Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Een leeg huis door Marga Minco

Beoordeling 7
Foto van een scholier
Boekcover Een leeg huis
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 4199 woorden
  • 9 augustus 2006
  • 18 keer beoordeeld
Cijfer 7
18 keer beoordeeld

Boekcover Een leeg huis
Shadow
Een leeg huis door Marga Minco
Shadow
1. Titel en schrijver Een leeg huis van Marga Minco 3. Auteur Marga Minco is de pseudoniem voor Sara Menco. Marga Minco is een van de belangrijkste Nederlandse auteurs van na de oorlog. Vier romans van haar horen zogezegd bij de 'canonieke boeken' van de vaderlandse literatuur: Het bittere kruid, Een leeg huis, De val en Nagelaten dagen. Bekende en geliefde romans, die de Tweede Wereldoorlog als thema hebben. Minco laat de lezer vaak subtiel zien, hoe nietsvermoedend of naïef veel Nederlandse Joden hun ondergang tegemoet gingen, de werkelijkheid tot in het absurde ontkennend. Haar verhalen zijn kort, zonder omhaal en bitter. Daarnaast schreef Minco korte verhalen, toneelstukken en droomverslagen, en maakte ze kleine schilderijtjes. Het oeuvre van Marga Minco is een aanklacht tegen haar landgenoten, een hernieuwde confrontatie met het antisemitisme van 'de buurman op de hoek'. Het bevat onvergetelijke beschrijvingen van de vervreemding van teruggekeerde Joodse burgers. Je wordt opnieuw geraakt door de manier waarop gewone Nederlanders hun gewone Joodse buren hebben behandeld. Thema's die steeds terugkeren, zijn de innerlijke strijd om, na het verlies van alles wat het leven de moeite waard maakt, toch nog de toekomst onder ogen te zien; en het schuldgevoel van de overlevenden tegenover de vermoorde Joodse familie. Marga Minco doordringt ons nogmaals van de grootste Nederlandse schande ooit: dat we bijna alle Joden hebben laten gaan en daarbij vaak onverschillig, hebzuchtig en vijandig toekeken. Je ontdekt opnieuw dat deze auteur haar tijd ver vooruit was, met haar scherpte, zwarte humor en de ironische, onderkoelde toon. Een bijna postmodern wereldbeeld. Zelfs als Minco na tientallen jaren voor het eerst een bezoek brengt aan Israël, verlaat haar pessimistische wereldvisie haar niet. Ook nu blijft de medemens een bedreiging. Marga Minco wordt op 31 maart 1920 als Sara Minco in Ginneken geboren in een orthodox-joods gezin maar zou zich al spoedig Selma laten noemen. Ze was het derde kind in het gezin. Toen ze 5 jaar was, verhuisde het gezin naar Breda, waar haar vader een vooraanstaande positie in de joodse gemeenschap had. Marga bezocht daar de Nutsschool voor meisjes bij het Valkenberg. Marga Minco debuteerde in 1938 op haar zeventiende met een verhaal: 'Het gouden knikkertje' in het 'Algemeen Handelsblad'. Van 1938 tot 1940 was Marga Minco leerling-verslaggeefster bij de 'Bredasche Courant'. Voor deze krant schreef ze cursiefjes onder het pseudoniem 'Hus'. Ze ontmoet Bert Voeten, werkzaam bij een concurrerende krant. Als er (meer dan) vriendschap ontstaat tussen Marga en de niet-joodse Voeten, mag ze hem van haar ouders niet meer ontmoeten. In het begin van de Tweede Wereldoorlog moeten bij de krant, op last van de Duitsers, alle joodse werknemers ontslagen worden. Haar ouders sturen Marga naar een tante in Assen, in de hoop dat ze Bert Voeten zal vergeten. In de eerste jaren van de oorlog woont ze o.a. in Delft, Assen en Amsterdam (waar ze tekenlessen geeft aan de joodse lagere school). Ze krijgt tuberculose en ligt in ziekenhuizen in Utrecht en Amersfoort. In het najaar van 1942 komt ze terug in Amsterdam bij haar ouders die inmiddels op last van de bezetter wonen in het zogenaamde 'Judenviertel'. Haar ouders worden door de Duitsers opgepakt. Op het moment dat haar ouders door de Duitsers werden opgepakt, wist ze via het tuinpoortje te ontsnappen (ze beschrijft dit moment in 'Het bittere kruid'). Zij weet onder te