Een nagelaten bekentenis door Marcellus Emants

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
Boekcover Een nagelaten bekentenis
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 3210 woorden
  • 19 mei 2005
  • 18 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
18 keer beoordeeld

Boekcover Een nagelaten bekentenis
Shadow
Een nagelaten bekentenis door Marcellus Emants
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Zakelijke gegevens. auteur: Marcellus Emants
titel: De Nagelaten Bekentenis
jaar van uitgave: 1894
uitgever: Walvaboek
thema: huwelijk, moordenaars 2.1 Korte introductie Om een korte introductie te geven, vertel ik de woorden van Lucas Kruse (uittreksel 1) in mijn eigen woorden. De verteller Willem Termeer deelt in de ik-vorm mee dat zijn vrouw dood en al begraven is. Hij is alleen in huis met de twee meiden. Doelloos dwaalt hij door de vertrekken. In niets, in geen mens, in geen werk, in geen boek ook maar enig belangstellend, vraagt hij zich af hoe hij dit afschuwelijke leven volhoudt. Dan volgt de bekentenis dat hij zijn vrouw heeft vermoord. Als hij zijn leven overziet, is het hem volkomen duidelijk hoe hij daartoe kon komen. Hij heeft een dwingende lust dit te vertellen, maar zal het voor de veiligheid op papier zetten. Ik heb dit boek gekozen, omdat het me een spannend boek leek en ik hou wel van spanning in boeken. Toch vond ik dit boek niet zo leuk, want het was heel erg moeilijk om je aandacht erbij te houden. Hij werd ook saai. Dit vond ik erg jammer. Ik had nog nooit van dit boek of van de schrijver gehoord. Ik zou ook niet zo snel een ander boek van deze schrijver lezen. 3. De hoofdpersonen Lucas Kruse (in uittreksel 1) verteld het volgende over de personages van dit boek, maar dit heb ik ook in eigen woorden gezet: ‘De hoofdpersoon is Willem Termeer. Om hem draait het verhaal toch in de eerst plaats. Hij tekent een beeld van zichzelf als gevoelloos, angstig, eenzaam, als laf, steriel fantaserend, leugenachtig, stelend, kras egoïstisch, in zichzelf opgaand en onverschillig jegens de wereld om hem heen, als lui en verbitterd. Op tal van plaatsen in het boek komt tot uiting dat Termeer , reeds vanaf zijn prille jeugd, lijdt aan een sterk minderwaardigheidscomplex. Anna Bloemendael is een burgerlijke vrouw, eigengereid en in zekere zin bekrompen, maar hoge eisen stellend aan zichzelf en anderen. Ze raakt bijzonder gecharmeerd van de persoon en de denkbeelden van Ds. De Kantere, maar bezwijkt niet voor zijn verleidingskunst. Scheiden van haar man wil ze echter evenmin. De ouders van Termeer komen in het verhaal slechts een enkele keer voor. Hun huwelijk was een mariage de raison, gesloten nadat de man reeds een veelbewogen en niet onbesproken leven achter de rug had. Willem Termeer groeit op in een kille liefdeloze omgeving en voelt geen verdriet als zijn ouders hem door de dood zijn ontvallen. De Kantere leren we kennen als een knappe, welbespraakt, met klankvolle stem en beschaafde manieren, maar innerlijk anders dan hij zich voordoet. Gefrustreerd en hypocriet als hij in wezen is, stemmen zijn daden niet overeen met zijn nobele woorden, Termeer doorziet hem vrij gauw, maar Anna bewonderd in hem zeer veel van wat zij mist in haar man. De heer Bloemendael is een nerveuze sentimentele man, die het wel goed met zijn kinderen voorheeft, maar die in moeilijke ogenblikken het meest van allen zijn zelfbeheersing verliest en bijna lachwekkend wordt in zijn onhandig en onzeker optreden. En wat zijn vrouw betreft: Nanna heeft veel van haar moeder. Carolien ten slotte leren we nauwelijks kennen. Haar gedragingen geven, gezien de situatie en het milieu waarin ze zich bevindt, geen aanleiding tot commentaar.’
4. De tijd 4.1 Het verhaal speelt zich af in de periode 1880-1918. 4.2 Willem Termeer verteld over zijn levensgeschiedenis. Dus de tijd speelt een zeer belangrijke
rol in het boek. Hij vertelt dat hij zijn vrouw heeft vermoord, dat is ook allemaal in het
verleden gebeurd. 4.3 nvt
4.4 Ja, de schrijver maakt heel veel gebruik van flashbacks en flash forwards. 5. De plaats van handeling
5.1 Het verhaal speelt zich af in Nederland. Hij woont in Amsterdam. Als zijn vader en moeder overleden zijn, moet hij bij zijn voogd gaan wonen (de heer Bloemendael) dan komt hij terecht in Utrecht. Als hij meerderjarig is, gaat hij naar Brussel, Parijs en trekt via Zuid-Frankrijk naar Zwitserland. Na een blauwtje gelopen te hebben in Interlaken keert hij terug naar Nederland en hij gaat in Scheveningen wonen. Als hij getrouwd is, gaat hij in Utrecht wonen. 5.2 Volgens mij is de plaats waar het zich afspeelt niet erg belangrijk, het had ook in Amerika kunnen afspelen. 6. Het vertellersstandpunt Het is een ik-verhaal, de verteller is Willem Termeer. 7. Wat het verhaal de lezer wil zeggen Ik denk niet dat Marcellus Emants de bedoeling heeft om de lezer iets te leren. Het is meer amusement denk ik. 8. Zou je nog eens een verhaal of boek willen lezen… 8.1 Ik weet niet of ik nog wel een boek van deze schrijver zou willen lezen. Ik vond dit boek erg
saai en niet spannend genoeg. 8.2 Ja, ik zou nog wel eens een boek uit deze tijd willen lezen. Het lijkt me interessant om te
weten hoe schrijvers toen schreven. 8.3 Ja, omdat ik het wel interessant vindt dat het vaak in Nederland afspeelt. 8.4 Ja, maar dan moeten er wel hoofdstukken zijn en het verhaal moet spannend geschreven zijn.
9. De titel e.d. 9.1 ‘Uit het woord ‘bekentenis’ in de titel kunnen we afleiden dat Willem Termeer schuld bekent: al op de eerste pagina zegt hij dat hij zijn vrouw heeft vermoord. Het werkwoord ‘nagelaten’ kan volgens Van Dale o.a betekenen: 1. bij overlijden achterlaten, 2. voor zijn overlijden tot
stand gebracht hebben (van producten van de geest gezegd), 3. een teken van werking, van
invloed achterlaten. De tweede en derde betekenis van ‘nalaten’ zijn relevant voor de
verklaring van de titel,’ dit waren de woorden van Lucas Kruse. 9.2 nvt
9.3 Lucas Kruse: ‘Dat de hoofdpersoon niet alleen zijn motieven voor deze daad geeft, maar ook
een rechtvaardiging. We kunnen de roman, dus ook zeker opvatten als de apologie (zelfverdediging) van een moordenaar.’ 10. De auteur Marcellus Emants, die op 12 augustus 1848 in Voorburg geboren werd, kwam uit een Haags juristengeslacht; zijn vader was rechter en parlementslid. Na de hbs (hogere burgerschool) ging Emants naar de Polytechnische School in Delft, maar hij beëindigde de studie voortijdig. Tegen zijn zin ging hij daarna (in 1868) rechten studeren in Leiden. Vlak voor zijn doctoraal examen (...) na het overlijden van zijn vader in 1871 (...) stopte hij ook met deze studie. Doordat hij een groot vermogen erfde, kon hij zich aan zijn liefhebberijen gaan wijden: de letterkunde, schilderen (vooral landschappen en decors), cello spelen, acteren en reizen. Als acteur en regisseur was hij verbonden aan het door hemzelf opgerichte amateur-toneelgezelschap Utile et Laetum. In 1896 werd hij voorzitter van het Nederlandsch Tooneelverbond. In 1873 trouwde hij met zijn nicht Christina Prins. Vijf jaar na haar dood in 1875 hertrouwde hij met Eva Verniers van der Loeff (die in 1900 stierf). Rond de eeuwwisseling begon hij zich te interesseren voor het spiritisme. In 1904 trouwde Emants voor de derde keer, met de bijna dertig jaar jongere Duitse actrice Jenny Kühn. In 1919 verhuisde hij met zijn vrouw en dochter Eva (geboren in 1909) naar Zwitserland. Kort daarna werd hij ziek. De laatste jaren van zijn leven werden vergald door hevige pijnen en door zijn (derde) vrouw, met wie hij een slecht huwelijk had. Emants overleed op 14 oktober 1923 in een hotel in Baden (Zwitserland); hij werd begraven in Den Haag. Aanvankelijk was Emants een idealist, die streefde naar een groots en mooi leven. Maar al snel raakte hij diep ontgoocheld en teleurgesteld in zichzelf. Als schuldigen van zijn falen zag hij allereerst zijn ouders; andere schuldigen waren in zijn ogen de vrouw, de domme massa, de arrogante lieden van zijn stand, de decadente tijd, de afbrekende kritiek op zijn werk en de godsdienst. Hoofdschuldige was volgens hem echter de Schepper, die de wereld zo in elkaar had gezet dat de mens wel móest mislukken. Vooral de Franse naturalist Emile Zola (1840-1902) kreeg invloed op hem, maar meer nog vertoont hij verwantschap met de realist en pessimist Ivan Toergenjev (1818-1883), de Russische auteur die vanaf 1855 in Parijs woonde en met wie Emants contacten onderhield. Verder onderging hij invloed van de Duitse filosoof Arthur Schopenhauer (1788-1860), de belangrijkste vertegenwoordiger van het pessimisme. Voor de pessimist is leven identiek met lijden: het genot wordt overheerst door het leed. Tekenend in dit verband is de tekst die Emants' weduwe op zijn grafsteen liet zetten: 'Beklaag nooit de verloste uit de krankzinnigheid die leven heet'. Zijn leven lang had hij een weerzin tegen het leven, maar dat betekent nog niet dat hij een mopperaar was: 'Welnee. Ik ben altijd van zeer opgeruimd humeur geweest. Dat is eenvoudig een je-schikken naar omstandigheden. Maar ik had veel liever niet geleefd' (M. Emants, in: E. d'Oliveira, De mannen van tachtig aan het woord ). Na de dood van Jenny Kühn (in 1956) liet Emants' dochter de grafsteentekst verwijderen. (bron: deze informatie heb ik van Biblion afgehaald uit de mediatheek) 11. Plaatsing van je boek in de literatuurgeschiedenis ? weet ik niet.
12. Lange samenvatting van de inhoud 'Mijn vrouw is dood en al begraven. Ik ben alleen in huis, alleen met de twee meiden. Dus ben ik weer vrij; maar wat baat me nu die vrijheid?'Dit zijn de beginwoorden van het boek, waarin de neurotische Willem Termeer gedetailleerd verslag uitbrengt van zijn mislukte leven. Hij voelt een onbedwingbare lust te vertellen hoe hij ertoe gekomen is zijn vrouw te vermoorden ('Het MOET er uit!').Zijn eerste pijnlijke indrukken stammen uit de lagere schooltijd. Hij herinnert zich 'een grote,grauwe ruimte, waarin een massa giechelende kinderen bijeen zitten, bewaakt door een norse onderwijzer. (...) Dat al die ogen mij vijandig aankeken, besefte ik dadelijk (...).' Hij geeft een opsomming van zijn onhebbelijkheden: hij loog en stal, was egoïstisch en ijdel; bovendien was hij lichamelijk zwak. In de les verveelt hij zich, op straat zoekt hij de eenzaamheid 'uit vrees voor onzachte botsingen met ruwere makkers', thuis laten een ziekelijke vader en een brommerige moeder hem geheel aan zichzelf over.Op zijn twaalfde komt de tijd waarin hij zich voor vrouwen begint te interesseren: 'De vrouw werd het overheersende beeld van mijn mijmeren en naarmate ik haar heviger begeerde, ging ik haar schroomvalliger uit de weg.' Zijn eerste jeugdliefde betreft de dochter van het hoofd van de school, Mina, die ingaat op zijn schuchtere avances. Als zij hem echter als vrijer uitdaagt, wint zijn lafheid het van zijn heftige verlangen.Tijdens zijn jaren op de Hogere Burgerschool groeit zijn 'angstvalligheid voor het vrouwelijke geslacht, gepaard aan een groeiende afkeer van mannelijk gezelschap'. Hij wordt steeds schuwer. Bijna elke studie verveelt hem gauw. Zijn gevoelsleven berust louter op verbeelding,vooral grof sensuele fantasieën, soms visioenen van etherische reinheid. Door drank probeert hij de opwinding in zijn zenuwen te verlengen.Met klimmende angst ziet hij de tijd naderen dat hij van school afmoet. Voor het examen van de Politechnische school in Delft zakt hij opzettelijk. Zijn neurasthenische vader (een schuimsmar-cheerder die op latere leeftijd is getrouwd) leest hem de les, typeert hem als 'een pedante gek'en krijgt ten slotte een woedeuitval. Nauwelijks is hij vertrokken, of zijn moeder houdt een zedenpreek en noemt hem 'een onverschillige druiloor.' Hoewel Willem Termeer zegt zelden tranen vergoten te hebben, herinnert hij zich dat hij daarna lang en bitter heeft gehuild. Zijn ouders begrijpen hem totaal niet, wisselen nooit een vertrouwe-lijk woord met hem. Hij sluipt 's avonds het huis uit en brengt, nadat hij zijn walging heeft overwonnen, zijn eerste bezoek aan een bordeel.Tijdens een vakantie in Zwitserland krijgt zijn vader zo'n heimwee dat de dokter hem adviseert snel naar Nederland terug te keren. Weinig weken daarna wordt hij naar een krankzinnigenge-sticht overgebracht en sterft daar. Willem voelt helemaal geen verdriet. Niet lang daarna sterft zijn moeder aan een longontsteking, 'en dus stond ik eensklaps alleen op de wereld met de vrije beschikking over een inkomen van circa negenduizend gulden.'De heer Bloemendael, een verre neef en oude vriend van zijn vader in Utrecht, wordt voogd en beheerder van zijn vermogen. Omdat Willem niet verder wil studeren en geen baan wil zoeken,laat zijn voogd hem meerderjarig verklaren. Willem wil vrij zijn, verlangt naar sensaties en besluit te gaan reizen.Hij bezoekt Brussel en Parijs en trekt via Zuid-Frankrijk naar Zwitserland. Het enige genot dat hij 'vermeestert', moet met geld betaald worden. Zijn 'drukkende moedeloosheid' zorgt ervoor dat hij dagenlang in bed blijft, niet wetende waarom hij zou opstaan en zich zou kleden.In Interlaken maakt hij kennis met 'een zeldzaam mooi meisje', een blonde Zweedse, die met haar moeder in hetzelfde hotel logeert. Zijn verliefdheid loopt op een teleurstelling uit, als zij hem voor een rijke, frisse Amerikaan, 'een geroutineerde vrouwenkenner', laat schieten. Ontgoocheld keert hij terug naar Nederland en neemt zijn intrek in het Badhuis in Scheveningen.Omdat hij denkt de kenmerken van 'een artistieke natuur' te bezitten ('ziek, erg gecompliceerd,neurasthenisch, in sommige opzichten ontoerekenbaar, in andere pervers'), besluit hij om van zijn 'misselijk avontuur' met de Zweedse een novelle te maken. Drie maanden later krijgt hij zijn manuscript 'na herhaalde aanvragen om enig antwoord, met een kille afwijzing wegens "onbelangrijkheid" slecht ingepakt terug'.Via een dorpsburgemeester in de Achterhoek komt hij op de gemeentesecretarie terecht, waar het werk hem al gauw tegenstaat en hij steeds lustelozer wordt. Hij houdt het er twee jaar vol.Als hij kennismaakt met Van Dregten, een jongeman die zich voorbereidt op een studie aan de Amsterdamse universiteit en in wie hij een verwante ziel meent te herkennen, besluit hij hem naar de hoofdstad te volgen.Daar maakt hij 'een ernstige studie' van wijsbegeerte en fysiologie om te proberen achter 'zijn geval' te komen. Hij meent in de 'herediteit' (erfelijkheid) een verklaring te hebben gevonden voor zijn afwijkend en ellendig bestaan. Intussen ontdekt hij dat Van Dregten en enkele van zijn vriendjes op zijn beurs parasiteren.In de nacht na zijn dertigste verjaardag ervaart hij de dood als iets zeer lijfelijks. De volgende morgen neemt hij een besluit: hij zal een vrouw zoeken, het huwelijk moet de haven worden,waarin zijn wrak scheepje moet kunnen ankeren.Hij herinnert zich het gezin van zijn gewezen voogd in Utrecht en besluit daarheen te gaan. Daar treft hij een milieu van Hollandse eenvoud en conventie. Met de dochter Anna ontstaat een zekere vertrouwelijkheid, vooral tijdens het musiceren. Na enkele dagen van aarzeling (hij vindt Anna niet mooi en vindt zijn verliefdheid 'diep zwaarmoedig') vraagt hij haar: een huwelijk kan haar misschien gelukkig maken en van hem een goed mens maken.Met zijn verloofde maakt hij kenningsmakingsvisites, o.a. bij haar zus, Suze, getrouwd met de referendaris Van Swamelen. Hij voelt zich daar als een examinandus tegenover zijn examinator en komt al spoedig tot het besef dat hij niet alleen bij hen maar ook bij zijn aanstaande vrouw veel van zijn slechts schijnbaar bestaande prestige verliest. Termeer is bang voor de toekomst.Toch trouwen ze, 'op een allereenvoudigste manier' en op zijn nadrukkelijke wens zonder receptie en kerkelijke inzegening. De huwelijksvoltrekking en het déjeuner met de vier getuigen vindt hij 'een ware marteling'. Bij het afscheid zegt de moeder tegen Anna: 'Wees altijd de minste, kind; doe stil je plicht,' en tegen hem: 'Bedenk, dat je nu het geluk van twee levens in je handen hebt.'Op Anna's verzoek wordt de huwelijksreis bekort. Ze vestigen zich in Den Haag, waar Termeer de eerste twee huwelijksjaren het beste tijdperk in zijn leven vindt. Willem zoekt geen betrek-king, het paar leeft geïsoleerd, langzaam sluipt de bittere verveling hun woning binnen en begint hij weer te walgen van zichzelf. Zijn verhouding met Anna is koel, van liefde is geen sprake. Zij koestert een nimmer aflatend plichtsbesef, waardoor zij zichzelf volgens Termeer 'op een hoog voetstuk van voortreffelijkheid' plaatst en anderen eenzijdig, onrechtvaardig en trots beoordeelt.Als Anna moeder wordt, verandert dat de situatie geenszins. Zijn dochter interesseert hem helemaal niet; hij voelt meer genegenheid voor zijn poes! 'Het wurm' leeft anderhalf jaar. Na haar dood is Anna 'verbijsterd van smart' en heeft Willem moeite 'zijn zonderling blij gevoel' te verbergen. Ze groeien steeds meer uit elkaar. Hij voelt dat Anna hem in alle opzichten minacht,'zó diep, dat ze 't zelfs beneden zich achtte van die minachting te doen blijken'.Dan leert Anna de buurman kennen, de ex-predikant De Kantere. Door de dood van zijn vrouw staat hij alleen voor de opvoeding van zijn ziekelijk dochtertje Sofietje. Anna raakt zeer gesteld op de man met zijn krachtige postuur en zijn grote, 'vaderlijke liefde.' Termeer wordt jaloers,vermoedt in hem een huichelaar en houdt hem op een afstand, vooral als hij merkt dat De Kantere, met instemming van Anna, pogingen onderneemt om hem op het rechte pad te brengen. Tijdens een van hun debatten biecht Termeer zelfs zijn hele levensloop tot aan zijn huwelijk op. Termeer geeft als drijfveer voor zijn handelen zijn erfelijke bepaaldheid, waardoor hij onmogelijk zijn driften kan intomen. De ex-dominee verdedigt de vrije wil en het vermogen tot zelfbeheersing. Termeer ontdekt dat De Kantere, net als hij, van het leven had willen genieten en er niet in geslaagd is.Termeers verbittering tegen Anna groeit. Haar 'koel hooghartig, kwetsend minachtend afweren'geeft hij de schuld van al zijn ellende. Hij zoekt verstrooiing in een publiek huis, wandelt veel en gaat naar de schouwburg. Tijdens een opvoering van de opera 'Carmen' overwint hij zijn schroom en spreekt een dame aan, Carolien, met wie hij na afloop meegaat. Na die nacht met haar is zijn gehele gemoed 'doorjubeld van verlangende verliefdheid.' Zij wordt zijn maintenée,maar stelt hoge financiële eisen. Termeer polst Anna over een scheiding, maar daar wil zij niets van horen: plichtsbesef verbiedt dat haar.Vlak voordat De Kantere met zijn dochtertje naar Zwitserland vertrekt, luistert Termeer een gesprek tussen Anna en de ex-dominee af. Hij hoort De Kantere zijn liefde voor Anna bekennen en haar weigering met frasen over plicht, reinheid en het lijden dat men dragen moet.Termeer besluit Carolien 'aan te houden', ook al zou ze hem ruïneren. Als De Kantere vertrokken is, begint hij weer over de scheiding. Haar 'treiterende kalmte' brengt hem tot razernij, hij verwijt haar haar relatie met De Kantere, maar Anna blijft onverstoorbaar. Hij bedrinkt zich en valt stomdronken in zijn bed.Carolien eist weer meer geld en maakt hem gek van jaloezie door openlijk andere minnaars toe te laten. Uitzinnig van woede verbrijzelt hij na een vergeefs bezoek aan haar met zijn wandelstok een ruit in haar voordeur. Hij drinkt in een kroeg ettelijke glazen jenever, dwaalt rond en komt ten slotte overspannen thuis.Tot zijn verbazing vindt hij Anna's slaapkamerdeur niet gesloten (ze slapen sinds de geboorte van hun dochtertje gescheiden). Op haar nachttafeltje vindt hij een fles met het slaapmiddel chloraal. Hij geeft zijn vast slapende vrouw nog enkele lepels te slikken totdat ze overlijdt. Dan gaat hij naar zijn eigen slaapkamer.De volgende morgen wordt de dokter ontboden. Deze koestert wel argwaan, maar geeft toch als doodsoorzaak op: zelfmoord, veroorzaakt door chloraal-hybraat. Termeer ergert zich aan het rouwbeklag van zijn schoonouders en weet tot en met de begrafenis zijn rol van bedroefde weduwnaar te spelen. Daarna, in het kille huis, alleen met de twee meiden, overvalt hem een grote angst. Hij sluit zich op in zijn kamer. Hij heeft nu zijn vrijheid terug, maar wat moet hij ermee beginnen? Zal hij naar het buitenland vertrekken? Of naar Carolien gaan, haar alles bekennen, haar zijn gehele fortuin aanbieden? '(...) zou ze me dan om die daad... om die misdaad... niet willen... niet kunnen... liefhebben?'

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Een nagelaten bekentenis door Marcellus Emants"