Een tafel vol vlinders – Tim Krabbé

Het boek begint op het moment dat Fred op reis is en dat hij denkt dat Carla belt om te vertellen dat Bram dood is. Hij is in Siberië en hij is voor deze reis door Bram met de auto naar het vliegveld gebracht, omdat Bram de auto wilde lenen zodat hij die kon gebruiken voor hem en zijn vriendin (Emma).  

Fred woonde vroeger met Nicolien samen. Zij had al een zoontje Bram van drie toen en was ouder dan Fred. Haar man, Menno, had zelfmoord gepleegd.

Ook werkte het niet tussen Fred en Nicolien, maar Fred was van haar zoontje (Bram) gaan houden en mocht van Nicolien half vader worden.

Nicolien ging samen wonen met een tandarts en ze kregen ook nog een jongentje en een meisje. En Fred ging later samenwonen met Carla.

Eerst konden Bram en Fred het samen heel goed vinden. Maar naarmate Bram ouder werd, werd hij ook steeds eenzamer en stiller.

Fred was een reisjournalist en nam Bram soms mee op reis en dan schreven ze samen stukken over de reis. Fred hoopte dat Bram ook schrijver zou worden, alleen dan nog beter als hij. Maar Bram ging steeds minder goede stukjes schrijven en ging op een gegeven moment niet meer mee op reis.

Op zijn negentiende ging Bram op zichzelf wonen en werken om naar Nieuw-Zeeland te kunnen en daar een vulkaansteen aan te raken. Fred was bang dat hij hem nooit meer terug zou zien. Na zijn reis werd Bram verliefd op Emma en zij op hem.

Hij had Emma bij de tramhalte ontmoet, hij was meteen verliefd op haar geworden en had haar dus gelijk om een afspraakje gevraagd. Later bleek dat Emma eigenlijk al zou gaan trouwen met Arnold in Amerika, maar dit heeft ze voor hem afgeblazen. Ze zien elkaar bijna elk dag. Emma woont nog bij haar moeder en Bram woonde op een heel klein kamertje met bijna helemaal niks. Ze gingen vaak samen naar het poldertje.

Ook ging Bram soms nog bij Nicolien, John en de twee kinderen (Walt en Sylvie) eten, maar dat vond hij vreselijk.

Fred verteld Bram dat hij zich nog niet moet binden aan Emma, omdat hij talent heeft. Bram gaat op bezoek bij zijn oma en opa (de ouders van Menno; Johanna en Geert). Zij vertelde Bram dat hij met alles moest breken met wat hij dacht te zijn. Hij stopte met zijn baantje en kwam erachter dat hij niet meer van Emma hield. Hij maakt het uit en zal haar nooit meer zien. Hij heeft een soort van spijt, omdat hij had gehoopt haar nog wel een keer te zien.

(confectie)

De rest van mijn leven is een tafel vol vlinders. Iedere seconde vliegt er één weg. Als de tafel leeg is ben ik dood.