Titel Een vlucht regenwulpen
Auteur Maarten 't Hart
Titel verklaring De titel heeft betrekking op een belangrijke gebeurtenis in het boek namelijk de dood van de moeder. Het motto is ontleend aan calvinistische "Heidelbergse Catechismus" en heeft betrekking op de goddelijke voorzienigheid.
Jaartal eerste druk: 1978.
Opbouw Het verhaal is verdeeld in hoofdstukken. Elk hoofdstuk heeft een titel, maar ze zijn niet genummerd.
Samenvatting Mijn zomer. De ik-figuur Maarten vertelt zijn levensgeschiedenis tot nu toe. Hij is dertig jaar. Zijn vader is tuinder geweest. Maarten wil beroemd worden, hij wil studeren. Hij wordt bioloog; hij bestudeert weefsels. Na zijn kandidaatsexamen sterft zijn vader en gaat hij bij z'n moeder wonen. Na zijn doctoraal examen sterft zijn moeder aan keelkanker. Vlak daarna promoveert hij en wordt hoogleraar in de weefselleer.
Zonnewijzer. Tijdens de receptie van het huwelijk van Jacob en Jacqueline ziet Maarten een vrouw die herinneringen oproept aan Martha. Hij geeft haar een lift en ze trekken de gehele avond samen op. Ze blijkt de vijf jaar jongere zus van Martha te zijn. Martha is getrouwd en heeft twee kinderen. Ze heeft haar conservatorium niet afgemaakt. Maarten brengt de zus van Martha thuis en nodigt haar uit voor een concert. Later op de avond wordt hij overvallen door de dwanggedachte dat hij binnenkort zal sterven.
Mijn moeder. Maarten heeft voordat hij naar school gaat alleen maar contact met zijn ouders. Met andere kinderen speelt hij niet. Hij bewondert zijn moeder. Als hij voor het eerst met z'n ouders naar het dorp gaat, blijkt hij pleinvrees tehebben. Zijn amandelen worden gepeld, wat erg pijnlijk is. Maarten is erg teleurgesteld: zijn ouders hebben hem verraden.
Ongeluk. Maarten heeft zijn hoofd niet bij het stuur en rijdt door een rood stoplicht. Hij rijdt een andere auto aan, waarvan de bestuurder woedend wordt. Maarten geeft hem geld en gaat verder. Zijn dwanggedachten komen weer naar boven: dit is een vingerwijzing naar de dood.
Kauwen. Als Maarten in de rietlanden roeit, ziet hij kauwen. Hij verlangt naar intimiteit. Als hij thuis komt ligt er een uitnodiging voor een reunie van zijn school. Hij vraagt zich af of Martha ook zal komen.
Pleinvrees. Maarten vertelt over zijn lagere-schooltijd. Hij is bang voor het plein, hij heeft geen contact met anderen. Hij voelt zich alleen op zijn gemak in huis of in de rietlanden, bij de vogels.
Zonnedans. Maarten voelt zich op school buitengesloten. Dit komt vooral doordat hij goed kan leren. Hij krijgt bijles voor een toelatingsexamen.
Regenwulpen. Maartens moeder is ernstig ziek. Er komen twee herenboeren bij haar op bezoek. Hoewel ze keelkanker heeft, willen ze toch een lied met haar zingen. Tijdens het gebed zeggen ze dat moeder in de hel komt. Hierop wordt maarten woedend en ranselt hen de deur uit. De volgende dag sterft de moeder op het moment dat er een vlucht regenwulpen overvliegt.
Zaterdag. Maarten ziet in de rietlanden hoe twee jongelui gemeenschap met elkaar hebben. Tijdens de reunie spreekt hij met Martha. Hij geniet van het contact met haar. Helaas is ze getrouwd en heeft ze kinderen.
Voorjaar. Maarten wordt verliefd op Martha. Hij voelt zich die zomer erg gelukkig.
Najaar. Maarten ontmoet Martha als hij in de redactie van de schoolkrant zit. Zijn klasgenoten pesten hem, wat leidt tot een vechtpartij. Maarten hoort van een jongen dat Martha vaak in de bibliotheek te vinden is.
Bibliotheek. Maarten krijgt al een gelukzalig gevoel als hij naar Martha kijkt. Door haar begint hij zich voor muziek te interesseren. Ze leent een boek over Haydn. Als Maarten zich iets te behulpzaam heeft getoond, komt ze niet meer in de bibliotheek.
Eindexamen en kerkgang. Maarten komt te laat om Martha met haar examen te feliciteren. Hij probeert haar te ontmoeten tijdens de kerkgang. Zijn vader wil dat niet omdat zij tot een andere kerk behoort, maar Maarten gaat toch. De kerkgang wordt een groteÜr teleurstelling. Ze verdwijnt als ze hem niet ziet.
Kerkgang. Als Maarten naar een lezing van een theoloog gaat, ontmoet hij een meisje dat hij wel leuk vindt, omdat ze op dezelfde manier loopt als Martha. Hij loopt de kerk in en ziet haar niet meer.
Vooravond. De avond voordat Maarten naar Bern gaat voor een lezing is hij in een treurige stemming.
Waterspreeuw. Maarten is helemaal gelukkig als hij in een beek een waterspreeuw ziet. In het dorp waar hij logeert is een groot feest. Hij voelt zich gelukkig omdat niemand hem kent.
Wolken. Maarten ziet de bergen aan voor wolken. In Bern wordt hij ontvangen door Adrienne Ponchard, een celbiologe. Maarten vindt haar leuk en nodigt haar uit voor een etentje.
Roltrappen. Maarten houdt een lezing in de universiteit.
Feest. Er is een feest voor congresgangers. Hij vindt er niks aan en gaat weg. In de stad ziet hij een hoer die op Martha lijkt. Ze wijst hem af als hij haar benadert.
Avondval. Maarten maakt met Adrienne en Bitzius een bergtocht. Ze genieten van het uitzicht. Op de terugweg valt Maarten en verwondt zijn handen. 's Nachts droomt hij over Martha, wat hem een prettig gevoel geeft.
Tijd Het verhaal speelt zich in ongeveer twee weken af en is niet chronologisch opgebouwd, want het boek is bijna een grote flash©back. Maarten denkt terug aan zijn jeugdjaren.
Ruimte Het verhaal speelt zich in vele plaatsen af. Het ouderlijk huis, de school, de kerk en Zwitserland zijn een paar plaatsen waar het zich afspeelt.
Personen De enige persoon waarvan het karakter echt beschreven wordt is Maarten. Naarmate het boek vordert, krijg je steeds meer van hem te weten. Maarten is een teruggetrokken jongen. Hij heeft totaal geen contact met andere kinderen. Hij trekt zich vaak terug in de natuur, waar hij veel van houdt.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden