(1e getal is het regelnummer, 2e getal is aantal woorden)
‘Wanneer kan je nu eindelijk komen?’vroeg Toos.’Als mijn vrouw niet thuis is, [1, 14]
zal ik komen had ik al gezegd!’zei Hans een beetje boos. [2, 12]
‘Maar je had nog zo beloofd dat je gisteravond zou komen!’ [3, 11]
‘Ja, maar mijn vrouw kwam thuis en ze zij dat ze vanavond een heel speciale [4, 15]
avond vond, want we waren eenentwintig jaar geleden voor de eerste keer uit [5, 13]
geweest.’zei Hans. [6, 3]
‘Nou, ik heb mijn man gisteravond nog met een smoesje het huis uit gewerkt, hij wilde [7, 15]
een leuke avond, dus heb ik hem naar mijn moeder gestuurd,’zei Toos lachend, [8, 14]
‘heeft jouw vrouw trouwens iets in de gaten over onze relatie?’ [9, 11]
‘Ik weet het niet, maar vanmiddag kwam ze thuis aan zetten met een ‘collega’ [10, 14]
die opvallend veel naar mijn vrouw keek en haar veel koosnaampjes gaf.’vertelde Hans. [11, 15]
‘Goh, dat zou toch goed uitkomen als die twee een relatie hadden hè?’zei Toos. [12, 15]
‘Zeker!’zei Hans vrolijk. [13, 4]
‘Wie is dat eigenlijk, die collega van jouw vrouw?’vroeg Toos. [14, 11]
‘Ik ben zijn naam vergeten, maar hij is afdelingsdirecteur bij Philips’ [15, 11]
‘Van welke afdeling, weet je dat ook?’vroeg Toos serieus. [16, 10]
‘Van de lampjes afdeling, dacht ik, waarom?’vroeg Hans. [17, 9]
‘Dat zou wel een goeie zijn zeg, ik ken hem, hij is collega van mijn man. Als hij dat [18, 19]
echt is, dan zou het wel grappig zijn.’grinnikte Toos. [19, 10]
‘Waarom?’vroeg Hans die het niet helemaal meer begreep [20, 9]
‘Nou, zijn vrouw die heeft een relatie met de hoofddirecteur van Philips, zonder dat [21, 14]
hij dat weet!’vertelde Toos. [22, 5]
‘Hahaha, die twee zijn wel lekker bezig zeg!’ [23, 8]
Terwijl Hans stond te lachen kwam de man van Toos aan lopen. [24, 12]
‘Ha schat, hoe is het ermee?’riep hij terwijl hij nog even een vrouw de lift uit hielp. [25, 18]
‘Goed en met jou lieverd?’vroeg Toos terwijl ze een knipoogje naar Hans gaf. [26, 14]
‘Heel erg goed, drie keer raden wat er gebeurd is?’ [27, 10]
‘Je hebt de staatloterij gewonnen, je hebt opslag gekregen of …..’zei Toos en [28, 13]
ondertussen zei haar man:’Goed geraden, ik ben sinds vanmorgen afdelingsdirecteur [29, 11]
van de lampjesafdeling!’ [30, 3]
‘Maar dan …..’ En terwijl Toos dat zei liep ze weg in de richting van de uitgang van [31, 17]
het gebouw. [32, 2]
totaal:
32 regels
362 woorden
362 woorden
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden