Eigen rechter door Jan Terlouw

B. Samenvatting: Justus Verdaasdonk is een jongen van 16 jaar oud en hij woont in Stoutendam. Justus´ vader moet voor de rechter komen, maar hij wordt vrijgesproken wegens een “vormfout”. Dit laat Justus niet los en hij gaat praten met zijn zus die rechten studeert. Als Justus op een avond uit zijn slaapkamerraam kijkt ziet hij zijn vader met een vreemde man praten, hij kan niet verstaan wat ze zeggen. Een aantal weken later gaan zijn ouders met vakantie en Justus blijft alleen thuis. Op een avond wordt er ingebroken en Justus gaat erop af, hij hoort iets in zijn vaders werkkamer. Hij neemt zijn honkbalknuppel mee en gaat op onderzoek uit. In de werkkamer ziet hij een man vaders bureau doorzoeken. De inbreker komt op hem af en Justus wil hem op zijn hoofd slaan maar dan bedenkt hij zich en slaat hij de inbreker hard op zijn knie, de man valt neer en Justus belt de politie. De politie kon geen sporen van inbraak vinden en ze vonden het maar een raar verhaal. Een aantal dagen daarna bezoekt Justus de man in het ziekenhuis. De man vertelt dat hij Slijkhuis heet en zegt waarom hij bij Justus had ingebroken. Enkele jaren terug toen Justus´ vader nog bij de gemeente werkte ontmoette hij en Verdaasdonk (Justus’ vader) elkaar bij een personeelsavond, daar deed Verdaasdonk een aanbod aan Slijkhuis. Hij wilde zijn oude Saab verkopen maar hij vroeg er teveel geld voor. Verdaasdonk zou de prijs laten zakken als Slijkhuis hem wat informatie zou verstrekken over de Ooster Eng (een stuk grond). Slijkhuis gaf hem een briefje met informatie over de Ooster Eng. Nadat dit gebeurde ging Justus´ vader handelen in grond. Maar dit lekte uit en justitie kwam erachter. Slijkhuis wilde het briefje terug hebben zodat de politie er niet achter kon komen dat hij de informatie had gegeven. Maar Verdaasdonk gaf het briefje niet en daarom brak Slijkhuis in. Nu kwam Justus erachter dat zijn vader dus wel schuldig was en hij ging op zichzelf wonen, hij stopte met school en ging leven van zijn laatste geld. Als zijn geld op is gaat hij werk zoeken. Justus krijgt werk van Van Wakkeren die een autosloopbedrijf heeft. Daar ontmoet hij Bashir uit Somalië en ze raken bevriend. De regering wil Bashir het land uit zetten omdat hij geen verblijfsvergunning heeft. Justus helpt hem door hem als kunstenaar aan te geven en daardoor hoeft hij niet weg. Justus´ baas moest hierdoor een hoge boete betalen, omdat Justus hiervoor had gezorgd werd hij ontslagen. Later kon hij tijdelijk bij een apotheek terecht als koerier. Daar ontmoette hij Annette Nachtegaal. Zij vroeg Justus iedere week om een pakje bij een oudere man te bezorgen. Als hij na een aantal weken overlijdt komt Justus erachter dat er morfine in de pakjes zat. Het was voor Vreugdenhill (Annette´s oom). Zij wordt ontslagen. Later is er voor Justus geen werk meer in de apotheek. Justus gaat maar eens bij Annette langs, hij ontmoet daar haar man Frans Nachtegaal, allebei spelen ze muziek. Annette heeft geen spijt voor wat ze gedaan heeft, want ze deed het omdat haar oom erg ziek was. Justus vindt werk via een uitzendbureau bij HBR, Hulp Bij Rampen Zijn baas Kozijnse komt eens in de twee weken. Op een dag ziet hij een meisje een kras maken op de auto van Kozijnse, die merkt er niets van. Later komt Justus het meisje weer tegen en ze raken in gesprek, Justus vraagt waarom ze het gedaan had, eerst zei ze niets maar later zei ze dat ze het had gedaan om een bepaalde reden. Ze heette Noortje van der Molen en ze is haar families huis kwijt geraakt. Het blijkt het huis te zijn waar Justus nu werkt (Karpatenstraat 23). Justus vertelt de familie Nachtegaal wat er aan de hand is. De familie van der Molen bleek eerst een tuinmeubelenzaak te hebben. Kozijnse heeft ze het huis via een list afhandig gemaakt. Nu gaan Justus, dhr. en mevr. Nachtegaal, Stijn en Noortje een plan maken om het huis van Kozijnse terug te krijgen. Kozijnse houdt heel veel van geld en daarom laten ze hem geloven dat er een zeldzame viool bij hun in huis ligt. Ze laten hem taxeren door Frans Nachtegaal die doet alsof hij een taxateur is, de moeder van Justus heeft een vals eigendombewijs gemaakt die zij geeft aan de familie Van der Molen, Kozijnse wil dit kopen. Van der Molen vraagt Kozijnse om de viool terug te brengen, maar Kozijnse gelooft dat het een zeldzame viool is en wil hem wel kopen. Ze laten de viool door een andere taxateur taxeren, maar nu speelt Bashir voor taxateur. Nu gelooft Kozijnse echt alles wat hem wijsgemaakt is en hij wil de viool kopen voor het huis. Dat doet Van der Molen meteen en zo heeft Van der Molen het huis terug. Justus vind dat hij na een jaar wel weer bij zijn ouders kan gaan wonen en gaat dus met een bakfiets naar het huis van zijn ouders, daar belt hij aan en zijn moeder doet open. Wanneer ze Justus ziet barst ze in tranen uit en vond het weer goed dat hij terug kwam. Drie maanden later komen Justus en Noortje Kozijnse tegen in de stad. Hij complimenteert Justus voor zijn slimme spel, want alles wat hij had gedaan was binnen de wet behalve een inbraakje bij HBR. Kozijnse bood Justus nog een nieuwe baan aan in zijn bedrijf, maar Justus slaat dit aanbod onmiddellijk af. C. eigen mening: Het onderwerp spreekt mij aan, omdat je meer leert over de wet en hoe je daar mee om kan gaan. Ik ben door het verhaal anders over het onderwerp gaan denken, want nu weet ik dat de wet helemaal niet zo goed is en dat je mensen kunt oplichten zonder dat de wet er iets aan kan doen. Ik vond het verhaal best wel verrassend uitgewerkt want je verwacht niet dat Kozijnse een aardige en normale man is maar later kom je dan te weten dat hij op een lullige manier het huis van de familie Van der Molen heeft gekocht. Ik vind dat het verhaal genoeg gebeurtenissen bevat, want als het ene onderwerp je begint te vervelen begint er net weer een ander onderwerp en daarom vond ik het een boeiend boek. In het verhaal gaat het ook vooral om de gebeurtenissen, want de gebeurtenissen zijn heel goed uitgewerkt. En ze zijn ook geloofwaardig, want dit zou allemaal echt kunnen gebeuren en daarom vond ik het een boeiend boek. Ik vind dat je je wel goed kan verplaatsen in de problemen van de verhaalpersonen, want de problemen worden goed beschreven en daardoor leef je meer mee. Je komt ook genoeg over de verhaalpersonen te weten om hun gedrag te kunnen begrijpen, want als een persoon voor het eerst in het boek voorkwam werd die eerst beschreven. Het gedrag van Justus heeft me aan het denken gezet, want eerst zegt hij tegen ze vader dat hij het niet goed vind hoe hij met de wet omging en later gaat hij er zelf ook niet goed mee om, dat vind ik niet slim en zou ik zelf anders doen. Ik vind dat de gebeurtenissen wel logisch op elkaar volgen alleen wisselen de gebeurtenissen best wel met elkaar af. Het verhaal bevat één terugblik waardoor ik vind dat het verhaal interessanter wordt, dat is wanneer er wordt verteld hoe Kozijnse aan het huis van de familie Van der Molen is gekomen en daardoor komt er weer een heel nieuwe gebeurtenis. Het slot vind ik bestwel bij de rest van het verhaal passen, want Justus gaat weer terug naar huis en Kozijnse komt erachter dat hij belazert is. Ik vond het boek wel makkelijk om te lezen, want er stonden niet zoveel moeilijke woorden in. Er zitten ook best wel veel gesprekken in het verhaal en dat maakt het wel leuk om te lezen.