duiken.Haar haar wordt geblondeerd en ze verblijft op verschillende onderduikadressen. Via de gemeentesecretaris van Tietjerksteradeel kreeg ze een vervalst persoonsbewijs op naam van Fimkje Kooi. Het pseudoniem Marga heeft ze overgenomen van een andere onderduikernaam in de oorlog: Marga Faes. Ze trouwde in 1945 met de auteur Bert Voeten. Ze kenden elkaar uit Breda en ontmoetten elkaar weer in 1944 op een onderduikadres in Heemstede (bij een pottenbakker). In de hongerwinter (december 1944) werd hun dochter Bettie geboren. Ze is samen met een broer van haar vader de enige van haar familie die de oorlog overleeft: haar ouders, broer en zus worden door de Duitsers omgebracht. Na 1945 werkt ze voor diverse kranten en tijdschriften, o.a. het satirische blad 'Mandril', 'Haarlems Dagblad' en 'Het Parool'. In 1956 werd de tweede dochter - Jessica - geboren. Mutator-prijs 1957 voor het verhaal 'Het adres'. Vlak voor de herdenkingsdagen van mei 1957 wordt Het bittere kruid gepubliceerd, de novelle waarin ze haar eigen ervaringen tijdens de oorlog beschrijft, al is de hoofdpersoon in het boek tien jaar jonger dan zij destijds was. Het boek maakt veel indruk, vooral door de sobere stijl. Zonder grote woorden is het in de details zeer ontroerend. Steeds voelbaarder worden voor de jonge hoofdpersoon en haar familie de anti-joodse maatregelen van de Duitsers. Maar Minco toont ook dat het bedreigende van sommige maatregelen niet altijd direct tot de mensen doordrong. Thema's zijn daarnaast: eenzaamheid en isolement. Vijverbergprijs 1958 voor 'Het bittere kruid'. Multatuli-prijs voor 'Het bittere kruid'. In 1985 ontstond er opschudding over de film van Kees van Oostrum die gebaseerd was op Marga Minco's Het bittere kruid. De schrijfster maakte er in een proces bezwaar tegen dat de hoofdpersoon in de film vriendschappelijk omging met een NSB-gezin waarvan de kinderen lid zijn van de Jeugdstorm. Deze confrontatie van de schrijfster met de regisseur en de producent kreeg veel aandacht. De rechter bepaalde ten slotte dat de film onder de titel Het bittere kruid mocht worden uitgebracht, maar dat Marga Minco het recht kreeg voorafgaand aan de vertoning een verklaring op te nemen waarin ze afstand nam van het product van de regisseur. Na De andere kant dat in 1959 uitkomt en waarin de oorlog niet zo expliciet aanwezig is als in Het bittere kruid, publiceert Marga Minco in 1967 Een leeg huis. Twee jonge vrouwen van joodse afkomst die ieder als enige van hun familie de oorlog hebben overleefd, staan centraal. Het verhaal concentreert zich op drie dagen (resp. in 1945, 1947 en 1950) uit het leven van deze Sepha en Yona. Zij moeten na de oorlog een nieuw leven opbouwen en in het reine zien te komen met schuldgevoelens rond het feit dat zij wel en hun geliefden niet ontkomen zijn aan de verschrikkingen. Sepha weet zich te handhaven, maar Yona pleegt ten slotte zelfmoord. Hoewel ze na Een leeg huis nog wel een jeugdboek publiceert, is het uitkomen in 1983 van een nieuw boek van Marga Minco toch een grote verrassing. 'De val' is een novelle geschreven naar aanleiding van een krantenbericht over een oude vrouw die door een val in een put van de stadsverwarming om het leven kwam. Frieda Borgstein, hoofdfiguur in De val, woont in een bejaardentehuis. Ze is 85 jaar oud. De gebeurtenis die haar leven beheerst heeft, is het wegvoeren van haar man en kinderen tijdens de oorlog. Zelf was zij toen de Duitsers kwamen, juist boven in huis. Waarom werd het huis niet verder doorzocht en waarom hebben ze haar niet meegenomen? Als Boekenweekgeschenk schrijft Marga Minco in 1986 De glazen brug. Verteller in de novelle is. Stella, die tijdens de oorlog haar vrienden en familieleden is kwijtgeraakt. Zelf overleefde ze doordat ze, ondergedoken in Zeeuws Vlaanderen, een andere identiteit kreeg. Het eerste gedeelte beschrijft Stella's ervaringen tijdens haar onderduiktijd en haar liefde voor de jongen die ze daar als 'Carlo' leert kennen. Twintig jaar later gaat ze terug om meer te weten te komen over de vrouw onder wier naam ze de oorlog overleefde. In december 1992 overleed Bert Voeten. Ze woont sindsdien samen met haar oudste dochter, Bettie. Annie Romein prijs 1999 voor haar gehele oeuvre. Titel Een leeg huis, Bakker, Amsterdam, 1995, 156 blz. (eerste druk 1966, Den Haag)
5. Titelverklaring De titel "Een leeg huis" verwijst naar de leegte en vervreemding die de twee hoofdpersonen in de naoorlogse wereld ervaren, niet alleen in hun voormalige huizen, maar ook in henzelf. Hun huizen worden tot symbolen voor hun innerlijk: achter de gevel van Yona’s ouderlijk huis is niets dan puin en wind (blz. 47.) 6. Genre Een psychologische roman. . Samenvatting (gekopieerd uit: Prisma uittrekselboek Nederlandse literatuur 1945-1980) Donderdag 28 juni (Amsterdam) De ik-figuur, Sepha, besluit op een zonnige ochtend een dag eerder dan ze van plan was terug te liften naar Amsterdam. Ze heeft een maand op een Friese boerderij doorgebracht om bij te komen van de beklemming en honger uit de oorlog. Sepha voelt zich nu een stuk beter en verlangt naar de stad en haar vriend Mark, met wie ze de laatste oorlogsmaanden ondergedoken heeft gezeten. Onderweg ontmoet ze een groep Canadezen die richting Leeuwarden gaan. Door deze ontmoeting herinnert ze zich meteen de intocht op de Dam toen ze in een hossende menigte stond, maar vreemd genoeg geen vreugde voelde. Ze merkt dat ze nu een luchtiger instelling gekregen heeft, want ze mag de soldaten wel en ze vindt het jammer dat ze pas morgen naar Amsterdam gaan. Op een veeauto rijdt Sepha mee tot Steenwijk, en denkt aan de nacht dat ze van haar onderduikadres op het platteland werd meegenomen door een groep mannen in een Duitse legerauto. Het blijkt een groep verklede verzetslieden, maar zelfs op haar nieuwe adres aan de Kloveniersburgwal is ze nog verstijfd van angst. Ze went echter snel in Amsterdam door de gezellige sfeer in het huis en speciaal door Mark, een jongen die er ook is ondergedoken. Rond het middaguur valt ze wachtend op een volgende lift in slaap. Als ze wakker wordt staat er een meisje met een rugzak en bestofte schoenen naast haar. Deze vertelt Sepha dat ze het liften een uitkomst vindt, omdat ze een keer bijna uit de trein gevallen is toen ze nog klein was. Ze werd gered door haar vader die haar nog net van het opengeslagen portier weg kon trekken. Ongevraagd en wat bits vertelt het meisje haar over de afgelopen twee jaar op de zeer smalle donkere zolder van haar onderduikadres, en over haar voornemen naar Palestina te gaan, waar ze niet heen wil zonder aar ouderlijk huis nog een keer gezien te hebben. Sepha waarschuwt haar voor een teleurstelling, want veel lege huizen zijn gesloopt wegens de kou en het gebrek aan brandstof. Van het huis naast dat van Sepha zijn alleen de vier muren nog over. Het meisje, dat Yona heet, luistert niet en vraagt haar uit over Mark. Sepha herinnert zich de nacht dat zij het initiatief nam om samen te slapen. Omdat ze vooraan zélf wilde handelen, verleidde zij Mark, voordat het haar overkwam. Yona’s vriend Leo is vlak voor de oorlog naar Amerika vertrokken. Sepha ergert zich steeds meer aan het gekwebbel van Yona. Tegen de avond bereiken ze Amsterdam. Omdat Sepha zich toch wat zorgen over het meisje maakt, geeft ze een briefje met haar adres aan Yona, die het zonder er naar te kijken in haar zak stopt. Sepha moet zich door de drukte van het bevrijdingsfeest heen worstelen om thuis te komen. Er is niemand thuis. Ze valt in slaap en wordt gewekt door een agent met haar adresbriefje in zijn hand. Yona is in de gracht gevallen en naar het ziekenhuis gebracht. Dit was de enige aanwijzing die ze hadden omtrent Yona’s identiteit. Sepha gaat mee met de agent naar Yona, die lelijk gewond. Yona vertelt Sepha dat ze haar huis gevonden had en door de brievenbus had gevoeld naar het touwtje, maar er was niets meer:’Niets dan een groot koud gat.’ Daarna was ze uitgegleden en in het water gevallen. Yona vindt zelf dat ze haar het beste hadden kunnen laten verdrinken, want ze heeft nu niets of niemand meer, en ze voelt zich niet meer met dit leven verbonden. Sepha’s pogingen om daar wat tegen in te brengen, klinken als holle frasen en ze realiseert zich dat. Ze heeft Mark dan wel, maar ze is natuurlijk net zo bang en alleen overgebleven als Yona. Ook háár familie heeft de oorlog niet overleefd. Als Yona moet slapen, gaat Sepha naar een feest bij huisvriend Karel. Mark is daar net weg. Sepha danst en drinkt en vertrekt pas als het licht wordt. Voor ze haar huis binnengaat, beklimt Sepha de trap van het buurhuis en ze voelt de kilte van een groot koud gat waar de wind doorheen blaast als ze haar vingers door de brievenbus steekt. Dinsdag 25 maart 1947 (Frankrijk) Sepha ligt naakt te zonnen terwijl ze het gebabbel van de buurvrouwen van haar pensionhoudster Ponsailler beluistert. Er is opwinding alom, omdat Sepha’s man Mark vandaag aan zal komen in Collioure. Ze heeft echter alle tijd omdat hij pas met de trein van half één komt. Terwijl ze koffie zit te drinken, herinnert ze zich haar eerste bezoek aan het plaatsje Port-Vendres. Ze ontmoet er Gilbert met wie ze uitgaat en de nacht in een hotel doorbrengt. Deze Gilbert wordt haar minnaar. Sepha wacht bij de wijngaard op de trein en denkt terug aan hoe ze hier kwam. In de winterse kou van Amsterdam had Karel hun verteld over dit heerlijke plaatsje in Zuid-Frankrijk; Sepha had meteen besloten dat ze er hoe dan ook naar toe zou gaan. Mark wilde nog niet mee nu hij net een baan bij de krant had gekregen, maar zijn beweegredenen zijn niet helemaal zuiver omdat er ook een nieuwe vriendin in het spel is. Sepha heeft de reis toch doorgezet, tot Marks verbazing, want Sepha leek vaak nets liever te doen dan thuis rond te hangen. Uit een brief van Yona heeft ze kort geleden vernomen dat Mark bij de blinde Tinka is ingetrokken. Yona zelf had haar baan bij de Stichting ’40-’45 opgegeven om te gaan schilderen. Verder maakt Yona zich nogal druk over het weer opkomend antisemitisme. In 1946 was Yona opeens langsgekomen. Ze vertelde over het werk bij de Stichting en dat ze altijd al had willen weten wat er nu feitelijk in de concentratiekampen is gebeurd, al vindt ze het wel een goedkope vorm van solidariteit met degenen die er zijn omgekomen. Verder ging hun gesprek over de gestorven familieleden, het dromen over hen en over lege huizen. Beide meisjes hebben een schuldgevoel omdat zíj er nog zijn en alles gewoon doorgaat ... Ze gaat naar het station en haalt Mark van de trein. Vrolijk vertelt ze Mark over haar plannen om druiven te plukken en dan naar Noord-Afrika te gaan. Een maal in haar kamer aangekomen beginnen Sepha en Mark te ruziën omdat Mark zijn jaloezie jegens hem onbekende geliefden niet kan verbergen. Sepha is teleurgesteld door die onophoudelijke problemen in hun relatie. Maar de koele kamer en haar bruine huid doen de stemming snel omslaan en als ze vrijen denkt Sepha terug aan hun eerste keer, toen de vliegtuigen ronkend overvlogen. Terwijl ze wijn drinken op het balkon wordt Tinka ter sprake gebracht. Mark vertelt dat ze is meegereisd tot Parijs en hem over een week achterna zal reizen. Omdat Mark uiteindelijk toch meer voor Sepha voelt, besluit hij Tinka meteen te schrijven dat ze maar niet moet komen. Mark went snel, denkt Sepha, wanneer hij ontspannen een arm eerder afgereisd is, hen o te wachten, maar Mark brengt haar direct naar een hotel verderop. Sepha gaat tevreden op bed liggen en wacht daar op het geluid van zijn voetstappen op het grind.
