hoofdrol speelt in het verhaal. Het huis is niet alleen een (ver)bindend element, voor de werkster is het huis haar leven. De personages die in de opeenvolgende hoofdstukken optreden zijn in de weergave van het verhaal  al besproken. Dit zijn Chiel,  Dana, Martine, Sanne, Marleen, Simone, Walter, Willemijn, Tom en Nils. Eigen mening Uiteindelijk gaat het volgens mij niet eens zo zeer om de personages, maar om het algemeen menselijke, om wat ze meemaken. Er is sprake van suicidaal gedrag, van abortus, overspel, van een herbezining op het leven en last but not least van gods handpalm. Het gaat dan meer om gebeurtenissen waarin ook wij kunnen verzeild raken, dan om de verhalen zelf. Ik vond het een erg mooi boek, vooral omdat het op zich afzonderlijk verhalen waren, maar ze vormen toch ook weer een verhaal omdat het in dezelfde ruimte afspeelt en er komen de hele tijd dingen weer terug. Je kan je het ook erg goed inleven, in zo'n vakantie huisje. Ik vond vooral de einden mooi. Alle personages in het boek ondergaan de positieve invloed van wind, zee en kust tijdens hun verblijf in het vakantiehuisje Duinroos. En aan het eind van ieder verhaal keren ze sterker terug naar hun gewone leven: een huwelijk beschadigd door overspel lijkt toch weer kansrijk, verdriet over een jaren geleden gemaakte keuze voor abortus lijkt hanteerbaar geworden, een man die een knauw heeft gekregen door een reorganisatie herpakt zich en een oudere vrouw die terminaal ziek is, kan de aanstaande ziekenhuisopname met meer kracht tegemoet treden. Dat maakt dit boek een positief en levenslustig boek, want de problemen werden niet opgelost, maar de hoofdpersonen wisten wel weer hoe ze verder moeten en dat wordt op het einde elke keer weer heel mooi beschreven. Ik vind dat de visie van Vonne van der Meer op deze gebeurtenissen Christelijke is. Niet dat ze dit met zoveel woorden zegt, maar op de manier hoe ze de verhalen naar voren brengt komt het zo over. Alle verhalen hebben in wezen een happy end en dat gelukkige einde wordt altijd veroorzaakt door kleine gebeurtenissen in iemands leven. Het happy end strookt ook altijd met de Christelijke moraal. Opdracht - Ruimte, tijd en sfeer De geografische ruimte waarin de verhalen zich afspelen beperkt zich tot de omgeving op Vlieland in en om het vakantiehuisje. Alle verhalen spelen zich af in hetzelfde vakantieseizoen. Alles is bekend en herkenbaar en dat gewone is ongetwijfeld de bedoeling van de schrijfster, immers, het gaat om gebeurtenissen die uit het leven zijn gegrepen. Neemt men echter tijd en ruimte minder concreet, dan zie je dat de hele wereld toneel is en ook dat zal wel de bedoeling zijn. Gedachten dwalen af naar de in Australie overleden zoon, naar een kortstondige verhouding in Oost-Duitsland, naar het hoofdkantoor van het bedrijf in Nieuwegein. Gedachten gaan dan terug in de tijd, verkeerde beslissingen bepalen het heden. De liefde, of het gebrek daaraan, van een al lang overleden moeder blijft plotseling bepalend te zijn voor situaties die nu in het leven spelen. Zeer bepalend voor het boek is de sfeertekening. Vonne van der Meer is daarin erg goed. Ze kan losse gedachten erg goed verbinden met andere losse gedachten en het resultaat is dan opeens erg overtuigend. Vgl. de opmerking die Dana maakt als ze een vakantiehuis heeft opgezocht: 'Kijk, dit huis had iets stevigs, duidelijks, zag ze meteen, alles wat zij de laatste tijd niet was'. (p. 9).  Of  Chiel in Oost-Duitsland: 'Maar naarmate de avond vorderde en de fles wodka leger werd, dacht hij niet langer aan helpen, maar uitsluitend aan hebben' (p. 20). Van der Meer kan heel goed en heel aannemelijk gedachten in een eenmaal gekozen richting aaneen breien. Vgl. de terugkomst van Chiel: 'Onhandig had hij haar omhelst, haar mond ontwijkend, en raakte daarbij verstrikt in het touwtje van de ballon. Kribbig sloeg hij hem weg. Hij kon niet zoenen, zelfs niet vluchtig .Ondanks al zijn gebaad, eindeloos tandenpoetsen. was hij bang dat Dana het verraad zou proeven. (p. 22).  Hij wil 'de reis van me afdouchen en hoognodig naar mijn kamer verdwijnen en morgen ben ik alles vergeten'. Ze doet dit ook heel duidelijk in de monoloog die Martine in de regen tegen zichzelf hield: "Ze wilde dit niet, deze woede niet. Geen spijt voelde je over dingen die je anders had kunnen doen. Zij kon toen niet anders, zoals ze toen was, had ze geen andere beslissing kunnen nemen. Dat wist ze zeker, dat had ze van voor naar achter doorgedacht, indertijd, maar ook later wanneer iemand vroeg: waarom heb je geen kinderen?  Aan haar antwoord, aan haar stem hoorde ze dat het geen ondoordachte beslissing was geweest, een stem loog nooit. Als ze een beslissing in haar hoofd terugdraaide, zou ze veel meer moeten terugdraaien' (p. 69). Van der Meer maakt ook duidelijk gebruik van de herhaling als sfeerbepalend element. In veel verhalen komen we bijvoorbeeld het veertje tegen, dat de werkster bij de bosrand had gevonden en in het rode gastenboek had gelegd. (p. 8). Het veertje is voor Dana 'een goed teken, dacht ze, het huis wil dat wij opnieuw beginnen'. (p. 27). Sanne praat op 2 manieren over het veertje: ze ziet haar ongeboren kind als een veertje (p. 45), terwijl ze het gevoel had dat haar hoofd vol veren zat. De bejaarde man die met zelfmoordplannen rondliep wist zich te herinneren dat zijn echtgenote destijds een veertje gedaan had in de kist van zijn moeder. (p. 103). In het rode gastenboek wordt verteld dat een gast een veertje had gevonden, waarvan hij niet wist bij welke wogel het hoorde. (p. 141). Herhalingen, die herinneringen oproepen zijn op dezelfde manier ook gemakkelijk aan te tonen voor het steeds terugkerende rode gastenboek. Samenvattend kan ik vaststellen dat de sfeer, die Van der Meer steeds weet op te roepen een sterk punt van het boek is.  Je gaat snel mee met de manier van denken, die de personages voorschotelen. Daarbij is de structuur van het boek (de aaneen- en dooreenvlechting van gebeurtenissen) interessant.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Eilandgasten door Vonne van der Meer"