Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Een Hollands drama door Arthur van Schendel

Beoordeling 4.6
Foto van een scholier
Boekcover Een Hollands drama
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 2208 woorden
  • 26 april 2014
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 4.6
12 keer beoordeeld

Boekcover Een Hollands drama
Shadow
Een Hollands drama door Arthur van Schendel
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Gegevens van het boek

Auteur: Arthur van Schendel (1874 – 1946)

Titel: Een Hollands drama

Voor het eerst gepubliceerd in: 1935

Omslagontwerp: Bert Bouman

Uitgever: J.M. Meulenhoff, Amsterdam, 1960, 6e druk, Meulenhoff Pocket 53

Aantal pagina’s: 188

Genre: roman

 

Samenvatting van het boek

Gerbrand Werendonk is kruidenier van beroep. Hij drijft zijn winkel in Haarlem samen met zijn twee jongere broers Diderik en Frans. Als Gerbrand de kas van de dag opmaakt, ontdekt hij een oud kasboekje van zijn vader, die de oprichter van de winkel was. In het boekje staat de geboortedatum van Gerbrand geschreven: 19 januari 1835. Ook staat er een Bijbelse tekst in geschreven die over de zonde gaat. Ook al wordt een kind zo blank als sneeuw geboren, toch kleeft de zonde er al aan. Gerbrands vader was nogal zwaar op de hand en werd op een dag dood in de rivier het Spaarne gevonden. Het werd als ongeluk gezien, maar Gerbrand heeft zich altijd afgevraagd of zijn vader geen zelfmoord gepleegd heeft. Gerbrand neemt zijn plichten als oudste van het gezin zeer serieus. Diderik en Frans nemen het leven wat luchtiger op. Gerbrand heeft nog een zuster, Agnete. Zij is getrouwd met iemand van de zogenaamd betere stand, een zekere Berkenrode. Agnete is net bevallen van een zoon, Floris.

 

Met de zaken van Berkenrode gaat het niet zo goed. Ook begint Berkenrode te drinken en zich met andere vrouwen af te geven. Berkenrode leent een paar keer geld van Gerbrand dat deze echter nooit terugkrijgt. Als Berkenrode weer om geld komt vragen, weigert Gerbrand. In het Belgische Spa pleegt Berkenrode uiteindelijk zelfmoord. Hij laat een hoop schulden na en veel mensen in Haarlem zijn hierdoor flink gedupeerd. Gerbrand ervaart dit alles als een grote schande voor zijn zuster en haar kind. Hij wil de schulden van zijn zwager dan ook in een aantal jaren helemaal terugbetalen. Zijn familie is het daarmee eens. Vanaf dat moment werkt Gerbrand harder dan ooit en draait hij elk dubbeltje twee keer om.

 

De klandizie van de winkel van Gerbrand en zijn broers neemt toe door de handelwijze van Gerbrand. De hele omgeving waardeert het namelijk, dat Gerbrand de schulden van zijn zwager wil aflossen en koopt daarom voortaan in de winkel van Gerbrand. Gerbrand wordt stiller en serieuzer. Hij betaalt stipt op tijd en wordt door iedereen gewaardeerd. Het harde werken legt echter wel een druk op Frans en Diderik. Ze willen nog steeds meebetalen aan het aflossen van de schulden van Berkenrode, maar niet boven hun kracht. Diderik staat namelijk op het punt om te gaan trouwen en hij moet dus ook aan zijn toekomstige gezin denken.

 

Floris blijkt een lastige baby te zijn. Hij is onrustig en huilt veel. Als hij groter is en rond begint te lopen, brengt hij in huis veel schade toe. Frans is vriendelijker tegen Floris dan Gerbrand. Gerbrand vindt, dat een kind getuchtigd moet worden als het ongehoorzaam is. Dat doet hij dan ook streng en dus krijgt Floris regelmatig billenkoek. Gerbrand doet dit om later erger bij hem te voorkomen. Gerbrand vraagt zich af of het kind niet de zonde van zijn vader draagt. Ook Floris’ moeder maakt zich zorgen om het slechte gedrag van Floris. Zij ziet het slechte karakter van haar man in haar zoon weerspiegeld. Ze begint weg te kwijnen en sterft uiteindelijk van verdriet.

 

Als Floris dertien jaar is, gaat het ook slechter op school. Hij is zich echter wel bewust van het feit, dat hij kwaad doet en wat het kwaad inhoudt. Hij hoort ook van het wangedrag van zijn vader. Floris kan echter geen weerstand bieden aan het kwaad en steelt op een keer geld van Stien, de dienstmeid in het huis van Gerbrand. Als Stien daar achter komt, bezweert ze Floris om daar mee te stoppen. Dat lukt een tijdje, maar dan wordt zijn aangeboren neiging tot liegen en stelen Floris toch weer te machtig. Hij steelt op een keer geld van Gerbrand uit een speciaal trommeltje in de kast en gaat daarvan onder invloed van slechte vrienden de bloemetjes buiten zetten in Amsterdam.

 

Als Floris achttien jaar oud is, wil hij zelfstandig in Amsterdam gaan wonen om er te studeren. Gerbrand aarzelt. Hij denkt, dat Floris zonder toezicht zal vervallen in slecht gedrag. Aan de andere kant moet de jongen toch ook een keer zelfstandig worden. Bovendien vindt Gerbrand, dat hij aan zijn verplichtingen jegens Floris voldaan heeft. Hij heeft hem grootgebracht. Gerbrand gaat dus akkoord. In het begin komt Floris nog regelmatig naar huis, maar dat wordt op een gegeven moment minder. Als Gerbrand in Amsterdam gaat kijken, heeft hij al gauw door, dat Floris het er op zijn kosten goed van neemt. Gerbrand krijgt er nog een zorg bij: zijn huis raakt ernstig beschadigd. Dat betekent een ernstige financiële tegenslag. Gerbrand geeft al zijn winst namelijk uit aan de aflossingen van de schuldeisers van zijn overleden zwager.

 

Door de hoge reparatiekosten van het huis moet Floris weer thuis komen wonen. Floris blijft soms dagen lang weg. Gerbrand komt erachter, dat Floris soms drinkt. De handelwijze van Floris ergert Gerbrand, maar hij kan er weinig aan doen. Van alle kanten ontvangt Gerbrand waarschuwingen, dat Floris op het slechte pad terechtgekomen is. Ook verdwijnt er weer geld uit huis. Stien neemt de schuld daarvan op zich, maar Gerbrand weet heel goed, dat Floris de dader is. Floris voert intussen een strijd met zichzelf. Hij kent zijn ingeboren slechtheid en probeert er daadwerkelijk iets aan te doen. Hij praat met de dominee, helpt in de winkel en wandelt veel in de omgeving. Floris worstelt met zijn leven. Gerbrand regelt een baantje voor hem bij notaris Wessels. Daar kan hij als klerk aan de slag. Floris is immers mislukt als student en hij moet toch iets gaan doen voor de kost.

 

Tijdens zijn werk als klerk ontmoet Floris Wijntje Kroon die als dienstmeisje werkt. Ze trekken een tijd met elkaar op. Floris vertelt haar van zijn moeilijkheden en zijn ingeboren slechtheid. Wijntje troost hem en zegt dat het wel goed zal komen. Floris twijfelt echter. Hij vraagt zich af of hij Wijntje dit alles wel mag aandoen. Vroeg of laat vervalt hij immers toch weer in zijn slechte gedrag. Als Floris een oud-studiegenoot ontmoet, gaat het de verkeerde kant op met Floris. Hij wordt weer in bierhuizen gezien en zijn werk bij de notaris lijdt eronder. Hij krijgt van de notaris zelfs een standje. Ook Diderik, die nu ouderling in de kerk is, begint zich aan Floris te ergeren. Hij denkt, dat Wijntje de oorzaak is van Floris’ slechte gedrag en weet zijn broers over te halen om Wijntje met Floris te laten breken.

 

Het huis van Werendonk blijft gebreken vertonen. Muren en vloeren blijven kraken. Op een keer stort de zoldervloer in. Floris raakt daarbij gewond. De ingeschakelde timmerman treft een aantal noodmaatregelen. Floris begint nu een hekel te krijgen aan het oude huis, maar de Werendonks willen er niet weg, omdat het hun geboortehuis is en dat van hun voorouders. Gerbrand begint vervolgens met zijn gezondheid te sukkelen. Hij maakt zich grote zorgen om Floris en de toekomst. Met Floris blijft het slecht gaan. Hij wordt op een keer zelfs gearresteerd door de politie en door de rechtbank veroordeeld voor diefstal. Hij blijkt namelijk geld van de notaris gestolen te hebben. Iedereen spreekt er schande van. Als Floris vrij komt, wil hij niet met Gerbrand mee naar huis. Hij heeft geen zin meer in allerlei gezeur over schuld en zonde. Floris loopt vervolgens weg.

 

Gerbrand geeft het niet op en probeert Floris overal te zoeken. Hij begint in Amsterdam en daarna elders. Gerbrand vindt Floris echter niet. Dan ontvangt Wijntje een brief van Floris. Hij meldt daarin, dat het slecht met hem gaat en dat hij geld nodig heeft. Wijntje gaat met de brief naar Gerbrand. Deze zoekt Floris in Den Haag op en beweegt hem weer thuis te komen. Daar probeert iedereen het wat gezelliger voor Floris te maken. Dat lukt en Floris pakt zijn leven weer op. Hij doet zijn best om op het rechte pad te blijven. Toch blijft hij zich bewust van het verleden. Het gaat een tijdje goed. Floris ontmoet Wijntje weer en Gerbrand neemt hem mee naar de Wereldtentoonstelling in Amsterdam. Maar al gauw daarna is het weer het oude liedje. Floris steelt geld uit de winkel. Hij beseft zijn fout, maar kan er niets aan doen. Hij keert zich meer en meer in zichzelf. Ook Wijntje weet niet goed wat ze met Floris aan moet.

