Algemene gegevens.

Schrijver.
Tim Krabbé is geboren op 13 april 1943, in Amsterdam (Nederland). De hele naam van Tim Krabbé is Hans Maarten Timotheus Krabbé. Tim Krabbé is in een creatief gezin geboren. Zijn vader (Maarten Krabbé) en zijn grootvader (Hendrik Maarten Krabbé) waren beroemde kunstenaars, zijn broer (Jeroen Krabbé) is acteur en regisseur, zijn halfbroer (Mirko Krabbé) is een multimediakunstenaar en ontwerper en zijn moeder (Margreet Reiss) was filmvertaalster en schrijver. Tim haalde in 1960 zijn Hogere Burgerschool (HBS), daarna heeft Tim psychologie gestudeerd aan de Universiteit in Amsterdam. Tim was eerst actief als redacteur en sinds 1967 is hij definitief schrijver als beroep en doet Tim niks anders dan schrijven. Tim heeft meer boeken geschreven dan alleen ‘Een goede dag voor de ezel’ zoals: ‘De renner’(1978)‘Het gouden Ei’(1984), ‘De grot’(1997) en ‘Een tafel vol vlinders’(2009).

Titelverklaring.
De titel is ‘Een goede dag voor de ezel’. De titel verwijst naar de ezel die Mischa en Esther allebei tegen komen in Sydney. Mischa en Esther geven allebei geld aan de ezel. De ezel was een levend stambeeld in Sydney. Mischa een honderd dollar biljet en Esther tien dollar. Dus de ezel verdiende honderd tien dollar op een dag. Een goede dag dus.


Genre.
Het boek is een psychologische roman.

Tijdsverloop.
Je weet niet precies hoelang het verhaal duurt, want dat kan je niet opmaken uit de tekst. Het misbruiken van Esther door Bart was tweeënhalf jaar geleden begonnen. Van die tijd verteld ze hoe het begonnen is.

Chronologische volgorde.
De tekst is in een chronologische volgorde geschreven. Er zijn veel flashbacks: hoe Esther aan haar vader vertelt waarom ze ‘Viskutje’ genoemd wordt en hoe Mischa later over zijn moord denkt.

Thema.
Misdaad

Ik- of hij-vorm.
Het boek is over het grootste deel geschreven in een hij-vorm, maar er zijn ook stukken waar er in een ik-vorm wordt gesproken.
Blz. 5: ‘Toen hij weer buiten kwam, was de herfstschemering al over de winkelstraat gedaald.’
Blz. 32: ‘Zeg, Esther, ik zat laatst te denken.’
Blz. 32: ‘Niet dat ik je op wil jutten, je plezier staat voorop, maar zou het ook komen doordat ik je op je vingers kijk.’
Blz. 33: ‘Hij kookt, ze aten vrijwel zonder een woord.’

Blz. 33: ‘Hij kon haar bijna haten – het kwam bij hem op om ‘Mama is dood, hè’ te zeggen om in ieder geval een reactie van haar te zien.’

Omgeving.
Het speelt zich in het oosten van Nederland af, vlak bij de Duitse grens. In de steden Zuiverloon en IJperloo. In Doemsterveen wordt de moord op Bart gepleegd op een donker straatje. Met aan een kant een sloot. In verdere hoofdstukken speelt het zich af in Sydney (Australië) op de boulevard.

Waar gebeurd.
Het verhaal kan echt waar gebeurt zijn, omdat er best een familie kan zijn die hun moeder is verloren en naar een andere stad of dorp verhuist. Dat zoon of dochter sterk veranderd door een jongen of meisje die hem of haar erg misbruikt. Dat er een man is die geoefend heeft met zijn pistool in een verlaten bos kan ook. Het is wel erg toevallig als die zelfde man hoort dat er een meisje wordt gepest en dat die man achter die gene die pest aangaat en vermoord. Het kan dan ook dat de moordenaar vlucht naar een ver land en dat de gebruikte zoon of dochter met zijn of haar vader naar het zelfde land gaat en elkaar tegenkomt is erg toevallig, maar het kan wel.

Verleden, heden, toekomst.
Ik denk dat het in het heden is geschreven, maar zeker weet ik het niet want het wordt niet duidelijk aan gegeven.
Blz. 32: ‘…een film kijken op de televisie kijken of huren in de videotheek, …’
Blz. 64: ‘…pakte toen haar walkman uit haar in Sjanghai gekochte reuzenpandarugzakje, stopte de speakertjes in haar oren en sloot haar ogen.’

De personen.

Hoofdpersonen:
Mischa Koreman: is een van de hoofdpersonen. Mischa, De Man met de Gele IJsmuts, de moordenaar, Mischa is een lafaard als hij hoort dat er een meisje word gepest in het openbaar. Hij grijpt niet in. Uit lafheid loopt hij achter de jongen aan en schiet hem dood. Hij had gepland om zijn ex-vriendin Lydie te vermoorden, maar daar ziet hij van af. Hij vlucht naar Sydney, en krijgt een nieuwe vriendin Lynda. Hij durft zelfs aan Lynda niet te vertellen dat hij een scholier heeft vermoord.

Esther Fechter: is een hoofdpersoon. Esther, Viskutje is 15 jaar die heel aantrekkelijk is. In het begin in IJperloo mist ze haar vriendinnen uit Amsterdam. Ze verandert helemaal als ze met Bart Meeuwsisse krijgt. Ze doet geen slaapdansje meer, haar cijfers, pianolessen en volleyballen gingen achteruit. Esther werd stiller en snauweriger en ze werd dik. Hulp met huiswerk sloeg ze af. Alles wilde ze niet meer. Als Esther samen met haar vader een wereldreis gaan maken veranderd ze weer in een vrolijk, opgewonden meisje.


Wybren Fechter: is een hoofdpersoon uit het boek. Wybren is de vader van Esther. Wybren is alleenstaand, want zijn vrouw is overleden. Wybren is een goede vader, Wybren houd erg veel van zijn dochter, vertrouwt haar en geeft haar ruimte. Maar toch is Wybren bezorgd over haar, want ze veranderd sterk. Wybren herkent Esther niet meer. Als Wybren ontdekt dat zijn dochter Viskutje heet en is verkracht, wil hij Bart vermoorden. Maar als hij dat zou doen verliest Esther niet alleen haar moeder, maar ook haar vader. Dus hij ziet er van af.

Bijpersonen.
Bart Meeuwisse: is een bijpersoon in het verhaal. Bart is de “vriend” van Esther. Bart is een boeren kinkel. Hij is stoerder dan de rest van de school. Jongens zijn bang voor hem en alle meisjes willen met hem. Bart heeft een hakenkruis op zijn tas en is gewoon slecht. Hij misbruikt Esther en word later vermoord door Mischa

Samenvating.
Mischa is op wraak uit op zijn ex-vriendin Lydie, want ze was kwaadaardig. Mischa koopt een pistool. Hij koopt om een atlas om naar een verlaten bos te zoeken om te oefenen. Het bos ligt bij IJperloo en Zuiverloon. Hij verzamelt al zijn moet om te oefenen op een boom. Hij schiet een keer. Hij voelt een erge terugslag. Mischa loopt naar de boom en ziet in eerste instantie niks, maar toch een klein wit plekje. Als Mischa terug naar zijn auto wil gaan weet hij niet waar hij heen moet. Mischa ziet wel een weg en neemt de bus. Als hij in de bus zit komen er wat school kinderen bij zitten. Hij en de hele bus hoort dat er een meisje (Esther) wordt gepest en dat ze viskutje wordt genoemd. Als hij denkt dat de jongen die pest (Bart) uit stapt, stapt Mischa ook uit. Mischa achter volgt hem en als Bart stopt, stopt Mischa ook. Mischa ziet dat Bart wat laat vallen en Mischa roept naar Bart. Bart reageert en wordt boos. Mischa pakt zijn pistool. Bart schrikt en……. De vader van Esther Wybren krijgt op zijn werk vreemde briefjes, zonder afzender. Op het eerste briefje stond: ‘Iedereen neukt Viskutje’ en op het tweede briefje stond: ‘Viskutje vind het lekker’. Wybren wist niet wie Viskutje was. Die avond vroeg hij aan zijn dochter Esther of zei Viskutje was, maar ze zei dat ze het niet was. De dag er na kwam ze thuis en zei ze dat ze wel Viskutje was. Na dat Esther had gedouched vertelde ze het verhaal hoe het kwam dat ze Viskutje werd genoemd. Esther vertelde: Toen we hier kwamen wonen, miste ik me vriendinnen uit Amsterdam. Vriendinnen had ik niet, ik vond Bart toen leuk. Bart was anders dan iedereen en was stoer, de jongens waren bang voor hem en alle meisjes wilde met hem. Ik vond hem leuk. Ik werd verliefd op hem en hij ook op mij. We namen verkering. Deze zomer wilde hij met mij naar het zwembad. In het zwembad hij mij in het water geduwd en een cola voor me gekocht. Hij had gezegd dat hij met haar naar Doemerveen wilde. Daar hadden wij het gedaan, daarna vaker. Meestal op zijn zolder op de boerderij. Die ouders merkte het niet of het kon ze niks schelen. Ik logeerde wel is bij hem en dat ik zei dat ik bij Anja was. Vriendinnen had ik toen ook gekregen. Bart was niet lief, maar hij was nu eenmaal een jongen en zij was verliefd, dus ze was blijven komen. Toen ik op school hoorde van een vriendin dat Bart jongens had laten kijken voor geld, ging ik naar Bart toe om het uit te maken. Hij had wat vrienden uit Duitsland gevraagd en die kwamen. Esther werd vastgebonden en werd verkracht door een groepje. Bart had het gefilmd, als ze niet iedere zaterdag zou komen zou haar vader en heel de school het te zien krijgen. En zou ging het verder en verder. Wybren vond het erg en wilde met zijn dochter weg. Ze gingen een wereldreis maken wat hij met zijn vrouw wilde doen, maar die ging dood. Mischa had een nieuwe vriendin (Lynda) gevonden in Sydney, want hij was gevlucht. Mischa en Lynda liepen samen over de boulevard van Sydney en kwamen de ezel tegen die altijd zo stond en op het zelfde plekje. Mischa pakte zijn portemonnee, en haalde een honderd dollar biljet er uit. Lynda werd een beetje boos, want zo veel geld geef je toch niet. Lynda en Mischa spraken af om zo nog wat te doen. Ze gingen allebei hun kant op. Wybren en Esther liepen ook over de boulevard van Sydney kwamen dezelfde ezel tegen. Esther vroeg of ze tien dollar mocht om het aan de ezel te geven. Ze legde hem neer en rende meteen weer terug wat ze schrok, want er lag een honderd dollar biljet in. Mischa ging zitten op een terras waar nog maar een tafeltje was. Hij las een Nederlandse krant. Er kwam voor Mischa een vreemde man zitten. Hij vroeg of Mischa Nederlands was. Mischa wilde ontkennen maar hij kon niet. De man vroeg of hij wat wilde drinken. Er kwam ook een meisje aan tafel zitten. Toen de man weg was om af te rekenen, keek hij naar het meisje. Mischa herkende haar, zij herkende Mischa. …………….Wat er dan gebeurt, moet u zelf lezen in het boek ‘Een goede dag voor de ezel’