Martha
Over Martha is weinig bekend, maar ook zij speelt een grote rol in Maartens leven. Zijn relatie met vrouwen wordt gedomineerd door zijn obsessie met Martha. In elke vrouw ziet hij wel iets terug van haar.
Martha was een jeugdliefde van Maarten, die hij nooit los heeft kunnen laten.
Jakob
Jakob is Maartens enige vriend. Net als Maarten heeft Jakob ook iets in de biologie gedaan, waardoor ze daar samen veel over praten. Ook pusht Jakob Maarten een vriendin te zoeken.
Jakob is getrouwd, wat gebeurt in het boek, met Jacqueline.
Adrienne
Adrienne is een collega van Maarten. Als Maarten naar Bern in Zwitserland gaat, komt hij haar tegen en moet hij met haar samenwerken. Adrienne woont in Zwitserland en praat dan ook Duits.
Ernst
Ernst is net zoals Adrienne een collega van Maarten. Maarten ontmoet hem als hij naar Bern in Zwitserland gaat. Ernst houdt erg veel van bergbeklimmen in Zwitserland en is erg heldhaftig door de gevaarlijke dingen die hij tijdens het bergbeklimmen doet.
Vader
De vader van Maarten is een strenge en norse man. Tenminste, die indruk krijg je als je het verhaal leest. Hij sterft al snel en Maarten zit er helemaal niet zo mee dat zijn vader is overleden. De vader van Maarten houdt ook van de natuur. Hij is een kweker en wil het liefste dat Maarten zijn druivenkwekerij overneemt.
Motto
‘’ Zondag 10
Vraag 27: Wat verstaat gij door de voorzienigheid Gods?
Antwoord: De almachtige en alomtegenwoordige kracht Gods, door welke Hij hemel en aarde, mitsgaders alle schepselen, gelijk als met zijn hand nog onderhoudt, en alzo regeert, dat loof en gras, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren, spijze en drank, gezondheid en krankheid, rijkdom en armoede, en alle dingen, niet bij geval, maar van zijn vaderlijke hand ons toekomen. ‘’
Uitleg: De keuze van dit motto is eigenlijk best bijzonder wanneer je de betekenis ervan vergelijkt met het verhaal. Het motto betekent namelijk dat alles is voorzienigheid Gods. Alle het goede, maar ook al het kwade. Het verhaal is echter een beetje tegenstrijdig. Maarten valt gedurende het verhaal namelijk steeds meer van zijn geloof af. Hij ziet er meer kwaads dan goeds in. Hij heeft dus een moeite met het motto.
Titelverklaring
“Aan het eind van de middag richt ze plotseling haar hoofd even op en twee korte zuchten ontsnappen haar en haar hoofd glijdt opzij en op hetzelfde moment zie ik een vlucht regenwulpen voorbij gaan boven het donkere riet. Regenwulpen zijn zo zeldzaam, zo bijzonder, dat ik naar het raam toe wil rennen om ze beter te kunnen zien maar ik doe het niet, ik denk alleen maar: ze is gestorven op het moment dat de regenwulpen overkwamen en die gedachte troost me, vreemd genoeg.” – pagina 81-82
De bovenstaande passage is de scene waarin zijn moeder sterft. Maarten had een hele hechte band met zijn moeder. Zij speelde een hele belangrijke rol in zijn leven. Op het moment dat zij sterft ziet hij een vlucht regenwulpen voorbij vliegen.
Thematiek
- Natuur
Natuur speelt een hele belangrijke rol in het verhaal. Maarten is namelijk bioloog en houdt zich bezig met kweken. Het kweken van weefsels, maar ook het kweken van gewassen in kassen. Ook is hij opgegroeid in een natuurrijke omgeving.
- Oedipuscomplex
Maarten en zijn moeder hebben een hele intieme relatie in verhaal tot een punt dat Maarten zeker een oedipuscomplex heeft. Een voorbeeld hiervan staat op pagina 33. In deze passage ziet Maarten zijn ouders samen zitten. Ze zitten dicht tegen elkaar aan, elkaar handen vasthoudend en zoenend.
‘’Ze neemt zijn linkerhand in haar hand en ze bewegen elkaars vingers. Mijn moeder buigt haar hoofd naar links, naar de schouder van mijn vader, ze legt haar hoofd tegen zijn schouder. Hij buigt zijn hoofd opzij. Ze kussen elkaar. Nu laten ze elkaar los, mijn vader bukt zich en port in de vuilnishoop. Opnieuw stijgen rookwolken op. Mijn vader en moeder nemen elkaars hand , ze wandelen weg van de rook, terug naar ons huis. Bij het eerste warenhuis struikelt mijn vader over een plank die op het pad ligt. Goed zo, denk ik.’’
- Dood
Maarten denk veel na over dood. Deze gedachten zijn vaak dwanggedachten. Een voorbeeld van zo’n passage staat op pagina’s 20 en 21. Maarten vraagt de zus van Martha mee uit en ze spreken af op 15 oktober. Als hun wegen scheiden denkt Maarten het volgende:
‘’Ik zie vooral zwarte rokkostuums, nee, het zijn geen rokkostuums, het zijn zwarte jassen, jassen van doodbidders. Vreemd toch, denk ik, dat ik altijd als er iets bijzonders gebeurt, last heb van dwanggedachten en dat ze altijd worden ingeleid met een soort visioen, een beeld dat aan de verbeelding ontglipt. Op donderdag 15 oktober zal ik dood zijn, ik zal niet met haar uit kunnen gaan.’’
- Dwanggedachten
Zoals ik hierboven al heb beschreven heeft Maarten dwanggedachten over de dood. Echter, hij heeft ook dwanggedachten over zijn geloof. Hieronder een passage van pagina 37.
‘’Ik had immer vaak last gehad van dwanggedachten.
Vooral toen ik nog gelovig was had ik ze.
Judas was een doodgoede vent. Zoiets kon ik wel duizend maal op een dag denken zonder dat ik het wilde. Christus was homosexueel en Lazarus was zijn vriend.’’
- Isolement
Maarten was enig kind. Hij ontmoette pas ander kinderen toen hij zes was. Door zijn isolement is hij tegen zichzelf gaan praten. Pagina 26 is een voorbeeld van een passage waarin zijn isolement duidelijk is. Hij voelt zich alleen en wil met andere kinderen spelen, maar zijn moeder zegt dat hij zich maar alleen moet vermaken, want dat heeft zij ook altijd gedaan.
- Geloof
Het geloof speelt een hele belangrijke rol in het verhaal. Maarten is christelijk opgevoed en zat op een christelijke school. Zijn familie was zwaar christelijk.
Gedurende het verhaal valt Maarten van zijn geloof af. Een belangrijke situatie hierin is wanneer zijn moeder stervende is door keelkanker. Hij gooit de ouderlingen het huis uit.
- Herinneringen
In het verhaal worden veel herinneringen opgehaald. Eigenlijk bestaat een groot deel van het verhaal hieruit. Dit zijn herinnering uit zijn jeugd, over Martha en over zijn ouders.
- Relaties
- Moeder-zoon: Maarten en zijn moeder hebben een hele intieme relatie. Door zijn isolement staat hij extra dicht bij haar. In zijn jeugd was zij zijn enige vriend. Deze moeder-zoon relatie heeft veel weg van het oedipuscomplex.
- Vader-zoon: Maarten heeft geen goede relatie met zijn vader. Maarten werd heel strak gehouden en moest kweker worden. Ook werd Maarten jaloers als zijn vader zijn moeder kuste.
- Vrienden: Maarten heeft door zijn isolement weinig tot geen vrienden. Tijdens zijn studie krijgt hij de kans om vrienden te maken, maar hij sluit zich af van de buitenwereld. Zijn enige vriend in Jakob.
- Vrouwen: Maartens relatie met vrouwen wordt gedomineerd door zijn jeugdliefde Martha. Hierdoor wil hij geen relaties met anders vrouwen beginnen.