 

Floris krijgt dan het idee om uit Nederland te vertrekken. Dan is iedereen van hem af en kan hij met Wijntje elders in de wereld een nieuw bestaan opbouwen. Ook dit plan gaat echter niet door. Floris begint weer in de omgeving rond te dwalen, hoewel hij wel thuiskomt. Iedereen ziet de problemen weer opnieuw opdoemen en waarschuwt Gerbrand. Deze gaat er echter nog steeds van uit, dat het wel weer goed komt. Dat gebeurt echter niet. Op een keer sticht Floris brand in huis. Gerbrand probeert Floris nog te redden, maar dat mislukt. Zowel Floris als Gerbrand komen vervolgens om in de vlammen.                    

 

Beoordeling van het boek

Van Schendel werd geboren in Nederlands Indië waar zijn vader officier was. Terug in Nederland volgde hij de HBS in Amsterdam. Hij studeerde Engels en verbleef een tijd als leraar in Engeland. In Nederland werd hij vervolgens leraar Engels. Hij publiceerde diverse romans die goed ontvangen werden. Van Schendel kende de literaire wereld zeer goed. Hij had veel schrijvers als vrienden. Een aantal van hen droeg Van Schendel in 1938 voor voor de Nobelprijs voor Literatuur. Hij kreeg deze echter niet. Aan het einde van zijn leven woonde Van Schendel in Italië, maar hij keerde na de Tweede Wereldoorlog terug naar Nederland toen hij met zijn gezondheid begon te sukkelen. Hij kreeg een hersenbloeding en raakte gedeeltelijk verlamd. In 1946 stierf hij in Amsterdam. Postuum kreeg hij in 1947 de P.C. Hooft-prijs. 

 

Ik vind dit een prachtig boek. Je ziet vanaf de eerste bladzijde al aankomen, dat het boek niet positief zal gaan eindigen. Dat blijkt al uit de eerste geciteerde Bijbeltekst, waarin gezegd wordt, dat een kind wel onschuldig geboren wordt, maar toch ook al gelijk besmet is met de zonde. Dat blijkt hier ook, want Floris heeft een aantal ernstige aangeboren slechte eigenschappen. Die heeft hij kennelijk overgeërfd van zijn vader. Theologisch gezien kom je dan op het leerstuk van de erfzonde. Als kind erf je immers de zonde van je ouders. Floris is als baby en kind lastig. Als jongeling gaat het ook niet al te best. Zijn moeder sterft van verdriet en ook Gerbrand heeft het nodige met Floris te stellen. Schuld, boetedoening en het noodlot zijn belangrijke ingrediënten in deze roman. Alles is daaromheen opgebouwd door de schrijver en dat heeft hij op een heel knappe en aangrijpende wijze gedaan.

 

De titel doet recht aan de inhoud van het boek. Zo kun je namelijk in drie woorden de inhoud van het boek samenvatten. Het is een echt Hollands drama wat zich hier afspeelt. Het lukt Gerbrand en zijn broers niet om Floris op het rechte pad te houden. Uiteindelijk kost dat zowel Gerbrand als Floris het leven. Beiden worstelen hun leven lang met de ander. Ook het leven van Floris’ ouders is een drama. Zijn vader raakt in de schulden en pleegt zelfmoord. Zijn moeder ziet de slechtheid van haar echtgenoot terugkomen in haar zoon. Ook zij sterft uiteindelijk van verdriet. De hele problematiek trekt ook een wissel op de beide broers van Gerbrand. Zij lijden tot op zekere hoogte ook mee en voelen de consequenties van de keuze die Gerbrand gemaakt heeft inzake het aflossen van de schulden van Floris’ vader. Tot slot lijdt ook Wijntje mee in het drama van Floris. Zij blijft uiteindelijk eveneens met lege handen staan.

 

Hoe mooi ik het boek ook vind, het moet me wel van het hart dat dit verhaal zeer waarschijnlijk niet veel mensen meer zal aanspreken. Om te beginnen is daar het ouderwetse taalgebruik en dito schrijfwijze. Het verhaal - dat in de negentiende eeuw speelt - staat tegenwoordig ook heel ver van het leven van de gemiddelde Nederlander. De wereld is intussen namelijk nogal veranderd. Ook zal niemand zich tegenwoordig nog geroepen voelen om de schulden van iemand als Floris’ vader af te lossen. Ook dat eergevoel stamt uit een tijd die voorbij is. Maar het is wel een heel menselijk en zuiver verhaal. Uit het leven gegrepen met pure emoties. En daarom vind ik het toch een relevant verhaal waar de goede verstaander veel plezier aan zal kunnen beleven. 

 

De kernachtige omslagtekening van deze uitgave is van de hand van Bert Bouman (1921 – 1979). Bouman was een Nederlandse illustrator die heel veel boekomslagen ontworpen heeft. Hij was ook typografisch vormgever en doceerde aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Arnhem. Hier heeft Bouman zowel het oude huis van Gerbrand als Floris goed in één tekening weten te treffen.

 

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Een Hollands drama door Arthur van Schendel"