Eerste druk: 2005, gelezen druk: 2e druk
132 blz A Verwachting en eerste evaluatie Mijn moeder is lid van de ECI en toen ik daar eens verveeld zat door te bladeren zag ik dat je dit boek kon bestellen. Het trok me heel erg aan, vooral omdat ik oorlogsverhalen over de tweede wereldoorlog heel interessant vind. Nadat ik de inhoudsopgave gelezen had, wilde ik dit boek heel graag gaan lezen. Ik had nog nooit iets gehoord van deze schrijver dus wist ik helemaal niet wat ik ervan verwachten moest, maar ik moest en zou het lezen. B Samenvatting Het boek begint best wel raar. Eerst zit Michiel op weg op een kar door de spleten naar de weg te kijken en het volgende moment ben je naar de vorige dag, zit je bij de doktor en worden zijn keelamandelen er zonder verdoving uitgeknipt. Als hij dan naar huis gaat met zijn vader zit hij ook door de spleten van die kar naar de weg te kijken. Thuis krijgt hij te horen dat hij de volgende dag naar een ander adres gaat omdat het daar veiliger is dan in de grote stad en er is meer voedsel. Naast zijn kleding neemt hij een boek mee wat hij van zijn moeder heeft gekregen, Hagar en Ismaël. Het is een lange, koude en saaie tocht in de kar, maar halverwege is er een lunch. Hij geniet ervan, boterhammen met kaas! Dat was een lekkernij. Hierna zetten ze de tocht weer voort, maar nu is die niet meer zo saai, want Michiel heeft vriendschap gesloten met JanTulp, de man die de wagen ment. Na een hele lange rit komt hij dan toch eindelijk op zijn plaats van bestemming aan, Driewoude, bij boer Tulp. Hij moet hem oom Johan noemen en zijn tante tante Merel. Zij hebben naast hun zoon Jan (waarbij Michiel op de kamer ligt) ook twee dochters, Alie en Gerie. Iedereen heeft klompen behalve Michiel, daarom vraagt hij of hij ook een paar mag. Als hij ze eenmaal heeft, kan hij er niet mee overweg, hij heeft altijd wondjes op zijn enkels. Michiel kijkt altijd naar een ijzeren brug, die beschouwt hij als de weg naar de vrijheid, de weg terug, want heen is hij er overheen gekomen. Michiel wandelt heel vaak in het rond, een beetje hier en een beetje daar. Een keer vindt hij aluminium strookjes, dat is voor hem het bewijs dat er Amerikanen zijn overgevlogen, omdat de Duitsers ze door die strookjes niet op de radar kunnen zien. Michiel probeert alle strookjes te verzamelen en neemt ze mee naar huis. Hij stopt ze in een la, naast zijn boek. De volgende dag is het zondag, Jan is al op waardoor Michiel alleen op de kamer ligt. Dan komt Alie binnen en ze gebruikt hem, achteraf beseft hij wat er gebeurt is en voelt zich stom. S’middags gaat het hele gezin wandelen, net als de rest van het dorp. Als er regen komt gaan ze versneld terug. Gerie pest Michiel vaak. Na een tijdje negeert hij haar. Michiel gaat ook schriften kopen mat tante Merel, want hij moet naar school. Hij krijgt les van meester Pol. Op school leert hij Jaap, Verkerk, Wim, Kees en Jan kennen. Verkerk is een beetje de leider van het groepje en geeft Michiel een taak. Hij moet zijn buurman (meneer Soutenbakker, een NSB’er) bespioneren. De jongens willen weten of Liza met Soutenbakker “neukt”. Michiel gaat inderdaad spioneren en ziet Liza vaak langskomen. Er wordt dan altijd leuke muziek gedraaid. Eenmaal op school zegt Michiel altijd dat ze bloot waren en “neukten”. Daar waren de jongens dan altijd heel tevreden mee. Als Michiel op een middag van school thuis komt, zijn er allemaal soldaten. De ketel van oom Johan wordt meegenomen. Oom Johan maakte namelijk stroop en gebruikte daarvoor een enorme ketel. Als hij de dag daarna weer naar school gaat, houdt de vrouw van de doktor ( ook een NSB’er)hem tegen, ze wilt weten wat er is gebeurd. De volgende dag krijgt Michiel een brief van zijn moeder, ze beloofde spoedig te komen met de fiets. Michiel wist dat hij iets terug moest schrijven maar hij wist niet wat, dus beantwoorde hij de vragen maar stuk voor stuk. Als Michiel de brief van zijn moeder krijgt, moet hij opeens denken aan de baby onder de struiken, de baby van Hagar en ziet zichzelf daar liggen. Op woensdagmiddagen ging Michiel samen met de jongens de weilanden in, dan haalden ze allerlei kattekwaad uit. Een keer hoorden ze opeens een vliegtuig overkomen, hij ging richting brug, waar op hem geschoten werd door de Duitsers. Het vliegtuig liet een bom los, recht boven de brug, de weg naar de vrijheid was er niet meer. Net na de bom op de brug zag Michiel iemand komen fietsen en stoppen voor de kapotte brug, hij dacht dat het zijn moeder was en rende terug naar huis. Hij nam zich voor om nooit meer de weilanden in te gaan. Na deze gebeurtenis stuurde Michiel de brief pas op. Die nacht werd Michiel wakker van een dreunende klap, later werd hij weer wakker van pratende stemmen op de overloop. De volgende ochtend zegt jan hem dat hij een doos die ergens klaarstaat moet pakken en aan de Amerikaan op de hooizolder moet geven. Michiel wordt helemaal gelukkig, een Amerikaan! Als hij hem eenmaal ziet, valt het hem een beetje tegen, hij spreekt een rare taal waar hij niks van verstaat. Als hij naar school gaat, blijkt dat de piloot “te pletter was gevallen”, hij was neergestort met zijn vliegtuig. Als hij weer thuiskomt ligt er weer een brief op hem te wachten, deze keer van zijn moeder en vader. Op de brief zat een donkere vervlek, die vlek betekende iets voor Michiel, meer dan de woorden die door zijn ouders waren geschreven. Nadat hij hem had gelezen, gaat hij naar zijn kamer. Als hij voorbij de kamer van Gerie en Alie loopt hoort hij hen giechelen. In zijn kamer kijkt hij in de la en ziet dat zijn boek is verdwenen, hij kan wel huilen. Hij ging naar de kamer van Gerie en Alie en had uiteindelijk zijn boek terug, alleen zat die onder de krassen. Hij zou een gum nodig hebben om die eruit te krijgen en alleen de schoolmeester had er eentje. Als Michiel probeert die te stelen voor zijn boek, wordt hij betrapt en moet in de hoek gaan staan. Daarna mag hij naar huis en moet een briefje aan zijn tante laten zien en laten tekenen. Eigenlijk vond hij het niet meer erg dat hij de krassen niet uit het boek kon halen, nu had hij wel begrepen dat de engel niet uit de hemel zou komen om hem te helpen. De volgende ochtend werd de doktor met zijn vrouw gearresteerd. Het bleek dat de Amerikaan bij hen ondergedoken zat. Dit snapte Michiel niet, hij was toch een NSB’er? Die middag ligt Jan ziek in bed, waardoor Michiel s’nachts slecht slaapt. De volgende dag is er een voedseldropping van de Amerikanen, de bevrijding is dichtbij. Johan zegt dan ook tegen Michiel dat hij binnenkort naar huis gaat. Op het moment dat Johan Michiel naar huis gaat brengen, stopt hij de kar voor de kerk. Iedereen roept moffenhoer, en daar zit liza op een krukje. Haar haren worden eraf geknipt en er wordt een hakenkruis met rode verf op haar kale hoofd geschilderd. De terugweg leek voor Michiel net hetzelfde, net zo koud, net zo saai. Alsof er niets gebeurd was.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
S.
S.
hallo, ik wou graag iets opmerken over het kopje personages;
Michiel is 12 jaar oud geen 10 (vandaar die verwaring en dat je hem raar vindt)
13 jaar geleden
Antwoorden