- God: Maarten is streng christelijk opgevoed en in het begin van het verhaal is hij nog gelovig. Gedurende het verhaal begint hij van zijn geloof af te vallen. Op pagina 38 wordt beschreven hoe Maarten zijn moeder verdriet heeft gedaan door niet meer te geloven.
- Pleinvrees
De pleinvrees begon in zijn jeugd. Op pagina veertien wordt een scene beschreven waarin hij kijkt naar een plein met spelende kinderen. Hierbij zegt hij: ‘’Het is maar een klein plein, te klein voor pleinvrees, goddank.’’
- Jeugd
Maarten had een eenzame jeugd, zoals in veel van de bovenstaande punten al is beschreven. Het boek bevat ook verschillende scenes uit zijn jeugd.
Voorbeelden: pagina 8 en pagina’s 34 en 35.
- Opvoeding
Maarten is streng christelijk opgevoed en leefde in een isolement. Zoals bij een van de boven genoemde punten al staat, moest Maarten altijd alleen spelen. Zijn moeder was zijn enige vriend.
- Naturalisme
Doordat hij altijd op de boerderij woonde heeft hij interesse ontwikkelt voor de biologie. Hierdoor heeft hij ook pleinvrees ontwikkeld. Als laatste is hij hierdoor ook op de manier gaan geloven zoals hij doet.
Thematiek
- Natuur
Natuur speelt een hele belangrijke rol in het verhaal. Maarten is namelijk bioloog en houdt zich bezig met kweken. Het kweken van weefsels, maar ook het kweken van gewassen in kassen. Ook is hij opgegroeid in een natuurrijke omgeving.
- Oedipuscomplex
Maarten en zijn moeder hebben een hele intieme relatie in verhaal tot een punt dat Maarten zeker een oedipuscomplex heeft. Een voorbeeld hiervan staat op pagina 33. In deze passage ziet Maarten zijn ouders samen zitten. Ze zitten dicht tegen elkaar aan, elkaar handen vasthoudend en zoenend.
‘’Ze neemt zijn linkerhand in haar hand en ze bewegen elkaars vingers. Mijn moeder buigt haar hoofd naar links, naar de schouder van mijn vader, ze legt haar hoofd tegen zijn schouder. Hij buigt zijn hoofd opzij. Ze kussen elkaar. Nu laten ze elkaar los, mijn vader bukt zich en port in de vuilnishoop. Opnieuw stijgen rookwolken op. Mijn vader en moeder nemen elkaars hand , ze wandelen weg van de rook, terug naar ons huis. Bij het eerste warenhuis struikelt mijn vader over een plank die op het pad ligt. Goed zo, denk ik.’’
- Dood
Maarten denk veel na over dood. Deze gedachten zijn vaak dwanggedachten. Een voorbeeld van zo’n passage staat op pagina’s 20 en 21. Maarten vraagt de zus van Martha mee uit en ze spreken af op 15 oktober. Als hun wegen scheiden denkt Maarten het volgende:
‘’Ik zie vooral zwarte rokkostuums, nee, het zijn geen rokkostuums, het zijn zwarte jassen, jassen van doodbidders. Vreemd toch, denk ik, dat ik altijd als er iets bijzonders gebeurt, last heb van dwanggedachten en dat ze altijd worden ingeleid met een soort visioen, een beeld dat aan de verbeelding ontglipt. Op donderdag 15 oktober zal ik dood zijn, ik zal niet met haar uit kunnen gaan.’’
- Dwanggedachten
Zoals ik hierboven al heb beschreven heeft Maarten dwanggedachten over de dood. Echter, hij heeft ook dwanggedachten over zijn geloof. Hieronder een passage van pagina 37.
‘’Ik had immer vaak last gehad van dwanggedachten.
Vooral toen ik nog gelovig was had ik ze.
Judas was een doodgoede vent. Zoiets kon ik wel duizend maal op een dag denken zonder dat ik het wilde. Christus was homosexueel en Lazarus was zijn vriend.’’
- Isolement
Maarten was enig kind. Hij ontmoette pas ander kinderen toen hij zes was. Door zijn isolement is hij tegen zichzelf gaan praten. Pagina 26 is een voorbeeld van een passage waarin zijn isolement duidelijk is. Hij voelt zich alleen en wil met andere kinderen spelen, maar zijn moeder zegt dat hij zich maar alleen moet vermaken, want dat heeft zij ook altijd gedaan.
- Geloof
Het geloof speelt een hele belangrijke rol in het verhaal. Maarten is christelijk opgevoed en zat op een christelijke school. Zijn familie was zwaar christelijk.
Gedurende het verhaal valt Maarten van zijn geloof af. Een belangrijke situatie hierin is wanneer zijn moeder stervende is door keelkanker. Hij gooit de ouderlingen het huis uit.
- Herinneringen
In het verhaal worden veel herinneringen opgehaald. Eigenlijk bestaat een groot deel van het verhaal hieruit. Dit zijn herinnering uit zijn jeugd, over Martha en over zijn ouders.
- Relaties
- Moeder-zoon: Maarten en zijn moeder hebben een hele intieme relatie. Door zijn isolement staat hij extra dicht bij haar. In zijn jeugd was zij zijn enige vriend. Deze moeder-zoon relatie heeft veel weg van het oedipuscomplex.
- Vader-zoon: Maarten heeft geen goede relatie met zijn vader. Maarten werd heel strak gehouden en moest kweker worden. Ook werd Maarten jaloers als zijn vader zijn moeder kuste.
- Vrienden: Maarten heeft door zijn isolement weinig tot geen vrienden. Tijdens zijn studie krijgt hij de kans om vrienden te maken, maar hij sluit zich af van de buitenwereld. Zijn enige vriend in Jakob.
- Vrouwen: Maartens relatie met vrouwen wordt gedomineerd door zijn jeugdliefde Martha. Hierdoor wil hij geen relaties met anders vrouwen beginnen.
- God: Maarten is streng christelijk opgevoed en in het begin van het verhaal is hij nog gelovig. Gedurende het verhaal begint hij van zijn geloof af te vallen. Op pagina 38 wordt beschreven hoe Maarten zijn moeder verdriet heeft gedaan door niet meer te geloven.
- Pleinvrees
De pleinvrees begon in zijn jeugd. Op pagina veertien wordt een scene beschreven waarin hij kijkt naar een plein met spelende kinderen. Hierbij zegt hij: ‘’Het is maar een klein plein, te klein voor pleinvrees, goddank.’’
- Jeugd
Maarten had een eenzame jeugd, zoals in veel van de bovenstaande punten al is beschreven. Het boek bevat ook verschillende scenes uit zijn jeugd.
Voorbeelden: pagina 8 en pagina’s 34 en 35.
- Opvoeding
Maarten is streng christelijk opgevoed en leefde in een isolement. Zoals bij een van de boven genoemde punten al staat, moest Maarten altijd alleen spelen. Zijn moeder was zijn enige vriend.
- Naturalisme
Doordat hij altijd op de boerderij woonde heeft hij interesse ontwikkelt voor de biologie. Hierdoor heeft hij ook pleinvrees ontwikkeld. Als laatste is hij hierdoor ook op de manier gaan geloven zoals hij doet.
Waarderingsargumenten
Structurele argumenten
a)Het onderwerp sprak mij niet aan. Er gebeurde voor mijn gevoel te weinig in het verhaal en dat maakte het verhaal heel langdradig.
b)De stijl waarin het boek geschreven is, spreekt mij niet aan, omdat alles heel uitgerekt is. Zoals in het bovenstaande punt al staat, vond ik het boek nogal langdradig geschreven. Wel was het een makkelijk te lezen verhaal.
c)De personages zijn goed uitgewerkt, omdat ik het gedrag van de personages herken. Het beeld dat je van de personages krijgt klopt met hun manier van handelen.
d)Het verhaal bevatte heel veel flashbacks, maar dit maakte het niet moeilijk om te lezen. Flashbacks spelen een hele grote rol in het verhaal en maken het makkelijker om de verhaallijn te begrijpen. Misschien kun je wel zeggen dat het verhaal voor het grootste deel uit flashbacks bestaat.
e)Ik was niet nieuwsgierig naar de afloop van het verhaal. Dit kwam doordat ik het boek heel saai vond en langdradig. Ik had moeite om het boek uit te lezen.
f)De ‘tweede’ laag van het verhaal kwam niet duidelijk naar voren. Ik had moeite met het vinden daarvan.
g)De motieven zijn voor mij gemakkelijk te vinden en ik kan ze aan de hand van het thema uitleggen. Het verhaal bevat twaalf motieven.
- Natuur
- Oedipuscomplex
- Dood
- Dwanggedachten
- Isolement
- Geloof
- Herinneringen
- Relaties
- Pleinvrees
- Jeugd
- Opvoeding
- Naturalisme
Deze bovenstaande motieven heb ik uitgelegd onder het kopje “Thematiek” op pagina’s vier tot en met 6.
Emotionele argumenten
Het verhaal zelf heeft mij niet geraakt, op geen enkele manier. Ik vond er niet zoveel aan.
Het was meer de hoofdpersoon die mij heeft geraakt en alle situaties die dit personage hebben gevormd. Ik vind Maarten een beetje een vreemde man. Hij is geobsedeerd door een jeugdliefde die zijn liefde nooit beantwoord heeft. Hij heeft er tijdens zijn studie er ook voor gekozen geen vrienden te maken en zich compleet af te sluiten van de buitenwereld met betrekking tot dit soort zaken. Ook in zijn jeugd had hij geen vrienden, zelfs niet op school en ontwikkelde hij het oedipuscomplex.
Al het bovenstaande samen, vormt voor mij toch wel een vreemd beeld van Maarten.
Intentionele argumenten
‘’ Zondag 10
Vraag 27: Wat verstaat gij door de voorzienigheid Gods?
Antwoord: De almachtige en alomtegenwoordige kracht Gods, door welke Hij hemel en aarde, mitsgaders alle schepselen, gelijk als met zijn hand nog onderhoudt, en alzo regeert, dat loof en gras, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren, spijze en drank, gezondheid en krankheid, rijkdom en armoede, en alle dingen, niet bij geval, maar van zijn vaderlijke hand ons toekomen. ‘’
Het bovenstaande is het motto van het verhaal. Dit staat uitgebreid uitgelegd onder het kopje “Motto” op pagina 3.
De mening van de schrijver komt wel naar voren in het boek, indirect weliswaar. Dit komt omdat het een deels autobiografisch boek is. Maarten beschrijft hiermee een deel van zijn leven.
Morele argumenten
De normen en waarden van de personen in dit boek zijn niet heel erg verschillend van die een hoop mensen tegenwoordig. Toch zijn ze in zekere zin wel verschillende van die van mij. De normen en waarden van Maartens ouders en in het begin van hemzelf zijn streng katholiek normen en waarden. Dit is heel anders dan bij mij, aangezien ik niet gelovig ben. Toch zijn er ook wel overeen komsten. Naastenliefde en opoffering behoren namelijk ook tot katholiek normen en waarden. Dit zijn dingen die ik ook belangrijk vind. Verering daarentegen kan ik me bijvoorbeeld niet in vinden.
Vernieuwingsargumenten
Een heel vernieuwend boek vond ik het niet kijkend naar de ideeën die erin staan. Het motief “Oedipuscomplex” was wel weer vernieuwend voor mij. Hier had ik nog nooit van gehoord namelijk. Dit verhaal heeft mij een beetje een beeld gegeven wat dit inhoudt.
Stilistische argumenten
Ik vond het een gemakkelijk te lezen boek door bijvoorbeeld de niet al te moeilijke zinsstructuur. De zinnen waren niet lang en ook niet heel complex. Ook was de vocabulaire van het verhaal niet moeilijk. Ik vond dat het verhaal vrij makkelijk in elkaar zat. Wat ik wel miste was spanning.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden