Het duurde lang voordat ik eindelijk het boek uithad, omdat ik het een langdradig en dik boek vind. Maar toen ik het boek uit had, vond ik het leuk dat het goed afliep. Het was een dramatisch boek. Af en toe ook een beetje verwarrend en raar boek, maar ook heel spanend. Ellen had een familiedrama mee gemaakt. Tot op een kwart voor het einde van het boek wist je de oplossing van het familiedrama niet. Ik wist dus ook niet of het wel goed zou aflopen met Ellen. Het boek greep mij erg aan. Dat komt omdat het gaat over familiemoord. Je kunt je ook goed inleven met Ellen, de hoofdpersoon, omdat haar gedachtes en gevoelens heel duidelijk en tot in detail zijn beschreven.Vanaf het begin wou ik de afloop van het familiedrama weten. Ook wilde ik weten wat er precies gebeurd was. Stukje bij beetje ging ik begrijpen wat er zich die dag had afgespeeld en wat er allemaal aan de hand geweest was. Er werd steeds een heel klein stukje meer verteld over die ene dag. Je kreeg er steeds meer duidelijkheid over. Dat gebeurde door middel van flashbacks. Door de flashbacks maak je de hoofdpersoon ook mee als kind. Daardoor kun je jezelf nog beter inleven en voel je nog meer met haar mee.
2. Personages.
a. Wat zijn de doelen van de personages?
Het doel van Ellen van Bemmel is om er achter te komen waarom haar moeder haar vergeten is tijdens het familiedrama. De moeder van Ellen, Margje, heeft haar man, kinderen en zichzelf om het leven gebracht, behalve Ellen. Ellen wilt weten waarom. Ze komt erachter dat ze nog leeft omdat haar moeder haar gewoon vergeten was omdat ze de hond aan het uitlaten was en dus niet thuis was. Carlos is het broertje van ellen, eigenlijke naam Michael, Hij is zwaar verbrand toen hij een pan kokend water over zich heen kreeg. Als Carlos en Ellen in een tehuis komen wordt Carlos geadopteerd en gaat naar een pleeggezin. Hij krijgt een nieuwe naam: Michiel Kamphuis.
Ellen heeft veel karaktereigenschappen zoals: dominant, slim, hard, onzeker en behulpzaam. In het hoofd van Ellen is het na het familiedrama een chaos, ze snapt allemaal nog niet goed wat er gebeurd is en moet alles eerst goed op een rijtje zetten. Het belangrijkste van het innerlijk van Ellen is eigenlijk haar verdriet. Ellen zit vol verdriet door alles wat ze heeft meegemaakt en probeert dit te verwerken.
Ellen heeft ook gedachten over haar vader. Ze houdt veel van hem.
(blz. 18)
‘Maar het derde kind is het beste kind,’ zei mijn vader altijd troostend, ‘het derde kind is het cement.’
Elke keer als ik me rot voelde, schreef ik dat cement in mijn dagboek op.
Hieruit lijkt Ellen blijken (vind ik) dat ze houdt van haar vader die Frits heet.
c. Welk personage heeft de rol van tegenstander?
Of: welke omstandigheden of eigenschappen zijn de tegenstanders? Leg uit.
In het verhaal zijn eigelijk twee tegenstanders, het drama en haar zusje Ida.
- De tegenstander is haar familiedrama. Ze is het derde kind uit haar gezin. Toen ze twaalf jaar oud was had haar moeder al haar broertjes en zusjes, haar man en tenslotte zichzelf vermoord. Ellen was op dat moment niet thuis omdat ze de hond aan het uitlaten was. Toen ze thuis kwam, hadden alle personen in het huis een zak over hun hoofd en waren levenloze lichamen. Ze hoorde haar broertje Carlos nog hoesten. Hij leefde dus nog. Ze had hem mee naar de kelder genomen waar Bas, iemand die op het kantoor van Frits werkte, hen de volgende ochtend hoorde. Ellen weet niet waarom alleen zíj nog leeft. In de tijd dat het boek zich afspeelt is ze 37 jaar, dus 25 jaar later. Ze heeft het familiedrama nog steeds niet verwerkt en loopt bij verschillende psychiaters. Uiteindelijk ontdekt ze dat ze nog leeft, omdat haar moeder haar gewoon vergeten was.
- Ida (Sophie) van Bemmel is het vijfde kind van Frits en Margje, Ellens zusje. Ida is eigenlijk een tegenstander van Ellen. Ida was een spuugbaby. Het begon een dag of tien na haar geboorte: wat je erin stopte, kwam er vrijwel meteen weer uit. En niet gewoon een beetje kwijlen en burpend wat kots opgeven, zo was Ida niet. Zij lanceerde haar braaksel, de oogjes glazig en de vuistjes verkrampt; ze spoog het in één keiharde straal voor zich uit, alsof ze het in een baan om de aarde wilde brengen. Dat komt doordat ze een maagvernauwing heeft. Als dat is opgelost is ze wel een makkelijke baby. Volgens haar moeder schuilt de duivel in haar. Ze wordt mishandelt door haar moeder. Ze wordt gezien als de oorzaak van alle problemen.
d. Welke personage heeft de rol van helper?
Of: Welke omstandigheden of eigenschappen zijn helpers? Leg uit.
In het boek staat niet echt één bepaald persoon of omstandigheid of eigenschap als helper. Daarom heb ik gekozen voor de psychiater en haar ex-man en met de man met wie ze uiteindelijk samen gaat wonen en een kind krijgt. Die personen hebben haar namelijk gesteund en geholpen met het verwerken van het familiedrama. Na heel wat jaar heeft ze het gelukkig toch verwerkt.
e. Welke persoon zou je willen zijn en waarom?
Als ik zou moeten kiezen, zou ik denk ik Bas Veerman willen zijn. Hij is namelijk een positief personage en lijkt me een aardig persoon. Hij werkte vroeger als conciërge bij het knipselbureau. Hij is degene die Ellen en Carlos vond in de kelder na de moorden. Later komt Ellen hem weer tegen. Hij was toen een medewerker bij Intratuin. Hij werkt voor Ellen in haar tuin en doet klusjes. Op het eind van het boek gaat Ellen met hem samenwonen.
f. Welk personage zou je niet willen zijn en waarom niet?
Ik zou niet graag Ellen en Ida willen zijn.
- Ellen maakt alle ellende mee en omdat al haar gedachtes en gevoelens zo goed beschreven zijn kun je je heel goed in haar inleven. Ik vind niet dat ze een leuk leven heeft. Heel haar gezin is uitgemoord en haar broertje Carlos die het overleefd had is van haar vervreemd geraakt. Dat komt omdat hij bij een adoptie gezin ging leven. Pas na meer dan 25 jaar heeft Ellen eindelijk haar trauma verwerkt. Ik zou het zelf niet leuk vinden om 25 jaar met onbeantwoorde vragen te moeten leven en een chaos in mijn hoofd te hebben.
- Ida is voor Ellen een ongewenst zusje. Haar moeder Margje wou eigelijk dat ze Sophie ging heten, maar Ellen wou Ida. Ze wou Ida, omdat ze het een verschrikkelijke naam vond. Ida was een huil- en spuugbaby. Later komen ze er achter dat dat komt omdat ze een maagvernauwing heeft. Volgens de moeder leeft de duivel in haar. Daardoor mishandelt haar moeder haar ook. Ze heeft vaak last van blauwe plekken, botbreuken en inwendige kneuzingen.
3. Secundaire literatuur.
a. Een recensie.
Uit: de Volkskrant 1998
Voor altijd gestold tot kind
RENATE DORRESTEINS 'HART VAN STEEN' KRACHTIG EN VOL COMPASSIE
RECENSIE, ALEID TRUIJENS op 04 februari '98, 00:00, bijgewerkt 16 januari '09, 11:14
SOMS IS DE werkelijkheid te gek voor woorden. Kinderen verkracht en vermoord in kelders van knusse woninkjes. Het hele gezin - kort ervoor nog gezellig samen op vakantiekiekjes - uitgemoord door de ouders. Zoet geurende baby's, opengereten om de duivel uit hun prille lichaampje te drijven. Het gebeurt allemaal echt, de zieke breinen die zulke dingen bedenken zijn onder ons - kijk maar, het staat in de krant.
Maak je er echter fictie van, een roman, of film, dan doet zulke gruwel zich voor als entertainment van de ergste soort: product van een oververhitte fantasie, goedkoop effectbejag met grove middelen. Fictie stelt zijn eigen wetten, en een ervan is dat je het als schrijver niet te dol mag maken, wil je geloofwaardig blijven. Misdaden van psychopaten lijken altijd op slechte fictie: zelfs al zou je opnamen zien van de daad zelf, dan heb je de indruk naar een miserabele B-film te kijken.
Renate Dorrestein tart in haar nieuwste roman Een hart van steen deze oerwet van de fictie. Ze voert ze onverschrokken op, de spoken uit de actualiteit van de laatste jaren: een psychotische moeder die haar kind bewerkt met veiligheidsspelden en een appelboor, omdat zij denkt dat zij God is en de in haar kind verpakte Satan moet bestrijden; een kinderrijk, gelukkig gezin, dood in hun vriendelijke villa, de kinderen met plastic zakken over het hoofd, de dode ouders op de bank, in vredige rust na gedane zaken.
Het is een enorm waagstuk en het loopt goed af. In twee opzichten: Dorrestein slaagt er wonderlijk genoeg in om met dit grove geschut een overtuigende roman te schrijven, de geschiedenis van een overlevende van zo'n familiedrama, met wie het wonderlijk genoeg goed afloopt.
Ook niet geloofwaardig is het gegeven dat niemand in het eerst zo harmonieuze gezin dat Dorrestein opvoert, niemand behalve de dan 12-jarige hoofdpersoon, in de gaten heeft dat de moeder gek is geworden en haar baby mishandelt. De weldenkende, liefhebbende echtgenoot die zijn met blauwe plekken overdekte dochtertje ziet, denkt - onder verwijzing naar het drama in Hoofddorp - in paniek aan leukemie. Het kind wordt onderzocht, maar vader noch de artsen komen op het idee van mishandeling.
Dat is nauwelijks voorstelbaar, evenmin als de gedachte dat in de jaren zeventig, de tijd waarin het verhaal speelt, de kraamvrouwenpsychose waaraan de moeder lijdt, een onbekend verschijnsel was. Psychiater Frederik van Eeden kende het verschijnsel een eeuw geleden wel: hij laat zijn personage Hedwig in Van de koele meren des doods na een bevalling psychotisch rondzeulen met een babylijkje.
Niettemin is Een hart van steen een krachtige en overtuigende roman. Dat komt doordat de roman uiterst zorgvuldig is opgebouwd, met een ijzeren logica en een grote verbeeldingskracht. Dorrestein brengt stap voor stap het ontwrichte leven van Ellen, de overlevende dochter, in beeld. De schrijnende tegenstelling tussen het warme gezinsleven van de ouders en hun vijf kinderen, in een zonnige villa in de buurt van Haarlem en het gepantserde bestaan van de tot op het bot verkilde Ellen is met pijnlijke precisie getekend.
Eerder schreef Dorrestein over families met een geheim, met de loden last van een familiedrama. Dat was, in verschillende vormen het thema in Het perpetuum mobile van de liefde, Ontaarde moeders en Verborgen gebreken. Maar in deze roman werkt zij de psychologie van de 'schuldige achterblijver' het beste uit. Hier geen schmierende komische uithalen, hier geen van-dik-hout-theorieën over de samenleving. De Dorrestein die deze roman schreef is serieus en vol compassie. Wat niet wil zeggen humorloos; zij grijpt wel haar kans om de gemakzuchtige welzijnswerker uit de jaren zeventig - 'een nieuwe vader Ellen, dat kan nu even niet' - genadeloos neer te zetten.
Ellen groeit op in een weeshuis. Zij maakt haar school af en wordt arts. Niet om mensen te genezen, want Ellen 'hoort bij de doden' en snijdt daarom op een laboratorium lijken in stukken. Zij is 37, alleen en zwanger als zij van haar erfenis de villa met de prachtige tuin koopt. Het is de plaats die haar leven bepaalde. Daar groeide ze op, een onwaarschijnlijk gelukkige jeugd tussen twee broers en twee zussen en een verliefd stel ouders dat samen een persarchief runde.
Het is de plaats van het drama. Daar wonen haar zo lang verdrongen herinneringen: aan de kinderpret op de slaapzolder, aan haar mooie zus voor de spiegel, omringd door smoezelige wattenbolletjes, haar broer wiens handen alles konden maken, haar babbelende kleuterbroertje - de kinderen die voor altijd stolden tot kind. En aan de ouders die hun kinderen nooit volwassen zagen worden: de altijd opgewekte moeder, de ernstige, zwijgzame vader die met Ellen, net als hij de derde in een gezin, een speciale band had: 'het derde kind is het cement'.