Vrijdag 21 april 1950 (Amsterdam) Na hun terugkeer is de goede atmosfeer van het Zuiden enige tijd blijven hangen. Ruim twee jaar later is er niets meer van over. Mark werkt weer bij de krant en is veel weg. Sepha verdoet doelloos haar tijd en heeft weinig zin om naar een baan te solliciteren. Wel heeft ze een minnaar, de kunstschilder Thomas. Op de bewuste vrijdag wil Sepha net naar buiten gaan, als Yona opbelt dat ze op bezoek komt, Yona’s visite komt erg ongelegen omdat Sepha een afspraak heeft met de mannen die het gas en licht in hun nieuw huis komen aansluiten. Ze peinst over de huizen uit haar verleden en het lege huis waar ze over enige tijd in zal trekken. Yona is erg depressief en denkt dat iedereen tegen haar samenspant. Bovendien heeft ze haar jeugdvriend Leo weer ontmoet, wat een extra desillusie voor haar was. Yona was altijd over hem blijven dromen, maar nu blijkt hij een gewone Amerikaan te zijn geworden die met zijn vrouw ‘Europa doet’. Sepha walgt van Yona’s zelfbeklag en vraagt in een opwelling of Yona eigenlijk wel eens met iemand naar bed is geweest. Zelfs dit moet Yona ontkennen. Het gesprek wordt voorgezet over het verleden en de zin van het leven. Yona verwijt Sepha dat ze het leven zo makkelijk opvat, vooral sinds haar reis naar het Zuiden. Yona zou de oorlog ook het liefst van zich afzetten, maar ze kan het niet. Sepha verwijt Yona dat ze de oorlogsellende opzettelijk cultiveert, omdat ze naar de oorlog terugverlangt. Yona heeft die neiging omdat ze zich tegenwoordig zo machteloos voelt, terwijl ze in de oorlog altijd ergens naar toe kon leven. Yona voelt zicht e veel en neemt vaag afscheid. Sepha is te laat voor haar afspraak, maar gaat toch de stad in. Wanneer ze bij toeval in de buurt van haar minnaar Thomas komt belt ze bij hem aan. I het atelier ziet ze de divan waarop ze al vrijend door buurkinderen bespied werden via de lichtkoepel. Ze denkt aan het laag uitgesneden rode bloesje da Mark haar eens in jaloezie van het lichaam scheurde. Mannen lijken altijd hetzelfde te willen: kleren aan- en uitdoen. Sepha verlangt naar dieper ervaringen. Op weg naar huis loopt Sepha langs het huis waarin ze haar jeugd heeft doorgebracht. Ze steekt de straat over en bekijkt het vanuit een portiek. Ze weet niet waarom ze dit doet en bovendien is de aanblik van nieuwe planten en andere vitrage bijzonder pijnlijk. Van dat eerste huis loopt ze maar meteen naar haar nieuwe en nog levenloze huis. IN die leegte komen herinneringen aan vader en de winkel met grafstenen boven, waar ze altijd langskwamen als ze mee mocht om sigaren te halen. Rond zes uur is ze thuis. Mark wacht haar op en informeert of er soms iets met Yona aan de hand was. Hij vertelt dan dat er bij de krant vanuit Apeldoorn een bericht op de telex was doorgekomen, waarin stond dat Yona, vermoedelijk per ongeluk, uit de trein is gevallen. Sepha antwoordt dat Yona’s vader er niet meer was om haar de trein in te trekken. Het laatste huis dat Sepha die dag bezoekt, is dat van Yona. Met blauw krijt vult Sepha het lege vel papier dat nog op de ezel hangt. Haar oog valt op een paar schoenen dat Yona twee jaar na de oorlog had gekocht. Bij de aankoop van die schoenen was Yona uitgescholden voor vuile jodin en men had haar van voordringen beschuldigd, terwijl ze de dag ervoor keurig in de rij had gestaan. Verder vindt Sepha een half afgemaakt zelfportret, foto’s en een dagboek. Hoewel ze nu te weten kan komen wat er in haar vriendin om ging, kijkt ze het dagboek toch niet in. IN een flits komt bij Sepha de vraag op of die val uit de trein haar schuld was, maar Mark is inmiddels boven gekomen, slaat een arm om Sepha heen en neemt haar mee naar huis, terwijl de lantaarns in de straat net aangaan. Personages Sepha is een meisje van 17 jaar als de oorlog begint, afkomstig uit een redelijk welgestelde, niet-gelovige joodse familie. Ze heeft op allerlei plaatsen ondergedoken gezeten en is na het einde van de oorlog de enige overlevende van haar familie. Na de oorlog verbergt Sepha rodekruisbrieven met de sterfdata van haar familie achterin een la. Ze ontkent de vreselijke gebeurtenissen niet, maar het heeft volgens haar ook weinig zin om bij de oorlogsellende stil te blijven staan. Ondanks die houding ten opzichte van het verleden ontplooit ze weinig initiatieven en komt ze er niet toe een bestaan op te bouwen. Ze vertrekt wel uit het kille Amsterdam, ver weg van haar onbevredigende relatie met Mark naar Zuid-Frankrijk. Ze krijgt daar een intieme, maar oppervlakkige relatie met Gilbert. Eenmaal terug in Amsterdam zet ze haar erotische contacten voort. Deze bevestigen weliswaar haar bestaan, maar leiden niet tot een bevrijding; ondanks haar seksuele relaties blijft ze zich eenzaam voelen. Dit gevoel wordt ook bestendigd door een overweldigende machteloosheid en vage schuldgevoelens, omdat juist zij de enige van de familie is die de concentratiekampen heeft overleefd. Ondanks deze problemen kan Sepha de doden wel uit haar bestaan bannen en weigert ze de dupe van het noodlot te zijn. Yona is een meisje van dezelfde leeftijd en afkomstig uit hetzelfde joodse milieu als Sepha. Ze staat nog eenzamer in de naoorlogse wereld omdat ze zowel zonder haar familie als haar vriend die naar Amerika is getrokken verder moet. Yona wil, in tegenstelling tot Sepha, niet verdringen en vergeten, maar wil juist alles weten. Ze voelt zich te veel gekwetst door het lot om bestand te zijn tegen de nieuwe maatschappij. Ondergedoken in een doodskistachtige ruimte kon ze nog hopen op een toekomst na de oorlog, maar in de naoorlogse realiteit wordt ze geconfronteerd met puinhopen en een hernieuwd antisemitisme. Ze pleegt uiteindelijk zelfmoord. Yona wordt door sommigen als Sepha’s alter ego beschouwd. De meisjes hebben onder andere hun leeftijd, eenzaamheid en tekentalent gemeen, en bovendien wordt Yona op een geheimzinnige, dromerige wijze geïntroduceerd, in tegenstelling tot Sepha. Men kan Yona ook beschouwen als een normale tegenspeelster van Sepha met haar eigen twijfels en belevenissen. In deze visie vertegenwoordigt Yona de andere kant van de joodse generatie die de oorlog heeft overleefd en waar Sepha duidelijk geen deel van wil uitmaken. Yona kwelt en beklaagt zichzelf, ze idealiseert het verleden en benadrukt haar eenzaamheid in plaats van er tegen te vechten. Sepha blijft toch beter op de been door zich af te zetten tegen de dramatiek of de pathetiek van hun lot. Mark is eerst de vriend, later de man van Sepha. Hij is niet joods, maar heeft wel moeten onderduiken. Op zo’n onderduikadres leert hij Sepha kennen. Hij heeft een minnares, Tinka. Ondanks de moeizame relatie tussen Mark en Sepha kiezen ze wel weer voor elkaar. Andere personages zijn vaag beschreven zoals de minnaars van Sepha: Gilbert en Thomas, en de mensen als de Friese boerin en de pensionhoudster Ponsailler. Schrijfstijl De schrijfstijl is zeer sober, zeer precies. De dialogen waar het boek uit bestaat, vinden plaats in de dagelijkse gebeurtenissen, waardoor de meest tragische onderwerpen gerelativeerd worden. Ruimte De belangrijkste ruimtes zijn huizen; nieuwe, oude, gesloopte of nog te betrekken lege huizen. Ze spelen een symbolische rol: huizen nemen de identiteit van de bewoners aan. Als die bewoners er niet meer zijn, worden de huizen gesloopt of radicaal veranderd door nieuwe huurders. De huizen passen zich wel aan bij nieuwe omstandigheden. Sepha verandert vrij vaak van huis en haar gemis aan identiteit wordt daardoor benadrukt. Verder benadrukt het weer bepaalde stemmingen, want kou en regen staan in verband met plaatsen vol dood en leegte, terwijl zonneschijn geluk en harmonie oproept. Het verhaal speelt zich op drie gegeven dagen in verschillen jaren af. Het is absoluut niet chronologisch verteld, omdat er constant flashbacks, die meestal in de tijd voor of rond het einde van de oorlog spelen, voorkomen. Ze onderscheiden zich van de rest van het boek. Het effect hiervan is dat voor Sepha het verleden eigenlijk reëler is dan het heden. Door haar verleden op deze manier naar voren te halen, wordt een deel van de thematiek al aangegeven: verleden en heden zijn niet te scheiden en lopen constant in elkaar over. Bovendien beheerst het verleden het heden. Vertelwijze Het verhaal wordt vanuit de ikpersoon, Sepha verteld.
Thematiek Het thema van het boek is het zoek naar een houding ten opzichte van het verleden en de toekomst. Pijnlijke zaken, zoals de dood van familie, moeten aanvaard worden om dan opzij te worden geschoven en plaats te maken voor nieuwe ervaringen. Yona klampt zich te veel vast aan het verleden. De enige band met de toekomst was haar jeugdvriend Leo, op wie zijn terugkomst ze vaag bleef rekenen. Toen die hoop vergeefs bleef, kon ze geen houding meer vinden tegenover de toekomst en wil ze niet meer verder leven. Terugkerende elementen zijn vervreemding, eenzaamheid en onmacht. Het motto van het boek luidt als volgt: Das Haus ansehn. Es ist still, niemand
Geht ein und aus, man wertet ein wenig, auf der Haus-Seite, dann auf der Seite
gegenüber, nichts, solche Häuser sind so
viel weiser als die Menschen, die sie anstearren.
KAFKA
Het huis dat hier wordt beschreven, lijkt sprekend op Sepha’s vroegere ouderlijk huis (blz. 139-140). Huizen zijn ‘wijzer’ dan mensen omdat ze hun identiteit laten aanpassen aan tijden en bewoners; mensen maken zich altijd te veel illusies. Plaats in de literatuurgeschiedenis Een leeg huis behoort tot de moderne Nederlandse literatuur. Beoordeling Ik vond het boek, na het schrijven van het verslag toch wel een aardig boek. De problemen die in het boek naar voren komen, eenzaamheid, machteloosheid, schuldgevoel en het niet kunnen opbouwen van een nieuw leven vond ik zeer reëel en goed naar voren gebracht. Ik had alleen het idee dat het boek uit losse onderdelen bestond, weinig samenhang vertoonde. Verder heb je pas na een tijdje het verschil tussen het ‘heden’ en de flash-backs door, wat soms erg verwarrend is. Ik zou het boek niet aanraden aan anderen, je kunt beter een ander boek voor je lijst lezen, hoewel dit boek wel lekker dun is en vrij makkelijk wegleest.

REACTIES

A.

A.

wel een leuk boek, maar ik haat lezen ;)

8 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Een leeg huis door Marga Minco"