Een dagje naar het strand door Heere Heeresma

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
Boekcover Een dagje naar het strand
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 2049 woorden
  • 9 maart 2001
  • 162 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
162 keer beoordeeld

Boekcover Een dagje naar het strand
Shadow
Een dagje naar het strand door Heere Heeresma
Shadow
A: primaire gegevens
Ondertitel: - Verschenen in : 1962
Aantal blz.: 163
Leestijd: 12,5 uur
Uitgelezen op: 1 oktober 2000
B: verantwoording van de keuze
Ik heb dit boek gekozen om te gaan lezen om verschillende redenen. Ten eerste was mijn keuze tussen verschillende boeken klein, omdat ik een groot letter boek nodig had. Omdat ik al eerder een boek van de heer Heeresma had gelezen en ik zijn stijl goed vind, sprak dit boek mij aan. Nadat ik de samenvatting had gelezen, wist ik het zeker. C: verwachtingen vooraf
Mijn verwachting van het boek vooraf was dat er een bepaald soort taalgebruik werd gebruikt, hetzelfde als in het eerder gelezen boek, dat ik erg mooi vind. Het is een ouderwets, zeer gedetaileerd omschrijvend taalgebruik. Voor de rest had ik geen verwachtingen van het boek ‘een dagje naar het strand’ vooraf. Dit spreekt me wel aan, omdat dit in het dagelijks leven ook voorkomt. Dit heeft mij aan het denken gezet, en mijn conclusie is dat alcohol een zeer gevaarlijk middel is. E: korte samenvatting van de inhoud

Het verhaal begint vroeg in de ochtend als Bernard te voet in de regen op weg is naar Carl’s huis om Walijne op te halen voor een dagje strand. Onderweg schuilt hij in de portiek van een audio-winkel. Om het personeel van deze winkel te verbazen, zet hij twee perfecte modderafdrukken van zijn voeten op de etalageruit. Hij is veel te vroeg vertrokken, en gaat daarom schuilen voor de regen. Hij wacht voor Carl zijn flat, totdat deze naar buiten komt om naar zijn werk te gaan. Bernard vraagt hem om geld voor een leuk dagje met Walijne door te brengen,daar hij zelf niet over financiele middelen beschikt. In de flat ontmoet hij Medusa, de vrouw van Carl en de moeder van Walijne, die hij nog kent uit de tijd dat ze samen een huis deelde. Walijne is niet Carl’s dochter. Bernard denkt dat Walijne zijn dochter is. Medusa vindt Walijne een hindernis, ze had Walijne liever niet gehad. Terwijl Medusa Walijne aankleedt, slaat Bernard stiekem een paar wodka’s achterover. Met Walijne, een lichamelijk gehandicapt kind (ze loopt in beugels), gaat hij naar de tramhalte. Als ze staan te wachten komt Louis, een kroegbaas waarbij Bernard schuld heeft, en die wil geld van Bernard. Hij haalt al zijn geld uit zijn zakken en zegt tegen Louis dat ze ook nog tramgeld nodig hebben. Louis pakt het geld, geeft Bernard een klap, en zegt dat hij de rest binnen een week wil hebben. In de tram haalt ‘ie de rest van het geld van Carl uit zijn sok. Aangekomen op het strand gingen ze eerst eten, in ieder geval Walijne, want hij dronk bier in plaats van iets te eten. Dit tentje verlaat hij met ruzie, omdat de serveerster al meerdere flesjes bier klaarzette om extra lopen te besparen. Bernard heeft gewoon heel de dag behoefte aan alcohol; hij is een alcoholist. Hij loopt nu te zoeken om zijn alcoholbehoefte en Walijne’s speelbehoefte te combineren. Walijne loopt vooruit en Bernard gaat een kiosk binnen om sigaretten te kopen. Hij vraagt aan de man, waarvan hij denkt dat hij homo is, ‘He miet heb je ook bier?’. Deze gaat bier halen en komt terug met zijn vriend, een vieze man. Hij koopt nog een cadeautje voor Walijne en vertrekt. Hij realiseert zich dat Walijne weg is. Dit gebeurt vaker op die dag, de hele tijd als hij weer aan de alcohol zit. Hij vindt Walijne op het strand in een stoel. In die stoel, waar ze droog zitten, drinkt Bernard zijn gekochte bier op. Om Walijne te vermaken vult ‘ie de lege flesjes met zand en gooit ze in zee. Als het 4.30 uur is wil Walijne naar huis omdat ze moe is. Bernard is op dat moment al erg zat. Opeens bevindt hij zich weer in een bar waar verder alleen nog een man uit Ghana zit. Na hier enige consumpties weg hebben gedronken werkt de barjufrouw hem naar buiten. Buiten is een opstootje, omdat een kind bijna was aangereden door een touringcar. Dit bleek Walijne te zijn. De omstanders werden boos op Bernard, waardoor Bernard bang werd. Hij liep zo vlug als het kon met Walijne naar het strand. Onderweg bij een slijter nog wat bier gekocht en cognac gejat. Hiernaar wordt hij wakker in een kuil op het strand en is ‘ie Walijne kwijt…… F: tijd en ruimte
Tijd: Het verhaal is chronologies verteld, vrijwel zonder flashbacks. De flashbacks die erin zitten zijn kleine, niet interessante flashbacks, die weinig met het geheel te maken hebben. Het boek heeft een open einde, want nadat je het boek hebt uitgelezen, weet je nog steeds niet waar Walijne, de dochter, is. Ruimte: De topografische plaats waar het verhaal afspeelt is aan het Scheveningse strand. Die dag dat ze aan het strand waren, was het koud en het regende veel. Dit is niet een typisch zomerse dag. Dit zijn dan ook de klimatische omstandigheden. G: de wijze van vertellen
Het verhaal wordt verteld in de ik-vertelsituatie. Bernard verteld zijn eigen gebeurtenissen op die dag aan het strand. Ook de enkele flashbacks komen door zijn gedachten of gesprekken. Hierdoor heeft het verhaal wel datgene, dat je zelf na gaat denken wat er allemaal nog meer gebeurd kan zijn. Het boek is dus erg open. H: spanning
De spanning loopt natuurlijk iedere keer hoog op als Bernard Walijne kwijt is geraakt, hierdoor wordt een groepje mensen, die Walijne hadden gevonden, boos op ‘m. Hij raakt Walijne vaker kwijt, en dat veroorzaakt zo nu en dan ook de nodige spanning. I: thema en motieven
Thema: Een ongehuwde vader (een eenzame, aan de drank verslaafde twintiger) wil zijn lichamelijk gehandicapte kind een aardig dagje laten beleven, maar door drankmisbruik wordt het voor het kind een droevige zaak. Motieven: Drankmisbruik beheerst het gehele verhaal. In hoofdstuk 1 als toekomstverwijzing: het leek hem zelfs niet uitgesloten dat hij in deze kijkkast bijzonder dronken kon worden.’ In hoofdstuk 2 drinkt Bernard stiekem wodka uit de huisbar. In de loop van de dag drinkt Bernard zich langzaam lazerus. Een tweede motief dat erg belangrijk is, is de regen die de triestheid van het drankmisbruik als het ware onderstreept. Verder: de eenzaamheid van Bernard. ‘En hij in zijn pilobroek en leren jack, omgeven met een odium van misprijzen en lege volstrekt lege eenzaamheid.’ J: personages
Bernard kennen we als een uitdagende en treiterende man, die bezig is werk te zoeken. Hij is eenzaam en heeft geen hoge eigendunk. Hij is vrijwel machteloos tegen vernietigende gedachten van zichzelf, waardoor vrienden en bekenden bijna steeds weer teleurgesteld worden van hem. Walijne is een lichamelijk gehandicapt kind, dat veel liefde te kort komt. Medusa is een egoistisch, op geld berekende vrouw. Carl is altijd goed gekleed. Hij is ook een intelligent persoon, maar hij ziet niet in dat Medusa’s liefde voor zijn geld is, en niet voor hem. K: titel, ondertitel en motto
Titel: De titel suggereert een ontspannend gebeuren; in werkelijkheid pakt het echter heel anders uit. Het beschrijft een aantal gebeurtenissen van een alcoholist met een kind die zich afspelen op of in de nabijheid van het Scheveningse strand. Vandaar een dagje naar het strand. Ondertitel: Het boek heeft geen ondertitel. Motto: Wees niet te zeer rechtvaardig