Op die besmette plek geneest Ellen van haar verblijf van 25 jaar in een schimmenrijk. Dat doet zij met behulp van haar verstand en haar intuïtie. Haar zwangerschap zal het zusje Ida, de baby met wie de ellende begon, de kans geven opnieuw geboren te worden, en is aanleiding om de gevreesde fotoalbums op te slaan.
Rationele speurzin leidt naar de feitelijke toedracht van het drama. Dorrestein doseert de nieuwe feiten zorgvuldig, niet meer tegelijk dan Ellen, of de lezer, aankan. Pas als Ellen weet dat haar moeder niet toerekeningsvatbaar was, en haar vader niet medeplichtig, weet Ellen dat ze er mag zijn, dat ze niet opgroeide om vermoord te worden. Nu ontdekt ze waarom zij, die tijdens de moordpartij een wandelingetje met de hond maakte, de dans ontsprong. Een schoteltje met pillen, 'vitaminetabletjes', bleef onaangeroerd. Ellen ziet het voor zich, de druk redderende moeder, 'vlug, buiten zichzelf van opwinding, de zakken, het elastiek, hoe breng je een heel gezin gelijktijdig om het leven'. Het antwoord is even simpel als onthutsend: en in alle opwinding werd zij, het onopvallende derde kind, het cement, over het hoofd gezien. 'Mijn moeder was mij vergeten.'
Ellens half onwillige zoeken naar de waarheid, die uiteindelijk toch geruststelt, is aangrijpend. Nu alle feiten er liggen kan zij de doden met rust laten en haar eigen leven beginnen. Haar versteende hart ontdooit. Het veel te grote huis, nuttige katalysator, kan worden verkocht. Er is een nieuwe liefde, er is een nieuw kind op komst. Dat klinkt heel gewoontjes, maar dat is het hier niet. Banaal geluk, maakt Dorrestein duidelijk, is het begerenswaardigste goed op aarde.
Renate Dorrestein: Een hart van steen.
b. Is het positief of negatief?
Ik vind het een positive recensie. Er wordt geschreven dat Renate Dorrestein zorgvuldig nieuwe feiten doseert. Niet meer tegelijk dan Ellen of de lezen aankan. Dat klopt ook. Ook staat er dat “Een hart van steen” een krachtige en overtuigede roman is, omdat het zorgvuldig is opgebouwd, met een ijzeren logica en een grote verbeeldingskracht. Ik vind dat erg positief klinken en mede daardoor vind ik dit een positieve recensie
c. Zoek een samenvatting van het door jou gelezen boek.
De hoofdpersoon van dit verhaal is de 37-jarige Ellen van Bemmel. Ze heeft een tijdje verlof genomen en het voormalig ouderlijke huis gekocht, een villa in een buitenwijk van Haarlem.
Ellen is zwanger van een wildvreemde man. Na haar scheiding van Thijs Kamerling, meer dan een jaar geleden, is ze nu bewust alleenstaand. Vanwege een dreigende miskraam moet ze een aantal maanden bedrust houden. Gedurende die tijd krijgt ze hulp van Lucia, die met haar drie dochtertjes tijdelijk bij haar in huis in komt wonen, op advies van arts Jan Bramaan.
Aan de hand van foto’s kijkt de verbitterde en getraumatiseerde Ellen terug op haar leven en dat van haar familieleden, waarin zich vijfentwintig jaar geleden een verschrikkelijk drama heeft afgespeeld. Haar ouders, Frits van Bemmel en Margje de Groot, vermoordden toen drie van hun vijf kinderen en sloegen vervolgens de hand aan zichzelf. Door een gelukkig toeval zijn Ellen en haar jongste broertje Michiel (ook wel Carlos genoemd) aan dat gruwelijke lot ontsnapt.
Ellen wordt gekweld door de vraag waarom zij is blijven leven en hoe haar ouders tot hun daad gekomen zijn. Bladerend in het fotoalbum reconstrueert ze het verleden en de toedracht rond de moord.
Op Ellens twaalfde verjaardag sloeg het noodlot toe. Carlos kreeg een ketel kokend water over zich heen en verbrandde zijn keel, borst en linkerarm. Toen hij eindelijk uit het ziekenhuis kwam, was hij in Ellens ogen een volkomen ander kind geworden.
Het vijfde kind werd Ida genoemd, een naam die door Ellen bedacht was en haar afkeer van het kind uitdrukte. Ida was een spuug- en huilbaby, die iedereen de stuipen op het lijf joeg met haar gekrijs. Ze bleek een maagvernauwing te hebben.
Toen ze in het ziekenhuis opgenomen werd, begon de moeder zich vreemd te gedragen. De eens zo hechte relatie tussen Frits en Margje begon te verslechteren, evenals die tussen hen en de kinderen. Margje verscheen niet meer op kantoor; de hele dag was ze bezig met Ida, in wie volgens haar de duivel schuilde. Ze nam zich voor die uit te drijven door haar dochtertje weer sterk en gezond te maken. Verder besloot ze om nooit meer seks te hebben met Frits.
Margje bleek de baby op allerlei manieren te mishandelen. Niemand had iets in de gaten gehad, behalve Ellen.
Margje liet de kinderen bidden, om te vragen het kwaad uit hun kleine zusje te drijven.
Ida (later Sophie genoemd) moest een beenmergpunctie ondergaan en de artsen hadden geen verklaring voor de botbreuken, inwendige kneuzingen, vurige huiduitslag en diarree.
Rond Pasen deed Margje plotseling weer normaal en begon de baby te blaken van gezondheid. Het vroegere gelukkige gezinsleven leek teruggekeerd te zijn, maar toen de sfeer weer na een paar dagen omsloeg, werd Margje treurig en maakte ze opmerkingen als: ‘Het is zover’ en ‘We zullen ervoor zorgen dat jullie niet leiden’. Samen met Ellen maakte ze voor iedereen een schoteltje met ‘vitaminepillen’ klaar (slaaptabletten en valium die ze had opgespaard).
Die avond, 6 april 1973, was Ellen tijdens het toetje opgestaan om haar hond Orson uit te laten. Toen ze na ruim en uur terugkwam, trof ze in de keuken de levenloze Billie en Kester aan, met dichtgebonden plastic zakken over hun hoofd. Haar ouders bevonden zich op de bank in de serre; Ida lag in een vuilniszak op het aanrecht. Ze hoorde Michiel onder de tafel in zijn plastic zak hoesten en sleepte hem naar de kelder.
Steeds vaker begonnen Billie en Kester door Ellens hoofd te spoken en haar van alles te verwijten. Na een verplicht bezoek aan het kerkhof raakte Ellen ervan overtuigd dat ook zij onder de hartvormige grafsteen had moeten liggen. Ze nam zich voor haar ouders te laten zien dat zij haar leven waard was.
Slechts één keer ging ze bij Michiel en zijn adoptieouders op bezoek, toen hij vijf werd. Na bijna een jaar bleken ze van elkaar vervreemd te zijn.
Ellen bleef tot haar achttiende in het internaat en ging toen op kamers wonen. Ze riep de hulp in van verschillende psychiaters om de gebeurtenissen uit het verleden te verwerken, maar zonder veel succes. Ze had voortdurend migraine, schuimde ’s nachts de cafés af en stortte zich ‘als een vod in ieder paar armen’ dat ze tegenkwam.
Halverwege haar studie medicijnen hoorde ze tijdens een college gynaecologie voor het eerst iets over de postnatale depressie en kraamvrouwenpsychose. Toen ging haar een licht op: als haar moeders toestand na de geboorte van Ida tijdig was herkend en haar simpelweg de juiste medicijnen (progesteron) had voorgeschreven, had er nooit een tragedie hoeven plaatsvinden! Dit inzicht werkte als een bevrijding: niemand had iets fout gedaan. Maar, waarom had haar vader geen vinger uitgestoken?
Na het laatste bezoek aan de psychiater (Marco) ontmoette ze Thijs en besloot ze patholoog-anatoom te worden, de kant van de doden te kiezen. Ze trouwde met Thijs, maar zette na dertien jaar een punt achter het huwelijk.
In de kelder is amper iets veranderd sinds de nacht dat Ellen zich daar samen met Michiel in doodsangst verstopte. Als Ellen de stap durft te wagen om na lange tijd naar dit plekje te gaan, begint ze de ware toedracht rond het familiedrama te begrijpen. Ze schaamt ze zich voor haar woede en haat tegenover haar ouders. Ze begrijpt nu ook waarom zij in leven bleef: haar moeder was haar gewoon vergeten, had haar domweg over het hoofd gezien.
Bron: http://www.scholieren.com/boekverslagen/26852
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
M.
M.
kansloos
4 jaar geleden
Antwoorden