Een voetreis naar Rome door Bertus Aafjes

Zakelijke Gegevens
Uitgever: Meulenhoff
Plaats van Uitgave: Amsterdam
Jaar van Uitgave: 1e druk 1946, 14e druk 1988
Dichter: Bertus Aafjes
Eerste reactie
Keuze
Ik heb niet een bewuste keuze gemaakt. Ik vroeg gewoon of er een gedichtenbundel was. En toen gaf de bibliothecaris mij enkele gedichtenbundels, waarvan ik de schrijver Bertus Aafje het best kende, qua naam dan, daarom heb ik voor dit werk gekozen. Inhoud
Ik vind het geen boek dat ik uit mijzelf zou hebben gelezen, want ik houd niet zo van gedichtenbundels. Ik vind er wel enkele mooie gedichten tussen zitten, vooral het eerste gedicht vind ik mooi. Ik ben het ook niet altijd eens met de schrijver, bijvoorbeeld wanneer hij schrijft dat Cupido iets met de dood heeft te maken en dat heeft hij absoluut niet. Ik vind deze gedichtenbundel zeer goed opgebouwd want bij elk gedichtje komt hij een stuk verder richting Rome. De gedichtenbundel beeld een reis naar Rome uit. Ik vind ook dat er enkele serieuze onderwerpen aan bod komen. Verdieping

Samenvatting. Gedicht 1: geen titel: eerste zin: Muzen, nu ik mij ga vermieten
De schrijver is aan het woord, dus Bertus Aafjes. Personen die in dit gedicht voorkomen zijn: - Clio - Euterpe - Thalia - Melponmene - Terpisichore - Erato - Polyhymnia - Calliope - Urania - Cupido
De schrijver vertelt dat hij een lange reis te voet gaat maken en hij roept de Muzen aan om hem bij zijn reis te helpen. Ten slot roept hij cupido aan om hem te helpen bij een lang vers te schrijven. In dit gedicht wordt er een gedachten uitgedrukt, die de schrijver symbolisch moet helpen een gedicht te schrijven. De regel die mij het meest aanspreekt is: Want ik wens een lang vers te schrijven. Deze zin spreekt mij het meest aan omdat in deze regel pas eigenlijk het doel is er komt een soort ommeslag. Onderzoek
De stijlfiguren die ik in dit gedicht tegen ben gekomen zijn: - Enumeratie - Anticlimax
De beeldspraakvormen die ik in dit gedicht ben tegengekomen zijn: - Metafoor - Personificatie. De rijm in dit gedicht is het volrijm. Het is een beeldgedicht en ode en hymne
Het is een traditioneel gedicht. De opbouw van het gedicht is verdeeld in 3 alinea’s 2 wat kortere en een lange. Het middenstuk van het gedicht is het belangrijkste van het gedicht. De kernregel is: Want ik wens een lang gedicht te schrijven. Het thema is het godendom aanroepen. Gedicht 2
Reizen
Samenvatting
De schrijver is weer aan het woord. De personen die in dit gedicht voorkomen zijn Bertus Aafjes en Mercurius. De tekst gaat over mercurius die wordt geprezen, dat hij zoveel heeft gezien in de wereld
Er wordt hier een ideaal weergegven. Reizen is ’t schoonst godengeschenk misschien is de zijn de mij het meest aanspreekt, omdat het mij een duidelijk beeld geeft van het verloop van het gedicht. Gedicht 3 Tirol
De schrijver is in het gedicht aan het woord. De enige persoon die in dit gedichtje voorkomt is de herder. Het gaat erover dat Tirol , dat niet zo mooi is dan het lijkt, want het gras is dor. De schrijver ziet gentianen en ziet onderweg een herder, die door iedereen vergeten is. Hij laat zien dat Tirol langzaam maar zeker wegkwijnt dat het niet langer een paradijs. Er is sprake van een gedachten, omdat hij zelf zeer negatief is en dat het in de werkelijkheid geen eens zo is. Zo gaat men langs houten …. Wat de mens in Eden verloor, want daarom bergrijp je het gedicht en daarom spreekt mij ook aan, ook sprak het me aan dat ik deze regel niet begreep.