Een Goede Dag voor de Ezel
Tim Krabbé
Tim van Geel
3TT1
Prometheus, 2005
Geef in enkele zinnen aan waarover het verhaal gaat. Je kunt hiervoor gebruik maken van de achterkant. Let op: het slot dien je wel te vermelden.
Mischa Koreman zit in de bus. Een vervelende groep jongeren noemt een meisje steeds maar ‘Viskutje’. Mischa ergert zich enorm aan het asociale gedrag van de jongens. Eerder die dag, had Mischa al geschoten met een pistool in de bossen van Zuiderloon, dus hij had een pistool op zak. Toen Mischa en de pestkop ‘toevallig’ bij hetzelfde station uit moesten stappen, volgde Mischa de kwelduivel achtervolgde naar zijn boerderij. Daar sprak hij de jongen – Bart Meeuwse - aan en schoot hem uiteindelijk dood.
Wybren Fechter werd heel kwaad toen hij er achter kwam dat zijn dochter (Esther) ‘Viskutje’ genoemd wordt. Hij wordt zó kwaad, dat hij iemand Bart liet vermoorden, nadat Bart Esther mee had gesleept in meerdere malen groepsverkrachting. Vreemd genoeg, heeft niemand in het boek verder de moord gezien of meegemaakt. Wybren besluit om een sabbatical year te nemen en Esther mee te nemen op wereldreis.
In Sydney, gaat Wybren even op het terras zitten, terwijl Esther nog even wat toeristische plekken bezoekt. Daar komt hij een andere Nederlander tegen en ze drinken samen een kopje koffie. Daarna komt Esther erbij zitten en meteen herkennen ze elkaar van de busrit. Mischa was dus gevlucht naar Sydney na de moord op Bart die Wybren had veroorzaakt! Esther bedankt Mischa voor de moord en Mischa zal niet opbiechten aan zijn nieuwe vriendin dat hij daadwerkelijk de moord had gepleegd, omdat het in zijn perspectief een goede daad was.
Tim van Geel
3TT1
Valt dit boek onder fictie of non-fictie? Licht je antwoord toe.
Dit boek valt onder de categorie fictie. Het verhaal is niet echt gebeurd. Er zijn momenten in het boek waarvan je duidelijk af kunt lezen dat het fictie is, omdat de schrijver (Tim Krabbé) een paar schoonheidsfoutjes heeft gemaakt. Zo schrijft hij dat Esther op haar 15e niet leerplichtig meer is, terwijl je op je 15e wel degelijk leerplichtig bent en dus niet zomaar een jaar op wereldreis kunt gaan.
Is het boek realistisch? Licht je antwoord toe met behulp van voorbeelden uit het boek.
Ik vond het boek niet heel realistisch. Tim schrijft in zijn boek dat Mischa een moord pleegt en dat hij daar een felgele ijsmuts ophad en nieuwe sportschoenen. Dat is allemaal nog wel realistisch, alleen later vertelt hij dat de politie de dader nooit te pakken heeft kunnen krijgen. Met de moderne technieken van nu zou ik toch denken dat ze de dader zo opgespoord kunnen hebben. Desalniettemin, zal hij ongetwijfeld opgevallen zijn met zijn gele muts en sportschoenen en zouden er dus getuigen moeten zijn. Ook is het wel erg toevallig dat Mischa Esther weer treft aan de andere kant van de wereld.
Vanuit welk perspectief wordt dit verhaal verteld? Neem een stukje tekst uit het boek over, waardoor je dit kunt aflezen.
De roman heeft een meervoudig perspectief. Er zijn twee personale vertellers (hij-vertellers). In hoofdstuk 1, 3 en 5 is dat de moordenaar Mischa Koreman, die op weg om te oefenen voor een moord op zijn ex-geliefde Lydie een situatie meemaakt, waarna hij het vuur opent op een scholier, die een meisje in het openbaar kwetst.
“Waar de jongen had stilgestaan lag iets wits op de grond, een sigarettendoosje. Hij raapte het op en ging sneller lopen. ‘Hé,’ riep hij. De jongen bleef staan. Hij draaide zich om. ‘Je hebt wat laten vallen’, zei Mischa. Hij hield het sigarettendoosje omhoog.”
In hoofdstuk 3 is die moordenaar naar Sydney gevlucht en vraagt hij zich af of hij de moord moet opbiechten aan zijn nieuwe vriendin Lynda met wie hij een huwelijk wil beginnen en kinderen wil krijgen.
Tim van Geel
3TT1
“Ja, ik ben Mischa Koreman, die aardige Nederlandse vriend van Lynda, een schrijver wiens romans jullie nooit zullen lezen omdat ze geen kans maken om vertaald te worden en die leeft van brave verhalen over bosbrandbestrijding en bedreigde struisvogelachtigen. Maar ik ben ook een moordenaar. Ik ben de Man met de Gele IJsmuts!”
In hoofdstuk 5 komt daarop voor de lezer een antwoord.
“Koffie die in zijn kopje had gezeten toen Esther Fechter tegenover hem zat. Hij voelde zich een nieuw mens. Hij zou het niet aan Lynda vertellen. Esther had hem bedankt, klaar en helder. Hij had een goede daad verricht, niet iets waarvoor hij gestraft moest worden.
In de hoofdstukken 2 en 4 is Wybren Fechter aan het woord. Hij is advocaat en de vader van het meisje Esther dat het slachtoffer is geworden van een groepsverkrachting. Hij wil de dader vermoorden. Hij neemt zijn dochter mee op een wereldreis en in Sydney ontmoet Esther Mischa Koreman.
“Je zou je graag een andere invulling voorstellen van woorden als ‘in haar lichaam toelaten’ over je vijftienjarige dochter. En er waren praatjes over hem waarin het woord ‘bende’ voorkwam – maar Wybren weigerde daarnaar te luisteren.
Beide vertellers vertellen in de o.v.t. (achterafvertellers) en hun ervaringen, gevoelens worden van binnenuit beschreven.
Noem één hoofdpersoon uit het boek. Geef argumenten voor je keuze met behulp van de theorie.
Mischa Koreman is één van de hoofdpersonen in het boek. Er wordt geschreven in het ik-perspectief, maar in de hij-vorm. Je leest dus wel alle gedachten en gevoelens van Mischa, alleen worden ze geformuleerd in de hij-vorm. Ook kun je door de spanning in het boek erg goed meeleven met Mischa. Zo heeft hij iemand vermoord, is hij op de vlucht en is hij verliefd op een vrouw waarmee hij later wil trouwen en kinderen mee wil krijgen.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden