Een bed in de hemel door Tessa de Loo

Mijn boek heet: Een bed in de hemel. Het is geschreven door Tessa de Loo. Haar echte naam is: Johanna Martina Tineke Duyvené de Wit. Zij is geboren in 1946. Momenteel woont ze in Portugal. Ze komt uit een gezin van drie kinderen. Als ze 5 jaar is, verhuist ze van Amsterdam naar Oss. Op de middelbare school was ze erg goed in opstellen schrijven, tekenen en schilderen. Voor de rest van de vakken haalde ze lage cijfers. Voor de leraren was ze een moeilijke leerling. Dit kwam mede door haar slechte ogen. Ze weigerde een bril te dragen terwijl ze -7 had. Na de middelbare school heeft ze Nederlandse taal- en letterkunde gestudeerd in Utrecht. Ze heeft een aantal jaren in het onderwijs gewerkt. Daarna schreef ze een serie korte verhalen: "De meisjes van de suikerwerkfabriek". Dit werk werd met verschillende prijzen beloond. Vanaf dit debuut behoorde Tessa de Loo tot de literaire schrijvers. Tessa trouwt op haar 20ste, en vier jaar later heeft ze een zoon: Joris. Met het boek "De Tweeling" brak De Loo internationaal door. Nog enkele andere boeken die zij geschreven heeft zijn: "De zoon uit Spanje, Meander en Het rookoffer". Het boek: Een bed in de hemel is uitgegeven in 2000 door uitgeverij De Arbeiderspers. De titel is zo gekozen omdat Kata een plafondschildering moet maken van een hemel in de slaapkamer van Stefan, waar dus een bed staat. Stefan wil graag een hemel omdat het dan lijkt alsof zijn bed in de hemel staat.
Opbouw Het boek bestaat uit 3 delen. Aarde Hemel en Bed. In het hoofdstuk Aarde is Kata’s vader begraven. Kata ligt in bed en denkt terug aan vroeger. Ze begint het verhaal te vertellen. Het tweede gedeelte Hemel wordt de ontmoeting tussen Kata en Stefan beschreven. Ze komen erachter dat ze dezelfde vader hebben. Ook vertelt oom Miksa over de jeugd van hem en Kata’s vader. In het gedeelte Bed gaan Kata en Stefan naar de begrafenis van hun vader. Het boek heeft 143 bladzijden. Het genre is liefde, het is gewoon een literair verhaal en het thema is een onmogelijke liefde. Het verhaal wordt verteld door de Ik-persoon Kata. Er worden 2 verhalen door elkaar heen verteld. Het ene gaat over Stefan en Kata, het andere over de verhalen van oom Miksa. Dit was af en toe heel vervelend. De hoofdpersonen in dit boek zijn Kata en Stefan. - Kata Rozsavolgyi is een joods meisje dat komt uit Hongarije. Het is een stil, verlegen meisje. Dit komt door haar vader. Ze houdt erg veel van hem, maar hij wil die liefde niet. Kata voelt zich hierdoor erg eenzaam. Ze is verliefd op Stefan. Helaas is dit onmogelijk omdat ze broer en zus zijn. Ze voert een strijd met zichzelf. Ze wil dat haar vader de waarheid weet over Stefan, maar wil hem geen pijn doen, daarbij komt haar liefde voor haar halfbroer Stefan. Uiteindelijk geeft ze voor een keer aan die liefde toe. - Stefan is de halfbroer van Kata. Hij is opgegroeid als de zoon van een overleden Duitse soldaat. Later blijkt dat dit niet zo is. Stefan is populair bij de meisjes. Hij wordt verliefd op Kata, hij ontmoet haar via zijn huidige vriendin Diana, hij vraagt Kata een hemel op zijn plafond te schilderen. Ze leren elkaar steeds beter kennen. Bijpersonen zijn Oom miksa en Kata’s vader. - Jeno Rozsavolgyi is de vader van Kata en Stefan. Hij heeft ongelukkige ervaringen gehad in zijn leven, beide door de schuld van een dominante vrouw. Hij is volgens Kata dan ook “chronisch somber”. In zijn jeugd dwong zijn moeder hem om heel zijn leven in het teken te stellen van de cello. Jeno vertrok naar Nederland. Hij begon een relatie met een Nederlandse vrouw. Toen de oorlog uitbrak dook hij bij haar onder. Dat werd de tweede verschrikkelijke ervaring in zijn leven, de vrouw was erg wreed. In Jeno’s schuilplaats zat een kijkgat. Zij kreeg een relatie met een Duitser, en Jeno kon alles volgen vanuit het kijkgat. Na de oorlog verliet hij haar. - Oom Miksa is de broer van Kata’s vader. In het boek vertelt hij over de jeugd die hem heel wat beter bevallen is dan zijn broer. Plaats Het verhaal speelt zich op verschillende plekken af. Vaak bij Stefan in zijn slaapkamer als Kata bezig is met de hemel, andere keren bij Kata thuis als oom Miksa vertelt en ook nog enkele keren in Boedapest, voor of na de begrafenis van hun vader. Het verhaal speelt zich rond deze tijd af, misschien iets vroeger. Dit kun je merken aan de omgeving, auto’s vliegtuigen en aan het verhaal zelf, waarin het gaat over de tweede generatie na de oorlog. Het verhaal verloopt niet chronologisch. Het verhaal is een grote terugblik. Zowel op de verhalen van haar oom en vader als de ontmoeting en het verdere verloop van Kata en Stefan. Aan het eind komt een tijdsprong waarin Kata en Stefan hun vader begraven.
de samenvatting. Kata is een joods meisje dat graag schildert. Ze komt uit Hongarije, Boedapest. Haar vader, Jeno, accepteert de liefde niet die Kata en zijn vrouw hem geven. Hij is er nooit voor hen. Jeno heeft alleen zijn cello en dat is dan ook het enige wat hij belangrijk vindt. Hij heeft een ongelukkige jeugd gehad met een moeder die hem dwong cello te spelen omdat hij daar toevallig aanleg voor had. Zijn broer heeft veel betere herinneringen aan zijn jeugd. Kata hoort hoe verschillend de broers over hun moeder denken en vindt dit heel verwarrend. Ze vraagt zich af wat de waarheid is. Kata ontmoet de vriend van haar studiegenote Diana. Dit is Stefan. Ze voelt meteen dat ze hem ergens van herkent al weet ze niet waarvan. Hij vraagt haar een hemel met wolken op zijn plafond te schilderen. Kata komt daarna vaak langs en ze worden verliefd. Als Stefan’s moeder een keer langskomt, merkt ze op dat ze dezelfde achternaam heeft als de Joodse man die bij haar ondergedoken heeft gezeten. Het blijkt dezelfde man te zijn als Kata’s vader. Dan begrijpt Kata ook waarom ze Stefan herkende: Hij lijkt op haar vader. Ze informeert bij haar moeder of haar vader nog andere relaties heeft gehad. Haar vader had vroeger een vriendin in Nederland. Tijdens de oorlog dook hij bij haar onder. Ze sliep echter met een Duitse soldaat om hem jaloers te maken. Toen de oorlog over was, is hij direct bij haar weggegaan. Kata bedenkt zich nu dat Stefan haar broer is. Ze vertelt het hem, hij komt naar haar huis en ontmoet zijn echte vader. Ze krijgen een heel goede band. Beter dan Kata ooit gehad heeft. Jeno overlijdt en hij wil graag in Boedapest begraven worden. Na de begrafenis verklaart Stefan Kata de liefde. Ze brengen samen de nacht door. De volgende dag vliegt Stefan terug naar huis, naar zijn vrouw. Kata blijft achter in Boedapest en ze vraagt zich af waarom haar vader er voor haar moeder en haar nooit geweest is, maar voor Stefan wel, en dat terwijl hij nog maar heel even in zijn leven was. Mijn mening over dit boek is op zich positief, het verhaal was goed bedacht. Toch zijn er een aantal negatieve dingen op aan te merken. Ten eerste de opbouw van het boek. Er lopen twee verhalen door elkaar heen. Daarom wist ik vaak niet wat ik nou aan het lezen was en moest ik terugkijken. Mijn gedachten dwaalden ook vaak af naar andere dingen terwijl ik las omdat het af en toe erg langdradig werd. Ook het taalgebruik was erg ingewikkeld.