en gedraag u niet al te wijs; waarom zoudt gij
uzelf tot verbijstering brengen? Prediker 7:16
Dit betekent volgens mij dat je jezelf moet zijn, en je niet moet gedragen naar andermans mening. L: de persoonlijke beoordeling
Ik vond het onderwerp, alcoholisme, zeer interessant. Dit onderwerp spreekt mij ook zeer aan, in het algemeen, in verhalen. Alcoholisme is ook zeer herkenbaar in de wereld waar we in leven. Het is een typisch dagelijks probleem. Over dit probleem heb ik ook al vaak diep zitten nadenken. Het boek kwam goed overeen met mijn gedachten over alcohol. Ik zou zelf het taalgebruik hebben veranderd in het boek, zodat het makkelijker te begrijpen was. Het is in een zeer ingewikkeld taalgebruik geschreven. De gevoelens en gedachten van Bernard spelen een grote rol in het boek. Hij heeft veel vooroordelen over verschillende mensen. Zo komt hij vaak in de problemen. Ik vond de vele gebeurtenissen spannend, maar ook triest. Vooral als je je inbeeldt in het personage van Walijne is het verhaal erg triest. Het boek is zeer verrassend, want de titel zegt iets ontspannends, en het gaat in het algemeen over alcoholisme. Voor Walijne vonden er schokkende gebeurtenissen plaats, maar in het algemeen is het geen schokkend verhaal. De gebeurtenissen riepen bij mij geen speciale gevoelens op. Het einde van het boek is erg open, en ik ben benieuwd waar Walijne is gebleven. De hoofdpersoon kwam levensecht over, want in deze wereld zijn er tot mijn spijt ook mensen die verslaafd zijn aan alcohol. Ik kon me niet goed inleven met de hoofdpersoon, want ik ben niet verslaafd aan alcohol, en weet dus ook niet hoe dit is. Ik herken dus weinig van mezelf in de hoofdpersoon. Ik herken wel personen om me heen met eigenschappen van alcoholisme. Ik ben niet beinvloed door het verhaal of de gebeurtenissen in het verhaal. Ik waardeer alle eigenschappen van de hoofdpersoon als negatief, omdat hij een alcoholist is. Ik zou de hoofdpersoon niet anders laten handelen, want de auteur wil een alcoholist laten zien, en niet iemand anders. Het verhaal is moeilijk opgebouwd, en dit komt vooral door het ingewikkelde taalgebruik en de lange zinnen. Het moeilijke lezen kwam dus door het vertelperspectief. Door de hele samenhang van het verhaal is het boek goed te begrijpen. Toch waren sommige stukken moeilijk. Een spannend deel in het boek is bv. als een kroegbaas Bernard bij een tramhalte ziet en geld van hem wil om z’n schulden af te lossen. Deze spannende stukken kwamen op het juiste moment, zodat het boek niet saai werd. Het einde is verrassend omdat je na afloop niet weet waar Walijne is. Het taalgebruik was zeer moeilijk. De woordkeuze was moeilijk, maar je kan er in het totaal wel een goede voorstelling van maken. De zinsbouw is ouderwets en het verhaal bevat veel lange moeilijke zinnen. Bv. ‘De glanzend gepolitoerde trapvormig omhooglopende etalage met slechts hier en daar een kunstzinnig opgestelde bandrecorder met geopende kap of een nietig maar fonkelend verchroomd juweel van een transistor leek hem een bijzonder aanlokkelijk verblijf toe vanwaaruit hij als een Romein aanliggend het verkeer in de nu iets sneller vallende regen uitmuntend kon blijven waarnemen.’ Er kwamen weinig dialogen in voor, het boek gaat meer over de gedachten en belevenissen van Bernard. Een onderdeel van het boek dat ik een mooie stelling vind is het motto: ‘wees niet te zeer rechtvaaardig en gedraag u niet al te wijs; waarom zoudt gij uzelf tot verbijstering brengen.’ Hier ben ik het namelijk helemaal mee eens. M: verwerkingsopdracht appendix nr. 39
De auteur: Zijn verleden: Heere Heeresma werd in Amsterdam geboren. Zijn vader, die godsdienstleraar was, is vrij jong gestorven, waardoor hij hem niet goed heeft leren kennen. Hij is in feite opgevoed door zijn moeder en zijn oma en opa. Heere Heeresma heeft een poos in de Bijlmermeer gewoond en heeft zich daarna in Frankrijk gevestigd. Geschreven werken: In 1945 verscheen Kinderkamer, een bundel gedichten. Dit was het eerste uitgegeven werk van Heere Heeresma. In 1962 publiceerde Heeresma zijn eerste prozabundel, Bevind van zaken. In datzelfde jaar verscheen de novelle Een dagje naar het strand. De verloedering van Swieps (1976) is een film scenario waarin een brijbuiter infiltreert in een eerzaam burgergezin. In Geef die mok eens door, Jet! (1968) valt een meelijwekkende handelsreiziger in handen van een liederlijke nietsnut. Han de Wit gaat in ontwikkelings hulp (1972) is een roman over een dromerige slappeling die wel goede dingen wil doen, maar door gemakszucht en egoisme voortdurend mislukt. Bundels: Heere Heeresma eerste bundel was, zoals eerder vermeldt Kinderkamer (1954), een dichtbundel. De meeste van zijn verhalen werden gebundeld in Heeresma helemaal (1978). Verder verschenen de verhalenbundels Zingend langs de deuren (1991), Dat mesverband (1992) en Beuken en eikels (1992). Typische eigenschappen van personages: In het werk van Heere Heeresma komen veel personages voor die zijn getekend door eenzaamheid, gebrek aan contact en machteloosheid. Dreiging, ontreddering en ondergang bepalen de sfeer van dit werk. Stijl: De stijl is realistisch, maar soms sterk gekleurd door ironie en typische humor. Plechtige woorden worden soms gebruikt om komische effecten te bereiken of te benadrukken.

REACTIES

J.

J.

ik vond het een goed boekverslag.

21 jaar geleden

Z.

Z.


heeey
bedankt voor je uitreksel
bst wel een handig hulp middel
maar moet nu weg
doeii

20 jaar geleden

T.

T.

als ik hiervoor een 10 haal krijg je van mij een leuk cadeau
xx

19 jaar geleden

D.

D.

hoi leuk verslag en hoop dat ik er ook wat aan heb maar ik moet nu weg doei xx

11 jaar geleden

V.

V.

hey dirk.
ik vind je wel een leuke jongen :$
maar ik moet nu gaan! doei x

11 jaar geleden

J.

J.

dit is best goed

10 jaar geleden

F.

F.

Nice Thx!

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Een dagje naar het strand door Heere Heeresma"