Samenvatting
Een hart van steen gaat over de 37-jarige Ellen van Bemmel, die gescheiden is en zwanger van een onbekende man. Door een ongelukje raakte ze haar kind bijna kwijt en moet ze een maand rust houden. Ze moet in haar bed blijven liggen, maar ze wordt verzorgd door een vrouw die met haar kinderen bij Ellen is ingetrokken om onder te duiken voor haar man, die haar sloeg. In het boek wordt Ellens levensverhaal verteld. Ze woont in haar huis op de Lijsterlaan 11 in Haarlem, waar ze vroeger opgroeide en waar de tragedie zich heeft afgespeeld. Vijfentwintig jaar na het voorval ziet ze dat het huis te koop wordt aangeboden en besluit ze het te kopen. Eigenlijk is het huis veel te groot voor haar alleen. Vroeger was het ook een kantoor, van het knipselbureau van haar ouders, Bureau van Bemmel. Ze woonden er met het hele gezin, Kester, Sybille (ook wel Billie genoemd), Ellen, Michiel (door Ellen Carlos genoemd), Frits (haar vader) en Margje (haar moeder). In haar huis kijkt ze oude fotoboeken door van haar jeugd en er komen een hoop herinneringen en emoties boven. Dit vertelt ze allemaal. Ze worden beschreven door Ellen als klein meisje.
De moeder van Ellen, Margje van Bemmel was bevallen van haar vijfde kind, die door Ellen Ida genoemd werd, omdat ze het een lelijke naam vindt en een vloek over de nieuwe baby had uitgesproken. Al voor dat de baby er was had ze er een onrustig gevoel over. Na de bevalling krijgt Margje last van een postnatale depressie. Het hele gezin raakt ontregeld. Moeder houdt zich alleen nog maar bezig met zichzelf en Ida. Ze is overbezorgd. Later is ze ervan overtuigd dat Ida bezeten is door de duivel en dat die uitgedreven moet worden. Ze begint Ida te mishandelen en alleen Ellen merkt daar wat van. Na een poosje lijkt het of moeder er weer helemaal bovenop is, maar dan zegt ze dat het lijden bijna voorbij is. Op een avond maakt ze samen met Ellen voor iedereen een schoteltje met zogenaamde vitaminepillen (slaappillen en valium) klaar. Iedereen neemt de pillen behalve Ellen die haar hond Orson gaat uitlaten op het strand. Als ze thuiskomt treft ze haar hele familie dood aan met plastic zakken over hun hoofd. Dan ziet ze dat Carlos nog leeft en neemt hem mee naar de kelder waar ze zich verstopt houdt. Haar moeder was gewoon vergeten dat ze nog bestond!
Ellen en Carlos gaan naar een tehuis en een paar jaar later wordt Carlos geadopteerd. Vanaf dat moment heeft Ellen nog nauwelijks contact met haar broertje. Ze blijft alleen achter en blijft in de knoop zitten met haar verleden. Met een aantal belangrijke vragen blijft ze zitten. Vooral over het feit dat ze maar niet kan vatten, waarom haar moeder het heeft gedaan. Als ze achttien is gaat Ellen op kamers wonen en gaat medicijnen studeren. Dan komt ze er achter dat haar moeder gewoon aan kraamvrouwenpsychose leed en dat alles met de juiste medicijnen voorkomen had kunnen worden.
Aan het eind van het boek krijgt ze een antwoord op haar laatste vraag en maakt ze een nieuwe start. Ze sluit haar verleden af en gaat door met leven met de mensen die ze nu nog heeft.
Schrijfstijl
Renate Dorrestein heeft een eigen schrijfstijl. Ze beschrijft alles heel indirect. Dat is heel apart, want je moet alles goed lezen om de achterliggende gedachte uit de tekst te kunnen halen. Haar beschrijvingen zijn dus best wel abstract. Verder maakt ze veel gebruik van flashbacks. Ze springt van de ene tijd naar de andere tijd over, wat je pas door hebt als je een paar regels verder bent. Ook wisselt ze van perspectief. Opeens wordt het verhaal bekeken vanuit Margje en dan weer vanuit Frits. Dat maakt het verhaal ingewikkelder, maar ook interessanter. De schrijfstijl is ook heel vlot en modern. Ik vond het heel lekker lezen. Er werden niet veel moeilijke woorden gebruikt. Ik vind het vooral knap hoe de schrijfster alle personages weet te beschrijven. Er worden zulke duidelijke, typische en natuurlijke karakters en gebeurtenissen neergezet, daardoor krijg je voor iedereen sympathie. Dat vind ik heel belangrijk in een boek en in dit boek is dat heel erg aanwezig. Zo kan je je goed inleven in een boek en in de personages en dat is gewoon leuk.
Ruimte
Eigenlijk speelt heel het verhaal zich af in het ouderlijk huis van Ellen en haar familie. Daar spelen de meeste flashbacks zich af en daar bevindt Ellen zich ook als ze zwanger is. Verschillende kamers hebben een betekenis. De kelder heeft een slechte herinnering, daar heeft Ellen zich verstopt met haar jongste broertje op de fatale dag. De kamers waar de studenten werkten en alle kamers waar archiefkasten stonden, zijn de werkkamers, het “Amerikaanse gedeelte” van het huis. De keuken was heel gezellig en het souterrain was meer van de ouders en dan vooral van moeder.
Andere plaatsen die voorkomen in dit verhaal, zijn de tuin en de omgeving van het huis. De andere plaatsen zijn Intratuin, waar Ellen boodschappen gaat doen en waar ze Bas ontmoet, De Eenhoorn, collegezalen en psychiaterkamers.
Tijd
Het verhaal wordt niet chronologisch verteld. Ook komt er een zeer grote tijdsverdichting in het boek voor van zo'n vijfentwintig jaar.
Het verhaal speelt zich in twee delen van tijd af. In 1998, Ellen is dan zwanger en heeft haar ouderlijk huis gekocht om daar herinneringen op te halen. Die tijd duurt ongeveer zeven maanden. De herinneringen, het tweede deel van het verhaal, duurt ongeveer even lang. Het begint eigenlijk net voor de geboorte van het vijfde kind, Ida. Het eindigt op 6 april 1973, de dag dat het familiedrama plaatsvindt. Ook wordt er vertelt hoe het leven van Ellen eruit heeft gezien na het drama.
Personages
Ellen van Bemmel is de hoofdpersoon in het boek. Haar levensverhaal wordt verteld, van ongeveer haar twaalfde tot aan het heden, 37 jaar. Je beleeft het verhaal door haar ogen. In Ellens jongere jaren was ze een vrolijk en ondernemend kind. Ook was ze erg intelligent en zorgzaam.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden